Het Qeheim.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee uw sell - VI aan deren
No. 98.
DINSDAG 12 MAART 1929.
44e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
tot 5 regels 60 Cent; voor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIËN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 1! ure.
Mexico.
Ter vergemakkelijking van he
overzicht der jongste gebeurte-
nfssen in Mexico is het niet on
dienstig de voorgeschiedenis nog
even in het kort in herinnering
te brengen.
Toen 1 December 1924 Plu-
tarco Elias Calles als opvolger
van generaal Obregon den Mexi-
caanschen Presidentszetel be
steeg, verkeerde het land in
geen grooter mate van onrust
dan daar gewoonte is. Van rust
in den gebruikelijken zin is er nu
eenmaal geen sprake. En de
toestand zou zich misschien
gunstig hebben ontwikkeld, ware
het niet, dat President Calles
zich scherp tegenover de Katho
lieken had gesteld, wier vervol
ging met kracht ter hand werd
genomen. Hierbij dient wel in
het oog te worden gehouden,
dat Calles in breeden kring
werd beschouwd als een soort
strooman, terwijl Obregon aan
de touwtjes trok. De in 1928
gehouden presidentsverkiezingen
vielen uit ten gunste van laatst
genoemde, zoodat te verwachten
was, dat aan de Katholieken
vervolging vooralsnog geen einde
zou komen. Dit inzicht bracht
een jongeman, Toral genaamd,
er toe, de zaak op Mexicaansche
wijze op te lossen en den aan
staanden president eenige revol
verkogels in het lichaam te ja
gen, tengevolge van welke mani
pulatie Obregon het tijdelijke
met het eeuwige verwisselde. De
dader werd gegrepen en ter
dood veroordeeld, welk vonnis
9 Jan. jl. werd voltrokken.
Onmiddellijk daarna reeds was
te voorzien, dat het in Mexico
weer spaak zou loopen en de
eerste aanwijzing daarvoor werd
metterdaad gegeven door een
aanslag, gepleegd op den trein,
waarin zich de nieuwbenoemde
president Emilio Porter Gil
(Calles was in December afge
treden) bevond. Weliswaar bracht
Gil er het leven af, maar de
waarschuwing, in den aanslag
gelegen, beloofde weing goeds
voor de naaste toekomst. Deson
danks bleef de tot dusver door
de regeering aangenomen hou
ding gehandhaafd en zoo is ten
slotte het verzet uitgebroken,
dat geheel den vorm eener re
volutie heeft aangenomen. De
opstand schijnt zich reeds over
negen provincies te hebben uit
gebreid en de opstandelingen
zijn er in geslaagd enkele voor
name plaatsen te bezetten.
Het zal wel geen betoog be
hoeven, dat hier niet moet wor
den gedacht aan een Katholieke
beweging zonder meer. De reli-
gieuse zijde van het probleem
moge dan al sterk naar voren j
worden gebracht, de economi
sche en sociale vraagstukken
leggen hierbij niet minder ge
wicht in de schaal. Het conflict
tusschen de regeering en de ar
beiders-confederatie vormt mede
een steen des aanstoots en geeft
voedsel aan den opstand, die
zich gaandeweg uitbreidt en de
positie van president Gil tot
eene weinig benijdenswaardige
maakt.
Geseind wordt, dat de cen
suur niet voldoende berichten
doorlaat om nauwkeurig te kun
nen nagaan hoe groot de om
vang van den opstand in Mexico
eigenlijk is. In berichten zoowel
van de Amerikaansch-Mexicaan-
sche grens als uit Vera Cruz
wordt erop gewezen dat de op
standelingen niet alleen over be
langrijke strijdkrachten beschik
ken maar ook dat zij van de
andere provincies onder de be
volking grooten aanhang hebben
De regeering te Mexico-City
beschouwt den toestand als zeer
ernstig. Hoewel verklaard kan
worden dat de regeering er niet
aan twijfelt den opstand te kun
nen onderdrukken en dat het
overgroote deel van het leger
achter haar staat. Het schijnt
echter wel vast te staan dat de
rebellen 8 van de 28 staten ge
heel in handen hebben.
De Amerikaansch-Mexicaan-
sche grenzen zijn door Amerika
voor Mexicanen gesloten ver
klaard. De rebellen zijn geheel
meester in de staten Vera Cruz,
Sonora en de lengte van Tehuan-
tepec het gansche leger is door
Mexico gemobiliseerd, doch de
houding der vloot is nog onzeker.
Ondanks alle optimistische
berichten, door de Mexicaansche
regeering verspreid met betrek
king tot een spoedige onderdruk
king van den opstand, blijkt het
verzet nog lang niet te zijn ge
broken. Weliswaar hebben de
regeeringstroepen enkele voor
name plaatsen, waaronder Vera
Cruz, heroverd, doch in het
Noorden des lands weten de
opstandelingen zich niet alleen
te handhaven, maar zelfs niet
onbelangrijke voordeelen te be
halen. Zoo meldden de bladen
den val van Juarez, een stad aan
de Noordgrens, om welker bezit
klaarblijkelijk verwoed is ge
vochten. Hierbij heeft zich boven
dien een nieuwe factor voorge
daan in dezen burgeroorlog en
wel het overschrijden der Ame-
rikaansche grenzen door de ver
slagen regeeringstroepen. Plicht
matig zijn deze door de Ameri
kanen ontwapend en geïnterneerd
in het in de nabijheid liggende
El Paso, President Hoover's re
geering zet dus wel onder on
gunstige omstandigheden in, aan
gezien het handhaven der neu
traliteit altijd hoogst précaire
omstandigheden schept. Neder-
iand heeft dat in den wereld
oorlog bij herhaling ondervonden.
Na den strijd om Juarez, welke
stad door de opstandelingen werd
veroverd, trokken de regeerings
troepen over de grens terug. Zij
werden r.aar El Paso (Ver. St.)
overgebracht en geïnterneerd.
De Amerikaansche generaal
Moseley heeft zich naar het
hoofdkwartier der opstandelingen
begeven om hun mede te deelen,
dat twee Amerikaansche kinderen
zijn gewond, doordat de Mexi
caansche kanonnen naar het ge
bied der Vereenigde Staten waren
gericht. De leiders werden tegen
een herhaling gewaarschuwd.
De villa lag prachtig; op eelt heu»
Kameroverzicht.
De Eerste Kamer heeft vorige
week hare werkzaamheden weder
aangevangen met de behandeling
van de Staatsbegroting. Bij de
algemeene beschouwingen wer
den vele groote redevoeringen
gehouden, waaronder er waren
van zoo principiëelen aard, dat
zij eerder in de Tweede Kamer
op haar plaats zouden zijn ge
weest. Zoo o.a. die van den
heer Van Lanschot, die zeer uit
voerig uiteen zette, dat hij nog
geen terugkeer van een zuiver
parlementair kabinet verwacht,
aangezien hij weinig vertrouwen
heeft in het herstel van de coalitie
en van samengaan van de Roomsch
Katholieken met de links-demo
craten niets wil weten. Met het
betoog, dat de rechtsche coalitie
nog niet zou worden hersteld,
kon de heer de Vos van Steen-
wijk zich blijkbaarniet vereenigen.
Zijn hoop is daarop nog steeds
gevestigd. Maar zal hij een groot
deel van de coalitiegenooten niet
hebben afgeschrikt door zijne
verklaring, dat hij van de demo
cratie niets moet hebben, maar
zich geheel conservatief gevoelt
in den grooten zin des woords
natuurlijk? Overigens had hij
voor het tegenwoordige ministerie
weinig anders dan kritiek. Het
streven van Minister Lambooy
naar bezuiniging en het werk van
Minister Koningsberger tot op
heffing van Indië konden zijne
instemming niet vinden. En dat
de beide Roomsche Ministers
Lambooy en Waszink zich afzijdig
hebben gehouden bij de herden
king van. de Unie van Utrecht
is voor hem een bijzondere grief.
De heer Rink meende, dat, als
geen parlementair kabinet moge
lijk is, dit in de eerste plaats
moet worden geweten aan de
heeren van de rechterzijde, die
zelf het hardst over den toestand
klagen.
Van de sociaal-democratische
kamergroep voerden niet minder
dan vijf leden het woord.
De heer Wibaut klaagde over
hel wetsontwerp tot regeling van
de financieeleverhoudingtusschen
Rijk en gemeenten. Hij acht de
voorgestelde regeling practisch
onuitvoerbaar maar zijn grootste
bezwaar is nog, dat de financieele
autonomie van de gemeenten ge
heel verloren gaat. Zijn partij
genoot mr. Mendels protesteerde,
als zoo vaak, tegen de burger
wachten en den V rij wil ligen
Landstorm. Mevrouw Pothuis-
Smit besprak de positie van de
vrouwen, aan wie zij conservatis
me verweet, omdat, nadat zij het
kiesrecht hebben verkregen, het
aantal rechtste kamerleden steeds
is toegenomen.
In de Tweede Kamer kregen
wij allereerst de Regeeringsver-
klaring in verband met de ont
hullingen over het Fransch-Bel-
gisch verdrag.
Het deed onaangenaam aan,
te vernemen, dat de Minister
van Buitenlandsche Zaken reeds
gedurende eenige dagen wist,
welke mededeelingen zouden
worden gedaan, doch geen en
kele poging in het werk stelde
om de publicatie tegen te gaan.
Daarna kon de Kamer over
gaan tot behandeling van de be
grooting van de P. T. T. Voor
1929 wordt een winst geraamd
van vijf millioen. Natuurlijk kwa
men vele oude stokpaardjes ten
tooneele, zooals verdere verla
ging van de tarieven, de Zon
dagsdienst, de rentevergoeding
bij den Postchèque en girodienst,
enz. Drie moties werden inge
diend om echter spoedig weder
te verdwijnen. De eerste betrof
het aanstellen van personeel op
arbeidscontract. Eene tweede mo
tie van den heer L. de Visser
verzette zich tegen een langeren
arbeidsdag dan van 8 uur voor
het tagere personeel.
Een derde motie kwam van
anti-revolutionaire zijde en kantte
zich tegen het openstellen van
hulptelefoonkantoren in verschil
lende kleine plaatsen op Zon
dagochtend tusschen 8 en 9 uur.
Minister van der Vegte is een
goed anti-revolutionnnir, maar
(Wordt vervolgd^
AXELSCHE
,\V
rf
COURANT
Er naast lag een couvert, waarop
met groote, onbeholpen letters het
woord «testament" te lezen stond.
Het couvert was open gebroken en
vervolgens als achteloos weggeworpen.
Van het geld. deels bankpapier, deels
goudgeld, scheen niets geroofd. Ook
twee spaarbankboekjes lagen onaan
geroerd op een bundeltje bankpapier.
De heeren zagen elkaar verbluft
aan. Waarom was de geldlade open
gebroken, wanneer de dief het geld
liet liggen
Misschien is hij hier bij zijn
werk gestoord. Zonder gedruisch kan
de heele geschiedenis zich hier toch
niet afgespeeld hehben, meende de
commissaris van politie eindelijk.
Silas Hempel lachte. Voor de eerste
maal nam hij het woord.
U vergeet, dat de winkel geheel
versperd was, en bovendien heeft de
moordenaar zich blijkbaar allen tijd
gegund, het testament te lezen. Dat
ziet er niet erg naar «gestoord wor
den" uit 1
Dat is waar, hij moet zelfs heel
kalm zijn gang zijn gegaan. Maar
dan zou ik voor den drommel wel
eens willen weten, waarom hij eigen
lijk.,..
Ik ben er, riep dr. Wasmut
plotseling en wees triumfeererd op
net opengebroken testament, dat hij
Vluchtig had doorgelezen. Dit is de
pplosslng van het raadsel en tevens
het absolute bewijs, dat geen ander
dan Felix Eisler de dader kan zijn.
Hij werd door de arme oude tot
haar universeel erfgenaam van haar
vermogen verklaard, dat de niet
onbelangrijke som van 50.000 kronen
bedraagt. Blijkbaar had hij van deze
beschikking geen vermoeden en liet
hij het geld eerst liggen, toen hij na
lezing van het testament begreep,
dat hij zich zelf benadeelen zou. Waar
om zou hij nu stelen De oude was
dood hij behoefde slechts te wach
ten, om volkomen rechtmatig in het
bezit van haar heele nalatenschap te
bekomen.
De commissaris knikte.
Natuurlijk. Het is heel eenvou
dig.
Silas Hempel zeide niets. Hij had
het testament genomen en las op
merkzaam den inhoud.
Hier is een vreende bepaling, zeide
hij eindelijk hoofdschuddend, volgens
welke de jonge Eisler maar niet zoo,
zonder voorwaarden, als erfgenaam
optreden kan, naar het mij voorkomt.
De oude vrouw sehrijft
«Ik wensch, dat mijn erfgenaam,
Felix Eisler, het hem toegevallen geld
in dien zin besteedt, zooals ik het
hem op zijn vier-en-twintigsten ver
jaardag mondeling aangaf. Het was
altijd de wensch van mijn gestorven
nicht, Marie Eisler, en het is ook de
mijne.
Dat klinkt wat geheimzinnig,
zeide dr. Wasmut spottend, Daarover
zullen we van Eisler zelf meer hooren.
Misschien ook niet. Zie eens
naar den datum, Wasmut. Het testa
ment is van 8 Mei, dus eerst 8 dagen
oud. Wanneer dus jou veronderstel*
l'ng juist Is, dat Eisler niets van dit
testament af wist, dan mag daaruit
worden geconcludeerd, dat ze hem
ook nog geen mondelinge aanwijzin
gen heeft gegeven. Met andere woor
den, dat zijn vier-en-twintigste ge
boortedag nog niet was aangebroken
en moeder Rabl, die gezond en krach
tig was, nog lang niet aan sterven
dacht.
Wasmut zag zijn vriend verbluft
aan.
Dat is zonderling! Wat denk
jij van deze heele geschiedenis
Dat er een geheim aan verbon
den is en wij er ons voor moeten
wachten, te vroeg koticlusies te trek
ken. Misschien is het wel geen roof
moord I
Maar wat kan en wie kan
anders in aanmerking komen dan deze
Eisler
Hempel haalde de schouders op.
Dat uit te zoeken, is jou zaak.
Ik waarschuwde je alleen, op grond
van jarenlange crimineele ervaring,
slechts op zgn. aanwijzen je theo
rieën te bouwen. Men kan even goed
iels anders hebben gezocht bij de
oude, dan geld. Alleen het motief
kan men positieve zekerheid den
dader aanwijzen niet omgekeerd,
Nu, we zullen zien, antwoordde
Wasmut, ietwat geprikkeld. Ik ben
geen beginneling meer in 't vak...
Het zwaartepunt schijnt me echter te
liggen in de houding van Eisler, zoo
lang zullen we afwachten.
De majoraatsvrouw von Brankow
zat op de met wijntakken omrankte
veranda der kleine villa, die haar
echtgenoot voor dezen zomer in
Buchenberg had gehuurd,
vel, dicht aan den zoom van het
woud, zij beheerschte, om zoo te
zeggen, het kleine bergdal, waarin
tusschen veile wijngaarden het dorpje
lag.
Hier waren noch fabrieken, noch
spoorwegen, doch slechts wouden,
rotsige weilanden en het hooggebergte
op den achtergrond.
Mevrouw von Brankow lette echter
niet veel op de omgeving. Wanneer
zij slechts rust had dat wil zeggen
wanneer de gestrenge huistiran van
een echtgenoot niet als op leven of
dood met hun eenige, wel wat al te
zeer naar hem aardende dochter
Melitta twistte dan was ze heel
tevreden, met haar handwerkje in een
hoekje zittend, onverschillig, of dit
hoekje nu in haar hnis in de stad lag
of op het terras hier in Buchenberg.
Melitta stond een paar pas van haar
af en zag met een stille, gelukkige
schittering in haar oogen naar het
dorpje.
In een dier huisjes dat met het
sterke roode dak, tusschen de pastorie
en het gemeentehuis dat wist ze,
was het heden een gewichtig oogei -
blik: de Intocht van den nieuwen
onderwijzer Felix Eisler. En 's avonds
dat wist ze ook zou ze naar
Föhrenbühl gaan en hem daar «toe»
vallig" ontmoeten.
De aankondiging daarvan moest hij
als eersten groet in zijn woning gevon
den hebben.
Welk een geluk, dat Felix juist te
Buchenberg benoemd was en papa
de woning hier al gehuurd had en
er niet het minste vermoeden van
had gehad I Hoe was hij gister te
keer gegaan, die goede papa, toen
hij toevallig in het dorp vernomen
had, dat de nieuwe onderwijzers Eisler
heette. En hij had zich juist deze
afgelegen plaats tot zomerverblijf
gekozen, om haar Melitte van
Felix te scheiden. Ja, het noodlot
had het buiten verwachting goed met
hen gemaakt. Het was een goed
voorteeken. Papa zou op den duur
wel toegeven, al was hij ook nu nog
zoo boos, dat zij, zijn eenig kind, een
von Brankow, zich zoo wilde weg
werpen. Een goede" partij I Een
afstammeling van het oeroude, eens
beroemde geslacht en dan die
armzalige dorpsschoolmeester! Ze
glimlachte droomerig voor zich heen.
Alsof liefde iets ander vroeg dan
wederliefde 1
Melitta von Brankow was zeer
knap. Haar smal, fijnbesneden gelaat
met rose wangen en kers-roode lippen
werd door raven-zwart weelderig haar
omgeven. Daarbij had ze oogen van
een intense, diepe blauwe kleur met
lange, zwarte wimpers.
„Sneeuwwitje", noemde Felix haar
wel in zijn brieven, en dat had de
majoor, toen hij eens bij toeval zulk
een brief onderschepte, nog het meest
tegen hem in 't harnas gejaagd. Want
„Sneeuwwitje" was ook zijn lief
naampje voor Melitta. Ze was slank,
in haar oogen lag een trotsche uit»
drukking geheel het evenbeeld van
haar vader, uitgezonderd de blauwe
oogen, die ze van haar moeder had.
Tusschen haar en haar moeder
stond de gedekte middagtafel. Men
wachtte nog slechts op de majoor,
die, vreemd genoeg, nog altijd niet
kwam, hoewel het al twee uur waS
en men anders om één uur at,