Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vl a a 11 d eren. Gevlucht. No. 22. VRIJDAG 15 JUNL 1928. 44e Jaarg. XL, I ■v J. C. VINK - Axel. Btj dit blad behoort een bijvoegsel. Volkskracht en Opvoeding. FEUILLETON. Binnenland. :/o\j OO) Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag I! ore. Het valt menigen buitenlander, vooral den practischen Engelsch- man, den Amerikaan, telkens op hoe eigenaardig verdeeld wij, Hollanders, zijn. Lezen wij slechts voor éénmaal de Raadsverslagen met de interrupties van verschil lende gemeenten zelfs van onbe duidende plaatsjes, dan treft meer en meer de geringe verdraag zaamheid van mannen en vrou wen, saamgekomen om één ge meenschappelijk doel, het ge meentebelang te dienen. Waar het hart vol van is, loopi de mond onwillekeurig van over, maar op dat hart komt het in dergelijke psychologische vraag stukken aan. Het hart doet het verstand regeeren, drijft het in tellect naar een bepaalde richting en niet omgekeerd. Het mag dan ook niet geweten worden aan een dalend ontwikkelingspeil in Par lement en Gemeenteraad. Hoe dichter bij den bodem van den pot, des te meer nadert de brij de werkelijke temperatuur van het vuur, de bron der warmte Die onderlinge verdeeldheid, onverdraagzaamheid, moet tenge volge hebben een belangrijke verzwakking der volkskracht en daardoor ook een verzwakking van alle initiatief tot optreden voor Hollandsche belangen van handel en nijverheid en weten schappelijke beroepen voor eiken Hollander, individueel. De zaak zit veel dieper: de Engelschman en de Amerikaan o a. ontwikke len grooter volkskracht en kun nen dadrdoor eischen stellen. Met de grootte der natie heeft dit weinig te maken. Bij weten schap en handel komt telkens naar voren, welk een zedelijken steun een eensgezinde volkskracht voor den enkeling beteekent. Op tweeërlei wijze. Vooreerst geeft hem een verhoogd gevoel van zelfvertrouwen, omdat hij gevoelt, dat een natie achter hem staat en ten tweede weet hij zeker het eerst hulp te vinden bij een land genoot. Het eigenaardige is, dat die volksband vrijwel los staat van godsdienstige en politieke overtuigingen. De Engelschman vindt het o.a. zeer vreemd, dat verschil in godsdienstige over tuiging, bij ons verschil in nationaliteitsgevoel meebrengt. Hij kan dit niet begrijpen, omdat de nationaliteit bij hen als een koepel welft over alle verschillende ge zindten. En die zijn er ook in Enge land en Amerika genoeg. Wanneer in Engeland het volks lied gespeeld of gezongen wordt, dan staat iedereen als met een electrischen schok op, omdat dit lied het symbool is van zijn natie, van zijn volkskracht, van zijn volk, in alle schakeeringen. Hij begrijpt dan ook niet, waarom bij ons niet iedereen opstaat, wanneer ons volkslied wordt aangeheven. Ongetwijfeld is hier bij ons een out in inzicht, in opvoeding, bij het onderwijs, in heel ons burger lijk leven. In dorpen gingen vroe ger kinderen van rijk en arm vriendschappelijk met elkaar om. Maar er zijn onderwijzers, die in het aanheffen van ons volkslied verkeerdelijk een royalistische betooging meenen te zien en daar om weigeren op de openbare school, d. i. toch de algemeene volksschool (behoorde 't althans te zijn) ons volkslied 0te laten zingen Dit nu acht o?a. de En gelschman een geheel verkeerd inzicht. Bij elke. opvoeding, bij 't onderwijs, wil 't opvoedend werken, behoort 't symbool van volksgemeenschap (zoo men wil het prototype van ware demo cratie) diep ingeprent te worden. Dit trachten te bereiken voor be paalde groepen is inderdaad ne gatieve opvoeding, want men be vordert scheiding en splitsing bij 't kind. Dit is vooral verkeerd in de periode van inwendige strijd en negatie, de periode van ka raktervorming. Het symbool moet allen binden, mag geen scheiding teweeg brengen zonder schade voor de volkskracht. Want die scheuring moet onverdraagzaam heid kweeken, bij 't eene kind minachting, inplaats van eerbied 3) Zweetparelen stonden op het voorhoofd van den stervende. Is het reeds het doodszweet of slechts van inspanning? dacht mevrouw met trillende lippen en volgde, als gebannen, de moeite volle pogingen om woorden op het papier te brengen. Met een kreet vloog Ba opeeDs op uit baar gebogen houding. Het potlood was de hand van haar man ontvallen en rolde op den grond. Een beven ging door zyo liebaam een rekken nog eenmaal zocht zijn oog haar in ontzettend lijden, dan werd het zoo stil in de kamer, dat men het tikken van de klok als iets storends hoorde Mevrouw lag geluidloos voor het bed op de knieën, het gelaat op de kille hand van haar man gedrnkt. Baren Spannberg was in zwij gende aandacht voor het raam gaan staan. Na een poosje trad h(j zachtjes weer op het bed toe sn greep het papier. Sr stonden maar drie woorden voor zijn medekind op te wekken. De Hollanders de deftige en de niet-deftige kunnen niet begrijpen hoe een leider der ar beiderspartij in Engeland bij den Koning kan gaan logeeren. Dit is voor den Engelschman vol komen logisch, de fout ligt dan ook psychologisch bij ons 1 Het begin van alle vijandschap, van oorlogen, enz. is de onver draagzaamheid. In elk gezin kan men de eigen gevoelens aan- kweeken voor zooveel als ieder wil maar de koepel der volks gemeenschap, der nationaliteit, moet allen kunnen overspannen. Zal er ooit iets terecht komen van wereldvrede, van internatio nalisme, van eerbied van allen voor allen, dan moet dit de psy chologische basis zijn. Zal een internationale keten hecht zijn, dan moet elke natieschakel vol komen homogeen en gaaf zijn. Eén brokkelige schakel maakt iederen keten zwak. Wij zien het voorbeeld psychologisch in de sport. Waarom kan deze inter nationaal zijn, juist ornaat zij, om 't zelfde beeld te gebruiken, zich in elk land als een koepel welft over alle gezindten, niet scheidt maar bindt, allen te samen. Zoo kan psychologisch uitslui tend een allen omvattend symbool, ons volkslied, onze volkskracht slechts ten goede komen. En wij hebben die volkskracht in den moeilijken levensstrijd der vol keren toch zoo hoog noodig op, iu bevende letters, maar dui delyk leesbaar: Serena de papieren Zwijgend legde by met een vragenden blik het papier voor mevrouw neer. Zij wierp er een onverschilligen blik op en zag Spannberg dan aan met door tra nen verduisterde oogen. Nu niet ik kan aan niets denken dan aan hem, Dat ik hem heb verleren, al rnyn geluk op aarde. Zwijgend ging hy heen. Hij begreep, deze oogen blikken be hoorden de vrouw alleen. Mevrouw zat geheel gebroken in een hoekje der huiskamer, dat de morgenzon met gouden licht vulde. Haar hoofd was leeg. Zy kon niet denken. Fine, de oude trouwe dienst bode, die sinds baar huwelyk bij haar had gediend, had haar met een zacht lijntje daarheen ge troond, nadat z\j den heelen nacht alleeu by den geliefden doode had doorgebracht en in deD geest nog eens alle gelukkige jaren had doorleefd, die zjj samen had den doorgemaakt, Ach, het waren alle jaft) van geluk geweest, door geen onge> lak verduisterd, door geen seha- Vitkcering van ziekengeld. Blijkens de berichten heeft de Commissie van Voorbereiding uit de Tweede Kamer haar werk zaamheden beëindigd en het ver slag aan den Minister van Arbeid aangeboden. Daardoor zal dus de Minister, alvorens het ontwerp in openbare behandeling in de Tweede Kamer komt, gelegenheid hebben het ontwerp nog eens te toetsen aan de inzichten, die daaromtrent van uit de Tweede Kamer en ook verder uit het duw versomberd. Nu had ze niets meer bij den den doode tedosu. De wereld nam bezit van hem Men had bloemen gestuurd MeDSchen liepen af en aan, men wilde haar deelneming betuigen maar Fine wees allen kort af. Mevrouw dacht er heelemaal niet over na, wie voor de begra fenis had gezorgd. Zy kon niet denken. Daarom viel het haar ook heelemaal niet op, hoe Fine al meer onrust tooude en haar gelaat steeds meer rimpels. Eerst toen tegen negen uur baron Spannberg kwam en na een kort gesprek met Fine bin nentrad, ontwaakte zy uit haar dof gepeins. En op 't zelfde oogenblik schoot haar in plotselingen schrik de gedachte door 't hoofd Waar is Serena? Waaiom is zy niet bij my Hoe kon ik haar zoo totaal vergeten I In hemelsnaam, baron Spannberg, komt n van Serena Weet u waar ze is stamelde ze berend. Spannberg, die zeer bleek was en slechts met moeite zjjD groote opgowoudenheid bedwong, schud de het hoofd. Neen, mevrouw. Juist daar om ben ik eoo vroeg hier. Ik publiek en de pers naar voren zijn gebracht. Het merkwaardige bij de wette lijke regeling van een uitkeering bij ziekte van den arbeider is en het is dit trouwens ook steeds geweest), dat men tegen de uit keering als zoodanig nooit be zwaren naar voren heeft gebracht. Ook over de premiebetaling is in het algemeen geen groote strijd geweest. Wel is waar zijn er enkele richtingen, die de geheele jremie door de werkgevers willen doen betalen, doch de overgroote meerderheid van ons volk acht het toch wel een juist beginsel, dat de arbeider zelf ook een ge deelte van de premie betaalt, waardoor hij, meer dan het anders het geval is, steeds het gevoel houdt, dat de uitkeering bij ziekte een recht is, waarop hij aanspraak can maken, omdat hij daaraan zelf ook mede heeft betaald. De groote strijd gaat echter in de eerste plaats om de organi satie der verzekering. Zooals men weet, was de verzekering in de Wet Talma practisch geheel op gedragen aan de Raden van Ar beid. Het tegenwoordig ontwerp wil het particulier initiatief, de instellingen, die in den loop der jaren zijn opgericht en zich heb ben weten te ontwikkelen, hand haven. Dit neemt echter niet weg, dat er tegen de wijze, waarop dit geschiedt, groote bezwaren kunnen worden ingebracht Aan de erkenning van de talrijke be staande fabrieksziekenkassen wor den zoodanige voorwaarden ge steld, dat vele van deze kassen, mocht dit ontwerp Wet worden, zich niet zullen kunnen hand haven. Een en ander zou waar schijnlijk voorkomen kunnen wor den, wanneer bepaald zou worden, dat alle arbeiders van éénzelfde onderneming bij eenzelfde risico drager verzekerd zouden moeten zijn. Men zou dan tevens de voordeelen van een z.g. collec tieve verzekering kunnen krijgen, waardoor de administratiekosten ongetwijfeld ook zeer zouden dalen. Bij de thans voorgestelde regeling zal men onmogelijk aan individueele registratie van alle verzekerden kunnen ontkomen, hetgeen groote kosten met zich meebrengt. Op de verdere bezwaren, die tegen het wetsontwerp kunnen worden ingebracht, gaan wij thans nog niet in. Immers de hoop mag worden gekoesterd, dat de Minister van Arbeid rekening zal houden met de adviezen, die hij na de publicatie van zijn ontwerp van zoo talrijke zijde heeft ge kregen, en dat hij dus met een gewijzigd ontwerp van Wet bij de Staten-Generaal zal komen. De kans, dat het ontwerp dan zou worden aangenomen, zou daardbor zeer vergroot worden, omdat het nog lang niet zeker is, dat voor het tegenwoordig ontwerp een meerderheid in de Kamer te vinden zal zijn. Het klompenwetje. Men herinnert zich, dat de heeren Fleskens en Smeenk op 15 Maart jl. een initiatiefvoorstel hadden ingediend tot tijdelijke hef fing van een invoerrecht op klom pen, vanwege de Belgische con currenten, (12 pet. voor vijfjaar). Kort geleden kwam daarop een c.h. amendement voor een lagere heffing van duurzamen aard (8 pet.). In eens zat de Kamer toen weer in de al of niet toelaat baarheid van een amendement. Immers is dit laatste eigenlijk een nieuw wetsvoorstel. En de En de heeren v. Gijn, Vliegen en Oud kwamen er dan ook in stoere bewoordingen tegenop. Dat is de heele linkerzijde Doch het am.-v. Gijn tot ontoelaatbaar verklaring werd verworpen. Voor de linkerzijde, plus 2 anti-revo lutionairen en de heer Braat. Toen kwam de eigenlijke be handeling. De heer Drop (s d .a. p.) noemde 't de slechtst gewenschte hulp aan de klompenindustrie. Hij prefereerde de stichting van een verkoopbureau, in samen werking met belanghebbenden en onder hun toezicht. De c. h. heer Bakker had nog had flauwe hoop dat u misschien berieht van haar had gekregen. Ik niet. En ik, ongelukkige, heb tot nu toe geheel niet aan haar gedacht. Hoe kou de smart mij zoo egoïstiseh maken waar rnyn man toch gister al zoo vol zorg was over haar verdwynen. Spannberg knikte. U hebt precies denzelfdeo indruk als ik, dat de bezorgdheid van den lieven doode over Sere na hem in zoo'n bnitengewone opgewondenheid heeft gebracht. Een opgewondenheid, die waar schijnlijk de oorzaak van zijn dood is geweest. Misschien wist hjj meer dan wy. Zy er zal haar toch geen ongeluk overkomen ziju Ik hoop het niet. Tenmin ste niet in dien zin als u bedoelt, mevrouw. Serena's verdwijnen is evenwel zoo geheimzinnig en on begrijpelijk, dat ik de dingen absoluut niet met elkaar in ver band kan brengen voorop ge zet, dat alles waar is, wat men m(j verteld heeft Wat weet u dan U hebt geïnformeerd. God loone bet n, baron, vertel me n« tlu?, n weet, mjjn N't Spannberg streek zich net haar j beer. Ik weet helaas heel wai- Dig. Gisteravond was ik nog bij de familie Wegerer. Serena is er inderdaad heelemaal niet ge weest. Toen heb ik den man opgezocht,, die Serena near de stad heeft gereden. Strena is tot vlak voor de stad met hem ge gaan. Daar liet zy hem halt hou den en steeg uit. j'uisc voor de groote steenfabriek van Möder... DaarM'dden op den weg 1 Maar waarom dan toch Dat is my juist zoo raad selachtig. Daar is geen huis be halve da hutten der steenfabriek te bekennen. De boer vertelde, dat zjj daar op iemand heeft staan wachten, want toen hij later nog eenmaal omzag, stond ze nog op dezelfde plaats en zag den weg af naar LoseDStein. Zy was zeer bleek. En toen Verder ii haar spoor zoek, In Draisberg, waar velen baar toch kennen, heeft niemand haar gezien, Daarentegen beweert de schoonzuster van den districts gouverneur, die in de provincie hoofdstad een kennis bezocht, 8 rena „p 'i station te heb- j «o.nap vaneen ven het gloeiende voortujefd, OaBcog"iyt Serene?

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1928 | | pagina 1