Nieuws- en Advertentieblad i&JlA voor Zeeuwseh-Vlaa 11 deren No. 41. VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1929. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. T R O U W. FEUILLETON. Wedergekeerd. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1- Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Dit is het, wat bovenvermelde kernspreuk wil zeggen Laat Uw daden voor zich zelf spreken en getuigen van Uw vertrouwen, Uw geloof, Uw trouw. En niet woor den Kijk, velen van ons weten zoo deksels goed te ver tellen, hoe het moet. We hebben de levenswijsheid maar voor het opscheppen we weten zoo goed te vertellen, hoe de correcte le venshouding is, we weten zoo goed dat de eenige uitweg uit al onze moeilijkheden is eerlijk en oprecht en trouw te zijn, met een onvoorwaardelijk geloof in de macht van het goede, in de absolute overwinning van het goede over het kwaad. Maar onze woorden zullen bitter weinig troost en opbeuring en aanmoe diging en aansporing zijn voor onze medemenschen die dit alles noodig hebben, wanneer wij niet door onze daden en onze houding in het dagelijksche leven toonen, dat wij inderdaad opleven naar deze begrippen, ze in praktijk brengen, kortom.dat we trouw zijn aan ons eigen vertrouwen. En dat is juist het eenige, wat absoluut noodig en onontbeerlijk en van waarde isgetrouwheid. Er zijn maar weinig eigenschap pen, die in den omgang met menschen zooveel respect af dwingen. In deze steeds veran derende schijnbaar zoo onzekere wereld is de getrouwe mensch een bron. van groote kracht en troost. Zijn het niet juist de onzekere, wisselende factoren in ons leven, die ons de meeste moeite veroorzaken bij het op lossen van onze problemen En is het niet altijd een opluchting, een standvastige factor te ont dekken De standvastige factor, die zoo dikwijls verschijnt in den vorm van een standvastig, trouw mensch Deze geeft ons houvast. We weten waar hem te vinden, we weten wat hij zal doen. We kunnen rustig heengaan en hem elke plicht of verantwoordelijk heid overlaten, verzekerd als we zijn, dat hij getrouw zal wezen. En zoo moesten wij ook ons licht laten schijnen, zóó een licht willen zijn voor de menschen om ons heen, zóó getrouw zijn aan ons vertrouwen, zóó opleven naar onze begrippen van geloof in waarheid en goedheid, dat we een bezieling en een troost zijn voor anderen. En voor ons eigen welzijn is het ook noodzakelijk. Al mag ons vertrouwen aanvan kelijk niet zoo groot zijn, laten we beginnen met in praktijk te brengen wat we bezitten aan ge loof en vertrouwen, Cleland B. McAfee zegt zoo kernachtig in dit opzicht in de Christian Ad vocate (New-York)Ons gevaar is, dat we ons kleine geloof (ver trouwen) geen kans willen geven om te groeien. Een mosterd zaadje, dat op een plank wegge legd wordt of in een pakje be waard biijft, kan niet meer groeien dan een korrel zand dat kan. Ons vertrouwen groeit door ge bruik. Dat is een deel van zijn levenskans, van zijn voedings bodem, water en zonneschijn. Wanneer we ernaar leven en er trouw aan zijn, zullen we be vinden dat het in kracht toe neemt In plaats van te zeg gen, „O, had ik toch meer ge loof 1", is het beter te leeren zeg gen, „lk zal getrouw zijn aan het levend vertrouwen dat ik reeds bezit, opdat het moge groeien tot grooter kracht." We hebben dus noodig trouw aan ons eigen vertrouwen. Henry Hodgkin merkt op, dat we niet voldoende vertrouwen in ons eigen gemoed en in onze eigen methoden om het kwaad te be strijden hebben We moeten gelooven, dat goedheid onafschei delijk verbonden, ingeschapen is aan den bouw van het heelal en de moreele natuur van den mensch, dat de sterren zelf in hun loop strijden aan de zijde van rechtvaardigheid en recht schapenheid, dat er uit het hart der werkelijkheid stroomtliefde „Hoe langer ik leef en hoe meer ik zie Van zielen die worstelen naar de lichtende hoogten Hoe sterker besef ik de waar heid die Mij zegtde kosmos rust op de schouders der Liefde, Een liefde zoo grenzeloos, diep en wijd, Dat de menschen haar herdoopten en noemden God." Vliegdienst op lndlë, Met ingang van gisteren is een geregelde vliegdienst Neder land— Indië ingesteld. Een datum in de geschiedenis van het lucht verkeer niet alleen, een mijlpaal ook in die van Nederland en zijn Koloniën. Nederland toont hiermede een der eersten te zijn, die door gebruik te maken van alle middelen, waarmede het moderne verkeer is toegerust, den band tusschen moederland en de overzeesche bezittingen al dichter en dichter tracht toe te halen. Van welke beteekenis deze dienst kan worden in de economische betrekkingentus schen ons land en de „landen, die als met saamgevlochten ban den zich slingeren om den Oceaan", is nog niet te overzien, maar dat deze dienst zal mee werken om een „Grooter Neder land" sterker te vestigen is niet meer aan twijfel onderhevig. Hoe meer men elkaar weet te naderen, hoe meer men één wordt in opvatting, in bedrijf, hoe hechter de samenwerking wordt. Het verkeer tusschen lan den en volkeren heeft altijd bij gedragen, dat de volkeren elkaar beter hebben leeren begrijpen en waardeeren, hoe meer zal dit worden gevoeld tusschen de be woners van één land, die wel geografisch van elkaar ver zijn verwijderd, doch één zijn van gedachten en strevingen. De weg naar Indië is een lange weg, doch men kan zeg- Door de komst van het Pruisische gen, dat sinds de Oost-Indische Compagnie haar schepen zond om handel te drijven met het rijke Indië, zonder dadelijk aan veroveringen te denken, de weg daarheen eigenlijk, al korter en korter werd. We hebben, betere typeering is niet mogelijk van den Nederlandschen koopman, nooit stil gezeten waar het geldt onze bezittingen daar in het verre Oosten nader tot ons te brengen, we hebben nooit ge aarzeld naar de middelen te grijpend, welke ons instaat stelden sneller onze bezittingen in Indië te bereiken. Eerst zeilschepen om de kaap, die maanden noodig hadden om hun doel te bereiken, waarbij zij afhandelijk waren van gunstigen wind. Het lezen van reisverhalen met zeilschepen naar Indië zijn leerzaam, vooral in onze dagen, waar vliegmachines het luchtruim doorklieven, waar luchtschepen een reis om de wereld maken in minder dan de helft van den tijd welke de beroemde Filias Fogg, noodig had om hetzelfde te doen. De reis werd korter, nu bijna zestig jaar geleden het Suézkanaal voor de scheepvaart werd ge opend en van het Suez-kanaal profiteerden de Nederlandsche scheepvaart en de Nederlandsche handel om Indië eerder te kunnen bereiken. Nog altijd is de Neder landsche scheepvaart, de eerste, na die van Engeland, welke het meest gebruik maakt van fret Suez- kanaal. We hebben nimmer bij de pak ken neergezeten. De vliegmachine kwam, nieuwe mogelijkheden scheppende voor sneller verkeer en wij, bedacht op de belangen van eigen land en de Koloniën, gre pen ook naar dit nieuwe hulp middel. Wat de geregelde vliegdienst tusschen Nederland en Indië kan worden, in aansluiting metvlieg- diensten in Indië zelf, kan eigenlijk alleen degene beoordeelen, die Indië vaneigenaanschouwingkent, die de zeeën heeft bevaren, welke de verschillende deelen van den Indischen Archipel van elkaar scheiden, die eenig begrip heeft van de geweldige afstanden, welke moeten worden afgelegd van Noord tot Zuid, van Oost tot West. De vliegmachine zal de verst gelegen oorden uit hun isolement verlossen. Gisterenochtend te half zeven is het eerste vliegtuig van de reeks, die den geregelden lucht postdienst tusschen Nederland en Ned. Indië zal onderhouden, de PH-AEZ van Schiphol naar Indië vertrokken. Om kwart voor zes kwam de bemanning bij het toestel en onder algemeene belangstelling werden de postzakken ingeladen. Er is ongeveer 145 K.G. mail. De heer ir. Damme, direct.-gene- raal der posterijen, wenschte de bemanning, bestaande uit de vliegers Smirnoff, Beekman en den mechaniciën Veenendaal een goede reis. Het biyft wroeten. Inzake de Belgische compen- satie-bijslage schrijft men o.m. aan de N. R. Crt., dat het meer dan ooit duidelijk wordt dat de door Nederland sedert den oor log aangenomen houding, om de zaken rustig af te wachten, voor ons land geen gunstig resultaat heeft afgeworpen, voor zoover betreft onze houding tot België. Het gevolg is toch geweest, dat, naast het vraagstuk, door België en de mogendheden aan de orde gesteld, van de politieke herziening van de verdragen van 1839, een voor ons ernstig pro bleem is gerezen de handhaving van rechtsregels in de bestaande verdragen (incl. de Rijnvaartacte) waarvan vaststaat, dat zij ook na event, herziening van de ver dragen van 1839 behooren te gelden. Dit probleem is gerezen, doordat België, om Nederland tot toegeven te dwingen op-pun ten als b.v. het Moerdijkkanaal, stelselmatig en opzettelijk in breuk maakt op andere punten, waarvan men zelfs in België in confesso is, dat het inbreuken zijn, maar die men als tijdelijk noodweer voorstelt op grond, (Wordt vervolgd^ AXELSCHE COURANT Ons wordt gezegd, ons licht te laten schijnen; en als het schijnt, hoeven we dat niemand te vertellen. Het licht zal wel van zichzelf getui gen. Moody, Duitsche vertaling. 4) Aan den linkervleugel van de bond- genooten had het Pruisische leger onder veldmaarschalk Blücher zich met kracht in den strijd geworpen, die nu bijna acht uur vanaf half twaalf in den morgen over de gt- heele linie woedde. Als het den Franschen niet gelukte, voor den avond, de stelling der bondgenooten te doen wankelen en te nemen, dan konden zij verzekerd zijn van een vreeselijken nederlaag, ja misschien wel van een volkomen vernietiging. De zon, die den heelen dag schuil was gegaan brak nu door de wolken en belichtte het gruwelijk schouwspel Voor het leger der bondgenooten was een lange roode lijn zichtbaar het waren de Britsche soldaten in hun roode uniformen, die daar den hel dendood gevonden hadden. Op de helling tot in het dal lag een chaos van verminkte menschen- en paar- denlichamen, en steeds weer dreunden de kanonnen, knetterden de geweer salvo's, om de ontzettende ellende nog te vermeerderen. Steeds dich terbij klonk het „Vive l'empereur" en «En avant'' van de Fransche garde troepen de bevelhebbers van de bondgenooten, de hertog van Wel lington, De Prins van Oranje en Lord Hill reden te paard langs de gelederen en vuurden hen aan tot een laatsten Vertwijfelden slijd, Luid hoerageroep klonk hun tegemoet, en met aan wending van hun laatste krachten wierpen de dapperen zich onver schrokken op den vijand. Hoewel de bataillons van de Nassauers meest uit nieuw geworven troepen bestonden, onderscheidden deze zich toch bij dien tegenaanval. Met krachtige kolfslagen drongen de zjnen van den Taunus en het Westerwoud op de gelederen van de Fransche troepen in tegen over het élan van de Galliërs stelden zij de wildheid vol doodsverachting van de Germaansche strijdwoede en brachten zoo, ondanks hun uitputting, de niet te stuiten stormloop van de Fransche gardes tot stian. In de voorste gelederen van het eerste Nassausche bataillon streden Hendrik Schilling en Koenraad Wer ner, Juist had de eerste een reus- achtigen Franschman met een ontzet- tenden houw neergeslagen en weerde zich nu met bajonet en geweerkolf, als een razende tegen de op hem aanstormende vijanden toen een ge weerkogel zijn rechterschouder trof en gelijktijdig een met volle kracht neerkomende sabelhouw over het hoofd hem deed wankelen. Een eska dron Fransche kurassiers dat van op zij kwam aangestormd, had op de Nassauers ingeslagen en vloog nu over de plaats, waar de dappere sol daat was neergezonken. Door rate lend geweervuur van het tweede Nassausche bataillon, dat wat op den achtergrond stond, werden de ruiters nu ontvangen en ze stormden ver spreid weer de helling af, terwijl boven de wilde worsteling om den prijs van de overwinning werd voort» gezet. Door den stormloop der gar des, die uit oud-gedienden eu vetera nen bestonden en door Napoleon voor den laatsten aanval waren bewaard, smolten de gelederen van de bond genooten steeds meer ineen. Ook Koenraad Werner bloedde reeds uit meerdere wonden en verweerde zich enkel nog mechanisch tegen de op hem aandringende vijanden, totdat zich een zware nevel over zijn oogen legde en hij bewusteloos op den grond zonk. De bondgenooten waren er slecht aan toe; reeds begonnen enkele compagnieën langzaam terug te trekken, toen er plotseling een merkbare aarzeling door de gelederen der Franschen ging. In de achterste stormcolonnes zonken geheele rijen voor de daar losbarstende granaten neer; het Pruisische korps van Zieten was den vijand in de flanken gevallen en bracht dood en verderf in zijn gelederen. De helft van de Fran sche garde lag in korten tijd dood en gewond op het slagveld; van een doorbreken van de stelling der bondgenooten kon geen sprake meer zijn en alleen een haastige terugtocht kon de verslagen bataillons voor een volkomen vernietiging bewaren. Zoo snel als de vlam van hun élan opgeflikkerd was, zoo snel zonk ze ook ineen, toen de Franschen de onmogelijkheid inzagen om de stel ling te nemenlangzaam trokken de stormcolonnes die door de nu steeds nader komende Pruisen tot het uiterste in het nauw gedreven werden, terug, en geheel uitgeput wierpen de heldhaftige verdedigers der hoogten zich ter aarde om na de vreesc* lijke inspanning die negen uur had aangehouden, een korte rust te hou den. leger was de slag bij Belle-Alliance beslist. Hoe vertwijfeld de Fransche gaides zich ook weerden en zich lieten neerhouwen, zonder te wijken, ze konden de volkomen vernietiging van het keizerlijke leger niet ver hoeden. Het was geen terugtocht meer in wilde vlucht stormden de verstrooide bataillons en eskadrons naar het Zuiden, achtervolgd door de Pruisen, wien het bijna het scheelde slecht een haar gelukt was, Napoleon zelf gevangen te ne men, Verscheiden stukken geschut van de Franschen vielen in de han den der bondgenooten, die de over winning weliswaar met ontzettende verliezen gekocht hadden, maar daar door beslissend de macht van den krijgslustigen Corsikaan ten val brach ten en zoo geheel Europa den lang gewenschten vrede schonken. En het ongekende succes was alleen te danken aan den heldenmoed en de taaiheid van de in het centrum der bondgenooten staande troepen, waar onder zich de Nassausche bataillons bevonden, want als de dapperes het niet hadJen uitgehouden zou het centrum doorgebroken zijn en de gevechts-linie van de bondgenooten opgerold worden, en dan konden zij verzekerd zijn van een vreeselijke nederlaag en de gevolgen hiervan voor de volkeren van Europa zou den niet te overzien zijn geweest. UI 's Nachts was de eerste, vorst in gevallen, Onder haar nawerking tui melden de roestbruine en vaalgele bladeren van de beuken en berken bij de waaiende Noordoostenwind van de takken omlaag en verblind» den met hun schelle kleuren het oog van den eenzamen wandelaar, die over den straatweg ging, die van Landenschwalbach over de zooge naamde Kemelerheide loopt. Htt was Koenraad Werner, die eerst heden, vijf maanden na den slag bij Water loo, van zijn wonden was genezen. Maandenlang had hij in het hospi taal te Keulen gelegen, was toen met een transport herstellenden per schip naar Biebrich vervoerd en was eenige dagen geleden in Wiesbaden als halfinvalide ontslagen uit den dienst. Zijn hart trok naar zijn dorpje, dat hij sedert den dag, toen hij zeven jaar geleden onder de keizerlijke banieren was opgeroepen, niet meer gezien hadwant zijn lieve moeder en twee intusschen getrouwde zusters zagen daar sinds jaren met verlangen naar zijn komst uit. Hij toch was de steun en toeverlaat voor de zijnen geweest, toen de vader tien jaar geleden gestorven was en had, hoe wel hij nog maar een jongen was, de vrij groote boerderij van zijn ouders gedreven en in orde gehou den. Toen kwam de oproep. Napo leon had voor zijn moorddadige oor logen soldaten noodig en stelde de jonge menschen, of ze thuis te mis sen waren of niet, zonder pardon onder zijn ijzeren regiment, Koen raad had meerdere veldtochten mee gemaakt en was onder de weinigen geweest, die den terugtocht uit Rus land er gelukkig hadden afgebracht, maar waarvan de groote inspanning hem maandenlang aan het ziekbed ee« kluisterd hield,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1