Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li - VI aan deren. No. 51 VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1929. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. Wedergekeerd. Dit biad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Oulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENT1ÉN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Eerste .Blad. Zitting van 24 Sept. 1929. Aanwezig alle leden. Voor zitter de heer F. Blok, burge meester secretaris de heer J. L. J. Maris. Om 2 uur opent de Voorz. de openbare vergadering met het gebedsformulier en stelt aan de orde de agenda. 1. Notulen. De notulpn der vorige verga dering worden onveranderd goed gekeurd. 2. Ingekomen stukken. a. Schrijven van Ged. Staten houdende goedkeuring van ge nomen raadsbesluiten. b. Mededeeling van Ged. St., dat zij besluiten den aanslag van C. den Hamer Jr., wonende te Axel, Weststraat, in de plaatse lijke inkomstenbelasting der ge meente Stoppeldijk (Forensenbe lasting) te vernietigen op grond van ingekomen berichten, naar aanleiding van het bezwaarschrift van Den Hamer vnd. c. Verslag 1928 van den Keu ringsdienst van Waren. d. Verzoek van L. M. de Groote, gemeentewerkman, om verhooging van loon. B. en W. stellen voor om dit verzoek als ongezegeld ter zijde te leggen. De Voorz. zegt, dat B. en W. bij het opmaken der begrooting reeds aan dit verzoek hadden voldaan. Dhr. 't Gilde zegt getroffen te zijn door de woordenkeus van B. en W., om den Raad niets en alles te zeggen. Het afwimpelen van dit verzoek geschiedt opeen wijze, die weinig serieus aandoet. Zou het verzoek, indien er bij de begrooting geen rekening mee was gehouden, wèl in behande ling zijn genomen en niet ter zijde gelegd zijn Het wordt tijd, zegt sprdat het gesol met de belangen van het lagere ge- meentepersoneel op die wijze eens uit is. Reeds bij twee Nu klonken in de achterkamer Khreden, en de jonge waardin kwam achtereenvolgende begrootingen heeft spr. met dhr. Dieleman gepleit om het salaris van De Groote te brengen op hetzelfde niveau van zijn collega's. De Raad zal nu eindelijk eens de billijkheid moeten betrachten, want het is geen gunst, die hier wordt gevraagd, maar een recht. Spr. betwijfelt het of B. en W. plan hadden om dat loon te ver- hoogen, toen de begrooting werd samengesteld. De Voorz.Heeft U daar gronden voor, mijnheer 't Gilde Dhr. 't GildeZeker, op den datum van het schrijven was de begrooting nog niet ontworpen. De Voorz.: Dat is onjuist. Dhr. Dieleman vraagt, waarom nu B. en W. voor verhooging zijn en vroeger niet. De Voorz. zou dat liever bij de begrooting bespreken. Dhr. Oggel heeft geen bezwaar, dat nu mede te deelen, dan is de meening van dhr. 't Gilde ook weerlegd. Dat we nu voor verhooging zijn, komt uit over weging, dat de loonen nu weer in stijgende lijn gaan en vroeger gingen die in dalende richting. Dhr. 't Gilde blijft twijfelen, omdat de brief reeds van Juli dateert. De heeren Kruysse en Oggel 19 Augustus De Voorz.Daar behoeft men toch niet aan te twijfelen, als B. en W. dat hier verklaren. Dhr. Van Dixhoorn herinnert zich dat er destijds bij de be handeling van dit onderwerp is gezegd, dat het loon naar om standigheden geregeld zal worden. Dhr. Kruysse zegt, dat als men deze kwestie wil nagaan, hij wel zeggen kan, dat hij er altijd voor geweest is om het loon met de anderen gelijk te stellen De Voorz. zegt, dat het des tijds is vastgesteld, maar de Raad heeft het verworpen. StemmenNeen, neen. Dhr. Dieleman herinnert zich de zaak vroeger besproken te hebben, maar toen zei men de man is er mee tevreden. Dhr. OggelJuist, hij wilde het toen wel voor f 15 per week doen. Dhr. van de Bilt: Die zijn er nog genoeg te vinden. Dhr. 't GildeNeen, neen, zóó is 't nu niet. De Voorz. wijst op het voor stel van B. en W., waarmede men zich vereenigt. e. Verzoek van D. J. Dees, 2e Keuringsveearts van den vleeschkeuringsdienst, kring Axel, te Zaamslag, om gelijke vergoe ding als den Keuringsveearts, j Hoofd van Dienst, te Axel. Adressant geeft te kennen, dat hem door B en W. is bericht, j dat voor toelage voor onderhoud j van zijn laboratorium en voor telefoon en telef. gesprekken is geraamd een bedrag van f 50 dat de vergoeding aan het Hoofd van dienst bedraagt f 50 voor telefoon en f 100 voor on derhoud van het laboratorium en dat hij meent, dat waar een dergelijke vergoeding zijn collega toekomt, het alleszins billijk zou zijn deze hem eveneens te ver- leenen en adressant niet alleen het offer der bezuiniging dient te brengen. Besloten wordt dit verzoek bij de begrooting te behandelen. f. Verzoek van de Centrale Esperanto Propaganda-Commissie te Nijmegen, om het daarheen te leiden, dat hier een eenjarige esperanto-cursus wordt ingevoerd. B. en W. stellen voor om dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Dhr. Van Dixhoorn vindt dat jammer en had liever gezien, dat hier zoo'n cursus kwam. Het is een begin van toenadering en het is hoog noodig, dat de volkeren eikaar verstaan en begrijpen. Een wereldtaal is naast de moe dertaal hoog noodig. We moeten verder zien, dan op ons eigen landje. Bovendien, wie hier geen werk kon vinden, moet elders zijn bestaan zoeken en dan is het noodig een taal te kennen, waar door men elkaar verstaat. Spr. zou er daarom erg voor zijn als er zoo'n cursus gegeven werd. Dhr. 't Gilde staat op het zelfde standpunt; als het een verzoek was om bij de lagere scholen in te voeren, zou hij er niet voor zijn, maar nu een cursus wordt gevraagd, zou hij de gelegenheid willen aangrijpen. Dhr. Oggel acht het niet noodig er zooveel van te zeggen. Als het voor de lagere school was, zou de gemeente er zich mee moeten bemoeien, maar nu dat niet zoo is, staat het ieder vrij om van die gelegenheid gebruik te maken. Dhr. Van Dixhoorn Ja, maar dan gaat het schriftelijk en zoo'n taal eischt toch wel mondelinge lessen Dhr. Oggel zegt, dat het zoo eenvoudig is, dat het wel schrif telijk kan. Dhr. Kruijsse zegt, dat het niet op den weg van de gemeente ligt, om cursussen te beginnen, maar dat moet van belangheb benden komen, zooals bij de Z. L. M. b.v. Daar doet men het zelf en steunt de gemeente. Dhr. Van Dixhoorn zegt, dat nooit genoeg aangeleerd kan worden. Sommigen mopperen over het 7e leerjaar, maar spr. zou nog een 8e willen. Spr. staat ook verbaasd van Qenève, waar meer en meer nieuwe Staten worden gevormd, in plaats van de vereeniging tot één land, dan had men al die maatregelen aan de grenzen niet noodig. De Voorz. zegt steun toe, als er een cursus is, maar nu dat niet zoo is, refereert hij aan het voorstel van B. en W. g. Verzoek van het R. K. Kerkbestuur ie Axel, om de noodige gelden beschikbaar te stellen voor den aanbouw van 2 leslokalen aan de bestaande R. K. School, alsmede voor de verbetering en verandering van gang, privaten en rookafvoer ten behoeve van genoemde school. Om tot een geschikten verbouw te komen, wordt aangevraagd om de onderwijzerswoning over te nemen en verklaart het be stuur ingevolge de wet zich bin dend om 15 pCt. van de te maken kosten in de gemeentekas te storten. Het verzoek wordt noodig ge acht omdat het leerlingenaantal zich in stijgende lijn beweegt. Momenteel zijn er 165 leerlingen in 3 localen ondergebracht, nl. „!k heb hem zien vallen en nog gezien, hoe honderden zware kyrae» het 5e, 6e en 7e in een lokaal en het le en 2e met het 3e en 4e in twee lokalen. Dit is aldus luidt de toe lichting zeer hinderlijk en na- deelig voor een goeden gang van zaken. Met 1 April zullen 177 leerlingen de school bezoeken. Het bestuur acht het het beste voor ieder leerjaar een lokaal. Daar door de gezondheids commissie en ook door het plaat selijk schooltoezicht herhaaldelijk den toestand onhoudbaar geacht is en afkeurend geoordeeld is over de gang en de privaten, zal ook daarin verandering wor den gebracht. Een en ander is in teekening gebracht en begroot op f 10.280, met inbegrip van schoolmeube- len, kosten van toezicht, enz. Daar dit verzoek te laat is ingekomen, wordt het verwezen naar B. en W om nader advies. h Verzoek van de R. Kath. Middelbare Schoolvereeniging te Hulst om f 150 subsidie per jaar per leerling uit de gemeente Axel. Het bestuur zegt steeds meer moeite te hebben om de school staande te houden, Hulst geeft f4500 met 18 leerlingen. Ge vraagd wordt om als er geen leerlingen zijn uit deze gemeente, dan toch f 150 te willen geven als steun. De uitgaven bedragen f34887, waaronder f24384 aan salarissen voor de leeraren, f 3460 pensioenkosten en f4863 vooraf!os. De inkomsten bestaan o.a. in f2542 aan schoolgeld, f18396 aan Rijkssubsidie, f6897 subs, van de gemeenten en f 4020 van de provincie, totaal f33640. Dit verzoek zal bij de aanst. begrooting worden behandeld. Hierna deelt de Voorz. mede, dat op 18 April een besluit tot ruiling van grond is gedaan met dhr. Mieras, doch later gebleken is, dat daarbij nog grond behoorde van den Noordpolder. Een en ander is in orde gebracht, doch nu moet formeel het vroeger ge nomen besluit worden ingetrok ken en een nieuw besluit van dezelfde strekking worden ge nomen. Dit wordt z. h. s. goedgevonden. (Vervolg in het tweede blad.) (Wordt vervolgd) AXELSCHE COURANT. Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. Duitsche vertaling. 8) Waarschijnlijk het plaatsje van den vader, den ouden schoolmeester I De gelagkamer was leeg. Op het geluid, dat het binnenkomen van Koenraad veroorzaakte, lieten zich trippelende kindervoetjes hooren de deur, die naar de achterkamer voerde, werd geopend en een klein meisje van een jaar of drie verscheen op den drempel. Een echt Taunuskind met haar appelroode wangetjes, haar blauwe oogen en het vlasblonde, bijna witte haar, dat netjes in twee korte vlechtjes in den nek hing. Vertrouwelijk kwam ze op den gast af en legde op zfln vraag: „Krijg ik een handje van je?" haar handje in de breede rechter hand van den man. Koenraad ging op de bank zitten, nam het aardige ding op schoot en vroeg verders „En hoe heet de kleine meid „Liesje 1" was het met veel zelfge voel gegeven antwoord. ,Zoo, ben jij Liesje? Kijk eens aan Een verlegen knikje volgde, en aarzelend klauterde ze van zijn knie en liep weer naar de deur waar re door gekomen was, steeds maar roepend t .Moeder, daar is iemand op den drempel. In zijn herinnering had de teruggekeerde Anne Margreet, de dochter van den ouden dorps schoolmeester, gezien als een klein blond meisje met een bleek ge zichtje en bescheiden blauwe oogen zijn moeder had het meisje altijd een „min klein dingske" genoemd nu stond daar in de deuropening een lange slanke gestalte, die beslist aan spraak op schoonheid maken kon. Lag er ook over de bleeke trekken een waas van diepe droefheid, dan deed dit de jonge vrouw misschien nog interessanter voorkomen, daar het aan haar persoonlijkheid ieis roerends verleende, een indruk, die nog verhoogd werd door den zach- ten, weiluidenden klank van haar stem, waarmee ze nu den gast vroeg: „Mag ik u een glaasje inschenken Als verblind stond Koenraad voor de liefelijke verschijning van de jonge weduwe. Het leek hem geen wonder, dat den armen Hendrik Schilling de scheiding van zijn vrouw zoo zwaar gevallen was. dat de gesneuvelde in zijn vurige liefde voor vrouw en kind slechts die eene gedachte voor zijn heengaan gehad had, hoe hij het welzijn van zijn geliefden kon bevorderen. Hendrik zou zich niet in hem vergist hebben I Alles, wat in zijn macht was, wilde hij Koen raad doen, om het vertrouwen, dat zijn vriend in hem gesteld had, te rechtvaardigen 1 Daarbij ondervond hij een gevoel van vreugde, dat de hem opgedragen zending, hem ge legenheid gaf, meer met deze jonge vrouw te verkeeren, dan anders het v> geval zou zijn geweeslvoor htt eerst in zijn leven werd er in hem, die nooit veel om vrouwen gegeven had en in den loop van zijn lange oorlogsjaren, heelemaal geen omgang met het andere geslacht had gehad, een zeldzaam gevoel wakker, waar over hij zich geen rekenschap kon geven. Op de vraag van de jonge waardin antwoordde hij moeilijk „Je kent me niet meer Anne Mar greet Werner's Koenraad „Ben jij het, Koenraad I" stamelde de vrouw en greep de hand van den jongen man, terwijl de tranen haar in de oogen kwamen. „Nu ken ik je weer! Ach Ood, wat heb ik op je gewacht, nadat Christiaan Heine me vertelde, dat je bij mijn Hein ge weest bent, toen hij moest sterven 1 Koenraad, is het werkelijk waar? Is er dan heelemaal geen hoop meer, dat hij toch nog thuis komt Snik kend verborg de ongelukkige vrouw haar gezicht in de handen. „Troost je, Anne MargreetOnze Lieve Heer heeft het zoo gewild 1 Je man is gesneuveld als een dappere soldaat t 's Nachts tevoren heeft hij er een voorgevoel van gehad 1 Hij sprak nergens over dan van jou en zijn lieve kindje I En toen hij den volgenden morgen in den strijd ging, was zijn laatste woord: „Groet mijn lieve Anna Margreet van me, groet mijn lief kindje 1" „Groet mijn lieve Anne Margreet, groet mijn lief kindje", herhaalde de jonge vrouw. Ze was op de bank neergevallen en verborg het hoofd In de armen op tafel. In wilde snikken schokte haar lichaam en steeds weer kwam het dof van haar lippen „Groet mijn lieve Anne Margreet, groet mijn lief kindje 1 Ook de ruwe soldaat wischte zich bij den aanblik van deze uiting van diepste zielesmart een traan uit het oog. De heilige droefheid van deze door het lot zoo zwaar getroffene eerbiedigend, stond hij zwijgend erbij en legde zijn hand als beschermend op het hoofd van kleine Liesje, die weer Iwitn aangetrippeld. Met ang stige oogen keek het kind naar de schreiende moeder, toen ging het aarzelend naast Haar staan en ter wijl het haar ro'k vastgreep, riep het schreiend „Niet huilen, moesje, Liesje is zoet, Liesje is zoet I" Met een wild. gebaar beurde Anne Margreet het kind op en bedekte het gezichtje met kussen. „Jou heb ik nog, mijn lieveling, mijn alles, .jou heb ik nog I" stamelde ze. En zich met veel moeite be dwingend. stond ze op, reikte Koen raad nogmaals de hand en zei „Neem me niet kwalijk, Koenraad. dat ik me zoo heb laten gaan! Ik kan me niet beheerschen, als ik er aan denk, dat ik hem nooit meer zien zalOns geluk was te groot, -- we waren één hart en één ziel en dan komt gewoonlijk hef onge luk I En heeft hij veel geleden I Ach nee, je weet het niet, je bent zelf voor dood weggedragen, heeft Christiaan me verteld." siers over die plaats reden I" vertelde Koenraad mei bedekte stem. „Van een lang lijden kan geen sprake zijn Maar den avond tevoren, toen we samen op wacht lagen, toen heeft Hein me zijn heele geschiedenis ver teld. Ik heb hem moeten beloven, dat ik jou en je kindje zou bijstaan, als ik weer thuis wasEn dat je in alles op mij kunt vertrouwen, daarvoor heeft hij me zijn ring gegeven Neem hem, Anne Margreet, en geloof me, ik zal je helpen, waar ik kan „Daarvoor is geen ring noodig, om dat te gelooven, Koenraad!" zei Anna Margreet hartelijk en schoof den smallen gouden ring aan haar vinger. „Maar wat kun je me hel pen Hein zal je wel verteld heb ben, hoe het na den dood van zijn vader is toegegaan. Hij heeft naar Amerika geschreven naar een zekeren Euler. Die moet indertijd getuige geweest zijn, toen de oude Schilling mijn man als zijn wettigen zoon liet inschrijven I Aantwoord is er niet gekomen uit Amerika. De man zal allang dood en begraven zijn, en ik en mijn Liesje kunnen ons wel op bergen 1" „Heb maar geduld, Anne Margreet! Het is nog niet alles even donker! Wie weet, hoe het nog terecht komtl Ik heb Hein beloofd, jou en je kindje recht te verschaffen we zullen eens alles rustig overleggen, of er nog niet een andere weg is 1"

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1