Hst Geheim.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh - VI aanderen.
No. 19.
VRIJDAG 7 JUNI I 929.
45e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Televisie.
FEUILLETON.
Landbouwonderwijs.
OQ I
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Onder televisie verstaat men
het zien van personen en voor
werpen op grooten afstand. De
afstand waarop televisie mogelijk
is, is dus gelijk aan het gezichts
vermogen en dus voor ieder
tnensch verschillend en bovendien
wordt deze grenswijdte door
allerlei factoren beïnvloed. Door
middel van de techniek, van de
radio nu, is het gelukt, althans
populair gesproken, de werkings
sfeer van het menschelijk oog
nog belangrijk uit te breiden.
Door de radio-televisie hebben
wij de beschikking gekregen over
een „electrisch oog" van schier
onbegrensde reikwijdte en de
voornaamste samenstellende dee-
len van dit oog zijn: de uitzend-
installatie, de opvang-installatie
en de aethertrillingen, welke tus-
schen deze beiden de brug, de
verbinding vormen.
In de uitzendstations bevinden
zich lichtgevoelige cellen, welke
de varieerende lichtintensiteiten
van personen, voorwerpen, enz.
omzetten in stroomvariatie's. Dit
is dus het netvlies van het elec-
trische oog en wij kunnen dit
vergelijken met de microfoon van
het uitzendstation voor radio-
omroep. Door middel van aether
trillingen, opgewekt door het uit
zendstation, worden deze stroom
variatie's overgebracht naar de
ontvangtoestellen op overeen
komstige wijze, als zulks bij- de
tegenwoordige radio-omroep ge
schiedt.
Door middel van een ingenieuse
constructie van het ontvangtoestel,
de z.g. Weilersche schijf, worden
de ontvangen stroomvariatie's
weder omgezet in varieerende
lichtintensiteiten en op een mat
glazen plaat geprojecteerd.
Het overbrengen van afbeel
dingen nu heeft plaats in zoo
snelle opeenvolging, dat voor het
menschelijk oog de indruk ont
staat van een samenhangende
voorstelling of handeling, op
overeenkomstige wijze dus als bij
de bioscoopfilm.
De voor de omzetting der
lichtintensiteiten in stroomwaar
den van de zijde van den zender
en voor de wederomzetting der
ontvangstroomen in lichttrillingen
bij het ontvangtoestel gebruikte
organen voor radio-televisie, ver-
toonen over het algemeen veel
overeenkomst met die, welke
gebruikt worden voor electrische
beeldoverbrenging, zooals deze
reeds enkele jaren bestaat.
Net als de film.
Het overbrengen van televisie
beelden geschiedt echter met
groote snelheid van opeenvol
ging, daar meerdere beelden per
seconde moeten worden overge
bracht en geprojecteerd, om den
toeschouwer den indruk van een
samenhangende voorstelling of
behandeling te geven.
Voor een goede weergave-
kwaliteit zijn zoowel de fijnheid
van het raster als het aantal
complete beelden per seconde
van belang. Als'minimum moeten
acht beelden per seconde worden
geprojecteerd. Komt men beneden
dit aantal, dan ontstaat het flik
keren der beelden, zooals zulks
ook bij de eerste films het geval
was. Normaal geschiedt de pro
jectie met een snelheid van pl.m.
15 beelden per seconde, althans
bij het systeem Karolus-Telefun-
ken, dat volgens den tegenwoor-
digen stand der techniek het
meest volmaakte is.
De Karolus-vinding.
De persoon, wiens beeltenis
geteleviseerd wordt, plaatst zich
voor den zender en wordt door
een snel wisselenden lichtstraal
zoo snel „afgetast", dat elk punt
van het geheele beeld ongeveer
15 maal per seconde getroffen
wordt. Dit geschiedt door mid
del van een draaiend spiegelrad,
dat bij de tegenwoordige uitvoe
ring 50 spiegels op zijn omtrek
draagt.
De lichtsterkte bij de projec
tie is zóó groot, dat de afbeel
dingen zelfs in een normaal ver
lichte kamer nog duidelijk her
kenbaar zijn, hetgeen een groot
voordeel is van het Telefunken-
Karolus systeem. Daar het beeld
in pl.m. 2500 beeldpunten wordt
overgebracht, is ook de kwali
teit der weergave uitstekend,
omdat hierbij ook de half-tinten
tot hun recht komen.
De traagheid van het men
schelijk oog is oorzaak, dat
eventueele onnauwkeurigheden
bij het overbrengen van levende
beelden, gebeurtenissen of han
delingen niet opvallen.
Nu de techniek de mogelijk
heid geschapen heeft, is te ver
wachten, dat binnen afzienbaren
tijd de televisie in den radio-
omroep zal worden opgenomen.
Dan zal de tijd komen, dat
wij het orkest niet alleen per
radio hooren, maar ook zien,
hetgeen natuurlijk ook het geval
zal zijn bij belangrijke gebeur
tenissen, enz.
Misschien zelfs is de tijd niet
ver meer, dat b.v. een schip, dat
van ons land naar Indië vaart of
omgekeerd, deze reis „televi-
seert", zoodat men rustig in z'n
huiskamer de wereld doorreist,
de tafereelen, de vreemde lan
den, kusten en zeeën aanschouwt.
De televisie opent perspectie
ven van ongekende wijdte en
onoverzienbare mogelijkheden en
het lijkt niet te veel gezegd, als
men voorspelt, dat weer de
wereld staat aan den rand van
een nieuw gebied van cultuuren
wetenschap.
Dinsdag werden alhier op de
chr. landbouwschool weer open
bare eindlessen gegeven aan die
leerlingen, welke in aanmerking
kwamen voor bevordering en dat
waren allen, terwijl de „termen
voorwaardelijk" of „met taak"
overgaan ook niet werden ge
hoord. De namen dier leerlingen
melden we elders in dit nummer,
omdat we op den voorgrond
willen laten treden hetgeen nog
aan die openbare lessen gepaard
wordt, n.l. het officiëele gedeelte
voor die personen, welke dan ter
school aanwezig zijn buiten de
leerlingen.
Het is in 't algemeen de ge-
woonte bij zulke lessen in korter
of langer bewoordingen te wijzen
op het resultaat van het onderwijs
en de gelukwenschen der leer
lingen te doen samengaan met
eenige wenken' voor het maat
schappelijk leven. Dat gebeurde
ook hier weer.
Eerst had de leider der school, de
heer P. Ie Feber aan de leer
lingen, die voor het einddiploma
zaten, eenige vragen gesteld,
waaruit ons als leek weer ten
volle bleek, dat toch aan dat wat
men noemt „eenvoudige boeren"
toch zoo ontzachelijk veel ver
bonden is, sinds de tijden, dat
de wetenschap zich meer en meer
met dat vak is gaan bemoeien.
En dat is eigenlijk geen wonder,
want in hoofdzaak zijn kiemen,
wortelschieten, groeien, rijpen,
bevruchten en bemestingleer het
gevolg van scheikundige proces
sen. En waar is men aan een
einde, als men de scheikunde
betreedt 1
Dan komt daarbij de veeteelt,
met daaraan verbonden dier- en
plantkunde, eenige warenkennis,
eenvoudige boekhoudingen voorts
een repetitie van wat de hoogste
klasse der lagere school gaf.
Dit zij een korte samenvatting
van hetgeen de heer Le Feber
met zijn joigens in vier jaren
zoowat wekelijks behandelt. En
het vormt een leerstof, die de
jongens dankbaar aanvaarden,
want niet zonder ijdelheid praten
ze over dingen, waar vader mis
schien en grootvader zeker nooit
van gehoord heeft.
Maar jongens, grootvader heeft
ook niet gekend den weelderigen
tijd van tegenwoordig en kon het
daarom stellen zonder dat land
bouwonderwijs, dat intusschen
toen ook niet bestond. En heeft
ook niet gekend de zware lasten
en dure tijden en pachten, die
tegenwoordig vergezeld gaan van
lage marktprijzen en in niet ge
ringe mate het landbouwbedrijf
drukken. En daarom wees de
Rijkslandbouwconsulent, de heer
C Stevens uit Goes erop, hoe
noodzakelijk dat onderwijs is
vooral voor de jongens, die hun
vader in het bedrijf bijstaan, om
straks het ouderlijk huis uit te
vliegen en op eigen vleugels te
zweven. Zeker, daar zullen nog
enkele jaren over heen gaan en
gelukkig, want juist die jaren zijn
van zoo onberekenbaar nut, nu
de aanstaande boer weet het hoe
en waarom van zooveel dingen,
waarvan zij, die geen landbouw
onderwijs genoten, niets afweten.
Want het is ermee, zoo zeide
dhr. Stevens als met den blinde
en den lamme, als theorie en
praktijk samengaan vindt het zijn
weg, terwijl met elk van beiden
afzonderlijk het werk niet tot zijn
recht komt. Spr. hoopte dan ook,
dat de leerlingen een en ander
ter harte zullen nemen voor hun
later leven.
De heer Joh. de Feijter nam ver
volgens het woord als voorzitter
van den kring van den Chr.
Boeren- en Tuindersbond, van
welke organisatie deze school
een uitvloeisel is. Hij heette de
aanwezigen, o. w. vaders der
leerlingen, bestuursleden en com
missie van toezicht welkom en
dankte ook het Dag. Bestuur der
gemeente Axel en de pers voor
hunne belangstelling. Vervolgens
wees spr. op het voorrecht dat
de leerlingen hadden dit onderwijs
genoten te hebben en inzonder
heid dat te mogen ontvangen van
den heer Le Feber, die door jaren
van ervaring en chr. levensop
vatting de eigenschappen bezit
om de lessen zooveel mogelijk
productief te maken. Het is dan
ook wel jammer, dat er dezen
keer voor het eerste cursusjaar,
vermoedelijk als gevolg van de
gewijzigde wet op het 1. o. (het
zevende leerjaar) geen jongens
zich hebben aangemeld.
Wij voor ons vinden als
werkelijk het 7e leerjaar de oor
zaak is dat wel goed, want
heusch, voor den laatsten leer
gang van dezen cursus mogen de
jongens niet te jong zijn om te
begrijpen en mee te nemen
wat daar aangeleerd wordt. We
moeten nl. beseffen, dat de jon
gens dan geen school meer krij
gen en op zichzelf zijn aange-
Wordt vervolgd
AXELSCHE
COURANT.
25)
Oeh ja per slot van rekening
zjjn het geen staatsgeheimen en ik mag
bij zulk een vertrouwen toeh zeker
wel op discretie van uw kant rekenen?
Ik ken u niet. Ik ben echter zeer
gevoelig op het punt van eer het
is me zeer pijnlijk, dat iemand, zij het
ook in gedachten, mijn persoon, met
een misdadiger verwart. Daarom geef
ik u zoo bereidwillig elke gewenschte
inlichting. Ik hoop, dat u nu tevreden is?
Hempel zweeg.
Deze zekerheid verblufte hem inder
daad. Alle verklaringen droegen het
stempel van waarheid en waren op
getuigen gebaseerd. Het was nauwe
lijks denkbaar, dat meneer von Lavan-
dal, wanneer hij werkelijk met dr. Rich
ter identiek was, den moed had, zoo cp
te treden.
En toch
Zoo dikwijls Silas in die diep weg
gescholen grijze oogen zag, die koel
en droomerig tevens een merkwaardi-
gen aanblik boden, anders dan hij ooit
had gezien liep hem een rilling langs
den rug.
Hij is het toch, zei een stem in
hem.
Ik ben tevreden, wanneer u zoo
goed wilt zijn, op te geven, waar u
van 15 April tot 25 Mie precies ge»
weest is, zeide hij eindelijk.
Met genoegen hoewel ik moet
constateeren, dat u in uw ongeloof
Vel wat ver gaat, meneer Brucknen
Laat me eens even nadenken14 April
ben ik vertrokken. Eerst naar Alag.
In Boedapest logeerde ik in hotel
Deak, ongeveer veertien dagen. Over
Miinchen, waar ik twee dagen bleef
hotel Crone ging ik voorts naar Parijs,
waar ik mijn intrek nam in het hotel
Autriche.
Het laatste was ik in Aix-les-Bains,
hotel d'Arck. Overal heb ik mijn naam
doen inschrijven, wanneer u het dus
noodig oordeelt, informaties in te
winnen, dan zult u bevinden, dat mijn
opgaven geheel juist zijn. 26 Mei keerde
ik terug, zooals de portier hier getui
gen kan.
Onder het spreken had hij de namen
der plaatsen en hotels op een brief
je geschreven, dat hij Hempel toe
reikte.
Ik hoop, dat u nu niet langer
twijfelt, zeide hij glimlachend, Overi
gens beweerde u, dat men dr. Richter's
lijk uit den Donau had opgehaald
ik leef echter gelukkig nog. Dat had
u reeds moeten overtuigen.
Hempel antwoordde niet op deze
laatste opmerking. Hij was opgestaan
en greep naar zijn hoed.
Ik beken, dat ik alle reden heb,
u om verontschuldiging te vragen, me
neer von Lavandal. De gelijkenis is
echter inderdaad groot en mijn
belangstelling voor dr. Richter is zoo
groot, dat
O, laat u deze verontschuldigin
gen j het verheugt me, dat ik u heb kun
nen overtuigen.
Hij nam met dezelfde welwillende
1 hoffelijkheid van Hempel afscheid,
waarmede hij hem ontvangen had.
Vlak voor de deur wendde Hempel
zich plotseling nog eens om en maakte
een buiging, In werkelijkheid had hij
daarmede de heimelijke bedoeling, door
deze plotselinge wending nog iets op
het gelaat van Lavandal te lezen een
bevestiging van zijn nog altijd voortdu
rende verdenking.
Voor de derde maal werd hij even
wel teleurgesteldonbevangen stond
de jonge man bij de tafel en zag
hem zonder een enkel bewijs van
triumf of verlichting onverschillig na.
Nooit in zijn leven was Hempel
innerlijk meer verward en onzeker ge
weest.
Even wijs, als hij gekomen was,
ging hij weer heen. Lavandal's op
gaven na te gaan, had natuurlijk geen
doel.
Of hij was werkelijk Lavandal en
geheel onschuldig en dan waren ze
natuurlijk juist, öf hij was tevens dr.
Richter, de grootste schurk, die rr
ooit geweest was, en de opgaven waren
dan een kunstig in elkaar gezet alibi-
bewijs, waarin ongetwijfeld geen ga
pingen te vinden zouden zijn. En boven
dien kon tijdens de Richter-affaire geen
ander dan Lavandal alle genoemde hotels
hebben afgereisd
Maar wie was dan de als lijk uit den
Donau opgehaalde
Men vindt toch maar zoo niet een
jongen man, wiens oppervlakkige
gelijkenis iemand aanleiding geeft
hem te vermoorden en met een vreemd
visitekaartje in 't water te werpen
Ieder mensch heeft toch familie of
vrienden, die een ondeizoek naar zijn
verdwijnen zullen instellen?
Voor de eerste maal viel het Hempel
op, dat geen mensch naar den doodehad
geïnformeerd.
Vreemd en overk'aarbaar) even
vreemd) dacht Silas, dat deze La
vandal me niet vierkant de deur
heeft uitgegooid, doch z;ch daaren
tegen moeite gaf, al mijn vragen te
beantwoorden.
Dit geduld was opvallend.
Ik bv., dacht Hempel verder, zou
een wildvreemde niet tot een bezoek
uitnoodigen en voorts bereidwillig
alle mogelijke nadere bijzonderheden
over mijn persoonlijkheid meedeelen 1
Plotseling viel hem een reddende ge
dachte in.
De weduwe Glaser.
Dr. Richter had toch twee dagen
bij haar gewoond. Zij moest zekere
eigenaardigheden, die iedereen bezit,
beter kennen dan Hempel, die Richter
slechts eenmaal had gezien.
Was Lavandal identiek met Richter,
dan moest de weduwe Glaser hem ook
herkennen.
Den volgenden morgen begaf hij
zich naar haar toe. Hij had vernomen,
dat meneer Lavandal gewoon was
met andere heeren van vijf tot zes in
café „Trattenhof" te biljarten.
Naast de biljartzaal was een klein ver
trek, van waaruit men de biljarters goed
kon gadeslaan, zonder zelf gezien te
worden.
Daarheen begaf z;ch de detective
op zekeren middag met de weduwe.
Hij had zijn uiterlijk zoo veranderd,
dat hij er als een gegoed provinciaal
uitzag.
Wanneer Lavandal's blik toevallig op
hem mocht vallen, dan zou hij geen arg»
waan krijgen.
Ze wachtten ongeveer een kwartier,
toen Hempel de weduwe opgewonden
aan den arm stootte,
Daar is hij. Niet opvallend naar
hem zien, de gelegenheid afwachteü, die
meneer, die juist met den biljartjongen
spreskt
Die? Dat zou dr. Richter zijn?
Geen denken aan I Dr. Richter had een
zwarten snor
Wat snor I Dien kan men toch
laten wegscheren Zie eens naar
zijn gezicht, zijn gelaatstrekken, zijn
oogen.
Zeer nauwkeurig bezag weduwe Gla
ser den haar aangewezene. Zij schudde
het hoofd.
Neen, hij is het beslist niet.
Richter had een frissche kleur, deze
heefteen kleurloos,ziekelijkgelaat.Rich
ter was ernstig afgemeten, bijna onbe
holpen in al zijn bewegingen. Deze be
weegt zich met zekere elegance en ziet
er vroolijk uit.
Maar de grootte
Ja, die komt wel zoowat overeen,
dat is ook alles.
En de oogen, die hadden toch een
vreemde uitdrukking
Ik geoof, dat dr. Richter's oogen
donker waren, maar hij is het toch niet.
Beslist niet I
En daarbij bleef ze. Hempel was zeer
teleurgesteld.
Hij begreep, dat wanneer hij ooit
Lavandal's identiteit met Richter zou
willen bewijzen, deze getuige al zijn
beweringen omver zou werpen.
En toch verzette zich in hem nog iets
heftig tegen het geloof aan Lavandal's
onschuld.
Hij kende datdat was geen rechts
zekerheid of eigenzin, maar een inner
lijk instinct, dat hem steeds weer toe
fluisterde Je moogt dezen man
niet meer uit het oog verliezen, er is
iets aan hem, dat opheldering ver*
elschtj op een of andere wijze is hij
toch in de zaak betrokken.
Hoe? Hij wist het nieL