Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -Vlaan deren.
Gevlucht.
No. 59.
DINSDAG 23 OCTOBER 1928.
44e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
R.-Kath. Commissie
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De vier samenwerkende Katho
lieke Sociale organisaties, die
den Raad van Overleg vormen,
hebben een commissie ingesteld,
die tot taak heeft te onderzoeken
op welke wijze middelen kunnen
worden aangewend om den eco-
nomischen opbloei van Zeeuwsch-
Vlaanderen te bevorderen.
Op Vrijdag 12 October 1.1. is
deze commissie in Den Haag ge
ïnstalleerd door Mr. Dr. L. N.
Deckers, Voorzitter van den Raad
van Overleg.
In deze commissie hebben zit
ting, voor de Algemeene R.K,
Werkgeversvereeniging, Dr. L.
G. Kortenhorst, Den Haag, voor
den Nederlandschen R.K. Boeren-
en Tuindersbond, de heer A. E.
Langenhorst, directeur der R.K.
Landbouwwinterschool te Hulst,
voor den Nederl. R K. Midden
standsbond, de heer Em. Locke-
feer, industrieel te Hulst en voor
het R.K. Werkliedenverbond, de
heer A. J. Loerakker te Schoten,
Haarlem.
Tot Voorzitter van de Com
missie werd Dr. L. G. Korten
horst gekozen, terwijl als Secre
taris aan de Commissie werd
toegevoegd, Mr. F. Houben te
Den Haag.
Aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw is
bereids de instelling van de com
missie medegedeeld.
Verschillende concrete punten,
die in de eerste bijeenkomst naar
voren kwamen zullen onder de
aandacht van de Tweede Kamer
gebracht worden.
Waarom dit nu een speciaal
Roomsch-Katholieke commissie
moet zijn, is ons niet duidelijk.
Eveneens wordt het eenigzins
duister, als we naar het doel
kijken dat deze commissie voor
oogen stelt. We dachten dat de
Kamer van Koophandel en Fa
brieken in Zeeuwsch-Vlaanderen
daar voor zat
Voor deze er was, bestond hier
een Vereeniging voor de belangen
39)
Tegen den avond van den vol
genden dag kwam de «Little Bes
sie* te Lowry aan, zonder dat in
Serena's toestand verandering was
gekomen.
Er bleef Mank dus niets anders
over, dan haar werkelyk in het
ziekenhuis te doen opnemen.
Dr. Loose, een man op leeftyd,
stelde geen vragen, vergenoegde
zich met hetgeen men hem ver
telde. Hij liet Serena in een
vroolyke tuinkamer brengen en
verklaarde over de ziekte en den
duur daarvan voorloopig niets te
kunnen zeggen.
Munk kon den volgenden mor
gen komen vragen 's middags
was detyd voor bezoek.
Munk begaf zich vervolgens
naar het telegraafkantoor, waar
hij een langen brief en een tele
gram verzond naar den heer
Thomas Munk te Philadelphia.
Dan ging hy terug naar Lowry.
Barones Spannberg doorleefde
■ombere dagen op Selowitz. Was
«erst in haar verbittering en toorn
van Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
van het secretariaat gevestigd
was bij den heer F..C. Zonne-
vijlle te Axel, doch deze veree
niging had geen reden van be
staan meer aldus dacht men
toen de Kamer van Koophandel
werd gesticht.
En nu blijkt weer, dat ernaast
de Kamer toch eigenlijk nog wèl
een commissie voor Z. VI. be
langen moet zijn! Misschien kan
het helpen, dat in deze commissie
drie heeren zitten die geen
Zeeuwsch-Vlaming zijn en allicht
van uit het Noorden een anderen
kijk op de middelen tot onze
welvaart hebben, of misschien
meer invloed op de Regeering
kunnen uitoefenen.
Kameroverzicht.
De Tweede Kamer heeft de
vorige week hare vergaderingen
hervat en zat al dadelijk midden
in een vraagstuk, dat gedurende
maanden de gemoederen van al
len, die belang stellen in onze
overzeesche gewesten, levendig
heeft gehouden, t.w. de partieele
wijziging van de Indische Staats
regeling. Zooals men weet, zijn
er daarbij twee punten van be-
teekenis n.l. de wijziging in de
verdeeling van zetels in den
Volksraad en de uitbreiding van
het aantal leden van den Raad
van lndië van 4 tot 6.
Het verzet van Europeesche
kringen in lndië was zeer groot
en uitte zich o.a. in het bekende
adres van Mr. Trip c.s. Nu kan
men alle achting hebben voor de
meening van deze invloedrijke
mannen en deskundigen in In
dische zaken, maar het is plicht
van de Tweede Kamer om zich
daardoor niet te laten beinvloeden
en de zaak objectief te bezien.
En zij heeft dit ook gedaan met
het gevolg, dat de kans op ver
werping van het voorstel van het
eerste oogenblik af zeer gering
is geweest.
En o.i. zeer terecht. Men tracht
er wel dikwijls den schijn aan te
geven, dat dit wetsvoorstel, dat
alles tegen haar zood, die zoo
zonder afscheid was heengegaan,
om dat voortvluchtige meisje op te
sporen, later mengden zicb daar
tusschen zachte zelfbeschuldigin
gen.
Was zij zelf daarvan niet de
schuld? Had zij de kwestie niet
op de spits gedreven Waarom
had zij hem niet aangehoord, toen
hij verklaringen had willen doen
Misschien waren er omstandighe
den, die Serenas verdwijnen in
een ander daglicht deden zien
dan uitlichtzinnigheid. De mao,
met wien ze verdween, was een
moordenaar, dat had het onderzoek
intusschen duidelijk vastgesteld
en wanneer men de berichten in
de couramen mecht gelooveo, dan
nam zeits de justitie aaD, dat hij
het meisje om een ot andere nog
niet opgehelderde reden, onder
valsche voorspiegelingen mee had
gelokt,
En Richard hield zooveel van
haar, dat hy zonder aarzelen bereid
was geweest, alles voor haar op
te offeren moeder, vaderland
en een zorgelooze toekomst. Moest
Serena dan toch niet van beter
gehalte z{jc, dan z{j gedacht had
Het was haar oude font, waar
door haar hnwelljk zoo ongelukkig
geworden was, waardoor haar man
aan de inheemsche volksgroepen
de helft van het aantal zetels in
den Volksraad wil geven, als 'n
afstand van ons gezag in lndië
moet worden beschouwd. Maar
men verliest daarbij uit het oog,
dat ook volgens den oorspronke-
1 ijken opzet de helft van het aan
tal leden ^van den Volksraad uit
de inheemsche groepen werd ge
vormd. In 1925 werd echter een
amendement aangenomen van den
heer Feber, waarbij hel aantal
zetels van de Nederlanders van
25 tot 30 werd verhoogd en dat
van de inlanders van 30 tot 25
werd terug gebracht. Deze maat
regel zou niet nalaten bij de be
volking van lndië groote be
vreemding en ontstemming te
wekken.
De eenige principieele tegen
stander van het wetsontwerp was
dr. Beumer. Hij beschouwt 'dit
ontwerp als in staatsrechtelijke
ongerechtigheid geboren, omdat
het initiatief van den Landvoogd
uitging. Dit bezwaar is echter
niet geheel zuiver. Want a! kan
het wetsvoorstel zelf alleen door
de Kroon of Tweede Kamer
worden voorgesteld, dit verhin
dert toch niet, dat de G. G. wel
de bevoegdheid heeft, bij de Re
geering op het tot stand brengen
van eene wettelijke regeling aan
te dringen. Verder deed de heer
Van Boetzelaer zich nog als een
weifelend tegenstander hooren.
Zijn bezwaar ging echter meer
tegen de uitbreiding van den
Raad van lndië dan tegen de
uitdeeling van de Volksraads
zetels. Een derde tegenstander
was de heer L. de Visser, die als
goed communist geen maatregel
van een kapitalistische Regeering
kan goedkeuren, en derhalve ook
deze voorstellen, al kon hij van
zijn standpunt zeker de verbete
ring niet ontkennen, als bedrie-
gelijk moest bestrijden.
Overigens was er geen verzet.
Zelfs de heer Feber, nam zijn
draai en verklaarde zich voor de
thans voorgestelde veranderingen.
Hij zag nu volkomen in, dat ver
werping van het thans aanhangige
voor de inheemsche bevolking
totaal van haar vervreemd was
de zucht om tot eiken prijs haar
wil door te zetten.
Met berouw dacht de barones
aan haar bedreiging:, den eenigen
zoon te onterven en Selowitz in
vreemde handen te doen vallen,
wanneer hij niet toegaf. Alsot
zij dat ooit over haar hart had
bunnen krijgeD. Zij had hem
immers lief. Al wist niemand het
ook, heimelijk was hij toch het
eenige, wat haar nog aan 't leven
bond.
Nu was hy weg misschien
voor altijd en Selowitz, dat in
zomerpracht een klein paradijs
leek, scheen haar eenzaam als een
graf.
Geen geluid in de vele vertrek
ken, waar tapyten iederen stap
dempten, geen vroolijkegezichten,
want het personeel, in den dienst
vergrijsd, sloop rond, beang6t.
voor de strenge gebiedster als zij
was. Alleen vrouw Beermaan
waagde bet na en dan wat te
zeggen, 's avonds, als zy haa>-
meesteres zoo eenzaam en peinzend
daar zag zitten.
Maar ook in baar oogen lag
steeds een treuriga verwijtende j
uitdrukking, die de barones prik-
i kelde. En wat zij af en toe ver-
telde, was allerminst in staat,
een zeer onvriendelijk karakter
zou dragen en opnieuw tot on-
gewenschte ontstemming zou
leiden.
Dat de heer Cramer namens
de sociaal-democratische fractie
sprekende, voor de wijzigingen
is, spreekt van zelf. Hij beschouwt
de tegenwoordige samenstelling
van den Volksraad als eene
sprekende miskenning van de
machtsverhoudingen in lndië.
Men weet, dat de heer Colijn
eene Staatscommissie wenscht
om een algeheeie herziening van
de Indische Staatsregeling voor
te bereiden. Welnu, hij vond in
den heer Cramer een medestander,
al vreezen wij dat de heeren de
wijzigingen verschillend zullen
wenschen. Want de laatstge
noemde wil daarbij zeker niet
aan de macht van den Volksraad
getornd zien.
Ook de Vrijheidsbond verklaar
de zich, bij monde van Mr.
Droogleever Fortuyn voor de
herziening.
Het andere onderdeel, n.l. de
uitbreiding van het aantal leden
van den Raad van lndië met 2
leden, ten einde daarin ook in
landers te kunnen opnemen, ont
moette minder verzet. De heer
Joekes wees er op, dat zonder
deze 'uitbreiding practisch nooit
inheemschen in den Raad zullen
kunnen komen. De heer Van
Boetzelaer achtte dit echter ook
niet gewenscht.
Minister Koningsberger had
geen zware taak. Trouwens
niemand zou meer aangewezen
zijn geweest om dit voorstel te
verdedigen dan hij. Hij was de
eerste Voorzitter van den Volks
raad, hij heeft aan de voorberei
ding van dat college en aan zijne
oorspronkelijke samenstelling me
degewerkt en het college in die
samenstelling gekend. En op
grond van een en ander heeft hij
de beslissing van 1925, den terug
tred op wat hij beschouwde als
de geleidelijke ontwikkeling van
ons Indisch Staatsrecht steeds ten
zeerste betreurd. Voor hem was
dan ook geen actie in lndië zelf
noodig om tot de overtuiging te
om de barones gerust te stellen.
Men sprak in het dal van Losen-
stein Dog steeds over niets anders
dan over de laatste opzienbarende
gebeurtenissen, de moord op den
graat, den dood van dr. Hellkreut
en het verdwjjnen van Serena.
Zonder dat men wist hoe, waren
veel bijzonderheden bekend gewor
den, die de algemeene nieuws
gierigheid bezig hielden.
Men wist, dat dr Hellkreut het
eerst de secretaris als de moorde
naar had aangeduid. Dat hij zich
vergeefs ingespannen had zijn
vrouw nog iets te zeggen en de
met moeite geschreven woorden
»Serena« met de papieren achter
liet. De verklaring van Jakob,
den kreupelen knecht, werd
bekend. Daaruit en uit het door
de politie vastgestelde feit, dat
Serena Hellkreut tot 22 Mei nooit
met Greiner gesproken had, liet
zich gemakkelijk de onjuictheid
bewyzen van het eerste vermoe
den dat beiden een liefdesbetrek
king hadden aangeknoopt.
Ook wist men, dat er in Serena s
leven een geheim was, dat de
justitie ijverig bezig was op te
lossen, en dat mevrouw Hellkreut
overal naar papieren zocht, die
niet te vinden waren.
Dit alles vernam de barones
komen, dat deze stap zoo spoedig
mogelijk ongedaan moest worden
gemaakt.
Z. E. ontkende voorts, dat het
wetsontwerp van groote princi-
pieële beteekenis zou zijn.
Er waren slechts 2 amende
menten, doch geen van beide
kon eene meerderheid halen, nl.
van Baron van Boetzelaer om
het aantal leden van den Raad
van lndië ongewijzigd te laten en
van Ir. Cramer tot uitbreiding
van het aantal leden van den
Volksraad. En hierna werd het
wetsontwerp aangenomen met 67
tegen 10 stemmen.
Het wetsontwerp tot wijziging
van de heffing van een recht op
de mijnen ontmoette verzet. Bij
de behandeling daarvan toonde
zich natuurlijk veel verschil van
meening. Terwijl toch bijv. de
heer Krijger meende, dat de
mijnen de belasting van 10 ct.
per ton niet kunnen dragen, is
de heer Vliegen van oordeel,
dat een zoo gering recht voor
den toestand van de mijnindu
strie onmogelijk van eenige be
teekenis kan zijn. In totaal zal
een bedrag van ruim 1 millioen
moeten worden betaald en in
mindering daarvan nog gebracht
eene som van ruim drie ton,
welke thans door de gemeenten
wordt geheven als zakelijke be
drijfsbelasting en die zal komen
te vervallen.
De nieuwe heffing zal niet aan
het Rijk ten goede komen, dat
geheel van zijn oude heffing
afstand doet, maar aan de ge
meenten. Ook de provincie zal
niets meer ontvangen. Dat de
regeling mooi is, vond niemand.
De Limburgsche afgevaardigde,
de heer Hermans, kwam op voor
het belang van de provinciën
en diende een amendement in
om deze lichamen hun 21'i ct.
per ton te doen behouden. Bij
de heffing van de gemeenten
zou dus 12VS ct. moeten worden
betaald, hetgeen natuurlijk niet
zonder verzet kon blijven. Minis
ter de Geer liet de beslissing
aan de Kamer. Een amendement
van den heer Hermans wil de
langzamerhand van vrouw Beer-
mann.
Daarby kwarneo de couranten
berichten, die meldden, dat men
in Hamburg een spoor van de
voortvluchtigen had gevondeü.
Twee dagec later heette het, dat
het spoor valsch was, de vluchte
lingen bevonden zich niet, zooals
vermoed was, op de »Carolina€,
maar op de mailboot »Queen
Maryc. De kapitein van dn schip
had hen herkend. Zyn telegram
aan de politie te Londen werd
gepubliceerd. Tegelyk kwam van
de »Capot het bericht, dat de
»Queen Mary* met ongehoorde
snelheid voer en blykbaar een
record wilde slaan.
Weer een dag later kwam het
bericht over de catastrofe, waaraan
de »Cueen Mary« ten offer viel.
Dagen lang vulden de berichten
over de vreeselyke schipbreuk de
dagbladkolommen.
Barones Spannberg las ze, bleek
van ontzetting, door afschuw be
vangen. Over de honderd men*
schen doodEa daaronder da
vervolgden, zy, die Richard zoo
had bemind.
De laatste berichten, die een
volledige lyst der geredden brach*
teD. lieten helaas geen twytel meeü
over, f Wordt vervolgd
AXELSCH
a
COURANT