Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen No. 41. VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1929. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Centrale Loting. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uj ter lijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Ofschoon de loting voor den militairen dienstplicht reeds eeni- gen tijd heeft plaats gehad, is eerst deze week aan de betrok kenen bekend gemaakt, of ze „der in" geloot zijn. Maar intusschen is er toch heelemaal geen aardigheid meer aan, hé jongens En ook niet voor de ouders en verwanten. Het mag nu wel practischer zijn, dat de loting zoo is ingericht, maar toch heeft die centrale loting ons weer een stukje folklore ontnomen, d. w. z. zoo'n stukje volksleven, waardoor de bevol king van een stieek zich typeert. De lotingsdag, we weten het allen, dateert van den Franschen tijd, toen onze streek vooral zat onder het schrikbewind van keizer Napoleon. En dat nu het gewicht van de loting uit deze dagen niet meer evenredig is aan den tijd van honderd jaar geleden, weten we even goed. Maar toch is die lotingsdag een mijlpaal in ons leven en wie zal zeggen, dat de militaire dienst waartoe een jongeling krachtens zijn lotings nummer werd verplicht, in niet duizenden bij duizenden levens een keering heeft gebracht? De meesten beseffen zulks natuurlijk niet op het moment, dat ze hun nummer thuis krijgen, maar wie weet, hoe er maanden tevoren en ook daarna al rekening mee moest worden gehouden Welnu, is niet voor duizenden de dag, waarop ze vrij geloot zijn, terecht een feestdag geweest en werd die dag niet voor vele anderen een teleurstelling, welke hen jaren drukte Nogmaals van dien ernst was meestal de 18/19-jarige jonge ling niet overtuigd, maar niet tegenstaande dat trok hij toch veel liever zijn eigen nummertje Zoo'n greep doen in den trommel en z e 1 f je lot bepalen, dat leek dadelijk al zoo'n zaak van ver trouwen in je zelfstandigheid als jongen je had heelemaal zelf je kans in handennaar de kazerne, of niet en het was De man met het ijzeren masker. heusch geen wonder, dat er een paar „rondjes" op gegeven wer den, als men vrij was. Thans maakt een ander het uit, of je een paar jaartjes sol daat wordt en is de lol van het zelf trekken, zelf loten, er af. We weten niet, of het een over gang is, maar o.i. konden ze evengoed „algemeenen dienst plicht" voorschrijven, want als het er op aan komt is er tusschen G. D. of B. D., d.w.z. gewone dienstplicht, of buitengewone dienstplicht, al heel weinig ver schil In mobilisatie-tijd zal wel iedereen moeten dienen, die niet wegens platvoeten, spataders, bij ziendheid of andere gebreken totaal ongeschikt verklaard is. (Denk eraan jongens, goed be waren zoo'n bewijs van vrij stelling En zoo is dan voor tweelich» tingen geloot en zijn voor dit jaar de jongens die dienen moeten aangewezen, zonder datwehoeden en petten met rozen en pluimen zagen, zonder dat we hoorden, dat de soep goed was en een jaar soldaat geen eeuwig leven is. De namen der jongelingen uit onze gemeente, die dienstplichtig zijn, staan elders in dit nummer vermeld. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Aan het jaarverslag over 1928 is het volgende ontleend Adressen kwamen in behande ling, inzake onze handelspoli tiek, zoowel pro- als contra bescherming. Verschillende ge vallen zijn naar voren gebracht, speciaal belangen van het ge bied der Kamer rakende, waaruit duidelijk bleek, dat zij in ver band met de omstandigheden bescherming van handel en indu strie in sommige gevallen nood zakelijk acht, en meent, dat er in bijzondere gevallen, vooral als gevolg van maatregelen en toestanden in het buitenland, aanleiding kan zijn tot afwijking van onze eenzijdig georienteerde handelspolitiek. Naar aanleiding van tot haar gerichte verzoeken om financiee len steun voor eene actie tegen het Cadeaustelsel, bracht het Bureau advies uit. Daarin wordt opgemerkt, dat het cadeau stelsel, in zijn ontstaan van on- schuldigen aard, is ontaard in een misbruik, dat als een kan ker verder en verder invreet in het maatschappelijk leven en in zijn tegenwoordigen vorm is te be schouwen als een bederf voor den handel. Terwijl sommige firma's groote sommen besteden voor het plaat sen van advertentiën, hebben anderen door het geven van toe giftjes, b.v. plaatjes, maand-, week- of dagkalenders getracht reclame te maken voor hun zaak. De waarde van die toegiften is echter zeer ondergeschikt aan de waarde van het gekochte en kunnen niet beschouwd worden den prijs te drukken. Ook is dat nog het geval met andere snuis terijen, die met reclameopschrif ten worden uitgegeven, b.v. zak mesjes, potloodjes, aschbakjes, kartonnen brievenhangers e. d. Die artikels zijn nog zuiver als „cadeaux" te beschouwen. Iets anders is het echter met de cadeaux, die over het alge meen tegen inlevering van zóó of zóóveel bons worden afge leverd. Die cadeaux worden af geleverd zonder reclame-opdruk het zijn voor een groot deel verbruiksartikelen, zij moeten die nen om het koopen van bepaalde waren te bevorderen, welker prijs zij drukken. Indien b.v. geannon ceerd wordt dat een bon tegen een waarde van 5 cent wordt berekend, doch dat, indien men voor dezelfde waar en hoeveel heid tegen 5 cent meer een bon van 10 cent waarde krijgt, kan niet meer van een cadeau ge sproken worden en treedt dui delijk naar voren dat men z'n bon feitelijk in den betaalden prijs voor de winkelwaar koopt. Hieruit onstaan verkeerde toe standen. Het publiek gaat soms minderwaardige artikelen koo pen met het oog op de bons die daarvoor bekomen kan worden, of wel wordt meer gekocht dan voor het gebruik van het gezin noodig is, om over het aantal bons te kunnen beschikken, dat noodig is om een of ander (dik wijls een luxe-voorwerp) te kun nen gaan halen (cadeau te krij gen zou hier een onjuiste uit drukking zijn, want men gaat het halen en kan het op grond van zijn gekochte bons eischen). Iets anders zou het nog zijn, indien het cadeu bestond in een grootere hoeveelheid van de zelfde waar, indien men b.v. een kilogram van een of ander koo- pende, een halven kilogram ca deau kreeg, dan kon het publiek beoordeelen wat het kreeg en de winkelier bleef in zijn eigen branche. Het moet echter verkeerd ge acht worden, dat de huismoeder een hoeveelheid margarine gaat koopen, ten einde de noodige bons te bemachtigen om haar man als verjaarsgeschenk een tabakspijp te kunnen geven, of dat zij pakjes koffie gaat koopen, omdat zij een huishoud-emmer noodig heeft, of wel pakjes thee om een vloermat aan te schaffen, of poppen, kinderwagens en wat dies meer zij. Door deze methode heeft de koopster geen besef meer van- of zicht op de waarde en kwali teit van hetgeen zij koopt en de zuinigheid wordt er ook aller minst door bevorderd. Er ont staat in dergelijk huishouden een geheel andere toestand, dan wan neer de vrouw tegen redelijke prijzen in een kruidenierswinkel de daarin behoorende artikelen koopt, en hetgeen zij voorts voor haar gezin of het geven van ver- jaarscadeaux noodig heeft koopt in winkels die daarvoor zijn ge specialiseerd. Bij het cadeau systeem is het te vermoeden, dat zij in alle opzichten duur uit is. Vele huismoeders zijn daarvan ook wel overtutgd, maar Zomer-morgen. de naam „cadeau" biologeert hen. Het systeem is ook verderfe lijk voor den winkelier, die zich nu op een voor hem vreemd gebied moet begeven, of, indien het kleinere zaken betreft die de cadeaux van den groothandel of grossiers thuis gezonden krijgt, er een bepaalde bergruimte voor noodig heeft en waarvan de ad ministratie hem heel wat rompslomp bezorgt, zonder hem iets op te leveren. En nu moge het cadeau systeem zich ook onder anderen vorm vertoonen, b.v. onder een vorm die het zuiver tot een spaar-systeem vervormt, het moet worden beschouwd als te leiden tot een verkeerden toestand, die in het belang zoowel van den handel als van het publiek be hoort te verdwijnen. Het is geworden een stelsel, waaraan zeer velen meedoen, de kruidenierswinkels wel bijna alle, maar waarvan de verdedigers toch met een lantaarntje te zoe ken zijn. Aan het Bureau is zelfs geen verdediging bekend. Daaruit blijkt wel, dat de handel wel is waar dien weg is opgegaan, doch alleen omdat hij daartoe gedwongen is door de fabrikan ten die er mede zijn begonnen en den aandrang van het publiek, dat, zijn werkelijk belang over het hoofd ziende, nu eenmaal graag iets „cadeau" krijgt Het Bureau is van oordeel, dat het cadeau-stelsel te veroor- deelen is en zoodra mogelijk dient te verdwijnen, zoowel in het belang van het publiek, als van den handel. Het is daarom logisch, dat de Kamer aan een Comité dat bestrijding van het cadeau-stelsel beoogt, financiee- len steun zou mogen verleenen. Practisch is echter de propa ganda tegen het stelsel vrijwel zonder resultaat gebleven en is het Bureau de meening toege daan, dat het euvel alleen langs wettelijken weg zal zijn te be strijden. De Kamer vereenigde zich met dit standpunt. AXELSCHE 0 URANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. Het is dit jaar juist 225 jaar geleden, dat in Frankrijk een man gestorven is, over wiens naam, stand en misdaad altijd 'n dichte sfeer van geheimzinnig heid hing en wiens mysterie tot op heden ten dage nog steeds niet is op gelost. Wij bedoelen „de man met het ijzeren masker", die ten tijde van Lodewijk XIV leefde. Mazarin, de alvermogende minister van Frankrijk en opvolger van Richelieu, werd door laatstgenoemde in een staatsgeheim ingewijd en hem werd tevens een ge vangene overgegeven, van wien nie mand wist wie hij was. Dit geschiedde in het jaar 1642, en toen was de ge vangene een kind van nog geen vier jaar oud, Toen Mazarin in 1661 stierf, werd de 23-jarige gevangene naar het eiland St. Margarethe overgebracht, waar hij zeer streng werd bewaakt. De gevangene, die steeds een ijzeren masker droeg, werd bewaakt door een officier, die het uitdrukkelijk bevel gekregen had om den gevangene bij de eerste poging tot ontvluchting of om zijn masker af te zetten te dooden. De weinigen, die den ongelukkige ge zien hadden, beschreven hem als een welgebouwden man met een zachte nnemende stem. Niemand, behalve eenige zeer vertrouwden, wist van het Staatsgeheim af. Eens had de gevan gene eenige letters gekrast op een tinnen bord, en het bord in zee ge» yorpeni Ken viftcher, die het bord had gevonden en het aan den com mandant van het eiland bracht, werd het leven gespaard toen men tot de ontdekking kwam, dat hij niet kon lezen. De commandant van het eiland bediende den gevangene zelf, bracht hem zijn eten en sloot zelf zijn kamer. Zelfs minister Louvois sprak niet tot den gevangene dan met ongedekt hoofd Uit alles blijkt, dat de gevan gene een persoon van hoogen rang mott zijn geweest en dat een schande lijke intrige hem van zijn geboorte af van zijn vrijheid had beroofd. In 1690 werd Saint-Mars commandant van de Bastille; hij haalde den gevangene van St. Margaretha af en bracht hem zelf naar de Bastille, waar hij de beschik king kreeg over een prachtig vertrek, maar tevens met de uiterste zorgen werd bewaakt. Eindelijk stierf de on bekende in het jaar 1704. Hij werd des nachts begraven op het kerkhof St. Paul te Parijs. Tevergeefs hebben de geschiedschrijvers getracht den sluier, welke over dezen gevangene hing, op te lichten. Wat men met i vrij groote zekerheid weet, is, dat de gevangene geen buitenlandsche prins is geweest of een lid van een der hooge adellijke geslachten van Frank rijk. Er werd wel het vermoeden uit gesproken dat de gevangene een twee lingbroeder van Lodewijk XIV zou zijn geweest, wellicht de eerstgeborene. Meer dan een vermoeden is dit echter niet. Zeker is, dat de gevangene in hetzelfde jaar als Lodewijk XIV liet' levenslicht aanschouwde. Ook in de toekomst zal het wel niet meer moge» lijk zijn om eenige klaarheid in deze zaak te brengen. .ttito» - Het oosten opent zijne poort, De zon treedt weder luist'rijk voort En rijst langs onbewolkte wegen, En dooft den gloed der jongste ster, En spreidt haar stralen ginds en her: Het aardrijk en den mensch tot zegen, Hoe lieflijk klinkt weer't vooglenkoor De frisch' ontloken' velden door, Hoe heerlijk staat de bloem te pralen, Weer spreidt natuur haar pracht [ten toon O, God, wat is Uw schepping schoon, Wie zal Uw macht en wond'ren malen 1 Weer staan de kind'ren der natuur, In 't vroolijk lachend morgenuur, Gehuld in onbeschrijfb'ren luister Vermelden zwijgend d'eer en macht Van Hem, die 't al heeft voortgebracht, Die 't licht schiep uit het nacht'lijk [duister. Treed voor, o mensch, en zie het aan Daar staat de zon aan 's Hemels baan, Heel d'aarde komt haar juichendtegen 't Heft al omhoog het jeugdig hoofd, En bloem èn plant èn geurig ooft, Wat leeft, gevoelt zijn gloed en zegen Treed voor, en val uw God te voet, Hem dankend voor deez' morgengroet, Die duizend stemmen u doen hooren. En buig u voor d'azuren boog, Voor u ook klimt de zon zoo hoog, Voor u ook werd de dag herboren. Wie is 't, die zich niet dankend buigt, Wanneer de morgen vroolijk juicht, Zijn stem niet aan dien juichtoon paarde? Wie nooit met opgeheven hoofd In 't morgenuur zijn Schepper loofd', Gevoelde nooit sijn rang op «arde? 't Is liefde, wat ons 't bloempje meldt, Geen wanklank ruischt in woud of veld, Eén vreugd heeft aller borst [doordrongen, Eén God is 't, wien de Schepping eert, Eén V. djr, die 't heelal regeert, Eén lied, dat zweeft op aller tongen Bedioafden,'t hoofd omhoog gebeurd, De dag breekt aan, het wolk'floers [scheurt Nooit heeft de zon haar loop vergeten De dauwdrop parelt op de blaên, Een zachte wind voert geuren aan: Uw Vader is ten troon gezeten I Wel hem, die in het morgenuur Den Grooten Schepper der natuur Den eerbied wijdt, Zijn naam [verschuldigd Wiens hart 't muziek des wouds verrukt, De roos ook op den middag plukt, d'Algoedheid in den avond huldigt. Bovenstaand versje werd ons ter plaatsing geboden door een abonné Hij vond het in een verzenbundel van ongeveer 100 jaren oud. Het getuigt van dankbare en verheven gevoelens van het schoone, dat een zomermorgen biedt aan hem, die in de natuur ver toeft en daar geniet van wat het oog hem te zien geeft. Moge het anderen opwekken om eveneens te leeren waar nemen en waardeeren wat een zonnige zomermorgen in de natuur ons schen ken kan. o— Voor de huisvrouw. Is het dikwijls zoo'n toer, die kope ren ketels of andere koperen vaten te poetsen Maak het u dan wat ge makkelijker, door ze vóór het poetsen met kokend water te vullen. Dan glimmen ze veel gauwer. Suggestie. De kracht der verbeelding is groot erger, dan de derdedaagsche koorts, zegt men wel eens. En verbeelding is in den regel een gevolg van sug gestie. Ergo weten we, wat suggestie vermag. Van Houten en andere in dustrie-koningen pasten die kracht toe, door net zoo lang de menschen voor oogen te stellen, dat er geen beter cacao op aarde was dan die van Van Houten, geen fijner sigaar dan die van Cadena, geen sigaret, welke gaat boven Miss Blanche. Deze waarheden al zija ze voor U en mij nu nog betrekkelijk, moeten een idee fixe worden, wij moe ten er van doordrongen raken omdat we in waken en droomen niet anders voor onze oogen zien. Welnu, waarom zou de regeering er niet toe overgaan op alle beschikbare muurvlakten, en dat zijn er veleop alle bank biljetten, op alle postzegels in minia tuur, in alle spoorwagens enz. enz. een tevreden stemming te verwekken bij de burgers? Wanneer hij uur aan uur, dag aan dag, week aan week, niet anders leest dan deze aarde is een paradijs, een beter wereld dan deze bestaat niet, Belasting betalen is zalig, alles is spotgoedkoop, Trozky is een engel en de melkboer doet geen water in zijn melk, wel, dan kan het niet anders of gij gaat het gelooven, gij wordt er innig van overtuigd en gij zijt tevreden en gelukkig als gij Uw laatste cent aan den fiscus moogt offeren. o— Wie de kunst verstaat, het goede in de menscheiijke natuur op te wek ken en te laten spreken, kan groote dingen doen, ook in een kleinen krlngt

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1