Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh - Vlaanderen Wedergekeerd. No. 78. VRIJDAG 3 JANUARI 1930. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Terugblik op het oude jaar. We mogen gerust zeggen, dat het afgeloopen jaar schitterend is ingezet met de huldiging van de Koningin-Moeder, 't Was in Januari 50 jaar geleden, dat H. M. als de echtgenoote van Koning Willem III ons land be trad. En toen is deze hoogstaande Vrouw in elk opzicht een Neder- landsche geworden, die zich met al haar kracht heeft gegeven aan de behartiging van de belangen van haar nieuwe landgenooten die zich door haar grooten tact en innemende vriendelijkheid al spoedig ieders sympathie wist te verwervendie haar Dochter een uitstekende opvoeding gaf; die met vaste hand het Regent schap voerde tijdens de minder jarigheid van de a.s. Koningin en die ook later door haar groote liefdadigheid een schitterend voorbeeld gaf aan haar volk. Het door het dankbare volk tijdens de mooie feestweek bij eengebrachte kapitaal werd ook weer aan liefdadige instellingen geschonken. Mogen haar nog een aantal gelukkige jaren beschoren zijn 1 De verkiezingen hebben, zoo als men weet, weinig verande ring gebiacht in Kamer en Re geering. De rechtsche meerder heid bleef behouden en de ver rassingen liggen nog versch in het geheugen. Over het algemeen zijn de begrootingsdebatten nogal kalm verloopen. Ministers Ruys en De Geer kennen „het klappen van de zweep" en voorzitter Van Schaik had de teugels bij de debatten stevig in de hand Alleen bij Justitie moest mr. Donner, die overigens bij de Volksvertegenwoordiging in hoog aanzien staat, en te recht, tame lijk onaangename opmerkingen hooren, niet het minst naar aan leiding van de Giessen-Nieuw- kerk-zaak. Wat zeker ieder weldenkende met veel voldoening zal hebben vernomen, is dat in de Kamer aan oud-minister Kan hulde is gebracht voor het vele, dat hij voor de bestrijding der werke loosheid heeft gedaan. Een mooie bladzijde in de geschiedenis van 1929 zal de in Augustus gehouden Confe rentie blijven. Succes of geen succes, Nederland heeft tegen over het buitenland een schit terend figuur gemaakt, waarop wij allen recht hebben trotsch te zijn. De CuraQao-putsch zal een leelijke vlek op ons bestuurs beleid in dezen blijvenWant gouverneur Fruytier moge als mensch hoog staan, waaraan we niet willen twijfelen, als gouver neur heeft hij het erbarmeiijk afgelegd, al moet een gedeelte van de verantwoordelijkheid op rekening van zijn militaire mede werkers worden gesteld De Reg. heeft tegen allen den eenigen maatregel genomen, welke kon wórden genomenterugroeping met de bedoeling een nader ter verantwoording roepen van de militairen. De heer Fruytier is zelf „met dankbetuiging" ont slagen, waarvan velen een beetje vreemd zullen hebben opgeke ken en komt weer bij de arbeids inspectie. We hopen nu maar, dat majoor Van Slobbe de zaken beter zal aanpakkennatuurlijk zal de Regeering wel geweten hebben wat zij deed toen zij hem als gouverneur koos. Een goed mili tair kan heusch ook wel een goed bestuurder wezenmen denke maar aan Van Heutsz Wij hopen dat dit hier zal blijken. Hevige rampen zijn ons dit jaar ook niet bespaard. Een vreeselijke scheepsramp had 16 |anuari bij Hoek van Holland plaats, waarbij een aantal opva renden het leven verloren. De milde aard onzer landgenooten verloochende zich nu ook niet: groote sommen werden bijeenge bracht om de ramp voor de na gelaten betrekkingen zooveel mo gelijk te verzachten. Ook later hadden nog verschillende scheeps rampen plaats, zoo op de Schelde ert bij Rotterdam.' Een tweede ramp trof ons door den brand in het Stadhuis te Leiden, dat geheel door de vlammen werd verwoest en waar door een schat van kunst verlo ren ging, zoowel door het ver nielde gebouw, als door zijn in terieur. Men weet welk een zware taak de brandweer had bij de felle vorst. 18 April ging het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam in de vlammen op en in Mei telde men minstens een dozijn branden. En om maar even aan de laatste maanden van dit jaar te herin neren, ook toen heeft het vuur voor groote sommen vernield we noemen alleen maar den brand te Middelburg. Zware vermoedens van brand stichting werden dikwijls niet zonder reden gekoesterdmen denke maar aan de talrijke bosch- en heidebranden, welke zooveel moois hebben verwoest en waar van de daders meest allen nog op het kerkhof liggen. De hevige koude van 1929 is ook nog niet vergeten 1 En we kunnen alleen maar hopen dat we er dit jaar beter afkomen. In geen 100 jaar hadden wij ze zóó hevig gehad. Gelukkig dat een langzame dooi er een einde aan maakteBij sterken dooi ware de ramp niet te overzien geweest. In April brak de houtstaking te Zaandam uit. Ze heeft lang geduurd, want beide partijen stonden met de meeste koppig heid tegenover elkaar, en de sta king duurde tot September. Voor burgemeester Ter Laan een moei lijke kwestie politiek stond hij meer aan de zijde der stakers als burgemeester moest hij abso luut onzijdig blijven en daden van geweld met kracht laten be teugelen. Geen van beide par tijen heeft hem echter van minder gewenschte praktijken kunnen be schuldigen, integendeel. Dat is niet zoo vlot te zeggen Duitsche vertaling. 31) Hoe moeilijk het mij ook valt, mij van het lieve kind los te rukken, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen, het kind van de moeder weg te ne men. Zij heeft dezelfde rechten op het kind als ik, zij zou diep ongeluk- kig zijn, als ze haar Leisje moest af- staan en ik wil haar ongeluk niet 1 Het kind hangt aan haar met haar heele hart, de stiefvader Koenraad is voor haar als een eigen vader, ja nog meer, want mij kent ze nauwelijks God zal mij er voor bewaren, dat ik hun geluk verstoor 1 Ben ik weer ginds over het groote water en wordt het verlangen naar mijn Liesje mij te mach tig, dan kan ik immers voor een bezoek overkomen .Maar Hendrik, waarom wil je dan zoo ver weg Waarom blijf je niet hier, zij het dan niet in het dorp, dan toch in de nabijheid, tenminste in Duitschland Dan ben je toch dich ter bij je kind en kun je het dik wijls zien t Blijf in het land, laat je van Anne Margreet scheiden in dit bijzondere geval zal de schei' ding geen moeilijkheden opleveren! .Neen, dominee 1 Ik moet me wel van Anna Margreet laten scheiden, maar hier blijven kan ik niet. Dat Strijdt met mijn natuur, Er zal geen schaduw op Anna Margreei's leven vallen. Zij heeft het niet verdiend, nij, niet en Koenraad niet! Ik ga! van de kleine autoriteiten in de provincie Groningen bij de sta king, welke daar in den afge loopen zomer onder de landar beiders uitbrak. In onze onmiddellijke omge ving, te Sluiskil, duurt de staking nog voort, hoezeer ook door iedereen naar het einde wordt verlangd. Fen lichtzijde is, dat we in het dagelijksch leven niet meer kunnen bemerken, dat er gestaakt wordt. De houding der stakers is thans onberispelijk. Het heeft in het afgeloopen jaar ook niet aan afschuwelijke mis drijven ontbroken. Het ergste is wel geweest, de afgrijselijke moord, door Yje Wijkstra, 18 Januari op de vier rijksveldwach ters in Groningen gepleegd. Einde April werd hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. De moordzaak te Giessen- Nieuvvkerk heeft ook heel wat pennen in beweging gebracht. Gelukkig dat we bij onze recht spraak hoogst zelden dergelijke, voor haar goeden naam allesbe halve wenschelijke fouten hebben te boeken. De zaak ligt nog te versch in het geheugen dan dat we haar behoeven te releveeren. Maar alleen wie niet wil over tuigd worden kan volhouden, dat hier geen vonnis was gewezen, dat voor Rechtbank, Hof en Hoo- gen Raad een zwarte bladzijde vormt in de geschiedenis onzer rechtspraak. En hulde moet wor den gebracht aan de rechtsge leerden mrs. Van Meerten en Roobol, die met taaie volharding het door den journalist Geudeker aangevangen onderzoek tot een goed einde wisten te brengen, en het Amsterdamsche Hof, dat recht deed tegenover gruwelijk onrecht. Wat er verdei met den veel besproken rechercheur De Jong zal gebeuren, wordt afgewacht. Alastrim heeft heel wat pennen in beweging gebracht bij veel ver schil van gevoelen over den aard dezer nieuwe ziekte. Gelukkig is ze aan het verdwijnen, voor- loopig tenminste. En tot slot de Zuiderzeedebacle, Maar vóór ik ga heb ik nog een gewichtige zaak af te handelen, als dat gedaan is, veitrek ik gerust. En over die zaak wilde ik ook nog met u praten, dominee 1 Het gaat over mijn recht op de nalatenschap van mijn vader „Laat mij wat zeggen, voor je ver der gaat," viel de dominee hem in de rede en duwde hem weer op zijn stoel. „Met die erfenis is het een eigenaardige geschiedenis. Ik kan me voorsteller, dat je geen vriendelijke gevoelens ten opzichte van je stief moeder koestert maar Hendrik, zeg eensHoe sta je met je broer, met Hansjörg en hoe denk je nu over hem „Tegen Hansjörg heb ik mets verzekerde Hendrik. „Hij is me steeds een goede broer geweestHij heeft zelfs, toen ik oneenigheid had met zijn moeder, getracht het bij te leg gen Het heeff wel niets geholpen Maar vergeten ben ik het nietI Ik ben ook niet vergeten, dat hij, voor ik in den oorlog ging, stilletjes bij me gekomen is om afscheid van me te nemenDominee, ik zou mijn hand er voor in het vuur leggen, dat Hansjörg niet geweten heeft, dat zijn moeder het testament verduisterd heeft. Dat ze dat gedaan heeft, daarvoor heb ik nu een bewijs, en als dat niet voldoende is, om mij en mijn kind recht te verschaffen, dan is er nog een in het archief in Wies* baCjeen^'denkt dus, dat Hansjörg niets van de vermoedelijke verduistering af wist vroeg de dominee". „Vast en zeker niet, domineeHij is door zijn moeder tot zijn meerderjarig' heid toe, behandeld als eer. onmondig Drukken wij om met deze ellendige geschiedenis te eindigen ons te sterk uit als we deze woorden gebruiken We geloo- ven het niet. Als we toch eens even nagaan dat de kosten van de demping der Zuiderzee, het lievelings-denkbeeld van wijlen minister Lely, in 1914 werden geschat op 230 millioen en die van het Wieringermeer op 16 millioen, en dat men nu al aan neemt, dat dit laatste bedrag moet zijn 86 zegge zes-en-tachtig millioendat de verkoop waarde van de 18.000 H.A. grond welke de inpoldering zal opleve ren a f 2500 per H A. zou zijn c.a. 45 millioen, dus een nadeelig saldo van laten we zeggen ruim veertig millioen, dan is het te begrijpen, dat men in Regeerings- kringen daarvoor is terugge schrokken 1 En waar de kosten van de geheele demping der Zui derzee nu worden geraamd op c.a. 950 millioen, dus naar het milliard loopen, kan men zich ook voorstellen, dat men, naar de Minister in de M. v. A. heeft ver klaard, zich voorloopig denkt te bepalen tot den afsluitingsdijk en den Wieringerpolder. Wie later leeft wie later zorgt, maar de demping der Zuiderzee zou, op die manier voortgaande, een finan- ciëele ramp worden waarvoor geen bewindsman de verantwoor delijkheid zou durven aanvaarden. De toekomst ziet er dus allesbe halve rooskleurig uit, maar beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald 1 En ten slotte na deze mis troostige feiten nog een gebeur tenis, die ons in betere stemming brengt, nl. de vluchten op onze Oost heen en terug. Dat zijn toch maar weer de jongens van Jan de Wit, die op of in een vliegmachine de post bezorgen van hier uit naar de familie enz. in Ned.-Indië, in enkele dagen tijds, als het goed gaat. Hulde aan die aviateurs. Het zijn de helden van deze eeuw, die evenals de eerste zeevaarders op Indië, in onze geschiedenis dienen vereeuwigd te worden. kind, dat men niets van gewicht toe vertrouwt „Maar als hij het geheim nu wel weet „Dan ja dominee die vraag is moeilijk te beantwoorden. Een lichtzinnige jongen is Hansjörg altijd wel geweest, hij heeft menigen streek uitgehaald, maar slecht was hij nie*, hij had de goede kern van onzen ge storven vader in zichMaar hoe hij in die vijf jaren geworden is, kan ik natuurlijk niet weten I Ik geloof echter niet, dat hij met zijn moeder zal meegaan, als hij van het bedrog weet, want onrechtvaardigheid heeft hij zijn leven lang niet kunnen velen net zoo min als vader „Dus Hansjörg heeft geen deel aan den wrok, dien je tegen zijn moeder voedt?" vroeg de predikant. „Dominee, Hansjörg is mij een lieve broer en zal me een lieve broer blijven, als het aan mij ligt!" „Dat is goed, mijn jongen, en ik verheug me je te kunnen meedeelen, dat de goede meening, die je over je broer hebt, gerechtvaardigd is. Ja. er is werkelijk een bedrog gepleegd Hansjörg is het te Weten gekomen en zal je niet tegenwerken, maar je zelfs helpen om je erfdeel te krij gen 1 Maar hij kan het je zelf wel vertellen Mtt deze woorden ging de dominee naar de zijdeur, opende die en liet Hans jörg, die vol ongeduld stond te wachten, binnen. Een oogenbllk stonden de belde broers sprakeloos tegenover elkaar. Toen Ijlde Hansjörg op den teruggekeer» de toe, omhelsde hem en riep steeds maar weer: „Hendriit, broer Hendrik, ben Je het werkelijk! God zij dank. dat je weer terug bent! Nu kan alles nog goed worden 1" En de grijze predikant vouwde de handen als tot gebed en zei plechtig „Ja, mijn geliefden, alles zal terecht komen, want gij hebt de liefde en de liefde oveiwint alles!" XIV. Vrouw Schilling liep op den middag van denzelfden dag in de groote woon kamer van de Rodeberger-hoeve op en neer. De anders zoo statige kalm te, die gewoonlijk over haar geheele persoon lag was geweken voor een zenuwachtige gejaagdheid, die haar nu eens naar het raam dreef, dat op den tuin uitzag, dan weer naar de deur om een blik te werpen op het uitgestrekte erf voor het huis. Dat, wat de oude Ursula.de boodschappen- vrouw haar vanmorgen als een nieuwtje uit de eerste hand, had verteld, was dan ook wel in staat, de zielerust van de energieke vrouw te verstooren en haar met angst voor de naaste toekomst te vervullen, Haar stiefzoon Hendrik, die sedert vijf jaar na den slag bij Waterloo, voor dood werd gehouden, zou weergekomen zijn, na eerst door een noodlottig toeval de geheele wereld te hebben rondge zworven. Ursula had hem zelf ge zien, toen hij uit de herberg ,Den Grauwen Kop" gekomen was. Ze had zich een ongeluk geschrokken, want ze had gedacht, dat de oude Schilling In levenden lijve voor haaf stond. Naderhand had ze van haar nicht Barbara, die naaat de Werners woonde, gehoord, dat Hendrik tot aan het eind ¥an de wereld, ja zelfs In Amerika geweest wa». Daarvandaan had hij een reusachtigen klomp zuiver goud meegebracht, waarmee hij het dorp zou kunnen koopen. Hij had zijn Leisje een gouden ketting gege ven, nog grooter en zwaarder dan die van de hertogin en daarbij was Hendrik zelf een deftig heer gewor den dit alles en nog veel meer had de oude Ursula met haar gewone radheid van tong uitgekraamd. Het oude vrouwtje was toen zoo vlug als ze kon terug naar het dorp geloopen om het prachtige nieuwtje ook el ders te verspreiden, eer dat een van haar concurrenten op het gebied van de dorpslaster haar voor zou zijn ge weest. Dat het verhaal van het babbelzieke oudje werkelijk op een feit berustte, dat wist vrouw Schilling zeker, want ze herinnerde zich heel goed den vreemden man, dien ze gisteren op haar weg naar den molen gezien had, en die haar door de gelijkenis met haar gestorven man, zoo'n schrik op het lijf had gejaagd. Dat was beslist de teruggekeerde stiefzoon geweest, en even zeker was het, dat diens terugkeer den ouden strijd om de erfenis opnieuw zou doen losbarsten, En waar was Hansjörg sedert van» morgen Hij, die altijd bij het werk volk was en nu eens op het erf, dan weer in den stal of op het veld op dook, met een vroolljk woord de menschen aan het werk zette en zelf wakker meehielp, hij had tot groote verbazing van zijn moeder, dadelijk na de morgenpap in zijn Zondagschd pak de boerderij verlaten en was in de richting van het dorp geloopen. (Wordt vertolgd). AXELSCHEif COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 1