Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Wedergekeerd.
No. 75.
VRIJDAG 20 DECEMBER 1929.
45e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
beleefd verzoek.
BERICHT.
Nieuwjaarsadvertentiën
Vredes-Zondag.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Aan Heeren Adverteerders rich
ten we door deze het beleefd j
verzoek om hunne advertentiën
voor het eerstvolgend nummer
(van Dinsdag 24 Dee.) te willen
inzenden op Maandag aanst. of
uiterlijk Dinsdagochtend 9 uur.
Wegens het Kerst
feest zal aanst Vrijdag
deze krant niet verschijnen.
In het Nieuwjaarsnummer, dat
op Woensdag 1 Januari zal ver
schijnen, en in de kom der ge
meente huis aan huis zal worden
bezorgd, kunnen weder
geplaatst worden voor 40 cents
indien niet grooter dan 10 regels
zijnd. Grootere advertentiën wor
den naar plaatsruimte berekend.
Inzendingen worden gaarne in
gewacht róór Dinsdag 31 Decem
ber.
DE UITGEVER.
Het is ter gelegenheid van
den aanst. 4en Adventsdag, dat
ook wij. aangezocht door het
secretariaat der Ned aideeling
van het bestuur van den We
reldbond der Kerken, gaarne
voldoen aan het verzoek om de
aandacht van onze lezers te
vragen voor de beteekenis van
dien Bond, ten einde ook ten
plattelande meer bekendheid
aan het werk dier vereeniging
te geven niet alleen, maar ook
om diegenen, welke meer dan
gewone belangstelling voor dat
werk koesteren, aan te sporen
tot steunverleening, voorzoover
de beur3 het toelaat, om door
hun lidmaatschap een steentje
bij te dragen in het werk des
vredes
Dezen zomer hebben de inter
nationale vergaderingen d;r ker-
ken, die naar samenwerking
streven, plaats gehad De com
missie van de Wereldconferen
tie voor practisch Christendom,
te Stockholm in 1925 ingesteld,
heeft vergaderd te Eisenach
van 2—9 September. Nederland
was h'er o a vertegenwoordigd
door Prof dr J. R Slotemaker
de Bruine en het Bestuursco-
mité van den „Wereldbond der
Kerken" heeft vergaderd te
Avignon van 19-21 Septem
ber, waarop de Nederlandsche
afdeeling vertegenwoordigd was
door haar voorzitter Prof. dr J
A. Cramer Te Eisenach werd
een zeer belangrijke verklaring
aangenomen, die naar de ver
gadering van den Wereldbond
is doorgezonden en door deze
met enkele niet principieele
wijzigingen werd overgeno
men De tekst der verklaring,
zooals ze door den Wereldbond
werd vastgesteld, volgt hieron
der.
Het bovenstaande spreekt dui
delijke taal.
De aangenomen resolutie is
een duidelijke uitspraak van
de Kerken, die in de internatio
nale interconfessioneele een
heidsbeweging samenwerken
Het „Maandbericht" van de
Ned afdeeling van den Wereld
bond der Kerken, onder redac
tie van ds J. C. Wissing, Ned.
Herv. pred. te Tiel, teekent
hierbij het volgende aan
Zoo dikwijls wordt gevraagd,
wat de Wereldbond nu eigenlijk
wil Het antwoord wordt hier
duidelijk gegeven; „De zede-
leer van Jezus Christus inter-
nationaliseeren." Het Kellogg-
pact, dat de oorlog als geoor
loofd middel in den ban doet,
is een overwinning van de
christelijke zedeleer op de hei-
densche Hier wordt gebroken
met de fatale opvatting, dat de
beginselen van het Evangelie
alleen gelden voor het persoon
lijke leven, terwijl voor den
staat andere beginselen gelden
Hier wordt gebroken met de
dubbele moraal Hier wordt ge
eischt dat volken in hun sa
menleven zich evenzeer hebben
te laten beheerschen door Jezus'
beginselen Dat deze eisch, die
de Wereldbond steeds heeft ge
steld, thans is aanvaard, is een
feit van historische beteekenis.
De aanvaarding van dezen eisch
stelt voor een enorme taak,
welke niet in één dag zal wor
den vervuld Doch het moet
dezen kant uitals nu de ker
ken maar beseffen, dat zij aller
eerst de zedelijke en geestelijke
krachten hebben te wekken in
de volken, die aan hun regee
ringen mogelijk zullen maken
hun woord gestand te doen.
Zonder geloof zal ook het rja"
van het Kellogg pact een ,.ja"
op papier blijven
Zonder geloofWelk geloof
Wel het geloof dat alle chris
telijke kerken belijden nl. dat
Jezus Christus de „Heer' is.
De Romeinen noemden hun kei
zer „Heer", dwz, hij, die met
zijn legioenen de toenmalige
wereld beheerschte, was de
„Heer". Het Romeinsche geloof
in de macht is nog bij lange
na niet uit de wereld, ook niet
de „christelijke wereld" vsrdwe
nen Mussolini en Lenin zijn
Romeinen en zoovelen met hen
De eerste Christenen stelden
tegenover een Romeinschen kei
zer een anderen Heer Jezus
Christus Dat dit toen velen een
dwaasheid was, weten we. Aan
den voet van den „Palatinus"
te Rome heeft men een tegel
gevonden, waarop een figuur
met ezelskop aan een kruis is
gegriffeld. De een of andere
soldaat had daar de woorden
onder gekrast„Alexamenos
aanbidt zijn God".
De Christenen gaan straks
weder Kerstfeest vieren zijn zij
er zich van bewust, dat zij
daarmee het geloof belijden, dat
Jezus in een stal geboren, aan
een kruis gestorven de Heer
is? Hand. 2:36. Zijn zij er
van doordrongen, dat alleen
onder Zijne heerschappij de
vrede tusschen de volken komt
en dat Zijne heerschappij bestaat
in dienen Zullen zij het straks
in de kerken zingen, doch zal
hun gedrag daarbuiten met hun
zang vloeken
Ods ja zij een ja, maar dan
niet alleen in de binnenkamer,
doch ook daarbuiten Waar
achtigheid wordt gevraagd. Het
Kellogg-pact is een schrede op
den weg van Hem. die ver
schenen is „om onze voeten te
richten op den weg des vredes".
Lukas 1 79 Zeker, deze weg
is lang en het einde ervan ligt
niet op deze aarde, maar zullen
wij. moéten wij hem daarom
niet gaan. het aan God toever
trouwend, wat wij zullen berei
ken Laat toch ons geloof niet
lamgeslagen worden door het
altijd weer te berde gebrachte
„zonde zal er altijd blijven
Aan ons is de taak tegen de
zonde te strijden, ons vasthou
dend aan Hem die getrouw is
en het ook doen zal
fwordt vervolgd),
AXELSCHE
COURANT.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Duitsche vertaling.
29)
Maar mijn moeder." Van ontroe
ring kon hij niet verder spreken en
snikkend verborg hij het gezicht in de
handen.
„Je hebt toch geen oneenigheid
met je brave moeder, Hansjörg
Jij, die altqd zoo'n volgzame zoon
was
„Dominee, moeder heeft wat op
haar geweten P' begon Hansjörg weer.
.Sedert gisteren weet ik het, en dat
heeft me hier naar toe gedreven 1 Het
moet van mijn hart, anders stik ik
ervan 1 Na den dood van vader,
heeft zij" Hansjörgs stem daalde
tot een fluistering ,het papier
weggedaan, waarin vader mijn stief
broer Hendrik als zijn zoon er
kende I"
„Hansjörg," zij de dominee op
gewonden, „dat zeggen de men-
schenl Geloof jij aan leege geruchten,
waar geen greintje van waar kan
zijn
„Gisterenavond heeft ze het me zelf
bekend, dominee I" antwoorddede jonge
man met een droef knikje.
„Heeft ze het je zelf bekend?" riep
de dominee opspringend. „Dus het
is toch waar, wat je broer Hendrik
alt^d heeft beweerd de boerderij
hoort hem toe en niet jou
Zoo zeker, als er een God in
Üen hemel is, dominee 1"
t<En waarom kom je naar mij toe.
I. „Met groote inge ïomenheid be
groeten wij de plechtige verklaring,
die door de leidende staatslieden
der wereld in naam hunner volken
is afgelegd
dat zij het toevlucht nemen tot
een oorlog om daardoor internatio
nale geschillen te beslechten ver-
oordeelen
dat zij den oorlog als middel van
nationale politiek in hun wederzij I-
sche betrekkingen verwerpen
dat zij overeenkomen de bijleg
ging of oplossing van alle twisten
en conflicten van welken oorsprong
of aard zij ook mogen zijn en welke
tusschen hen mochten ontstaan,
nooit anders dan met vredelievende
middelen te zullen nastreven
(Instemming met het Kellngg-pact.)
II. „Wij gelooven, dat de oorlog,
beschouwd als middel tot oplossing
van internationale geschillen,onver-
eenigbaar is met den geest en de
methode van Christus en daarom
onvereenigbaar met den geest en
de methode van Zijn Kerk." (Oorlog
is tegen den geest van Christus)
III. „Wij zijn overluigd, dat de
tijd komen moet, dat de bes'aande
verdragen in het belang van den
vrede herzien moeten worden. Daar
om handhaven wij, dat alle moeilijk
heden en conflicten tusschen volken,
welke niet langs diplomatieken weg
of door schikking kunnen worden
opgelost, moeten worden bijgelegd
Hansjörg? Wat verlang je, dat ik
doen zal Dacht je, dat ik een be
drog kon goedkeuren, als dat ge
pleegd is
„Ik kom bij u, dominee, alsof ik
bij onzen lieven Heer Zelf kwam I U
moet alles weten I Ik houd van
mijn moeder voor mij heeft ze die
zware schuld op zich genomen ze
verwacht van me, dat ik mijn mond
houd en kalmweg zal behouden, wat
een diefstal aan het kind van^Hen-
drik is. Dat kan ik niet, al was het
mijn doodOnrechtmatig verkregen
goed gedijt niet, zei mijn vader a1-
tijd 1 Nog op zijn doodsbed heeft hij
me laten beloven, me nooit door mijn
lichtzinnigheid tot oneerlijkheid te
laten meeslepenDominee, wat ik
toen mijn vader met een handdruk
beloofd heb, dat moet ik nakomen I
Liever ging ik als een bedelaar het
huis uit, eer dat ik mijn heeie leven
lang tegen mezelf zou moeten zeggen
Je bent een dief!"
Met luide stem, hoog opgericht,
had Hansjörg de laatste woorden
uitgebracht. Er lag een onbuigzame
energie in zijn stem, zoodat men kon
zien, dat het den jongen man heilige
ernst was met de verzekering, dat hij
liever geld en goed zou missen, dan
een onuitwischbare vlek op zijn naam
en op zijn geweten te dulden. Hier
openbaarde zich een zuiverheid van
gevoel, als de dominee nog nooit in
den loop van zijn vele ambtsjaren bij
een van zijn gemeenteleden had ont
moet, Hoe dikwijls had hij te kampen
gehad met het grootste eigenbelang
van de menschen, hoe dikwijls had
dit eigenbelang zich op de meest
lage manier geopenbaard, en hoe
zelden was het den ouden man Ver-
of opgelost door arbitrage, hetzij
door het Wereld-Gerechtshof, hetzij
door een ander door heide partijen
aanvaarde rechtbank. Daarvoor ver
langen wij de onmiddellijke voltooi
ing van een organisatie, die midde
len zal aanwijzen om internationale
geschillen van eiken aard op vrede
lievende wijze te beslechten en
gerechtigheid onder alle volken zal
doen heerschen." (Beslechting van
internat'onale geschillen
IV. „Wij doen een dringend be
roep op de autoriteiten van alle
Christelijke gemeenten ont op onom
wonden wijze te verklaren, dat zij
geen oorlog zullen aanmoedigen of
op eenige wijze steunen indien de
regeering van hun land heeft ge
weigerd loyaal aan te bieden het
geschil aan een scheidsrechterlijke
uitspraak te onderwerpen.' (Oproep
aan de kerken.)
gund geweest, edeler zielen fe leeren
kennen die zijn ideaal dichter bij
kwamen en zich boven het alledaag-
sche peil verhieven. De moeilijkhe
den, waarmee de meeste van zijn
gemeenteleden hadden te kampen om
hun dagelijksch brood en een klein
bezit te verwerven, maakten die laat-
sten des te waardevoller, en ontwik
kelden een eigenbelang, dat wei in
staat was meer edele gevoelens te
verstikken. Al was er onder de kud
de, die aan zijn geestelijke leiding was
toevertrouwd, zelden een slecht schaap
want rechtschapenheid en eenvoud
zijn den Nassauschen boeren aange
boren toch hingen de menschen
met zoo'n taaie vasthoudendheid aan
dat, wat ze eenmaal in handen had
den, dat alleen de uiterste noodzake
lijkheid hen kon dwingen, dat op te
geven.
En hier stond de eenvoudige volks-
zoon en bewees een gezindheid, die
een vorst niet adelijker kon toonen
zonder te overwegen of hij niet door
een handig verdraaien van het recht
datgene zou kunnen behouden, wat
tot nu toe zijn eigendom was of zou
worden en hoe menigeen zou,
daarvan was de predikant overtuigd,
de zaak Zoo uitgelegd hebben, dat
zijn geweten in rust was gebleven
zonder zich een oogenblik te bezin
nen, wilde Hansjörg zonder meer alles
van zich werpen, om Zijn nauwge»
zette rechtsgevoel, dat hij van zijn
vader geerfd had, te bevredigen. Dat
was de lichtzinnige jongen, de deug
niet, de schrik van het dorp, over
wlen3 streken de goede dominee dik
wijls bedenkelijk het hoofd had ge
schud? Een zoo heldhalftige zelfver
loochening had h(j nooit van den
jongen man verwacht.
Een gevoel van hoogachting onder
vond de grijze man voor zijn bezoe
ker, hij trad op hem toe, legde beide
handen op zijn schouder en zei met
warmte
„Braaf, mfjn lieve zoon, braaf 1 Ik
dank je, dat je mij op mijn ouden dag
nog toont, dal ware edelmoedigheid
en waar Cristendom nog onder ons
woont! Doe datgene, waartoe je hart
je drijft, wat de goede God je heeft
ingegeven Maar" hier verflauwde
de geestdrift van den ouden predi
kant „beste Hansjörg, wat wil
je beginnen De zaak voor het ge
recht brengen, dat is toch niet mogelijk,
terwille van je moeder
Hansjörg knikte.
„Je kunt en wilt je moeder niet
daaraan blootstellen, en je hebt ge
lijk! Hm, hm", deed de oude heer
meermalen, terwijl hij met de hand
aan de kin een paar maal op en neer
liep in de kamer. „Een moeilijk ge
val. Wat stapelen de gebeurtenis
sen zich vandaag op I Is het een
toeval of Godsbeschikking wacht,
daar moet ik eens even over denken
Daarmee trok de dominee een stoel
bij het tafeitje, waarop zijn vrouw de
morgensoep had gezet en hij begon
er werktuigelijk in te roeren. Zelfs
het tamme roodborstje, dat voor het
bord zat en al meer dan eens zijn
meester met zacht gepiep aan het
nuttigen van zijn maaltijd had herin
nerd, waarbij steeds een paar stukjes
ei voor het vogeltje afvielen, merkte
hij vandaag niet op, zoo zeer was de
dominee in gedachten verzonken
verontwaardigd fladderde het rood
borstje na nog eens vergeefs ge
piept te hebbenj naar den seheereteen»
Begrootlna Wegenfonds 1930.
Biykens de Memorie van Ant
woord inzake de begrooting van
inkomsten en uitgaven van bet
Wegenfonds 1930 zal naar de
tbans bekende gegevens in 1929
aan de wegen rond 20 millioen
verwerkt zijn. In 1930 zal aan
de wegen (met inbegrip van de
bruggen) ongeveer 18.4 millioen
verwerkt worden.
De Minister deelt o.a. mede,
dat het vraagstuk vaD de ver
binding van Rotterdam met het
Zuiden en het Oosten van ons
land thans by de beide wegen-
commissiön in beschouwing ia
genomen.
Plannen voor overbruggingen,
volgende na die by Keizersveer
en by Zalt-Bommel, zijn in
voorbereiding.
Ook de Minister is van mee
ning, dat maatregelen behooren
te worden genomen om de lint
bebouwing langs de Rijkswegen
tegen te gaan. Welke die maat
regelen zouden moeten zijn, kan
hy nog niet aangeven. Wel kan
hij mededeeleD, dat da allerwe
gen tegen de lintbebouwing ge
rezen bezwaren de beide Ryks-
wegencommi8sies aanleiding heb
ben gegeven om deze aangele
genheid in studie te nemen.
Het ligt in het voornemen
het doorgaande verkeer op de
wegen van het ryksplan wan-
mantel. Eindelijk scheen de grijzen
zieleherder iels in te vallen.
„Je hebt dus nog niets van het zeld
zame bezoek gehoord, waarover ik het
straks had, Hansjörg
„Zoover ik weet niet !"antwoordde de
jonge man.
Er is hier gisteren een man komen
opduiken, die lang geleden is wegge
gaan en voor dood werd gehouden,
zelfs voor de wet, want ik zelf heb
de akte van overlijden opgesteld. Die
man, Hansjörg" de dominee aar
zelde met verder gaantoen hij
echter zag, dat de jongen man er
nog niets van begreep, voegde hij
er aan toe „is een bloedverwant
van jou, een van je naaste bloedver
wanten 1"
„Een van mijn naaste bloedver
wanten, dominee riep Hansjörg
op een toon van grenzeniooze ver
bazing. „Wie kan dat anders zijn
dan och nee, dat is immers
niet mogelijk, dat is al vijf jaar ge
leden I"
„Bij den Almachtige is niets onmo
gelijk, mijn lieve zoon 1" viel de dominee
hem ^in de rede. „De teruggekeerde
„Mijn broer Hendrik, dominee Och
beste dominee, zeg niet neeDan kan
nog alles goed worden 1"
Er lag zoo'n onmiskenbare vreugde
in zijn uitroep, dat de predikant geroerd
op hem toetrad en hem de hand
schudde.
„Ja. Hansjörg, het is je broer Hen
drik Als door een wonder Is hij
bij Waterloo aan den dood ontsnapt,
een rampzalig noodlot heeft hem ge
dwongen vijf jaren in den vreemde te
Mgvtn, zonder bericht te kunnen sturen.