Ao I
Het Qeheim.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - VI aan deren
Voor Volkenbond en Vrede.
No 9.
WOENSDAG 1 MEI 1929.
45e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
i.
Het Hoofdbestuur dezer ver
eeniging zond ons een schrijven,
waarin zij verzoekt, om het onder
staand artikel te plaatsen, ten
einde het getal leden en dat der
afdeelingen uit te breiden. We
voldoen gaarne aan dat verzoek,
overtuigd als we zijn, dat iedere
steun, hoe klein die ook moge
schijnen, zal bijdragen tot de
vredesgedachte en het vredesdoel.
En waar we nu zoo pas in ons
stedeke met geestdrift hebben
gevierd den 20sten jaardag van
H. K. H. Prinses Juliana en in
ieders hart den wensch mee
dragen, dat Zij eenmaal op den
troon gekomen, ons land moge
besturen zonder bedreiging van
oorlogsgevaar, daar achtten we
het tijdstip gunstig om te toonen,
hoe kan worden gewerkt om dien
wensch te verwezenlijken en te
toonen door daden, dat men
daarnaar streeft.
In bijkans alle landen zoo
schrijft men dan zoowel die,
welke aansloten bij den Volken
bond als die, welke nog niet tot
de leden daarvan behooren, be
staan Vereenigingenvoor
den Volkenbond, wier doel
is de beteekenis, den arbeid, ja
het bestaan van den Volkenbond
te propageeren en bekend te
maken onder de groote menigte.
Zulk een Vereeniging is in Neder
land de „Vereeniging voor Vol
kenbond en Vrede", waarvan het
Secretariaat gevestigd is Jan van
Nassaustraat 93 te 's-Gravenhage.
Deze Vereeniging is geheel
onpartijdig samengesteldin het
Hoofdbestuur, waarvan Prof. Mr.
A. Anema te Haarlem Voorzitter,
Mevrouw Mr. C. Bakker - van
Bosse te 's-Gravenhage onder-
voorzitster is en bekende persoon
lijkheden als Prof. Mr. J. H. Car-
pentier Alting, Mej. L. C- A. van
Eeghen, Mr. A. M. Joekes, Mr.
J. Limburg, Prof. Dr. E. Moresco,
Henri Polak, J. J. de Roode, Prof.
Mr. V. H. Rutgers, Mr A. van
Ryckevorsel, P. J. Serrarens, Prof.
Dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
H. G. Surie om er slechts
enkelen te noemen deel uit
maken, hebben zitting mannen
en vrouwen van de meest uit-
eenloopende richting en uit ver
schillende kringen der maat
schappij. In dit Hoofdbestuur
ontmoeten zij elkander op het
gebied van den Volkenbond en
den Vrede, die, zij het ook naar
uiteenloopende gevoelens, hun
aller warme belangstelling en
enthousiasme heeft.
Is het zoo is men geneigd
te vragen nog noodig den
Volkenbond en zijn arbeid pro
paganda te wijden Dit insti
tuut, ontstaan uit en als gevolg
van den oorlog, is toch bekend
genoeg. Het mag zich toch in
steeds grooter belangstelling en
sympathie verheugen, vooral na
dat als laatste der voormalige
Centrale landen ook Duitschland
tot den Volkenbond is toegetre
den, ja zelfs een plaats in den
Raad heeft verkregen, waardoor
het eenzijdig karakter van den
Volkenbond tot het verleden is
komen te behooren.
Hef moest inderdaad zoo zijn,
maar het is zoo niet. Want
eenerzijds wordt niet voldoende
begrepen, dat de Volkenbond nog
is een instituut in opkomst, te
zwak nog om velerlei te onder
nemen wat men hem gaarne op
de schouders zou leggen, en
anderzijds wordt ongeduld ge
toond tegenover de langzame en
geleidelijke ontwikkeling, waar
aan de Volkenbond, gelijk wel
elk lichaam van zoodanigen om
vang en beteekenis, onderworpen
is. Hoe nu, zou men mogen
vragen eeuwen achtereen is de
oorlog als een normaal verschijn
sel gezienop den Volkenbond
is nu de taak gelegd om te orga-
niseeren een wereld, waarin de
oorlog een uitzonderlijk verschijn
sel zal zijn. Zou men nu werke
lijk verwachten, dat deze taak
zich in een tiental jaren tijds kan
voltrekken, een zoo luttel beetje
oogenblikken tegenover de ge
schiedenis, die bij eeuwen en niet
bij jaren telt?
Ongetwijfeld, er is in sommige
opzichten reden tot ongeduld.
Niet, omdat de Volkenbond geen
politiek werk van den eersten
rang doethij heeft bij de op
lossing van belangrijke inter
nationale geschillen als tusschen
Italië en Griekenland, tusschen
Griekenland en Bulgarije, tus
schen Polen en Lithauen, tus
schen Engeland en Turkije, laat
stelijk tusschen Bolivia en Para
guay, zijn diensten verleend en
niet zonder succes.
Steeds meer is Genève ge
worden een soort internationaal-
diplomatieke Jaarbeurs, waar de
leidende staatslieden der ver
schillende landen een vroeger
niet bestaande gelegenheid heb
ben om elkander te ontmoeten
ongehinderd, ja bijkans ongezien
te spreken over die belangen,
die in hun handen zijn gelegd.
Naast den Volkenbond heeft zich
Locarno ontwikkeld uit de sa
menwerking in den Volkenbond
is het Kelloggpact ontstaan. Ze
ker, het Protocol van 1924,
waarop wij zoo groote verwach
tingen gebouwd hadden, is (nog)
niet in verwezenlijking getreden,
maar de grondgedachte daarvan,
die bevatte de veroordeeling van
den aanvalsoorlog als interna
tionale misdaad, is gevestigd.
En ongetwijfeld vordert men op
den weg naar ontwapening lang
zaam, maar men bedenke toch
ook welke groote hinderpalen
daarbij zijn te overwinnen, met
hoevele, gansch uiteenloopende
belangen moet worden rekening
gehouden. Zeker, de Econo
mische Conferentie heeft niet
onmiddellijk oplossing van ge
heel het ingewikkeld economisch
vraagstuk gebracht, maar toch,
een eerste schrede is gezet op
dien weg, en wie weet waartoe
deze kan leiden,
Dit alles dient men afwisse
lend te overdenken en te over
wegen.
Kameroverzicht.
De Eerste Kamer had de
vorige week slechts een korte
agenda te behandelen, welke in
Weet u dat ook, wat moeder
twee vergaderingen werd afge
daan. Dit kwam vooral doordien
de voorzitter de beide wetsont
werpen tot goedkeuring van de
met België gesloten verdragen
omtrent juridische onderwerpen
van de agenda had afgevoerd,
omdat de Kamer teveel werk
heeft.
Behandeld is de ontwerp-
begrootmg voor de Posterijen
en voor de Mijnen. Mevr. Pot
huis-Smit sprak over de zend-
tijdverdeeling tusschen A V R O.
en V.A.R.A., daarbij betoogende,
dat de laatste al zeer stiefmoe
derlijk was bedeeld. Minister
van der Vegte kon geen toezeg
ging doende zaak is thans in
handen van den Radioraad en
Z.E. moet diens advies afwach
ten. Voorts leverde de heer Her
mans critiek op de uitsluiting
van ongeadresseerde stukken, die
van godsdienstigen of politieken
aard zijn, van de bezorging aan
alle huizen. Het zou ons niet
verwonderen, als de bezorging
van ongeadresseerde stukken
huis aan huis door de post
spoedig weder zou verdwijnen.
Bij de begrooting van het
mijnbedrijf besprak de heer Lin-
deijer het ongeval in de staats
mijn Hendrik. Maar Minister
van der Vegte betoogde, dat
men algemeen streeft naar zoo
veel mogelijk veiligheidsmaat
regelen.
Verder heeft de Senaat zijn
instemming betuigd met de toe
treding van Nederland tot het
verdrag tot uitbanning van den
oorlog (het Kellogg-pact).
De Tweede Kamer behan
delde het wetsontwerp tot rege
ling van de geldelijke verhou
ding tusschen het Rijk en de
gemeenten met den noodigen
ernst. Vlot gaat het niet, aan
gezien haast een algemeen ver
langen naar eene regeling, om
trent de uitwerking waarvan veel
verschil van gevoelen bestaat.
Van verschillende zijden werd
met klem aangedrongen op het
toelaten van de mogelijkheid tot
wederinvoering van een eigen
gemeentelijke inkomstenbelasting.
Vele leden achten dit met de
Vereeniging van Nederlandsche
gemeenten noodig ten einde de
lasten naar eigen goedvinden
onder de ingezetenen te verdee-
len. Men wenscht deze vrijheid
niet onbegrensd, in welk geval
de tegenwoordige toestand op
dit punt zou dreigen te blijven
voortbestaan, maar begrensd tot
wellicht 5 a 7 pCt. Minister de
Geer wees dit denkbeeld met
kracht van de hand. Hij meent,
dat handhaving van eene eigen
inkomstenbelasting door de ge
meenten het begin zou zijn van
herleving van de tegenwoordige
misère.
Ook hadden vele Kamerleden
bezwaar tegen de voorgestelde
classificatie van de gemeenten.
Minister de Geer toonde echter
aan, dat zij, hoewel misschien
niet geheel feilloos, onmogelijk
gemist kan worden, daar eene
onderscheiding tusschen de ge
meenten met haar zeer uiteen
loopende levenstandaarden nood
zakelijk is. Een ander zeer be
langrijk punt vormde de wijze
waarop het Rijk de gemeenten
dikwijls noodzaakt tot het doen
van uitgaven. Verschillende leden
meenden, dat hieraan een einde
moet worden gemaakt en de
heer Lovink zocht de oorzaak
van de kwestie hierin, dat geen
nieuwe voorstellen zouden wor
den gedaan, waaruit meer lasten
voor de gemeenten voortvloeien
dan met medewerking var. den
Minister van Binnenl. Zaken en
Landb die immers als de na
tuurlijke beschermer van de ge
meenten moet worden beschouwd.
De heer de Geer deelde mede,
dat Minister Kan in de praktijk
over de hier bedoelde maatrege
len wordt geraadpleegd.
Van beteekenis was voorts de
vraag van den heer Schouten,
of het Rijk de lasten van om
streeks 18 millioen, die door de
nieuwe regeling op zijn schou
ders worden gelegd, zonder be-
lastingverhooging kan dragen.
Hier moest Minister de Geer
AXELSCHE
COURANT
16;
U is Lajes Nagy, die zich voor
baron Mikosch uitgaf?
Men beweert het.
Qeboren in Körmend
Men beweert het.
Al jaren zonder beroep en levend
van bedrog
Men zegt het.
Deze antwoorden klonken met een
licht Hongaarsch accent, vergezeld van
een hoonenden glimlach.
De directeur verloor het geduld.
Hij haastte zich de maat van den
„baron" te doen nemen, zijn gebit te
doen onderzoeken en al het verdere te
doen verrichten.
Hierna Het hij hem wegbrengen.
Eisler stond nog altijd aan't venster,
toen de ijzeren celdeur open ging
en de baron naar binnen werd ge
schoven.
Hij wendde zich in 't geheel niet om,
Vastbesloten in geen gemeenschap met
zijn celgenoot te treden.
De baron ijsbeerde intusschen de cel
fond, op luiden toon allerlei opmer
kingen makend.
Onmogelijk, een ontwikkeld
mensch naar zoo iets te brengen I
Zoo'n ding noemen ze een bedEn
die dikke ijzers voor het raam 1 Hon*
garije gaat nooit verloren I En dan
Zoo onschuldig als een pasgeboren
k'nd I
Zoo stapte hij, luid schreeuwend,
lend, af en toe verstolen een blik
werpend naar het speurgat in de deur,
waar zich nu en dan een nieuwsgierig
grijnzend gelaat vertoonde.
Plotseling maakte de Hongaar een
diepe buiging in de richting van het
kijkgat.
Een groote eer voor de Hongaar-
sche natie, dat het Duitsche tuig een
Hongaarsch edelman bowondert. Leve
het publiek.
Plotseling waren de koppen ver
dwenen en men hooide verwijderende
schreden in beide richtingen.
Snel trad de baron op Eisler toe.
Gelukkig, we zijn alleen. Nude
tijd benut! Wanneer eet men hier?
Hij sprak nu geheel zonder vreemd
accent.
Eisler zag hem verbluft aan.
Om twaalf uur. Waarom dat?
vroeg hij mechanisch.
Omdat ik enkel en alleen hier
ben, om u te spreken. Ik heb me
slechts voor baron Mikosch uitgege
ven en bij het eerste verhoor moet
het bedrog natuurlijk uitkomen.
Hemel wie is u wat doet u
Namen doen niets ter zake en
de mijne is u bovendien geheel on
bekend. Jufftouw von Brankow heeft
me opgedrager, uw onschuld te be
wijzen. Helaas is dat zeer moeilijk.
Als sloeg de bliksem in, stond
Eisler daar. Woest vatte hij den ander
bij den arm.
Door haar I Door Melitta von
Brankow, zeide u Zij geloofd dus
aan mijn onschuld?
Rotsvast, evenals ik. Maar dat is
niet voldoende
O, vertel me van haar, Heeft
ze veel te doen onder mijn smaad
Heeft ze me nog lief? Want als zij
u gezonden heeft, moet u toch ook
weten stamelde Eisler verward.
Dat op dit punt uw verklaring
voor den rechter van instructie valsch
was. Ja, dat weet ik. En de ge
voelens, dat dit hoogstaande, trotsche
wezen voor u koestert, meneer Eisler,
zijn zoo diep, dat uw geheele leven
nauwelijks voldoende zal zijn, deze
schuld af te betalen. Juffrouw von
Brankow heeft om uwentwil haar
familie verlaten en is in betrekking
gegaan bij vreemden, omdat ze niet
van u wilde afzien. Ze doet u harte
lijk groeten en verzocht u, moedig
de toekomst onder de oogen te zien.
Ontroerd was de gevangene op een
stoel neergezonken, het gelaat in zijn
handen verbergend.
Zij had hem nog altijd liefZij ge
loofde in hem I Om hem had ze alles
opgeofferd I
Deze engel I Waaraan zijn van
liefde brandend hart nauwelijks meer
had durven denken, omdat het hem
onmogelijk scheen, dat zij alleen hem
trouw gebleven was, sinds die vree-
selijke nacht was gepasseerd.
Zacht stootte zijn celgenoot hem
aan.
Vooruit I We hebben geen tijd te
verliezen. Elk oogenblik kan men mij
roepen voor een verhoor. Denk later
aan Juffrouw Brankow en beantweo d
nu allereerst mijn vragen.
Wat wilt u weten?
Voor alles, of dr. Richter u
kent hem toch
-- Ja, hij woonde ook in het huis
der Brankows.
Nu, of hij met u of moeder Rab!
in connectie stond Ik bedoel per
soonlijk.
Neen.
Rabt betreft, heel zeker
Zeker. Ze groetten alkaar niet
eens.
Hij deed ook nimmer pogingen,
met haar in verbinding te komen
Neen, anders zou ze me dat wel
verteld hebben.
Wat voor een indruk maakte hij
op u
Van een stil, onschuldig geleerde,
die öf zeer verstrooid óf wat hoog
moedig was. Ik groette hem in den
beginne, wanneer wij elkaar toevallig
tegenkwamen, maar hij scheen het
niet te merken. Toen gaf ik het op.
Hoe staat het met de ais uw
eigendom aangegeven oorbellen Hebt
u voor den rechter van instructie
inderdaad de waarheid gezegd
Volkomen. Ik heb ze nooit
tevoren gezien, er zelfs niet van ge
hoord.
Vreemd I Moeder Rabl sprak
nooit van een geheim, voor zoover u
weet
Nooit, tot op die laatste aan
duiding in den tuin bij ons afscheid,
toen ze over mijn veijaardag sprak.
Hoe ver stond u toen van de
deur
Nauwelijks drie pas.
Zeide moeder Rabl dit hard of
zaehijes
Op haar gewonen toon.
Wanneer dr, Richter dus nog op
was en de ramen open had, had hij dit
moeten hooren
Zeker. Er was echter geen licht
meer op zijn kamer en de jalouzieën
waren neergelaten. Ik geloof beslist,
dat hij sliep.
Mogelijk. En denkt u nu eens
zoo goed als u dat mogelijk is, aan
de jaren, toen uw moeder nog leefde.
U was toen nog een kind. Het is
echter toch denkbaar, dat een gezegde
u is bijgebleven. Sprak ze nooij van
een geheim
Neen. Kort voor haar dood zei
ze echter iets vreemds, waaraan ik
vaak denken moet. We hadden het
zeer armoedig toen, en moeder vrees
de, dat we met ons beetje geld het
nitt zouden halen tot den dag van
uitbetaling in de zaak, voor wie ze
werkte. Ze weende en streelde mijn
haar, terwijl ze mompelde Arm
kind 1 Je hebt het slecht bij mij ge
troffen. Wie weet of het niet beter
geweest was
Darr brak zij af.
Wat, moeder? vroeg ik. Wat
was misschien beter geweest
Weer streek ze me over 't hoofd.
Niets, mijn lieveling. Bid God,
dat moeder Rabl's plan gelukt. Dan
kan misschien alles nog goed worden.
Daar hoort echter geld toe. Veel geld I
Wat denkt u over dtze ge
zegden
Ik dacht toen niets. Eerst nu
nu ik gehoord heb, dat moeder Rabl
een vermogen heeft nagelaten en het
mij heeft toegedacht, toen schoten me
moeders woorden te binnen. Ik kan
me niet vrijmaken van de gedachte,
dat dit alles een bepaald doel had.
Zeker, Als wij dat doel maaf
wisten 1 Op uw verjaardag wilde
moeder Rabl u daarover inlichten, dat
staat vast, Verdween het geheim met
haar In 't graf of weten nog anderen
er van Dat is nu de groote vraag.
Hij had meer tot zich 1-lf gesproken.
Plotseling hief Eisler het hoofd op,
(Wordt vervolgd,)