Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh - Vlaanderen
No. 45.
VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1929.
45e Jaafg.
J. C. VINK - Axel.
De Waarheid.
FEUILLETON.
Wedergekeerd.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Gróote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Het is nu langzamerhand wel
een algemeen erkende waarheid
geworden, dat de bevooroordeelde
mensch, die zich opsluit achter
de muurtjes van zijn eigen on
herroepelijk vastgestelde oordeel,
bekrompen van geest is. Dit is
niet altijd zoo geweest, en vele
eeuwen zijn voorbijgegaan, voor
dat de menschheid deze les geleerd
had. Alle denkers, ook in de
vroegste tijden reeds, wezen op
de noodzakelijkheid van het onbe
vooroordeeld zijn, het hebben van
een open, ontvankelijk gemoed,
de voortdurende bereidheid om
„gelijk een kind" voor de feiten
te gaan zitten, dat wil zeggen
eerlijk, onbevooroordeeld, en dus
in laatste instantie nederig, op
gevat in de nobele beteekenis
van ootmoed.
Het is de mentale houding van
bereidheid tot luisteren, tot het
aanhooren of beschouwen van al
wat onze aandacht vraagt, ten
einde de waarheid in elke situatie
en op elk oogenblik te zoeken
en te vinden. Het is, zooals prof.
Harry A. Overstreet het zegtdat
we een „avontuurlijk gemoed"
moeten hebben, zooals hij 't graag
uitdrukteen gemoed dat voor
waarts streeft om de waarheid te
vinden, dat alle feiten wil hebben,
dat moedig is en bereid alle
vooroordeel, vooringenomenheid,
zelfs overtuigingen op te geven,
teneinde den waren toestand te
onderkennen
Wanneer wij zoo, met „avon
tuurlijk gemoed", door de wereld
gaan, om de waarheid te vinden
en den strijd met het kwaad in
welken vorm ook, aan te binden,
dan zal het ons niet aan tegen
kanting, miskenningen misduiding
onzer bedoelingen ontbreken.
Hoewel de waarheid en 't principe
van het goede a 11 ij d zegevieren
en als overwinnaars uit den strijd
treden en dit kan ons altijd,
hoezeer de omstandigheden ook
tegen ons schijnen, een onfeilbare
steun zijn is de strijd soms
zwaar en loopt men dikwijls de
kans een dwaas te worden ge
noemd. De geschiedenis is daar
om te bewijzen, dat onverander
lijk, wanneer een mensch den
strijd aanbond tegen het kwaad
in een of anderen vorm, hij
absoluut voor een dwaas werd
uitgemaakt. Terwijl toch, zooals
iemand in de New Outlook
(Toronto) in dit opzicht zeer
juist opmerkt, zulke „dwaze
daden" inderdaad den grondslag
vormen voor moreelen vooruit
gang. Men vraagt zich af, of we
niet al te zeer geneigd zijn, onze
eigen mislukkingen te veront
schuldigen, door andere menschen
ervoor aansprakelijk te stellen.
Als jongelieden tegenstreven, zijn
wij ouderen geneigd bij voorbaat
absoluut ervan overtuigd te zijn,
dat het enkel en alleen de schuld
is van de onwijze en heethoofdige
jeugd; en toch is het mogelijk,
dat tenslotte de jeugd gelijk had
en de ouderdom ongelijk. Wan
neer de massa den eenen kant
opgaat en wij den anderen,
kunnen we er niet altijd van op
aan, dat wij persé gelijk hebben
en de massa ongelijk heeftmis
schien ligt de moeilijkheid veel
dichter bij huis. Het is goed
voor mannen en vrouwen, jong
en oud, om wel het pad te
overwegen, dat zij nemen. De
mogelijkheid van dwaling volgt
ons bij eiken stap die wij nemen
en soms, wanneer we er het ze
kerst van zijn dat we gelijk heb
ben, is dat alleen omdat we de
fout herhalen, die wij nemen.
De moraal van d"it alles ligt
niet diep. Alles wijst tenslotte
weer op die eene grondwaarheid,
namelijk van de noodzakelijkheid
om als een „klein kind" voorde
feiten te gaan zitten, om eerlijk,
onbevooroordeeld, met een on
bevangen „avontuurlijk gemoed"
telkens en telkens opnieuw de
waarheid te zoeken, telkens en
telkens opnieuw ons oordeel te
herzien, bij elke nieuwe omstan
digheid of toestand die zich voor
doet, en telkens en telkens weer
opnieuw vooringenomenheid of
vooraf pasklaar gemaakte mee
ning op zij te zetten, om de
waarheid te zoeken en te vinden,
en niets dan de waarheid"
Do Volkenbond.
De Volkenbond bestaat 10 jaar
en ook daar wil men het kroon
jaar in eere houden en zoo werd
dit jubileum door den president
van den Raad herdacht in een
rede, waarin hij uiteenzette de
groote beteekenis en de veelom
vattende werkzaamheden van den
Volkenbond gedurende de afge-
loopen 10 jaren. In korte trekken
ging hij vervolgens het werk van
het afgeloopen jaar na, waarbij
hij wees op het inroepen van de
bemiddeling van den Volkenbond
in het conflict tusschen Bolivië
en Paraguay. Tenslotte herin
nerde hij eraan, dat dit jaar de
eerste steen zal worden gelegd
voor het nieuwe Volkenbonds
paleis, dat een symbool voor de
samenwerking tusschen de volken
zal zijn.
Algemeen gelooft men in Vol
kenbondskringen, dat de Engel-
sche regeering bij de komende
besprekingen het vraagstuk van
de ontwapening te land met kracht
ter hand zal nemen. In de En-
gelsche delegatie zelf schijnen
echter ten aanzien van de prac-
tische uitvoering der verdere ont
wapeningsonderhandelingen twee
verschillende opvattingen te be
staan. Een deel der Engelsche
delegatie zou het n.l. wenschelijk
achten, dat het vraagstuk'van de
ontwapening te land in zijn vollen
omvang aan de orde wordt ge
steld en dat de werkzaamheden
der voorbereidende ontwapenings
commissie zoo spoedig mogelijk
practisch moeten leiden tot het
bijeenroepen van een groote wc-
reldontwapeningsconferentie.
Volgens de andere opvatting
zou eerst het vraagstuk van de
ontwapening ter zee zoo spoedig
mogelijk opgelost moeten worden.
De door Mac Donald voor de
pers afgelegde verklaring heeft
den indruk gewekt, dat Mac Do
nald eveneens voorstander is van
deze laatste opvatting.
De Engelsche premier, Mac
Donald heeft een groote rede
gehouden. Hij gaf zijn meening
te kennen dat Locarno en Den
Haag de twee grootste stappen
in de goede richting beteekenen.
De ontruiming van het Rijnland
is van niet te overschatten waarde.
Daarna, over het ontwapenings-
vraagstuk sprekende, zeide spr.,
dat het Kelloggpact niet alleen
op papier mag blijven bestaan.
Engeland tracht daarom een voor
beeld te geven door, in samen
werking met Amerika tot vloot-
beperking te geraken.
Bovendien zal Engeland de
facultatieve clausule van het in
ternationale arbitrageverdrag tee
kenen.
Deze mededeeling werd met
zeer sterk applaus begroet.
Nadat spr. nog verklaard had,
dat men den volkeren van het
verre Oosten onmogelijk langer
de vrijheid mag onthouden, be
sprak hij het minderhedenvraag
stuk. Met grooten nadruk kwam
hij op tegen de onderdrukking
der minderheden dit deel zijner
rede werd door een minutenlang
aanhoudend applaus begroet.
De discussies begonnen met
een rede van den Chineeschen
gedelegeerde, die wees op de
noodzakelijkheid van herziening
der internationale verdragen. Hij
wekte de algemeene belangstel
ling, toen hij toepassing van het
bekende artikel 19 van het Vol
kenbondshandvest eischte, welk
artikel voorziet in de herziening
van niet meer van toepassing
geworden verdragen.
Men moet thans ter wille van
het handhaven van den vrede
moedig en vast besloten inter
nationale verdragen, die niet
meer toegepast kunnen worden
en door de ontwikkeling van den
tijd verouderd zijn, wijzigen en
aan de moderne verhoudingen
aanpassen.
De rede van den Chineeschen
vertegenwoordiger vond grooten
bijval.
In een uitvoerige rede wees de
Deensche minister-president er
op, dat de Volkenbond het bewijs
van zijn levensvatbaarheid nog
leveren moet. Nieuwe pogingen
moeten worden gedaan om het
vertrouwen der breede massa's
voor den Volkenbond te be
houden.
Het zwaartepunt van den Vol
kenbond ligt tot nu toe nog te
veel in den Volkenbondsraad.
Er moet een nauwere samen
werking tusschen Raad en ple
naire vergadering tot stand ko
men. Verder is het de taak van
den Volkenbond om in de naaste
toekomst de werking van het
Kelloggpact te onderzoeken. Dene
marken voelt zich door geen
van zijn nabuurstaten bedreigd.
Daarom is het voornemens, op
het gebied der ontwapening een
wetsvoorstel te doen, dat ingrij
pende veranderingen in de mili
taire organisatie van Denemarken
zal brengen. Dit wetsontwerp
zal inhouden een vermindering
van leger en vloot tot een nume
rieke sterkte, die voldoende zal
zijn om de Deensche grens en
de Deensche wateren te bewa
ken. Denemarken erkent echter
de idee, dat de militaire bewa
pening van elk land moet wor
den aangepast aan de bijzondere
verhoudingen van het land.
Voor 't prestige van den Vol
kenbond is het van het grootste
belang, dat men thans spoedig
overgaat tot het tenuitvoerbrengen
van artikel 8 van het Volken
bondspact, betreffende de beper
king der bewapening. De Vol
kenbond moet thans 't stadium
van voorbereiding op dit gebied
verlaten en tot daden overgaan,
die het vertrouwen in zijn arbeid
verzekeren.
Do „Graf Zeppelin."
Het luchtschip is Zondagmor
gen te 8 uur 18 Amer. Tijd (13
uur 18 M.E.T.) naar Friedrichs-
hafen vertrokken met 22 passa
giers, 450 pond post en 1993
pond vracht.
AXELSC
53?
COUR
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Duitsche vertaling.
2)
Ook den kameraad scheen dit me
delijden bevangen te hebben, want
naderbij schuivend legde hij juist weer
zijn hand op den arm van den
sombergestemden makker en zei troos
tend
„Haal je toch geen muizenissen in
het hoofd, Hein, en geloof niet dat
wat je gedroomd heb I Je ruikt mor
gen voor het eerst kruit en hoort
voor het eerst de kogels fluiten, daarom
is het geen wonder, dat je sombere
gedachten krijgt, en over dood en
begraven worden droomt I lk zou
al lang doodgeschoten zijn, als alles
uitgekomen was, wat ik voor iederen
slag gedroomd heb I"
„Maar ik zeg je, Koenraad, zoo
duidelijk als in het leven, grijpbaar
duidelijk, heb ik mijn moeder ge
zien I" antwoordde de jonge soldaat.
„Ze heeft me aangekeken met oogen,
aie gingen dwars door me heen
toen wenkte ze met de hand en is
als in een nevel verdwenen I Als dat
niets te beteekenen heeft, dan zou ik
aan geen Lieven Heer meer gelooven 1
Denk eens na, ik was nog een
kleinen jongen toen mijn moeder ge-
stoiven is, ik kan me nauwelijks haar
gezicht herinneren, en nu komt ze in
mijn droom bij me, duidelijker dan ik
me haar wakend kan voorstellen I
Nee, dat praat je me niet uit het
hoofdMorgen slaat mijn laatste
jsurtje!*'
„Maar Hein, wees toch verstandig 1"
bracht Koenraad in het midden. „Luister
eens Voor den slag aan de Beresina,
toen heb ik gedroomd, dat ik op het
slagveld lag met doorschoten borst.
De doodgravers zijn gekomen, heb
ben mij opgepakt en in een massa
graf geworpen. Van den plons ben ik
wakker gewordenik heb tegen me
zelf gezegdVandaag treft je een
Russische kogel en zie hoeveel
er toen ook om me heen gevallen
zijn geen haar op mijn hoofd
hebben ze geraakt 1 Sinds dien lijd
geef ik niets meer om droomen
Neem een voorbeeld aan mij en zet
'die sombere gedachten uit het hoofd,
trek tenminste niet zoo'n ongelukkig
gezicht, anders denken de andere ka
meraden nog dat je geen courage hebt
en bang bent."
„Ik zal niemand aanraden, tegen mij
te zeggen, dat ik bang ben I" ant
woordde de jonge soldaat met fl k-
kerende oogen. „Als ik er aan denk,
dat we morgen in ernst op die ver
vloekte Franschen losrukken, dan jeu
ken mijn vuisten I Wat me zoo be
droefd maakt, is heel wat anders,
Koenraad I Het moet me vanhethait,
eer het morgen in het vuur of mis
schien den dood in gaat! Je bent al
sinds jaar en dag van ons dorp weg
en weet niet wat er allemaal is voor
gevallen, daarom moet ik ver terug
gaan als je het zult begrijpen I"
Diep ademhalend, boog de spreker
zich voorover naar zijn kameraad en
fluisterde hem toe:
„Je weet toch, Koenraad, dat mijn
vader zaliger met mij om het jaar
negentig uit Königstein naar Dorn-
schied Is gekomen s maar dat weet je
niet, dat ik een natuurlijk kind ben I
De ouders van mijn vader waren de
rijkste boeren in de streek en die
hebben beslist niet willen hebben,
dat hun zoon met het arme meisje
trouwde, waarmee hij verkeering had.
En zooals het nu eenmaal in het
leven gaat, de jongelui wilden
mekaar niet opgeven, en ik ben op
de wereld gekomen, juist in den tijd,
toen ze de moeder van mijn vader
naar het kerkhof hebben gedragen.
Haar dood was het ongeluk van mijn
arme moeder. Als de oude vrouw
in het leven was gebleven zij moest
de braafste ziel van de wereld ge
weest zijn, en heeft geweten hoe ze
haar man moest aanpakken en leiden,
ze heeft ook altijd de vrede bewaard
ja, dus als die in het leven ge
bleven was, dan hadden de jongelui
misschien toch nog doorgezet, dat
ze alkaar gekregen hadden maar
zoo zijn vader en zoon, omdat die
goeie moeder er niet meer tusschen
stond, vanwege diehuwelijksgeschiede-
nis verbitterd op elkaar geworden.
Alle twee waren het stijfkoppende
oude heeft geraasd als een wildeman
en verlangd, dat zijn zoon mijn moe
der in den steek zou latenzoo lang
hij leefde, kwam die vrouwspersoon
met haar kind niet in huis I Toen
heeft mijn vader zijn moederlijk erf
deel opgeëischt en het eind van het
liedje was, dat vader en zoon aarts
vijanden werden, Ze zijn het o <k
hun leven lang gebleven I Zelfs toen
de oude man op zijn sterfbed lag,
mocht mijn vader hem niet onder de
oogen komen, al heeft de dominee
ook nog zoo gesmeekt en gepreek' I
De dominee had namelijk aan mijn
vader naar Dornschled geschreven,
dat het met grootvader op een
liep; mijn vader heeft toen dadelijk
zijn boelije gepakt en is 's riachis
den langen weg geloopen naar zijn
geboorteplaats Hochstadt heet het
dorp om het weer bij te leggen.
Het is alles tevergeefs geweestde
oude wou niets van hem weten en
is gestorven, zonder zijn zoon nog
eenmaal te zien! Het zijn stijfkoppen,
die Nassausche boerenMaar dat is
nou bijzaak Mijn vader is dus toen
na dat vreeselijk spektakel van huis
gegaan en heeft, omdat hij in Nassau
wou blijven zooals je weet, de Ro
deberger-hoeve gekocht bij Dorn-
schied
Nadat zijn vader gestorven was,
wou hij zijn meisje trouwen en toen
is het ongeluk gekomen. Het huwe
lijk was al tweemaal afgekondigd,
toen kreeg mijn moeder de zenuwkoorts
en binnen drie dagen was ze gezond
en dood. Op den Zondag, waarop
het bruiloft zou zijn, hebben ze haar
begraven. Mijn vader heeft me mee
naar Dornschied genomen en me
grootgebracht. Op het departement
in Katzenellebogen heeft hij hit
schriftelijk laten vastleggen dat ik zijn
erfgerechtigde zoon ben. Hij heeft
weer moeten trouwen, omdat zoo'n
groote boerderij als de Rodeberger-
hoeve niet zonder vrouw kan worden
gedreven, en zoo heeft hij een rijk
meisje genomen van den „gouden
grond 1" lk kan niet zeggen, dat
mijn stiefmoeder nou juist leelijk
tegen me was, maar haar kwade
streken heeft ze gehad 1 Als vader
het niet zag, ben ik vaak genoeg
geknepen en gestompt 1 Ze heeft er
zich woedend over gemaakt, dat ik
sis oudste eens de hoeve zou krijger,
d e had ze too graag voor haar
eenigen zoon, mijn stiefbroeder ge
had! Nu, om het kort te maken, ik
ben een dagje ouder geworden en
ben getrouwd met Anna Margreet,
het dochtertje van een schoolmeester.
Toen zijn twee jaar geleden de
kozakken in Nassau gekomen en heb
ben een leelijke ziekte meegebracht.
Typhus noemden de doktoren het
de menschen zijn gestorven als mug
gen, en een van de eersten die er
mee gegaan zijn, is mijn goede vader
geweest. Nauwelijks lag hij een paar
weken onder de aarde, of daar begon
mijn stiefmoeder op te spelen en te
beweren dat de hoeve haar jongen
Hansjö-g. toebehoorde, omdat ik een
onnatuurlijk kind was! Natuurlijk
heb ik haar uit de doeken gedaan,
dat vader het schriftelijk had laten
vastleggen, dat ik zijn erfgerechtigde
zoon was! Toen lachte ze me uit
en beweerde, dat ze er op het depar
tement niets van wisten, haar neef,
die daar klerk was, had het haar
verteld I Da's nog mooier, zei ik,
ben denzelfden dag nog naar Katze
nellebogen op het departement
gegaan en heb mijn zaak voorge
bracht 1
De baljuw en de klerken, die in
dertijd, twintig jaar geleden, het stuk
hadden opgesteld, waren doodde
nieuwe baljuw, een heel vriendelijke
heer, heeft alle stukken laten nakijken,
maar absoluut niets kunnen vinden!
j Waarschijnlijk, meende hij, waren de
stukken vijftien jaar geleden bij den
brand in hit archie* meeverbrand als
ik de twee getuigen, die mijn vader
toen meegebracht had, niet kon op«
sporen, dan stond mijn zaak slecht I
(Wordt vervolgd)