N i e u ws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h - Vlaand er en
Wedergekeerd.
No. 12
DINSDAG 10 DECEMBER 1929.
45e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dincdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Kameroverzicht.
De Tweede Kamer heeft het
wetsontwerp aangenomen, waarbij
de indirecte verplichting tot in
enting weder voor een jaar buiten
werking is gesteld. Het ging bij
allen niet geheel van harte, maar
met het oog op het nog steeds
voorkomen van encephalitis post
vaccinal durfde men aan de
ouders nog geen verplichting op
te leggen.
Onder den indruk van de voor
gekomen gevallen van pokken is
het aantal inentingen dit jaar zeer
groot geweest en daardoor is ook
het aantal gevallen van encepha
litis gestegen. Indien echter het
nut van de vaccinatie tegenover
pokkengevaar nog moest worden
bewezen, dan zou dit bij de be
strijding in de laatste maanden
zeker zijn geschied. Toch staat
de heer Kersten nog steeds op
geheel afwijzend standpunt. Hij
spoort het volk aan zich vooral
niet te onderwerpen. En ook de
groote meerderheid van de anti-
revolutionnairen zou de verplich
ting gaarne geheel afschaffen.
Minister Verschuur staat op een
ander standpunt en zou blijkbaar
gaarne de inentingsplicht weder
herstellen, indien men de ence
phalitis maar geheel meester was.
In dit verband zal de controle op
de entstof worden verscherpt. Ook
gevoelt Z.Exc. blijkbaar vooreen
zachte aandrang bij de ouders om
de kinderen reeds in het eerste
levensjaar, als het gevaar voor
encephalitis gering is, aan inen
ting te onderwerpen. Eene ver
plichting hiertoe durft hij echter
niet in de wet neer te leggen.
Bij de begrooting van Arbeid
is uitvoerig gesproken over het
voornemen van minister Ver
schuur tot het instellen van Be-
drijfsraden. Bedoeling is te ko
men tot een aigemeene regeling
voor samenwerking in de be
drijven. In de eerste plaats is
hiervoor noodig eene regeling
betreffende de bindendverklaring
van de collectieve arbeidSover-
eenkomsten. Minister Verschuur
bleek hiervan niet afkeerig en
heeff eene regeling in voorbe
reiding. Wij hopen dat zoodanige
regeling, voor de invoering waar
van velen nog steeds zeer angstig
zijn, zal kunnen bijdragen tot
eene betere verhouding tusschen
werkgever en werknemers. Ging
Z.Exc. met deze toezegging zeer
ver in de richting van hervorming,
de heer Van der Weerden slaagde
er niet in hem eene gunstige ver
klaring te ontlokken met betrek
king tot de medezeggenschap van
de arbeiders in de ondernemingen.
Van zoodanige regeling, welke
voor de sociaal-democraten een
eerste stap moet zijn tot de so
cialisatie van de bedrijven, wil
mr. Verschuur niets weten.
Een ander belangrijk punt van
debat vormde als steeds de toe
passing van de Arbeidswet. Van
de 20.000 overwerkvergunningen,
die waren verleend, hebben eenige
aanleiding gegeven tot critiek.
Minister Verschuur verklaarde
niets liever te willen, dan de
regeling zeer streng door te voe
ren, meent dat de toestand in het
bedrijf dit niet altijd toelaat. Van
socialistische zijde werd betoogd,
dat men door het laten overwer
ken van personeel de werkloos
heid in de hand werkt. Daar
tegenover werd aangevoerd dat
er gevallen zijn, waarin het be
drijf zich zonder zoodanige ver
gunning niet kan staande houden.
Ook anderen dan arbeiders in
den gewonen zin van het woord
zullen door eene regeling van de
dienst- en rusttijden beschermd
worden. De regeling voor het
kantoorpersoneel zal 1 Maart a.s.
in werking treden, daarna volgen
de apothekersbedienden en het
personeel van hotels, café's enz.
Voor de landarbeiders is men
voorzichtig, omdat de omstandig
heden hier zeer bijzonder zijn.
De Minister wil voorloopig alleen
vrouwen en jeugdige personen
beschermen, doch verschillende
stemmen in de Kamer gingen op
voor bescherming ook voor man
nen.
De Minister acht voor de man-
nen in den landbouw vooraf een
diepgaand onderzoek noodig en
meent, dat de vrouwen en jeug
dige personen, voor wie eene
regeling aanstonds kan worden
getroffen, op den uitslag van dat
onderzoek niet behoeven te
wachten.
Bij de afdeeling Arbeidsver-
zekering speelt de vraagvoor
of tegen Staatspensioen steeds
een belangrijke rol. Merkwaar
digerwijze loopt op dit gebied
eene scheidslijn, welke geheel
samenvalt met die tusschen links
en rechts Mr. Marchant mocht
den Minister waarschuwen, dat
hij er zonder Staatspensioen toch
niet komt, de heer Sannes, die
over de indiening van een motie
had gedacht, liet deze achter
wege, aangezien hij gevoelde,
dat zij toch door de rechterzijde
zou worden verworpen, indien het
woord Staatspensioen er slechts
in zou voorkomen.
De heer Smeenk heeft gepleit
voor de instelling van een Rijks
kinderfonds. Hij had uitgerekend,
dat, indien op alle loonen 1 pCt.
zou werden gekort, men aan alle
arbeiders f 1 per kind extra-loon
zou kunnen geven. Het beginsel
is den Roomsch-Katholieken mi
nister Verschuur natuurlijk niet
onsympathiek. Maar mevrouw
Bakker—Nort vroeg niet zonder
reden naar den rechtsgrond van
zoodanigen maatregel. Men komt
door dergelijke kortingen steeds
verder in de richting van loon
naar behoefte in plaats van naar
verdienste en de laatste maatstaf
is toch de eenige, welke op den
duur bevrediging zal kunnen
geven. Maar gelukkig staat dit
onderwerp voorloopig nog niet
op het werkprogram van den
Minister.
Wel is dat het geval met eene
wettelijke regeling van de werk
loosheidsverzekering. De oud-
Minister Slotemaker de Bruine
besprak dit punt en meende, dat
men moest trachten de zaak te
regelen zonder bijdragen te vra
gen van de werkgevers. Maar
Mr. Verschuur achtte deze op
lossing onmogelijk en noemde
het denkbeeld hazepeper zonder
haas.
Op sociaal gebied zal Z.E. dus
waarschijnlijk een groote werk
zaamheid ontwikkelen. Het blijft
dus de vraag, of dit ook het
geval zal zijn op economisch
terrein. Hij gevoelt er blijkbaar
veel voor zich voor dit doel de
hulp te verzekeren van een direc
teur-generaal, aan wien de eco
nomische zaken dus in de eerste
plaats zouden worden overge
laten. Maar op één punt heeft
mr. Verschuur zijn standpunt
reeds thans aangegeven, nl. op
dat van bescherming van onze
nijverheid. Hij overweegt nl. het
invoeren van een onderhande
lingstarief. Toen hij zijne denk
beelden hierover nader wilde
uiteenzetten, wees de voorzitter
hem er op, dat dit onderwerp
reeds bij de aigemeene beschou
wingen was behandeld.
In de avondvergadering van
Dinsdag werd behandeld het
wetsontwerp om mogelijk te ma
ken, dat de belastingen voortaan
zullen worden betaald op de
postkantoren. Daarmede zou ge
paard moeten gaan de opheffing
van een groot aantal belasting
kantoren op het platteland en
deze opheffing ontmoette vrij
krachtig verzet. Minister de Geer
verweet zijn bestrijders conser
vatisme in dien zin, dat zij on
voorwaardelijk aan het bestaande
wilden vast houden. Hij meent,
dat de kleine man eene gemak
kelijke en ruime gelegenheid zou
krijgen om zijn belasting te be
talen. En wat den plattelander
betreft, deze zou er naar 's Mi
nisters oordeel zeer sterk bij
vooruitgaan, aangezien hij, bij
invoering van de voorgestelde
regeling, tegelijk met het koopen
van een paar postzegels op het
zelfde kantoor zijn belasting zou
kunnen betalen.
Maar het is den Minister niet
gelukt zijn tegenstanders te over
tuigen. Om verwerping van zijn
voorstel te ontgaan, gaf hij zelf
de oppositie in overweging een
amendement in te dienen, waarbij
hij het aangevraagde crediet van
91 tot 45 duizend guldens werd
teruggebracht. De maatregel zou
dan alleen voor de steden, niet
voor het platteland worden inge
voerd. De heer Bakker hapte
onmiddellijk toe en zijn amen
dement werd met 51 tegen 29
stemmen aangenomen, waarna
het wetsvoorstel met 74 tegen
6 stemmen hetzelfde lol onder
ging.
Bij de begrooting van Finan
ciën trok de positie van de
oud-gepensionneerden, die nog
steeds niet voldoende is gere
geld, weder de aandacht. De
noodzakelijkheid van verbete
ring wordt algemeen gevoeld,
maar de groote meerderheid der
rechterzijde stelde voldoende ver
trouwen in minister De Geer
om tegen de moties-K. ter Laan
te stemmen, zoodat zij werd ver
worpen.
Onderscheiding voor de
Koningin.
De president van Tsjecho Slo-
wakije heeft aan Koningin Wil-
helmina het grootkruis van de
orde van den Witten Leeuw ver
leend, met den keten voor burger
lijke verdiensten.
Geschenk aan de Koningin-
Moeder.
Namens Raden Ajoe Sangka-
ningrat, de echtgenoote van den
regent van Bandoeng, heeft me
vrouw De Leeuw-Snoek aan de
Koningin-Moeder overhandigd een
geschenk van Raden Ajoe en
talrijke inheemsche vrouwen uit
verschillende standen te Ban
doeng. Dit geschenk bestaat uit
een prachtig gedreven zilveren
doos van Soendaneesch maaksel,
waarin zich bevinden twee gou
den doosjes, welke den vorm en
de grootte van een mangistan
hebben.
Snelverkeer.
In Westelijk Noord-Brabant is
een voorloopig comité gevormd,
dat actie zal voeren voor een di-
recten autoweg van Rotterdam
over Willemstad en Roosendaal
naar Antwerpen, in aansluiting
met het plan tot den aanleg van
speciale auto-snelwegen.
(Wordt vervolgd),
AXELSCHE
COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Duitsche vertaling.
26)
XII.
De vrede en het geluk, die tot nu
toe als vriendelijke engelen het huis
van Koenraad Werner en de zijnen
doorzweefd hadder, waren sedert
hedenmiddag uit het wingerd-omrank
te huis verdwenen en hadden plaats
gemaakt voor een ontzettende opwin
ding. Die had zich van de geheele
familie meester gemaakt, geen van
hen was in staat het vreeselijke te
Omvatten, dat een doodgewaande na
vijf jaren plotseling weer opdook en
zijn rechten op de vrouw, waarmee
hij eens voor het altaar des Heeren
in den echt verbonden was, weer deed
gelden.
Met losse haren en de gebaren van
een waanzinnige was Anne Margreet
naar huis gekomen, had zich aan de
borst van haar man geworpen en
In zlnneloozen angst steeds maar ge
smeekt
„Koenraad bescherm me tegen het
spook, het kan toch alleen maar een
spook geweest zijn."
Eerst langzamerhand werd ze rusti
ger en vertelde in afgebroken woor
den, wat ze een uur geleden in de
gelagkamer van den „Grauwen Kop"
iezien had. Een man, als heer ge'
kleed, met een groot lidteeken op het
voorhoofd, maar die overigens op
haar gestorven eersten man leek als
twee droppels water, was binnenge
komen en had haar aangesproken als
zijn vrouw. Van schrik was ze flauw
gevallen en had toer. ze weer bij
kwam, gezien, hoe de geest van
Hendrik Schilling, want die alleen kon
het geweest zijn, zich weer verwij
derd had.
Moeder, Chr stien en Koenraad put
ten zich uit in zoigen voor de op
gewonden vrouw, daar ze niets an
ders konden aannemen, dan dat een
zware ziekte bij Anne Margreet in
aantocht was, die zich in een zins
verbijstering, te voorschijn geroepen
door de noodlottige gelijkenis van
den gast met den gestorven Hendrik
Schilling, aankondigde. Maar toen
Liesje verscheen en het sieraad liet
zier, dat de vreemdeling haar had
gegeven en daarbij vertelde, dat de
man haar zijn lieve kind had ge
noemd en gezegd, dat hij haar vader
was, toen konden zij geen oplossing
voor het onbegrijpelijke raadsel vin
den. In vreeselijke opwinding liep
Koenraad naar de herberg, waar de
waard en zijn vrouw ondertusschen
weer thuis gekomen waren, en In
formeerde naar den vreemdeling. Noch
de waard, noch een van de aanwezi
ge gasten hadden een man, zooals
Koenraad hem beschreef, gezien ook
in het dorp, dat hij in alle richtingen
doorkruiste, Wist niemand iets van
den geheimzinnigen vreemde. Alleen
een oud moedertje vertelde, dat ze
kort voor het einde van den kerk
dienst een man in een langen jas
had gezien, die met vlugge schreden
naar het bosch uit de richting van
den „Grauwen Kop" was geloopen.
Gekend had ze den vreemde niet t hij
had haar in gang en houding levendig
aan den lang gestorven ouden Schil
ling van de Rodeberger-hoeve herin
nerd.
Koenraad kwam weer in huis terug
en vond de zijnen rustiger geworden.
Anna Margreet vooral had met haar
sterken geest de stormen in haar bin
nenste tot bedaren gebracht en zag,
dat wat kon volgen, met de kalmte
van een goed geweten tegemoet.
Als het ongeloofelijke werkelijk waar
heid was, als haar eerste man nog
leefde, had het noodlot het in de
wonderlijkste samenloop van omstan
digheden zoo gewild, dat zij en de
geheele wereld moesten gelooven,
dat de teruggekeerde al lang dood en
begraven was, en hadden noch zij
noch haar tegenwoordige man zich
iets te verwijten. Als menschen had
den zij hun leven naar menschelijk
oordeel ingericht, hadden zij het ver
bond van hun harten eerst gesloten,
nadat er jaren sedert den vermeenden
dood van Hendrik waren voorbijge
gaan streng en ingetogen in alle
eer en deugd, naar oude voorschrif
ten en oud gebruik. Voor God en de
menschen behoorden zij elkaar toe met
het volste recht i geen aardsche macht
kon hen scheiden.
Maar was het recht van den dood
gewaande vervallen Kon hem dat
gene, wat eveneens voor God en de
geheele wereld zijn eigen was, wor
den onthouden, als zijn lange ver
dwijning het gevolg van onheil en
ongeluk was, waaraan hij zelf geen
schuld had? Mocht ze hem, die op
haar trouw tot in den dood gebouwd
had en nu met de oude liefde tot
haar terugkeerde, meedoogenloos ver-
stooten en lich op het recht beroe
pen. d«t de wet haar gaf? Mocht
de onmenschelijke wreedheid begaan
om den hongerende steenen te geven
in plaats van brood Maar mocht
zij ook maar in gedachten den plicht
der trouw verzaken die ze haar te-
genwoordigen geliefden man voor het
altaar had gezworen Zou deze twee
spalt ooit een oplossing vinden, die
haar en de haren de rust en den vrede
des harten teruggaf
Zij wist geen oplossing. In zwijgend
gebed vouwde zij de handen en
smeekte in stilte tot God, dat Hij
haar uit deze verwarring mocht be
vrijden, smeekte den Almachtige,
dat Hij mocht schikken, dat dit
alles slechts een droom was, die
haar als een brandend weefsel om
ving.
Nadat Koenraad teruggekeerd was,
liet hij zich alles, wat bij het raad
selachtige bezoek was voorgevallen,
nogmaals nauwkeurig vertellen, maar
hij kon uit de heele zaak niets wijs
worden. Was de vreemdeling werke
lijk de doodgewaande Hendrik Schil
ling waarom had hij zich dan uit
het dorp verwijderd Was hij mis
schien een deugniet geweest, wien
zijn gelijkenis met den gestorven man
bekend was en de booze grap had
uitgehaald, om de arme vrouw aan
het schrikken te maken Dat klopte
niet met het geschenk, dat hij de
kleine Liesje gegeven had, het sie
raad, dat bovendien van tamelijk
f roote waarde was. Koenraad bekeek
uist het cadeau waarvan het diaman
ten kruisje in het lamplicht honderd
kleurige reflexen uitstraalde, onder
zoekend van alle kanten, of hij er
niet een of ander teeken of een Inge»
sneden naam aan kon ontdekken, toen
van de straat een sware mannenstap
klonk en de hond woedend aansloeg',
toen er met de ijzeren klopper luid op
de poort werd geklopt.
Terwijl Koenraad met de woorden:
„Wie kan dat nog zijn opstond en
naar de deur liep, keken de beide
▼rouwen elkaar angstig aan, als ver
moeden ze, dat deze late bezoeker met
het onderwerp van hun gesprek samen
hing.
Koenraad kalmeerde buiten met een
krachtigen roep de hond en vroeg toen,
bij de poort, wie binnen wenschte te
komen.
„Schrik niet, Koenraad I" hoorde h^
een stem antwoorden, waarvan de
klank hem een rilling over den
rug zond. „Iemand, dien je al
voor dood houdt, komt je vragen,
of je hem voor dezen nacht wilt op
nemen."
Met bevende handen had Koenraad
de poort geopend en stond nu tegen
over den nachtelijken bezoeker. Bij
den schijn van de kleine handlan
taarn herkende hij hem onmiddellijk.
Het was Hendrik Schilling, die daar
voor hem stond, niemand anders
dezelfde oneindig treurige uitdrukking
lag in zijn oogen, als toen in den nacht
voor den slag bij Waterloo. Hoe was dat
mogelijk Gaven de graven hun dooden
terug
Toen hij den doodelijken schrik
gewaar werd, dien zijn aanblik
op Koenraad uitoefende knikte de
bezoeker langzaam met het hoofd en
zei
„Ik ben het werkelijk, Koenraad, ea
ik kom naar Jou, naar mijn besten
vriend, om mijfi hart uit te storten i