Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh-Vlaanderen
Wedergekeerd.
No. 66.
DINSDAG 19 NOVEMBER 1929.
45e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Qroote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zitting van 5 Nov. 1929.
Aanwezig de heeren A. E. C.
Kruijsse, M. W. Koster, C. Th.
van de Bilt, H Wolfert, Ch. H.
Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Die-
leman, J. de Feijter, P. de
Feijter en J M. Oggel.
Afwezig dhr. Ph. J. van Dix-
hoorn.
Voorzitter de heer F. Blok,
burgemeester.
(Slot.)
9b. Begrooting Gasbedrijf.
Deze begrooting bevat de vol
gende posten
Baten.
Opbrengst gaslevering
f72719.
Straatverlichting 3850.
Cokes 10750.
Teer 2025.
Afval 100.
Meterhuur 5295.
Winst op verkoop en
werkzaamheden 1000.
Diversen 802.
Verhaal op pensioens
bijdrage 855.
Renten 500.
Totaal
f 97896.
Uitgaven.
Grondstoffen f 28350.
Jaarwedden 5750.
Loonen 16000.—
Onderhoud 4400.
Gereedschappen 1000-—
Belastingen, enz 650.
Kantoorbehoeften 150.—
Drukwerk 200.
Diverse onkosten 500.
Bijdrage pensioenen 2417,38.
Inkoop pensioen 12,46.
Rente van kapitaal
schuld aan de gemeente ,19687,50.
Afschrijving ,16598,40.
Onvoorzien 880,44.
Totaal f97896,18-
Kapitaaldienst
Afschrijving 116598".
Aflos 15350.
Uitbreiding 30200.
Deze dienst sluit met een na-
deelig saldo van f28951.
De opbrengst van gaslevering
Duitsche vertaling.
21)
Men had hem voor een Engelschen
soldaat gehouden, daar hij midden
onder een hoop gesneuvelde Britten
lag en zijn uniform ontbrak; blijk
baar hadden plunderende zwervers
bij het zoeken naar geldswaarde hem
die uitgetrokken. Ook in het hospi
taal was Hendrik niet bij bewustzijn
gekomen, hij werd met andere En-
gelsche gewonden over Brussel naar
Antwerpen op een Engelsch hospi
taalschip getransporteerd, waar hij
zich nu nog bevond. Uit de woor
den, die hij in zijn ijlen had uitge-
stooten, had de Sakser gehoord, dat hij
een Duitscher was, en dit was aanlei
ding geweest, dat hij den armen man
met bijzondere zorgzaamheid verpleegd
had.
„Maar nu, mijn brave", eindigde
de verpleger zijn verhaal, „nu gaan
we naar Portsmouth, als je weet,
waar dat ligt I Daar zul je eens
wat zien, daar wordt je weer zoo
gezond als een vischje In het water I"
En hij was te Porsmouth in het
hospitaal gekomen. Ook was hij
Weer beter geworden, hoewel oneindig
tengza&m, zoodat bijna drie maanden
verliepen, eer hij het bed mocht ver»
latèn. Als een schaduw van zijn
vroegere zelf, sloop hij doordegroote
Zalen, door den al herfstigen tuin
van het ziekenhuis en verbeidde in
koortsachtig verlangen het uur, waar
in Axel bedraagt f 42.699 en in
Terneuzen f30 020, wat dhr.
Koster aanleiding gaf om te vra
gen, of de ontvangsten voor
Terneuzen niet te hoog geraamd
waren, tenzij men kans heeft op
uitbreiding.
De Voorz. antwoordt, dat de
bedragen vrijwel berekend zijn
naar de werkelijke inkomsten.
Het gaat daar wel naar wensch.
Dhr. van de Bilt gelooft, dat
de inkomsten geflatteerd zijn. Hij
denkt, dat de gasfabriek voor
Axel zachtjesaan een strop wordt.
Hij bedoelt daarmee geen enkel
persoonlijk verwijt, maar z.i. zal
de tijd het leeren en zullen we
nog eenmaal genoodzaakt zijn
om de fabriek aan particulieren
te verkoopen. Een gemeentelijk
bedrijf toch werkt veel duurder
dan een particuliere zaak.
De Voorz. is het met deze
sombere voorstelling niet eens
Dhr. van de Bilt zou toch
willen waarschuwen, dat B. en
W. voorzichtig moeten zijn met
het aansluiten van ver afgelegen
plaatsen, want dan zullen we
duur gas krijgen. De electriciteit
wordt hier een zeer sterke con
current, want gemak en goed
koop is ieder dienstig en dus is
het noodig, dat er goed uitge
keken wordt.
Dhr. Dieleman vindt, dat de
redeneering van dhr. van de
Bilt kant noch wal raakt. Hij
wil beweren, dat de buitenwij
ken niet rendeeren, maar de re
sultaten zijn integendeel gunstig.
De wijken Schapenbout en Sas
sing rendeeren nu al en straks
rendeert ook Terneuzen. Het is
wel jammer, zegt spr., dat dhr.
van de Bilt de cijfers niet goed
gezien heeft, maar alles wordt
goed bijgehouden en sekuur ge
boekt. Dhr. van de Bilt zou wel
kunnen zeggen, dat er straks
tekorten zijn, maar dan moet hij
dat ook kunnen bewijzen. Ja, als
nu de Raad zelf voorstelt om
zooveel mogelijk electrisch licht
aan te leggen en het gas te
drukken, dan zal het wel den
verkeerden weg uitgaan.
De Voorz. komt er tegen op,
op hij weer per schip naar Duitsch-
land zou worden vervoerd. Door zijn
verwonding aan den rechterschouder
was hij niet in staat te schrijven en
de zijnen tijding te sturen, dat hij
nog leefde, en door een ander den
brief te laten schrijven, ging niet,
daar hij geen woord van de Engel-
sche taal verstond en zijn beschermer,
de Sakser op het hospitaalschip was
gebleven. Toen hij eindelijk volkomen
genezen was, verhinderden zware
herfststormen het uitloopen der sche
pen, zoodat weer bijna twee maanden
verliepen, zonder dat zijn brandend
verlangen naar het vaderland, naar
vrouw en kind bevredigd werd. Ein
delijk zou het uur der bevrijding voor
hem slaan. Op een van de volgende
dagen stak het Britsche korvet
„Thetis" in zee naar het vasteland,
en met deze gelegenheid zou
Hendrik naar Duitschland vervoerd
worden.
De arme man hoopte en verheugde
zich vergeefs Eenige dagen voor de
afreis, toen Hendrik in koortsachtige
spanning naar de haven was gegaan,
om het statig oorlogsschip te bewon
deren, dat hem naar zijn fgeliefde
vaderland zou brengen, werd hij op
den terugweg door wervers met ge
weld tot den zeedienst gedwongen en
ondanks zijn vertwijfelden tegenstand
op een fregat gebracht, dat nog
denzelfden avond naar Oost-Indië
voer. Bij het groote gebrek aan ma
trozen maakten de kapiteins uit dien
tijd bij de huring van hun manschap*
Jien korte metteh, iederen krachtlgen
ongen man in de havensteden dreig*
de het gevaar, met geweld op een
schip te worden gebracht, waar meh
het meesterlijk verstond^ door honger
dat B. en W. de gasfabriek zou
den willen drukken.
Dhr. Dieleman De Raad heeft
dat toch zooeven uitgesproken,
door te besluiten om electrisch
licht aan te leggen, terwijl we
het gaslicht aan ons zelf hebben
Maar ik zou willen, dat dhr.
van de Bilt eens met bewijzen
staafde, dat we verlies hebben
op de gasfabriek. Hij kan wel
zeggen, dat er duizenden tekort
zijn, maar toont het dan aan.
Hij spreekt toch niet voor de tri
bune
Dhr. van de Bilt zegt, dat hij
niet gesproken heeft tegenover
den directeur of tegen andere
personen, en protesteert ertegen,
dat men zegt dat hij voor de
tribune zou spreken. Wat ik
zeg, zegt spr., behoeft niet op
geschreven te worden of geno
tuleerd, want daar trek ik mezelf
niets van aan. Er zijn hier wel
anderen die maar al teveel voor
de politieke tribune spreken.
Dhr. Dieleman ontkent, dat hij
dat gezegd heefthij heeft het
gevraagd, om er daardoor op te
wijzen, dat men moet bewijzen,
wat men beweert.
De Voorz. zegt, dat dhr. van
de Bilt zijn persoonlijke meening
naar voren heeft gebracht en daar
heeft iedereen het recht toe.
Dhr. P. de Feijter zegt toch
ook de meening van dhr. van de
Bilt niet te kunnen deelen. Spr.
heeft de rekeningen gezien en
alles klopt als een bus. Met één
ding is hij het eens, nl. dat uit
breiding gevaarlijk is, omdat de
menschen weinig gebruik maken
van het gas.
Bij de post jaarwedden stellen
B en W. voor om naar aanlei
ding van het advies van de gas-
commissie de jaarwedde van den
boekhouder te herzien en te
bepalen op f2000, met 4 één-
jaarlijksche verhoogingen van f75.
Dhr. Claessens zou er ook voor
zijn dit salaris te verhoogen,
omdat dit reeds vroeger in uit
zicht was gesteld en er zelfs nog
sprake is geweest om ,er een
klerkje bij te nemen, wat niet
en de karwats alle opstandigheid te
breken. Ook Hendrik ging te keer
en raasde als een waanzinnige, voor
hij zich in zijn lot schikte; met op
elkaar geklemde tanden verdroeg hij
de ruwste mishandelingen, zonder
zich te leenen voor het hem opge
dragen werk, zoodat men hem in
boeien legde en met ophangen aan de
ra bedreigde, als hij zijn weerstand niet
opgaf.
Tenslotte schikte hij zich in het
onherroepelijke en was er alleen nog
maar op bedacht, de een of andere
gelegenheid te vinden, om aan deze
slavernij te ontsnappen. IJdele hoop I
De kapitein kende zijn menschen en
verijdelde iedere poging van de ge
dwongen matrozen, om in een van de
havens, die werden aangedaan, weg
te loopen, eenvoudig door de arme
menschen gedurende het oponthoud
in boeien te leggen en in het
onderste scheepsruim te laten werpen,
waar niet aan ontsnappen te denken
viel.
Jarenlang kruiste het fregat In alle
zeeën der wereld. Hendrik was in
den loop van den tijd op en top een
zeeman geworden, en hü deed alle
mogelijke moeite, om door flinkheid
en dienslijver den argwaan van zijn
meerderen in slaap te sussen, want
dan alleen overwoog hij zou
hem mettertijd meerdere vrijheid wor*
den gelaten en gelegenheid gegeven
om te ontvluchten. Maar nog lang
zou zijn geduld op de proef gesteld
worden. Eerst vier jaren na zijn
aanmonstering, toen het fregat voor
noodzakelijke reparaties aan deOostkust
van Amerika» in de haven van Philadel*
phia moest ankeren, was het geluk met
Hem»
gebeurd is, maar het werk is toch
toegenomen.
Dhr. P. de Feijter is ook wel
voor verhooging, maar voor f 100
minder, dan wordt voorgesteld.
Dhr. van de Bilt had ver
wacht dat nu van Duin niet
verhoogd is, B. en W. met
een voorstel zouden zijn ge
komen, om niet te verhoogen.
Dhr. Oggel zegt, dat men ook
zou kun ten voorstellen om nu
beide salarissen gelijk te stel
len, tot een maximum van f 2200.
Dhr. Classens ziet niet in, dat
die betrekkingen met elkaar ver
geleken moeten worden.
De Voorz. zegt dat die be
trekkingen niet vergeleken wor
den, maar B. en W. staan op
het standpunt, dat het salaris
van den len ambt. ter secr.
niet minder mag zijn, dan dat
van den boekhouder der gasfa
briek.
Dhr. Oggel denkt, dat dhr.
Claessens dat standpunt mis
schien begrijpen zal, als hij
let op de voorstudie, die voor
beide betrekkingen vereischt
wordt.
Het voorstel van dhr. P. de
Feijter wordt nu overgenomen
door B. en W. en aangenomen
met 8 tegen 2 stemmen.
Tegen de h. h. van de Bilt en
Koster.
Dhr. 't Gilde is intusschen
weer binnengekomen.
Dhr. Claessens vraagt nog aan
den Voorz., of de kwestie Staal
nu voldoende geregeld is, waar
op de Voorz. antwoordt, dat die
zaak in de eerstvolgende verga
dering van de gascommissie be
sproken zal worden.
De begrooting wordt hierna
z.h.s. aangenomen.
9c. Begrooting Grondbedrijf.
Deze begrooting bevat de vol
gende posten
Baten
Winst op verkochte
gronden f 1200,—
Opbrengst tuingrond 350,
Rente van kasgeld 100,
Nadere verrekeningen, 50,—
De kapitein was met den eersten
officier aan land gegaan. De tweede
officier, die het met de bewaking
van de manschappen niet zoo nauw
nam, zat in zijn kajuit, waar hij zijn
ergernis over zijn gedwongen thuis
blijven in brandewijn verdronk de
nacht was stikdonker achter aan
het schip lag de kleine jol gun
stiger kon de gelegenheid nooit meer
worden. Lenig als 'n kat liet Hen
drik zich langs een touw in de jol
glijden, greep de riemen en roeide
het kleine vaartuig geruischloos van
het schip weg. Alles ging naar
wensch. Om een goed eind uit de
buurt van het fregat te zijn, als men
zijn vlucht ontdekte en om den
speurders niet in handen te vallen, roei
de hij een groot eind de Delawarerivier
op en betrad eerst na een paar uur het
land.
Het was voor het eerst sedert vier
jaren, dat hij weer vasten grond on
der de voeten voelde. Maar wat nu
te beginnen Zonder eenig geld
stond hij in een wildvreemd land,
door den oceaan van zijn vaderland
gescheiden. Hij richtte zijn schreden
stroomopwaarts en bereikte na een
marsch van zeven uren Philadelphia,
toentertijd nog een onbeduidende stad,
waar hij zich voorloopig veilig voor
vervolgers waande. Ook was het
geluk hem in zoo verre gunstig, dat
hij reeds den eersten dag een be
trekking als knecht bij een boer
vond. Door zijn vlijt en zijn nuchter*
held verwierf hij de volle tevreden
heid van zijn baas, een Duitsch'Ame»
rikaan, zoodat eich een vriendschap*
pelijke verhouding tusschen meester
en knecht ontwikkelde» Zoo kwam
het, dat Hendrik op een avond!
Lasten
Bureaukosten f 50,—
Uit de huur nemen 25,
Belasting 30,—
Verrekeningen 50,—
Renten 385,—
Controle administratie, 50,—
Winstsaldo 1109,—
Kapitaaldienst.
Inkomsten
Reserve f 18471,75
Opbrengst uit ver
vreemding 800,—
Uitkeering van
reserve 1109,58
Uitgaven
Nadeelig slot vorige
jaren f 13234,38
Aflos 1500,—
Over te brengen
reserve 19581,33
Deze begrooting wordt zonder
op- of aanmerking met alg. st.
goedgekeurd.
9d. Begrooting Vleeschken-
ringsdienst.
Deze begrooting bevat de vol
gende posten
Baten
Opbrengst keurloonen f 4680
Bijdrage pensioen 236
Lasten
Uitgaven 1929 f 100
Jaarwedden 3608
Drukwerk, enz. 150
Telefoon 75
Porto's 25
Oorringen 75
Instrumenten 50
Laboratorium 125
Bijdrage pensioen 558
Contröle op de adm. 50
Totaal f 4916
Bij de behandeling van deze
begrooting komt het verzoek van
den heer D. J. Dees (2en Keu
ringsveearts van dien dienst)
in bespreking Adressant vraagt
een gelijke behandeling voor ver
goeding van telefoon en telefo
nische gesprekken, alsmede voor
het onderhoud van het Labora
torium, zooals deze ook door den
Keuringsveearts, Hoofd van Dienst
wordt genoten.
zijn baas zijn lotgevallen toevertrouw
de en daarbij ook den naam van
Christiaan Euler noemde, die naar
Nieuw-Dresden in den Staat Ohio
was getrokken. Bij het noemen van
dezen naam keek de farmer verwon
derd op en vroeg, of hij zich niet
vergiste in de woonplaats van den
man. Hij kende namelijk een boer
Christiaan Euler, een al ouden man,
die echter in het stadje Nieuw-Leipzlg
hier in den staat Pennsylvanië, niet
ver van Philadelphia woonde. Hfl
had wel eens zaken met den ouden
Euler gedaan en meende, dat hij uit
Nassau geboortig was. In ieder geval
raadde hij Hendrikaan, eens naar Nieuw-
Leipzig te rijden en den man op te
zoeken.
Hendrik volgde dien raad en vond
werkelijk, wien hij zocht. Christiaan
Euler, een man van al ver in de
zeventig, ontving den zoon van zijn
jeugdvriend, die het evenbeeld van
zijn vader was, met open armen en
luisterde vol deelneming naar zijn
lotgevallen. De brief van Hendrik,
dien hij vijf jaar geleden naar Nieuw-
Dresden had gezonden, had hij
beg.ijpelijkerwijs niet ontvangen, zoo»
als hij trouwens uit het vader
land, waar al zijn naaste familie ge
storven was, jarenlang niets had ver*
nomen,
Hij was Inderdaad tolndertijd ge'
tuige geweest bij het opstellen van
het testament, en verklaarde zich
onmiddellijk bereid, er een eed op
te doen, dat Hendrik door zijn vader
als er'gerechtigde oudste toon in zijit
testament was erkend.
(Wordt vervolgd).
AXELSCHE
COURANT