Hst Geheim. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch - Vlaan deren. No. 21. VRIJDAG 14 JUNI I 929. 45e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. De Middenstand en de Politiek. De economische politiek van een land wordt gemaakt door de arbeiders en de kapitalisten en tusschen deze twee wordt de middenstander min of meer dood gedrukt. Ziedaar in kort bestek de politiek-economische maat schappijbeschouwing van vele middenstanders. Zij trekken daar uit de conc'usie „politiek deugt nergens niks niet voor en dus hou ik me afzijdig", of wel men ontleent aan die stelling de „noodzakelijkheid om zich óók „te organiseeren en zoo mede „een stem in het kapittel te „krijgen." Hoe dient nu de middenstander dit woord in zijn ruime betee- kenis genomen tegenover de politiek te staan Het antwoord daarop geeft mr. Freerk van Scharnegoutum, in een artikel in „de Avp.", waar hij zegt, dat politieke onverschil ligheid in dezen tijd niet meer geoorloofd is en merkt dan in de eerste plaats op dat, hoewel het uitentreuren herhaald wordt, niemand er iets van gelooft, dat de middenstand tusschen arbeid en kapitaal in de klem zit en vrijwel doodgedrukt wordt. De schrijver baseert de tegen stelling hierop, dat de aanslagen der middenstanders op vele plaat sen een stevig deel van de rijks- en gemeente-inkomstenbelasting vormen en dan volgens de reke ning van Jan Bartjes tegenover zoo'n stevigen aanslag een even redig hoog inkomen moet staan. Maar wij meenen, dat dit al evenmin door iemand zal geloofd worden, behalve dan door de fiscusmannen. Niet overdrflven. Toch willen we aannemen, dat als daar eerlijke en ter zake kun dige middenstanders zijn, met een ruimen blik, die het voortdurend klagen over de moeilijkheden des bestaans en de zware lasten, waarop men zit, uit den booze en feitelijk onwaardig achten, deze wel gelijk kunnen hebben. (n groote opgewondenheid had Hempel Och, men kan het wederzijdsch tot uitersten drijven en dan komt men tot het bekende spreekwoord boffers geen nood, klagers geen brood. En nu moge het leven van den middenstander met alles rozengeur en maneschijn zijn, maaris dat elders niet het geval Schakel het handjevol groot ka pitalisten dat wij in Nederland hebben, nu eens uit en vraag danzijn er nu heele klassen van menschen, die het veel beter hebben dan wij, middenstanders De laten we maar zeggen mid delmatige kapitalisten moeten toch ook allen hard werken voor het bestaan, dat zij voor zich- zelven als eisch stellen en moeten stellen. En de arbeiders Groote scharen hebben het, ondanks alle sociale wetten, etc. ook niet zoo fenomenaal best als men dat wel eens wil doen voorkomen. Niettemin de stelling dat de middenstand in de verdrukking komt tusschen kapitaal en arbeid bevat een kern van waarheid, zooals dat meestal het geval is met zulke krachtdadige uitspreken. Het is nog geen menschenleef- tijd geleden dat het er voor den arbeidenden stand nog slecht uitzag; de omstandigheden waar onder toen gewerkt werd, de dagen die gemaakt werden en de loonen, die men verdiende, waren nauwelijks menschwaardig te noemen. Dat is geen arbeiders flikflooierij als ik dit hier konsta- teer, maar harde werkelijkheid. (Wie er meer van weten wil, leze b.v. het werk van den (a.-r.) hoogleeraar Diepenhorst, De Ne- derlandsche Arbeidswetgeving. Organiseert n. Natuurlijk kwam hierop reactie: de arbeider ging zich organiseeren en toen deze organisaties in om vang en macht toenamen, moest de werkgever ook aanraking met zijn soortgenooten zoeken, om een min of meer algemeen be stuur van een verbond tegenover de organen der arbeiders te kun nen stellen. Op deze wijze is veel tot stand gekomen dat voor beiden van Kunt ge dit alles nu onder ecde ge tuigen, vrouwtje? vroeg Hempel, belang was de arbeiders hebben van hun volmaakt gerechtvaardigd streven naar een menschwaardig bestaan dikwijls schoone vruchten kunnen plukken en de werkge vers-organen hebben zoowel door positieven arbeid, als door rem mend op te treden, waar de ar beiders wat al te onbekookt van stapel wilden loopen, medege- holpen de maatschappelijke evo lutie in goede banen te houden of te brengen. Vooral in den aanvang van dezen strijd tusschen kapitaal en arbeid, nam de middenstander de positie in van Nederland in den wereldoorlogbelanghebbend, neutraal toeschouwer. Beiden waren zijn klanten en z'n eenige wensch wasrust. Geen sta kingen en uitsluitingen, geen op roer, geen plunderingen met in gegooide spiegelruiten, geen re volutie „Laat me met rust" kon toen de wapenspreuk der middenstanders zijn. Rust roest. Maar langzamerhand was rust niet meer voldoende als levens voorwaarde voor den midden stander: het maatschappelijke leven werd van steeds grootere samengesteldheidde wetgevende maatregelen gingen zich uitbrei den ook tot het bedrijf van den middenstanderde oorlog wierp zijn geesel over Europa's gekrom- den rug en striemde ook den middenstander; de liquidatie van dezen janboel èn de daarop vol gende, wel eens wat ultra-sociale, wetgeving stelde ook den midden stander tot eisch diep in den zak te tasten om de schatkist mede te helpen vullen Toen moest de middenstand zich organiseeren, opdat ook hij zijn woordvoerders kreeg die tot publiek en regeering konden spreken. Deze organisatie is er gekomen. Zij is nog bij lange na niet wat zij zijn moet en zij is natuurlijk uiteengevallen in verschillende neutrale, christe lijke en roomsch-kajholieke or ganisaties hoe zou dit in Nederland anders kunnen? Hoe licht Icon de „grijsbaard" op de maar niettemin zij is er en zal wel groeien tot wat zij zijn moet. Welke politiek te volgen? Vraagt men thans, na deze uiteenzetting van den feitelijken toestand, welke politiek de mid denstander heeft te volgen, dan moet het antwoord m.i. zijn middenstandsp'olitiek binnen het raam zijner godsdienstige of maatschappelijke overtuiging. De middenstand is geen par tij, maar een stand de naam duidt het reeds aan. En een, althans naar Nederlandsche op vattingen, gezonde of ten minste normale politiek moet nu een maal in partijverband en niet naar standen of belangengroe pen gevoerd worden. Al zou ook, van theoretisch standpunt, wel een en ander voor een speciale middenpartij in de politiek te zeggen zijn, de parlementaire practijk in Ne derland wijst uit, dat dit niet gewenscht is. De prakttyk. Practisch gesproken komt het er immers op neer, dat 90 pet. middenstands-kiezers hun poli tieke partij-candidaat stemmen, en niet hun stands-candidaat. De burgerlijke partijen hebben misschien wel in meerder heid middenstanders tot af gevaardigden. De aangewezen weg is dan ook, dat de verschillende mid denstandsorganisaties met toe wijding aan hun eigen verderen uitbouw doorwerken en daar door, binnen hun geloofs- of partijverband, een faktor van zoodanig belang vormen, dat men er rekening mede houden moet. in de kamer en den raad benoemt men geen middenstan der als zoodanig, doch leden van politieke partijen, waaronder ook bekwame middenstanders. Ons land heeft van dit dooreen- haspelen van privé- of standsbe- langen met politieke en maat schappelijke inzichten al teveel schade ondervonden. Elke middenstander heeft ech- ter tot plicht deel te nemen aan het politieke leven dezer dagen de tijd van zoeten dommel en „laat me met rust" is voorgoed voorbij De Tweede Kamer-verkiezingen. Dinsdag is door het Centraal Stembureau de nummering vast gesteld van de voor de Kamer verkiezing ingediende candida- tenlijsten. De uitslag hiervan is in den kieskring Middelburg 1 Rev. Soc. Partij (H. J. F. M. Sneevliet). 2. Communistische Partij Hol land (C. P. H. Centr. Comité, D. Wijnkoop.) 3. Nat. Boeren- en Tuinders- bond (lijst Speelman). 4. Staatkundig Gereformeerde Partij. 5. Anti-Revolutionaire Partij. 7. Christ. Historische Unie. 8. R. K. Staatspartij. 9. Middenpartij voor Stad en Land (Flotis Vos). 10. Plattelandersbond. 12. Communistische Partij Hol land (sectie van de Comm. In tern L. L. H. de Visser), 13. Christ. Dem. Unie. 15. Vrijz.-Democratische Bond. 20. Herv. Geref. Staatspartij (ds. G. A. Lingbeek). 23. S. D. A. P. Rev. Soc. Partij (H. J. F. M. Sneevliet). 29. Democratische Partij. 31. Vrijheidsbond. 32, Federatief Verbond van Middenstandsvereenigingen (H.J. Ter Hall). 34. R. K. Volkspartij (Mr. P. M. Arts). Koningin Emma te Amsterdam. Dinsdag bezocht de konink lijke familie Artis en 's avonds had het groote feestconcert plaats in het Concertgebouw, waar onder leiding van dr. Mengelberg werd gezongen en gemusiceerd. (Wordt vervolgd} AXELSCHE COURANT. Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 21) Daarop lachte de oude nog har der en stak wederom een lucifer aan, om zijn sigaar op te steken, terwijl hij nog half in de deur stond. Je hebt te veel zenuwen, mijn jongen, zeide hij. Ik merkte dit al na die geschiedenis in Qraz. Die oude plaagt je, naar 't schijnt, in je droomen maar dat is onzin. Gooi dien bal last van moraal en geweten toch over boord. Op deze wereld heet hetGij of ik en dan is 't natuurlijk: gij. En gaat alles niet schitterend Tot nu toei Maar Loop naar den drommel me je „maar". Twee hebben afgedaan Victor heeft zijn plicht gedaan, wat nog voor ons ligt, is het reinste kin derspel. Zelfs wanneer iemand later wat mocht vermoeden, dan wou ik hem nog wel eens zien bewijzen. En bewijzen is toch alles in zulk een geval, vergeet dat niet. Heb ik biet geniaal elk bewijs onmogelijk ge maakt Ja, oom. Nu dan 1 Hij trok hevig aan zijn sigaar. Eindelijk br&ndde ze. Kom, jongen, - wees vroolijk, ditmaal heb ik den slag gegeven, je be hoeft er heelemaal niet meer aan te denken. Dat was het laatste, wat ik hoorde, Ze verdwenen In de richting, waar van daan *e gekomen waren. geluisterd. Hij pakte de oude bij den pols. Vrouw, dat dat heb je alles wer kelijk gehoord? Niets er bij gelogen, niet aangedikt Neen, meneer, zoo waar ik een goed Christen ben. U kunt wel den ken, dat men in zulke omstandigheden op ieder woord opmerkzaam is en niets vergeet. Wel honderdmaal heb ik later in den geest deze geschiedenis weer beleefd want ik wil u wel bekennen, ik had aitijd het vermoeden, dat mens ons wei zoukomen vragen naar dezen moord. Waarom deed je zelf geen aan gifte? Het was je plicht geweest. Dat wilde ik ook doen, maar mijn man wilde het niet hebben. Be moei je niet nut een andermans zaken, zeide hij, en arme lui, als wij, doen het beste, met de politie maar niet in aanraking te komen. Hempel twijfelde er geen oogenblik aan, dat de oude de waarheid sprak. Hij kende de politievrees van zulke lieden. Jammer gerotg, was noch de identiteit van den vermoorde noch die van de moordenaars vastgesteld. En voor zijn theorie, dat von Lavan* dal dezelfde was als dr. Richter bood dit allemaal geen schijn van bewijs. Er was nu echter geen twijfel meer mogelijk, dat tusschen den moord op moeder Rabl en dezen verband bestond, dat dezelfde daders in 't spel waren, dat te een bepaald plan daarbij volgden en oom en neef waren. Hij Was gelukkig op het goede spocf, dat bewijs had hij tenminste. Zeker, als dat moet.... Hoe heet u Antonie Lagler. Toen die eene moordenaar een lucifer aanstak, zult ge zijn gelaat wel gezien hebben. Hoe zag hij er uit Hij was groot, en had een langen griizen baard. Een gewoon rnensch was hij zeker n;et, hij had iets voornaams over zich, niet alleen in zijn kleeding, maar ook op zijn gezicht. En de andere Dien kon ik niet zien, hij stond in de schemering. Ik weet alleen, dat hij middelmatig groot was en een zwarte snor had. Zoudt ge dien ouden vent nog herkennen Zeker. Mooi. Nu nog één ding, vrouw Lagler: vertel in uw eigen belang voorloopig niemand iets hiervan. Men weet niet, waar de „grijsbaard" zien tegenwoordig ophoudt, en het is mogi- lijk, dat hij zich hier nog schuil houdt. Schuilplaatsen zijn hier genoeg. En als hij vermoedens kreeg, dat ge hem beluisterd hebtweet u wel Het beste was, dat ge naar een ziekenhuis gingt, je voet zal daar ook het vlugst weer genezen Daar heb ik ook al aan gedacht. Maar de kosten en 't is altijd zoo vol. Ik zal zien, wat er te doen is. Mis schien kom ik morgen wel goed nienws brengen. Het gelukte Hempel inderdaad vrouw Lagler in een ziekenhuis te doen op nemen. Hij herademde, toen ie daar veilig geborgen was en haar verklaring op papier was gebracht. gedachte komen, zich nog eens te gaan vergewissen of die hut werkelijk onbe woond was Dan had hij geen duit meer voor de oude gegeven en z'n eenige getuige zou verdwenen zijn. Nu is de detectfve lachte grimmig ja, met al je voorzichtig heid dan toch een bewijs ontgaan, grijsbaard, dat, naar ik hoop, vroeg of laat zal helpen, je den nek te breken. Dat het lijk, uit den Donau opge haald, niet dr. Richter was, geloofde Silas nu beslist te mogen aannemen, ook al had hij nog geen bewijs daar voor. Tien tegen één stond het bij hem vast, dat Richter leefde en den doode een visitekaartje in den zak had gestopt, om zijn eigen spoor uit te wisschen. Toch was het merkwaardig, dat het ondergoed van den doode ook een R. droeg. Hempel liet het zich door de politie nog eens toonen en zag alles stuk voor stuk nauwkeurig na. Het was fijn, duur ondergoed, zoc- als bepaald alleen een vermogend man droeg. Bovendien was er een waarde vol gouden horloge mtt dubbele kast en een kleine, waarschijniijk oorspron kelijk voor dameshand vervaardigde ring van vreemd model en geringe waarde. Zeker een aandenken. De doode had hem aan den pink gedragen. Alles was in de couranten vermeld, maar niemand had zich aangemeld. Een nieuw punt van houvast vond Hempel ook thans niet. Kobler, die om de twee dagen Hem pel gefegeld rapport kwam brengen, over wat meneer von Lavandal deed, wist al evenmin iets van belang mee te deelen. Lavandal's leven leek een open boek. Hij ging veel uit met juffrouw Lichtenberg, bracht af en toe een avond met vrienden door en maakte overigens den tijd zoek, zooals dat uitviel. Van een geheim was geen spoor voorhanden, brieven ontving hij nooit en schreef er ook geen, voor zoover men kon nagaan. Een „grijsbaard" behoorde niet tot zijn kring van be kenden. Hempel begon langzamerhand zelf aan zijn verdenking te twijfelen. Had hij zich niet te veel door een toe vallige gelijkenis laten leiden en volgde lij niet een dood spoor? \Vaar de grijsbaard spoorloos was verdwenen, kon ook Richtei toeh met hem verdwenen zijn Misschien waren beiden al wel in Amerika of zool Zoo zat Hempel op zekeren middag weer op den divan te broeden en brak zich het hoofd over deze vragen. Neen I Ze konden nog niet weg zijn. Vrouw Lagler had immers ge hoord hoe de oude destijds, na den moord, had gezegd: Twee hebben afgedaan Victor heeft zijn plicht gedaan wat nu nog voor ons ligt, is het reinste kinderspel. Daaruit viel te concludeeren, dat er nog meer te doen was, voor men de vruchten van al deze misdaden kon plukken. Moest nog iemand uit den weg wor* den geruimd Hempel werd in zijn gepeins gestoord door de komst van Kobler, die totaal onverwacht kwam.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 1