Nieuws- en Advertentieblad Ce uiterste wil. No. 100. VRIJ D A G 2 i M A A RT 1030 45e Jaarg. DROOM EN. FEUILLETON. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag'- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. drukker-uitgever J. C, VINK - Axel. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk Hl erste 13 1 a cl. Te Londen is een boek ver schenen, „Dreams", geschreven door Willam Archer. Daarin wordt op halfwetenschappelijke, half populair-onderhoudende wij ze, verhaald over dat wonderlijke verschijnsel, waarmede zich reeds zoo velen hebben beziggehouden en waarover de geleerden "en de leeken 't nog altijd niet eens zijn. Professor Freud zegt: „De droom is de voortzetting der ge dachte", maar een groot deel der oppervlakkige menschheid zegt Droomen zijn bedrog, terwijl nog anderen, de bijgeloovigen, aan droomen een voorspellende, soms waarschuwende, kracht willen toekennen. Het is nog geen week geleden, dat we in de „Daily Mail", een bericht lazen van een jonge moe der, die zoo klaar en duidelijk van een kinderbegrafenis had ge droomd, dat zij schreiend en met een gil ontwaakte en eenigen tijd noodig had om de obsessie-ge dachte, dat haar eigen zesjarig zoontje daar begraven werd, van zich af te zetten. Twee dagen na dien droom ging haar kleine Norman „stekeltjes vangen", twee andere jongens vonden een paar uur later zijn lijkje drijven en weer twee dagen later was dus de afschuwelijke droom der moe der werkelijkheid geworden. Zoo'n droom is „maar" een krantenvertelsel zullen velen zreg- gen, doch uit het pas verschenen boek willen we nog eens het beroemde Norway-geval naver tellen, de geschiedenis van een droom, die in 1839 gebeurde, doch die nog dikwijls ter sprake komt en welke zelfs onlangs in de „Psychical Research Society" tot lange discussiesaanleiding gaf. In het voorjaar van 1839 von den landbouwers op den weg van Wadehridge naar Bodming het lijk liggen van een inwoner van Wadebridge, Norway ge naamd. Norway was een onge- huwd man van middelbaren leef tijd, onbemiddeld en zonder vij anden, men kon niet nagaan waarom deze man vermoord was. Het hoofd vertoonde talrijke won den, met een bijl toegebracht en het lijk lag in een bloedplas op den eenzamen landweg Norway was dus vermoord. Politie en justitie stelden een nauwkeurig onderzoek in, men kwam tot de conclusie dat het toch een roof moord was geweest, want een gouden horloge en een beurs met eenig geld waren den verslagene ontnomen, maar wie de daders j waren, werd niet ontdekt. Nu had Norway een broer, die op het tijdstip van den moord als zeeofficier in de West-Indi sche wateren voer. Terwijl die broer op een helderen tropischen nacht te slapen lag, had hij een vreemden en ontzettenden droom. Hij droomde dat hij zijn broer in Engeland zijn huisje verlaten zag, hij zag hem den landweg opgaan, hij zag ook twee kerels achter een haag in hinderlaag liggen, iri zijn droom maakte hij den moord en de berooving mede en hij droomde en dat is het merk waardige van 't geval dat de twee schurken naar een klein huisje in Wadebridge gingen en daar den schamelen buit deelden. Deze droom nu, dien de zee officier aanvankelijk als een droom en niets meer, van zich afzette, drong echter steeds dieper in zijn hersens in en het droombeeld bleef zoo sterk en duidelijk in zijn geest, dat hij geen rust meer had en ten slotte zoo snel moge lijk naar Engeland terug voer. Dagbladen, die dergelijke sensa- tioneele gebeurtenissen wereld kundig maakten, waren er toen nog niet en zonder dus eenige bevestiging van zijn afschuwelijk droomsel gekregen te hebben, stapte de zeeofficier bijna een jaar na den moord Wadebridge binnen. Zijn droom leefde nog steeds zoo sterk in hem voort, dat hij bijna niet ontsteld was toen men hem 't treurige einde van zijn broer mededeelde. Wel was het hoofd der politie verwonderd en eenigszins wantrouwend toen de zeeofficier hem het verhaal van zijn droom deed. En schoorvoetend, als iemand die bang is de dupe van een grap te worden, ging de politie chef met twee van zijn mannen op het dringende verzoek van den broer van den vermoorden man mede. Doch zonder weifeling wees de zeeman hun de piaats van den moord en bracht hen vervolgens naar het andere eind van het dorp, waar in een klein huisje de gebroeders Lightfoot, twee ter slechter naam en faam bekend staande individuen, woonden. Norway, die dit dient nog vermeld te worden als de eene druppel water op den an deren op zijn vermoorden broer geleek, klopte aan de deur en James Lightfoot deed open. Bij het zien van Norway ver bleekte hij, stamelde onsamen hangende woorden en vluchtte van de kamer, waar zijn broer William aan tafel zat. Norway zeide niets, doch keek hen strak aan en de beide man nen waren letterlijk verlamd van schrik. En het onmiddellijk ingestelde onderzoek bracht het horloge van den vermoorden Norway te voor schijn. Beiden bekenden en den 13en April boetten zij met den dood op het schavot een misdrijf, dat inderdaad op bovennatuurlijke wijze aan het licht kwam. Wanneer we een geval als dezen moord te Wadebridge be schouwen, dienen we wel te er kennen, dat het luchtige „droomen is bedrog", een wat al te kinder lijke „verklaring" van dit myste rieuse ziele-verschijnsel is. Nederland en België. De Raad van Bestuur der Vationaie Unie heeft in verband met de aanstaande behandeling van de begrooting van Buiten- landsche Zaken aan de Eerste Kamer een tweetal mededeelin- gen doen toekomen, betreffende de aanhangige punten van het buitenlandsch beleid ten opzichte van België De eerste mededeeling bevat een voordruk van de redevoe ring van den Utrechtschen hoog leeraar Van Vuuren, waarin op economisch-geographische gron den een critiek wordt geleverd in het algemeen op het beleid dat ons land „in de gevaarlijke positie" heeft gebracht, waarin het, naar schrijvers meening, thans verkeert, en in het bijzon der op de mededeelingen, die in de Rijnvaartcommissie omtrent de Tusschenwateren zijn geschied. Aan het slot van zijn verhan deling vestigt schr. met nadruk de aandacht op 't kanaal Ant werpen—Ruhrort „België heeft nog steeds recht op het graven van het kanaal op kosten van Duitschland. Meen niet, dat het van de baan is! Nog vijftien jaren lang kan Bel gië dien eisch aan Duitschland stellen. Wij hebben ons voor behouden bij de toetreding tot het verdrag van Versailles toe stemming van onze zijde noodig te maken voor de doortrekking van het kanaal op ons gebied. Maar men behoeft zich slechts even in den toestand in te denken, om te zien hoe volkomen illusoir dat voorbehoud is.Ergens bij Venlo eindigt tegen onze grens dat kanaal van Ruhrort, en aan de andere zijde van onze grens iigt het kanaal LuikAntwerpen. Het zal al zeer moeilijk zijn, ook al is de noodzakelijkheid van onze toestemming formeel erkend, om dan de doortrekking te ver hinderen. Dat kanaal zal den afstand RuhrortAntwerpen met niet minder dan 147 K.M. ver korten. Dan is voor Antwerpen het ideaal bereikt, dan liggen Rijn- en Maasmond beide in Antwerpen en Nederland kan verder vegeteeren in tuintjes en weidevelden." In de tweede mededeeling werd betoogd: lo. dat Nederland door O, ik heb Het altijd gezegd, en iedereen is van dat gevoelen dat het conventioneel toestaan van een nieuwe directe verbinding tusschen Antwerpen en den Rijn verplicht zou worden tot het on derhouden van niet minder dan drie Rijn-Scheldeverbindingen, te gen welke nieuwe uitbreiding van het Servituut van 1839 gewaar schuwd wordt; 2o. dat de onver plichte mededeelingen aan de Centrale Commissie voor de Rijn vaart omtrent plannen ten op zichte van de tusschenwateren strijdig zijn met Nederland's se dert 1846 gevestigde traditioneele politiek ter zake, en het uitgangs punt dreigen te worden van ver dere gezagsaanmatigingen op dit watergebied. Wat het land aan reiskosten betaalt Naar de „Javabode" verneemt, zijn de uitgaven, die het land aan reiskosten van ambtenaren be steedt, steeds stijgende. Werd in 1927 het begrootingsbedrag, dat op 17 millioen geschat werd, overschreden met 1.7 millioen gulden, heden werd door het kantoor van Reiswezen eene op gave ingediend over 1928, waar uit blijkt, dat de begrooting voor dat jaar met ruim 2 millioen is overschreden. Hieronder zijn be grepen de reizen van en naar Europa. Het uitgegeven bedrag over 1929 is nog niet bekend, maar dit is weer hooger. Giften der Koningin. Naar wij vernemen heeft de Koningin een belangrijk bedrag geschonken aan het zich daarvoor gevormd hebbende Nederlandsche Comité ten behoeve van de noodlijdenden van de overstroomingen in Zuid- Frankrijk, en voorts aan het Nederland sche Roode Kruis «ten behoeve van de noodlijdenden van den hongersnood in China. Dr. Aletta H. Jacobs. Er heeft zich een comité ge vormd, hetwelk zich ten doel stelt gelden bijeen te brengen le. voor een monumentale bank, welke, indien de autoriteiten daar- (Wordt vervolgd). AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. felef. 56. - Postrek. 60263. tot flinsdflo'. pn VfJIrloMa- 16) En wel met de innigste, edelste en meest gelouterde liefdedie ik voor u gevoel hernam zij. Bertram wilde geen onwaarheid spreken, maar op zijn gelaat was een hevige ontroering te lezen, en de uitdrukking zijner oogen, het fronsen zijner wenkbrauwen en het beven zijner lippen gaven de uitvorschend amsttrende Leontine meer te verstaan dan woorden hadden kunnen doen. Eenige oogenblikken heerschte een pijnlijk zwijgentoen vatte hij haar beide handen en kuste die. Ik heb uw vraag reeds beant woord, sprak hij, laat ons nu over iets anders spreken. Ik zal u altijd getrouw zijn en gij zijt de bekoor lijkste vrouw op de geheele wereld. We zullen naar den tuin gaan en niet meer aan dit onderhoud denken. Leontine was gewoon hem in alles zijn zin te geven. Zij vroeg niets meer en ging met hem naar den tuin. Maar het onderwerp van 't gesprek hield haar geest nog altijd bezig. Leontine Seewald was geheel ver anderd, dit was voor iedereen duide lijk. Zij zag er niet meer zoo goed en zoo gezond uit als in den laatsten tijdhaar gelaat had de blozende kleur, haar oogen hadden de vroolijke uitdrukking en hun levendigen glans Verloren. Haar argwaan was nog versterkt geworden, en tij had een gedeelte der waarheid zelfs leeren kennen. Zij was namelijk tegenwoordig ge weest bij een onderhoud tusschen haar echtgenoot en den geestelijke der parochie. Zij spraken over de lagere volksklasse en de oorzaken der algemeene ellende. De geestelijke had daarbij het punt van ongelukkige huwelijken aangeroerd en beweerde dat het grootste gedeelte der ellende daaraan te wijten wis. Het onder houd werd toen over huwelijken in 't algemeen voortgezet en de geeste lijke maakte de opmerking, dat de man het beste in de gelegenheid wordt gesteld, zijn plicht ais burger en als hoofd van 't huisgezin te vervullen, als hij met het meisje zijner keuze is gehuwd. Ik ben volkomen van uw gevoe len, mijnheer had Bertram geant woord Maar hoeveel mannen zou den er wel zijn, die werkelijk het meisje hunner keuze hebben gehuwd Leontine had hem dadelijk met be vreemding aangezien, en hunne blik ken ontmoetten elkander. Met een onderdrukten zucht had hij zijn gelaat afgewend. Zij was gloeiend rood, daarna zoo bleek als een lijk geworden. Zijn woorden waren als dolksteken in haar hart gedrongen. Had hij dan niet het meisje zijner keus gehuwd? Wat gaf hem aanleiding tot die zon derlinge vraag? En waarom vermeed zijn blik den haren Wie op zulk een toon die vraag kon doen, gevoelde zich zeker niet gelukkig. Maar toen zij verder de vraag overwoog, of hij het meisje zijner keuze niet gehuwd had, schoot het haar eensklaps te binnen, dat hij eigenlijk In 't geheel geen keus had gehad. Zij had, toen zij op haar ziek bed lag, gemeend, dat hij haar be minde, evenals zij hem beminde, daar zij de gevoelens van zijn hart naar de hare beoordeelde. Opnieuw werd zij door een vreeselijken twijfel aangegrepen zij was als verbijsterd. Indien haar echt werkelijk eens niet op wederzijdsche liefde was gegrond, en zij zich omtrent de gevoelens van haar echtgenoot had vergist Indien Bertram, toen hij zich met haar ver bond, reeds een ander meisje beminde e i haar toen slechts gehuwd had, om haar een genoegen te doen en in de meening, dat zij toch spoedig sterven z )U Die gedachten verontrustten en b - angstigden haar en dreven haar het rood der schaamte in 't gelaat. Hoe, indien werkelijk alleen haar kinderachtige ogril hem tot dat huwe lijk had bewogen? Als hij haar slechts gehuwd had in de verwachting, dat haar dood wtldra weder dien echt ontbinden zou, en zij inderdaad niet de keuze zijns harten was geweest? Zij had zich haastig verwijderd en lang nagedacht, zonder tot klaarheid te komen. Misschien dwaalde zij wellicht was zij, door goddelijke be schikking, evenzeer de vrouw van zijn keuze, als hij de man van de hare was. Vurig verlangde zij ernaar, nauw keurig te vernemen, hoe alles zich toegedragen in dien nacht, toen ieder een, en ook zii-zelve, niets anders dacht, dan dat zij sterven zou. Vooral wenschte zij te weten, wat Bertram gezegd had. Toen dacht zij eensklaps aan Geertruid?» haar goede, trouwe dienstbode, haar verpleegster van af hae.r prilste jeugdi Die was bij alles tegenwoordig geweest en bovendien iemand, op wien zij vol komen kon staat maken. Zij snelde naar de kinderkamer, waar Geertruida over haar kleine El- friede waakte, waar het kind met een pop zat te spelen. Zij schoof een laag stoeltje naast den lenniagstoel, waarin de oude vrouw zat, en nam daarin plaats. Hoe menigmaai had zij als een klein meisje zoo gezeten 1 Dan had Geertruida haar sprookjes en allerlei wonderlijke geschiedenis sen verteld, haar vroolijke kinderlied jes voorgezongen en onder liefkoozin- gen het haar gestrengeld. - Het is me, alsof ik weder een kind ben, zei Leontine een zwarer zucht slakende Ach. Geertruida, de kinderjaren zijn toch de gelukkig ste tijd van ons leven. Geertruida zag haar verwonderd aan en bespeurde de donkere wolk op haar voorhoofd. Ge zijt toch ook als vrouw ge lukkig, Leontine, antwoordde trouw hartig de oude min, die haar j >nge meesteres nog altijd bij haar voor naam noemde. Gij waart mijne verpleegster sinds mijne kinderjaren, hernam Leon tine. Hebt ge wel ooit gedacht, dat ik ook eens moeder zou worden en zoo n sehoone, lieve engel zou heb ben Wel, natuurlijk heb ik dat ge* dacht, lieve LeontineWaarom zou ik dai niet gedacht hebben? -* Dus waart ge er in 't geheel niet door verrast, dat ik zoo plotse ling ging trouwen dit huwelijk u het leven gered heeft. Maar heeft het u niet verwon derd, dat ik Bertram zoo innig lief had vroeg Leontine, weder na een korte paHze. Hoe zou ik daarover verwonderd hebben kunnen zijn, sprak Geertruida. Manheer Seewald is de beste en schoonste man, dien een meisje zou kunnen wenschen. Ook hij was dien nacht zoo lief en vriendelijk voor u, en ik zal ook waariijx mijn ge heele leven veel van hem houden. En was er ook niemand over verwonderd, dat Bertram dadelijk aan mijn wensch wdde voldoen? vroeg Leontine verder. Geertruida lachte. Ja, ja. dat heeft ons allen ver rast, lieve Leontine! We wisten geen van allen, dat mijnheer Seewald uw minnaar was. We dachten eigenlijk aan geheel iets anders. Wat dacht ge dan? vroeg Leoi.- tins in angstige spanning. Och, onzin natuurlijkriep Geer truida, 't Is inderdaad dwaas, dat ik er nog over spreek, maar we dachten eigenlijk, dat mijnheer Seewald de minnaar van freule Hedwig was. Een doodelijke bleekheid overtoog het gelaat der j >nge vrouw, en ge durende eenigen tijd heerschte een diepe stilte. Leontine was niet in staat een woord te uiten.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 1