Voor schuld verkocht.
Nieuws- en Advertentieblad
éxt
voor Zeeuwscli-Vlaanderen
No. 8.
VRIJDAG 27 APRIL 1928.
44e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Hoor de noodkreten.
FEUILLETON.
Onze houding tot België.
<2^
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
In de heksenketel van Europa,
welke Balkan heet, het broeinest
van politieke complotten, waar
in onophoudelijk oorlogsgevaar
schuilt, eene voortdurende be
dreiging van den vrede in dat
Zuidelijk deel van Europa is aan
de politiek voorloopig het zwijgen
opgelegdde stem der natuur
heeft gesproken en bij het weer
klinken van dat geluid, verstomt
alle menschelijk gedoe.
Temidden van het donderend
geweld der instortende huizen,
sneden de angstkreten der in pa
niek vluchtende inwoners door
de lucht en zoo vormde zich een
demonisch koor, waardoor de
menschen tot zinneloozen angst
werden gebracht, ronddwalende
door de straten en over de velden,
waar de golvende aardkorst niet
langer houvast bood voor de
wankelende voeten. In uitersten
nood wendde de één zich klagend
en weenend tot den ander, doch
wie vermag hulp of steun te
bieden bij zóó zware beproeving
voor allen? Aldus is er rouw
geslagen in de harten van dui
zenden en duizenden, wier ge
weeklaag opstijgt tot de hemelen,
doch zonder te vermogen de na
tuur te vermurwen. Want de
aardschokken houden aan en het
werk der verwoesting wordt voort
gezet, den schrik en ontsteltenis
opvoerende tot een climax, gren
zende aan krankzinnigheid Waar
tot voor luttele dagen steden en
dorpen zich verhieven in lachende
landouwen, daar zijn thans slechts
puinhoopen te onderscheiden,
waartusschen de vroegere bewo
ners zich anstig bewegen, zoeken
de naar vermiste familieleden of
neerzittende in doffe wanhoop.
Onmachtig staat de mensch
tegenover dit wreede spel der
natuur, dat zooveel leed en droef
heid heeft gebracht en in enkele
seconden het menschenwerk van
eeuwen heeft vernietigd.
Maar al vermogen we dan niet
onheilen als deze te voorkomen,
het door de aardbevingsramp ge
slagen leed kan aanmerkelijk
Een oud verhaal door P. Louwerse.
woTssnarar
5)
Dan trakteer ik jelui allemaal
in jou plaats,< waa het antwoord.
»Top, dat nemen we aan 1<
klonk het in koor.
Frits hield zich even bedaard
en zei toen: »Wie me op plagiaat
betrapt, trakteer ik dubbelDaar
gaat ie
Heb je ooit zoo'n witte-
das-slikkenden, korte broek-be-
geerendeD, befgezinden, verloren-
zielen-opzoekenden, opgehangen
likkebroers weduwen-bekeeren-
den, ternedergeslagen oudevry-
sters-opbeurenden achtar-naneet
van een in rechte linie afstam-
menden nakomeling vaD Tetjeroen
gezien
«Bravo, Wiel, bravo !c riepen
•r vjjjf tegelijk, doch wendden
zieh ook terstond tot Wolf en
bestormden hem met een uit
barsting hunner longen, waarvan
de hoofdzaak wasJij trakteert
morgen
«Non, de ouwe hoeft pas op-
|*dokt,« zei dose, «maar waar
worden verzacht door daden van
medelijden en medegevoel jegens
de slachtoffers. En in dat opzicht
is bereids de hand aan den ploeg
geslagen hier gelden geen per
soonlijke of nationale gevoelig
heden, hier, bindt de nood. En
als er iets is, dat tot vrede stemt,
dan is het welde hulp in nood.
Engeland heeft reeds het goede
voorbeeld gegeven, door enkele
oorlogsschepen, thans tot meer
menschlievende doeleinden be
stemd, met levensmiddelen en
andere benoodigdheden naar de
getroffen streken te dirigeeren.
En ook Italië heeft hulp toege
zegd.
Ook het Nederlandsche Roode
Kruis liet zich niet onbetuigd en
de oproep om steun, door deze
instelling gericht tot het Neder
landsche volk, zal stellig gereeden
weerklank vinden in de harten.
De jongste berichten omtrent
de ramp zijn weinig bemoedigend
daar zich nog steeds nieuwe
aardschokken doen gevoelen. Het
is een relaas van vernieling en
verwoesting, van leed en droefe
nis, van angst en wanhoop, tel
kens vernieuwd, telkens vergroot.
Volgens een voorloopige statis
tiek zijn te Philippopel meer dan
3000 huizen ingestort, terwijl 6100
huizen onbewoonbaar zijn ge
worden.
De professoren Baholoff en
Bontscheff, die een studiereis
door de getroffen streken gemaakt
hebben, verklaren, dat een oude
barst in de aarde weggewerkt is,
doch dat parallel daarmede, een
nieuwe is ontstaan, welke midden
door de meest getroffen streken
loopt.
Bij het dorpje Tsjechneguirovo,
op den rechteroever van de Ma-
ritza, tusschen Philippopel er,
Papazly heeft zich een meer ge
vormd, dat op het oogenblikl20
M. lang, 24 M. breed en 40 c.M.
diep is. Tot dusver is het met
water gevuld gebleven.
Er wordt met kracht gewerkt
om de 14000 dakloozen onder te
brengen.
Te Smyrna heeft zich een
nieuwe aardbeving voorgedaan,
zullen we om feeat houden
»In Den Haag of op bet bad
huis!* riep Wielhout.
»Neen,« schreeuwde er een
stem als een kanoD. We moeten
lawaai kuouen schoppen eu dat
kuo-je in Den Haag niet, dat is
daar een dooie boel I Ik weet
wat anders. We gaan Daar
Linthuizen en maken daar jool
io »De Blaasbalg,* de kroeg
baas is een oude kennis van me
nit Leiden.*
»We stellen ous lot in uw
handen, Kanon zei Wolf. «Al
dus morgen ochtend op pad, dan
hebben we den geheelen dag
voor ons.*
Weldra zochten zes heeren hun
eigen «kast* op en lieteD Kanon,
die dezen avoud onthaald had,
alleen.
Wielhont had, naar het scheen,
haast om thuis te komen, althans
hij liet de anderen ongestoord
hunnen weg vervolgen en stapte
stevig door, totdat hy dicht by
den Dom zich bij zy'n naam
hoorde roepen.
Hij keerde zich om, en....
«Wat duivel, Van Bergen, ben
jjj dat? Moet je gaan preeken,
of ben je nit preeken geweest
«Omdat ik in 't zwart ben
isni h
welke de onder de bevolking
heerschende paniekstemming nog
heeft vergroot.
Goede, vlotte verhouding met
onze Zuiderburen gcwenscht.
Bij de behandeling van de be
grooting van Buitenlandsche Za
ken in de Eerste Kamer heeft
minister jhr. mr. Beelaerts van
Blokland het volgende gezegd
Met betrekking tot onze ver
houding tot België zijn door den
heer Anema woorden gesproken,
we'ke ik ten volle en zonder
eenig voorbehoud zou willen
onderschrijven.
Zoowel met betrekking tot het
belang dat beide landen hebben
bij een spoedige afwikkeling van
de aanhangige vraagstukken als
met betrekking tot het initiatief
inzake het hervatten van de on
derhandelingen, ben ik het met
dien geachten spreker geheel eens.
Er behoeft van deze zijde niet
nogmaals de nadruk te worden
gelegd op het feit, dat België,
buiten hetgeen in de vigeerende
tractaten is vastgelegd, tegen
Nederland geen rechten kan doen
gelden.
Het ligt voor de hand, dat de
verwerping van het tractaat van
1925 wegens de overwegende
bezwaren, welke hier te lande
tegen sommige elementen van de
ontworpen regeling bestonden,
aan België niet het recht zou
geven een houding aan te nemen
ais had het van Nederland iets
te vorderen.
Maar evenmin moet Nederland
na die verwerping zelfgenoegzaam
afwachten of België, welks wen-
schen ons immers bekend zijn,
ons misschien een voorstel zou
willen doen, waarin met onze
bezwaren rekening wordt gehou
den. Slechts vergaande kortzich
tigheid kan 't groot politiek en
economisch belang uit het oog
doen verliezen, hierin gelegen,
dat beide landen in onderling
overleg de door de verwerping
«Non ja, en omdat je zoo deftig
bent 1*
«O, daaromNon, maar stel
je gerust, ik ben Diet nit preeken
geweest en 'k ga er niet op uit
ook. Maar, waar kom jy vandaan?*
«Van Kanon Hy vertelde van
morgen op het college, dat zijne
grootmama jarig was, en non
moest hjj toch trakteeren
«Weet je met wien 'k een
half uur geleden voorbij Kanon's
kast ben gegaan
«Wel ja, met Gerrit Phrase,
'k Heb je gezien
«Jelui schynt mekaar te ken
nen, niet
«Zeker, we komeD van dezelfde
plaats. Zyn papa is daar burge
meester en myn ouwe cureert
de zieke lnil*
«Hy sobijnt je niet zeer gene
gen, meende ik te entdekken
«O, toen we school gingen,
was 't tusschen ons al oorlog.
Maar waarom vraag je dat zoo
«Och, we zyn altijd te goed
met elkaar geweest, rond nit ge
zegd, ik mag je veel te graag
ljjden, om het te zwijgen. Hy
liet zich al heel vreemd over je
«onwe* uit 1«
«En sloeg je 'm toen niet op
z'n bek?*
»Ik?«
aanhangig gebleven kwesties tot
een voor beide bevredigende
oplossing brengen. En het is
zoowel het belang van elk der
beide landen als een algemeen
Europeesch belang, dat de aan
vang der besprekingen over die
oplossing niet langer worde ver
traagd dan voor 't vaststellen van
deugdelijke grondslagen onver
mijdelijk is.
Zooals ik reeds in de Memorie
van Antwoord heb uiteengezet, is
het voor mij een teleurstelling,
dat het nader onderzoek, nood
zakelijk om die grondslagen te
vinden, nog niet is ten einde
gebracht. Behalve het ambtelijk
onderzoek is natuurlijk ook nog
overleg buiten den engeren ambte
lijken kring noodig. Maar uit
dezen onverwachten langen duur
mag niet worden afgeleid en
dit is het eenige punt, waarop ik
het met prof. Anema niet eens
ben, dat er weinig hoop zou
bestaan dat een nieuw tractaat
vóór de verkiezingen van 1929
zijn weg naar het Staatsblad zou
vinden. Integendeel, ik vlei mij
nog steeds dat dit, met goeden
wil van alle zijden, mogelijk zal
blijken en ik zou mij niet ver
antwoord achten indien ik daar
toe niet alle krachten inspande.
Een goede, vlotte verhouding
met onze Zuiderburen, met wie
wij zoo menig belang gemeen
hebben en in zoo menig opzicht
kunnen samenwerken, acht ik van
zeer groot belang voor ons land
en het is niet zonder bekommer
nis, dat ik zie, hoe lichtvaardig
somwijlen, zoowel in ons land
als aan de overzijde der grens
door onverantwoordelijke perso
nen dingen worden gezegd en
geschreven, welke slechts in staat
zijn de atmosfeer te bederven en
dientengevolge de komende on
derhandelingen te bemoeilijken.
Te licht schijnt men geneigd te
vergeten, dat onderhandelingen
tusschen twee staten en de voor
bereiding daarvan een teer werk
zijn, dat een rustige atmosfeer
vereischt.
Met betrekking tot die voorbe
reiding dient men overigens te
«Ja jy
«Wel neen; want..,.*
«Loop dan voor myn part naar
den duivelmisschien leg-je er
nog eer mee io door hem te
bekeeren 1*
Zonder een hand te geven of
goeden-avond te zeggen ging Frits
verder.
'k Zal het hena toch nog wel
eens inpeperen,* bromde Van
Bergen en zocht zyne kamers op.
Zoodra Frits thuisgekomen was,
stak hy zijne lamp aan, haalde
zjjne boeken voor den dag en
begon te studeeren. Ean halfuur
lang zat hij met een elleboog
onder 't hoofd voor zyn boek,
keek er nu eens in, dan eens
over.
«Beroerde boel, d»t ik nou
juist dien glniperigen Van Bergen
moest tegenkomen Of het
waar is dat Phrase vaD mjjn
«ouwe* gebabbeld heeft Hy zei
niet watt Had ik niet dadelijk
zoo uitgevaren, misschien dat ie...
maar laten die twee steken naar
de weerga loopen 1*
Weer boog hy zich voorover
door nn en dan bij 't geen hij
las een potloodstreep te zetten,
leek het nti toch, dat hy stu
deerde. De Dom liet het nnr van
middernacht hoeren. Eensklaps
bedenken, dat zij noodwendig,
wat publiciteit aangaat, een geheel
ander karakter draagt dan de
voorbereiding van een regeling
op het gebied der binnenlandsche
wetgeving, waarbij openbare dis
cussie somtijds van veel nut kan
zijn.
De regeering heeft in deze
waarlijk een moeilijke taak en zij
heeft geen enkele reden gegeven,
waarom haar niet ook buiten
deze Kamer het vertrouwen zou
worden geschonken, waaraan het
haar in de Kamer niet ontbreekt
en dat zij bij het volbrengen van
die taak ruimschoots behoaft.
AXEL, 27 April 1928.
Onder voorzitterschap van
de echtgenoote van den Burge
meester, mevrouw Blok, alhier,
is gisteren ten stadhuize een
comité gevormd om namens onze
gemeente deel te nemen aan de
huldiging van Koningin Emma.
Het comité bestaat uit de vol
gende dames Blok- de Jager,
Ruysch van Dugteren-Niermeijer,
A. Kruijsse, J. Dregmans, Hüp-
scher-Regenbogen, Maris-Kramer,
Ysebaert-Temmerman, Hiemstra-
Nolté en Zonnevijlle- van Vliet.
Door den Burgemeester zullen
eenige jonge dames worden aan
gezocht, om de volgende week
met gesloten busjes en lijsten te
collecteeren voor het bekende
doel.
40 dienstjaren.
Naar we vernemen, zal het
aanst. Dinsdag 1 Mei 40 jaar
geleden zijn, dat de heer A.
Olijslager alhier in dienst der
gemeente trad. Hij heeft daarvan
30 jaren als gemeenteveldwachter
onze gemeente met een wakend
oog doorkruist. Nu ja, laten we
eerlijk zeggen, dat als we onze
jeugd in herinnering brengen, we
toen als snaken niet zoo erg bang
waren van Olijslager. Wel gaf
een strenge blik, een lange baard,
en een kaarsrechte houding, (die
hij ondanks zijn 70 jaren nog
handhaaft) hem iets heldhaftigs,
maar hij was inderdaad niet zoo
kwaad, als hij er uitzag. Som-
hoorde hy op straat fluiten.
«Die zoekt my,« bromde Frits
en het raam opschuivend, stak
hij het hoofd buiten«Is daar
iemand
#Ja, Wielhout, kan ik je nog
eens spreken
Frits gooide een sleutel naar
beneden en zei«Doe maar open
en kom boven
Hartelyk, zooals dat onder stu
denten pleegt te zyD, klonken
deze woorden niet, en geen won
der, want de deur ging open en
Gerrit Phrase trad binnen.
«Bonsoir, Wielhout,* zei hij
en stak de hand uit.
Frits nam deze flauwtjes aan.
«Ga zitten, Morrehof! Wat had
je
«Ja, wat had-je,antwoordde
Gerrit met een zacht, «je valt
zoo met de dear in huis 1*
«Natuuriyk, want in de vyf
jaar dat we samen aan de Aca
demie zyn, is dit de derde keer,
dat je me opzoekt. Den eersten
keer kwam je zeggen, dat je er
w&iden tweeden keer dat je
in verlegenheid zat en nu..„
natnnrlyk heb je nu weer wat
«Non, om dan maar dadeiyk
van wal te steken t lk zit ver
schrikkelijk in de knoei I*
sZoo!« {Wordt vervolgd),
AXELSCHE
COURANT