J Binnenland. Mqnhardt's Laxeertabletten en voor verschillende menschen, hooger dan hier wordt voorge spiegeld, dan is alle getheoreti seer voor ons trouwens over bodig. Laat de naakte werkelijk heid tot ons spreken. Veel zou nog te zeggen vallen, b.v. ook over de lek-verliezen die zoo abnormaal laag geraamd zijn, eenige gemeente, die tegen ver plichting was, en tijdens den bouw van het buizennet zijn ze nog allen aangesloten. Spr. is het eens met dhr. Kruijsse, dat als de verplichting met 10 pCt. verhooging van de baan was, men er niet aan begonnen zou zijn. Een arbeider, die nu per ten gunste van een met kunst en i jaar f 7 zou moeten betalen voor vliegwerk ineengezette rentabili- teitsberekening Hier neemt men 7V9 pCt. aan, in Zuid-Beveland blijkt het 30 pCt. te zijn. Als hier zulke eischen aan de prise d'eau gesteld worden en wie vei zekert, dat het niet zoo zal zijn en misschien nog erger, hoe fali kant moet alles dan uitloopen. Dat is ons op het Rijksbureau niet weerlegd kunnen worden M. de V. De Waterleiding is op dezen voet onaannemelijk, ongewenscht voor de bevolking en zou werkelijk een ramp zijn. Laat ons verstandig zijn. Onze bevolking is voor 90 pCt. vier kant tegen deze Waterleiding. Hoe kan men nu rentabiliteit ver wachten waar 10 of zeg 25 pCt. der bevolking zich hoogstens gaat wagen aan aansluiting op een Waterleiding, die niet alleen hen zelf maar straks ook de over heidskas geheel zou plunderen door b.v. het vervallen der ver plichting. Het is eigenaardig dat men noch mij, noch dhr. Claessens nooit over deze mogelijkheid ge sproken heeft. Men zij dubbel en dwars voorzichtig. Wij waarschuwen krachtiger dan ooit tegen deze Waterleiding. De Raad neme een besluit in dengeest van het adres, dat zoo spontaan door het volk is geteekend en dat klare duidelijke taal spreekt. Geen verder voor behoud en geen lapmiddeltjes, geen rekken van het droevig bestaan en verhoogen der finan tiëele lasten door de reeds zoo hooge kosten nog hooger op te voeren. Slechts ontbinding kan ons uit de malaise voeren. Men spreke niet van de industrie, di men daardoor weertde indu strie heeft nog nergens zoo wei nig naar een waterleiding g vraagd dan in deze streek en onze onmiddellijke omgeving leert dat de industrie er daarom komt Dat bezwaar geldt dus niet. In een sectievergadering der C. v. O. werd door industrieelen ver klaard nl. door dhr. Ver- schaffel uit Sas van Gent dat hij voor zijn fabriek geen behoefte had aan een waterleiding. Zoo is het in doorsnêe. Ook dhr. de Bel redeneerde niet anders. Dhr. Kruijsse zegt, dat dhr 't Gilde zich vergist, als hij zegt, dat B. en W. in haar preadvies voorstellen om te vragen met 10 pCt. verhooging van de ta rieven om van de verplichting af te zijn. Het preadvies is daarin niet erg duidelijk. Het is een voorbehoud van dhr. Oggel, dat aan het voorstel is toegevoegd Maar spr. is het daarmee ook niet eens, want als door die 10 pCt. de verplichting had kunnen vervallen, was men er nooit toe gekomen en zouden veel bezwa ren opgeheven zijn. Spr. noemt zich een groote voorstander van de waterleiding, en heeft de overtuiging, dat die er niet kan komen zonder verplichte aan sluiting; hij zou er tegen stem men, indien die verplichting mocht vervallen. De Voorz. meent, dat het pre advies in deze duidelijk zegt, wat B. en W. voorstellen en een restrictie van de mi iderheid spreekt van een ander middel, ofschoon spr. ook denkt, dat dit niet gaan zal. Aan het Rijks Bureau is in de vergadering van aandeelhouders gevraagd of het mogelijk was de verplichting te doen vervallen en dan is geant woord, dat zulks met 10 pCt. verhooging van de tarieven nog niet gaan zou en men een nieuwe rentabiliteitsberekening zou moe ten maken, om zulks te berekenen. Toch is zoo'n berekening wel mogelijk, want in Tholen b.v. heeft men de eerste 5 jaren geen verplichting opgelegd en hebben de menschen toch allen aange sloten. Ook op Schouwen en Puiveland was Bruinisse de de waterleiding, zou dan f7,70 moeten betalen en dat zou vol gens spr. niet ontzien .worden. Als er geen grooter bezwaar was, zou spr. daar ook best voor te vinden zijn, maar omdat hij zulks niet mogelijk acht, is hij tegen dat voorstel. Dhr Oggel begrijpt niet, dat dhr. 't Gilde nu voor 't eerst hoort, dat naar de mogelijkheid om van de verplichting af te komen is getracht. Zulks is toch besproken in de vergadering van aandeelhouders op 14 Februari j.l. en toen is door den Directeur van het Rijks Bureau, den heer Krul gezegd, dat dit met een verhooging van b.v. 10 pCt. van de tarieven wel gaan zou. Spr is persoonlijk ook voor verplichte aansluiting, maar als dat nu op zulke groote bezwaren bij de bevolking stuit en die verplichting te ondervangen zou zijn door eenige verhooging, dan heeft spr. gedacht de waterleiding, die zoo'n nuttige instelling voor onze streek zou zijn, te redden door zijn restrictie, omdat zonder deze het voorstel van B. en Wgevaar loopt verworpen te worden en ook andere gemeenten zich ver zetten tegen de verplichting Dit wordt toch beschouwd als het grootste bezwaar tegen de waterleiding en als nu een hoog staand persoon, als de Directeur van het Rijks Bureau voor water voorziening zegt, dat dit bezwaar kan vervallen, dan moeten we toch ook vertrouwen, dat het kan. Wat de lekverliezen betreft, dit is ook in Den Haag besproken en toen is uiteengezet, dat hier het percentage lager kan worden begroot, omdat het gebruik groo ter is Het verwondert spr. dat dhr. 't Gilde daar nu weer mee voor den dag komt. Dhr. Claessens De rapporten geven toch aan, dat het in Zuid- Beveland 18 pCt. en in Limburg zelfs 20 pCt. is. Dhr. OggelDat komt, omdat het toegestaan verbruik van wa ter minder is, daardoor wordt proceriisgewijze het cijfer hooger. Dhr. Claessens merkt op, dat ook de begrooting voor de grond prijzen er naast is en misschien een millioen of anderhalf te wei nig is geraamd. De oppervlakte welke men noodig achtte, is veel grooter gebleken, dan men zich voorstelde en kan men wel schatten op 200 Hectaren, wan neer men rekening wil houden met de ontwatering der gronden. Het is bekend, dat daarover in Noord-Holland een belangrijke procedure loopt en als het hier ook verkeerd mocht loopen, wie zal dan de tekorten betalen De Voorz. zegt, dat men over de techniek hier niet oordeelen kan, dat is een zaak van des kundigen en als zoodanig heb ben we daarvoor vertrouwen te stellen in de personen, die daar voor de verantwoordelijkheid dragen, dat zijn de hoogste ambtenaren door de Regeering als zoodanig aangesteld, in dezen de beambten van het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening in Den Haag. Dhr. Oggel meent, dat men die kwestie in de vergaderingen der comm. van onderzoek had moeten behandelen. Dhr. Claessens Dat deden we ook, maar men gaf ons geen voldoende inlichtingen. Dhr. OggelDat weet ik niet, maar wel is gezegd, dat dhr. Claessens gevraagd heeft om hem stukken toe te zenden en toen de secretaris der commissie, dhr. Ramaker heeft geantwoord, dat hij die stukken, welke hem aan geteekend waren toegezonden, niet durfde afgeven, maar ze ten zijnen kantore ter inzage lagen. Dhr. Claessens Maar die stuk ken moeten ze niet alleen aan ons moeten zijn op de vergadering Maar toen spr. den naam Van Oldenburg noemde, stonden allen perplex en kwam er geen anl woord meer. Dhr. Oggel zegt. dat toch ook in de commissie van onderzoe vertrouwen gesteld kan worden daar die toch bestaat uit men schen van allerlei richtingen. Dhr. 't GildeAls die com missie zich te beklagen heeft over onserieuze behandeling, dan is het niet van onze zijde, maar van het Bestuur zelve De Voorz. moet daartegen protesteeren. Het Bestuur is ai- tijd bereid gevonden om de meest mogelijke inlichtingen en openbaarheid te geven. Dhr. Van Dixhoorn zegt ge vraagd te hebben om een beetje spoed, maar moeten we nu den tijd zoek maken met de werk wijze van de commissie? Het gaat er z.i. over of men is vóór of tegen de waterleiding. De Voorz.Aan de orde is het rapport. Dhr. 't Gilde zegt, dat het ver bruik veel te mooi is voorgesteld Hij heeft rapporten thuis, die veel ongunstiger zijn, dan deze raming. En wat betreft de be trouwbaarheid van het Rijks Bureau, dat typeert zich, als de heer Carrière, ingenieur van dat bureau, te Aardenburg tot de raadsleden zegt, dat er te Thol het eerste jaar al winst gemaakt is, terwijl de dagbladen melden, dat er met tekorten gewoekerc wordt. Men hoeft dan niet meer te twijfelen aan de betrouwbaar heid. De Voorz.: Het is toch geen wonder, dat er het le jaar te korten zijn Dhr. Claessens zegt, dat ook de afschrijvingspolitiek niet deugt, wat o a ook is gebleken op een bijeenkomst van accountants, waartegenover de heer Krul de afschrijvingsmethode niet kon goed praten en de conclusie werd getrokken, dat als het er maar eenmaal was, de zaak wel draaien zou. Dhr. Oggel vraagt of men dan tegenover die deskundige men schen maar moet blijven strijden met gegevens, die in de lucht hangen. Dhr. ClaessensEn de heer Oldenburg dan. Hij geeft toch geen dementie De Voorz. zegt juist een brief te hebben van dhr. Oldenburg, dat hij niet weet ooit geschreven te hebben, dat er op St. Jansteen geen water genoeg was en ver trouwt dat men hem, als ronde Zeeuw den naam van den-geadres seerde zal noemen. Dhr. 't Gilde Dan zullen we dat den heer Oldenburg wel eens meedeelen. Dhr. Kruysse gaat nog eens na, hoe de zaak geloopen is en hij persoonlijk zoowel tegen liqui datie was als het benoemen der commissie afkeurde. Toch stelt hij vertrouwen in de uitspraak dier commissie en nu de con clusie, dat de waterleiding ren dabel is, door die commissie is getrokken en zich daar slechts 3 personen tegen hebben verklaard zegt spr., is er geen reden om die andere leden minder te ver trouwen dan de 3 tegenstanders en vraagt hij zich af, of die het dan weten. Spr. is nu persoon lijk juist nog met meer overtui ging voorstander van de water leiding. Dhr. Claessens heeft niet altijd respect voor deskundigen. Het is bij de P. Z. E. M. ook ge bleken met van der Hegge Zijnen en toen er op een groot tekort werd gewezen door de Staten leden, bij de P. Z. E. Mzeide mr. Dieleman, dat dr. Feldman een misrekening had gemaakt. Dat was toch ook een deskundige, waarin vertrouwen was gesteld En hoe is het met dr. Weijerman Door het Rijksbureau wordt hij als niet betrouwbaar afgekamd en door de Regeering wordt hij om zijn hooge bekwaamheden naar West- en Oost-Indië gezon den, terwijl de pers er lof over spreekt. Dan is het voor hem ook nog Vlaanderen uitstrekt, want voor deze streek alleen zou het veel voordeeliger zijn. Wijlen burge meester Collot d'Escury dacht daar ook zoo over. De Voorz. merkt op, dat dit niet bewezen is, want toen de heer Krul in de vergadering van aandeelhouders vroeg om een berekening van dat plan, bleek die er niet eens te zijn. Je had den geen berekening. Dhr. ClaessensWe hadden er geen ja, maar daarom bestaat de berekening wel. Alleen is die naar de ingenieur ons zei, voor geen ton te krijgen, omdat het den man het hachje zou kosten. Zooveel macht heeft het Rijks Bureau. Maar het gezond verstand zegt toch, dat een klein traject voor deeliger is. Voorz. Natuurlijk, voor één plaats was het nog goedkooper, maar dat wordt niet toegestaan noch door het Rijk, noch door de Provincie. Dhr. Claessens Aan die pro vinciale reglementen heb ik lak. Dhr. Van Dixhoorn zou liever maar willen stemmen. Het blijkt wel, dat de tegenstanders tegen standers blijven en omgekeerd. Spr. is ook overtuigd, dat er wel fouten zijn en wil gaarne mee werken, om die op te lossen, maar het blijkt hem dat het daar niet om te doen is. De water leiding weg te werken, dat is het doel en daarom zou hij maar willen stemmen. De Voorz. zegt, dat nog altijd het rapport aan de orde is. (Wordt vervolgd). Holberichten. Zaterdagmiddag arriveerde de Koningen met den D-trein uit Zwitserland te Utrecht, vanwaar H. M. zich naar Soestdijk begaf. Het wederzien met de Konin gin-Moeder en Prinses Juliana was zeer hartelijk. Ex-keizer Wilhelm en zijn ge malin brachten Donderdag te half vijf een kort bezoek aan H. M. de Koningin-Moeder ten paleize Soestdijk. Om 6 uur keerden de hooge bezoekers in twee auto's weder naar Doorn terug. Koningin Emma deed haar gasten uitgeleide op het bordes. De N. S. F. Dat ook de Nederlandsche Sein- toestellen Fabriek de bekende Radio N. S. F. te Hilversum een steeds hoogere vlucht neemt, moge blijken uit het feit, dat dezer dagen aldaar reeds de tweedui zendste arbeider in dienst is ge nomen. Ingezonden Mededeelingen Voor Allen die Sukkelen met Verstopping of moeilijken, tragen en onregelmatigen Stoel gang zijn onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn. Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 ct. toonen, maar aan alle leden die een groot bezwaar, dat de water stukken hadden te Terneuzen leiding zich ook over West Z.- AXEL, 28 Mei 1929. Evenals in de overige plaatsen van Zeeuwsch Vlaanderen en ook Zeeland, waar geen waterlei ding is, ondervindt men ook hier ter plaatse veel last van de droog- Votral aan drinkwater is veel gebrek en is het noodig dat ge regeld water van elders wordt aangevoerd, wat ook geschiedt. De Z. VI. tram brengt op ver schillende plaatsen tanks met water en verkoopt dat. Van ge meentewege wordt het hier ge distribueerd voor 8 cent per emmer. Ook daar zit nog den oorlogsprijs in, zou men zeggen. In onze jongensjaren werd bij droogte ook wel water verkocht van de kerk of aan het station van de lijn MechelenTerneuzen voor vier cent voor een gang, d. i. 2 emmers. Opmerkelijk is, dat bij dit watergebrek de waterleidings kwestie zoo besproken en be schreven wordt; alsof die in dit tijdperk al water zou geven Bovendien dunkt ons, dat men de bestrijders der waterleiding- politiek niet in den mond mag leggen, dat zij „tegen waterleiding" zijn, dat is te naief. We gelooven zelfs, dat in dat geval de strijd al lang uitge streden was. Objectief beschouwd moeten er in de actie contra wel andere krachten schuilen, als een klein getal menschen een zaak, die van zooveel nut is en gestennd wordt door Rijk, Provincie en Gemeenten en overigens door zeer velen wordt voorgestaan, aan een lichaam als de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterlei ding Maatschappij een zoo zwa- ren strijd bezorgt. Hoe het zij, het is te betreuren. We lazen van Hulst en Bres- kens, dat daar een schuurverbod is ingesteld in verband met de droogte. Waarom ook niet, de pompen worden dan wat ge spaard en evenals bij vorst zulks geen onoverkomelijk bezwaar is, is dat nu ook zoo. We zouden het practisch vinden, dat ook hier zoo'n maatregel genomen werd. Ora et Labora. De jaarvergadering, welke Vrij dagavond alhier in het Zondag schoolgebouw werd gehouden door de jongelingsvereeniging op Geref. grondslag had een bijzon dere beteekenis, doordat het de 35e was en er dus reden was daaraan een feestelijk karakter te geven, o.a. door de zaal te ver sieren en tal van dames en hee- ren uit te noodigen, om daarvan getuige te zijn en mede te vie ren het 35-jarig bestaan, zoodat ongeveer 150 personen aanwe zig waren. Men was zoo vrien delijk ons eenige gegevens te verschaffen, waaraan we het vol gende ontleenen Verschillende toespraken en ingekomen gelukwenschen wer den ten gehoore gebracht, waar van we hier enkele aanstippen. Allereerst dan wees de voorzit ter, de heer L. Hamelink op de vreugde die onder de vereenigde jongelingschap heerschte over het feit van den dag en deed daarbij uitkomen het onderscheid tus- sehen de vreugde der christenen en die der wereld. De secretaris, de heer D. J. Oggel gaf het jaarverslag en knoopte daaraan vast een stukje geschiedenis van „Ora et Labora", die thans 30 leden telt en in de 35 afgeloo- pen jaren 200 namen heeft ge boekt van personen, welke in hun jongelingsjaren de vereeni- ging door hun lidmaatschap steun den. Wijzend op den naam der vereeniging, spoorde hij allen aan die lijfspreuk, het „Bidt en Werkt" tot de hunne te maken. Hierna werden de afgevaar digden van den Geref. kerke- raad en zustervereenigingen ver welkomd en gaf het lid, dhr. M. Verschelling een inleiding over „de Christelijke vrijheid", die hij stelde boven de vrijheid der wereld. Na eenige bespreking werd een korte pauze gehouden. Het tweede gedeelte van het programma werd ingeleid door een opwekkend woord van dhr. G. den Deurwaarder, den eere voorzitter, gevolgd door een jaarverslag van den bibliotheca ris, dhr. A. Bakker, waaruit bleek, dat men over heel wat studie materiaal en ontspanningslectuur heeft te beschikken. Daartoe aangezocht hield de Zeer Eerw. heer ds. P. van Dijk, van Serooskerke, een feestrede onder den titelAutomaat of Geest. Bij een zielkundige be schouwing over deze begrippen deed spr. uitkomen, dat de jon- gelings-leeftijd voor velen de tijd van beslissing is voor het leven en welk een groote beteekenis daarbij het verenigingsleven heeft om te eindigen met de conclusie, dat men geen keuze doen moet tusschen automaat of geest, maar deze beide elkaar moeten aanvullen en het dus zij automaat èn geest. Alsnu volgde weer een korte pauze, om het derde gedeelte te vullen met samenspraken, decla matie, enz, w.o. een mooi tableau, waarin doel en grondslag van de vereeniging tot uiting kwamen»

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1929 | | pagina 2