De Liefde, die- twijfelt,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee u wsch- Vlaand eren
Arbeid ian jeugdige personen.
No. 1.
DINSDAG 3 APRIL 1928.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
44e Jaarg.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNF. MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
We waren de vorige week niet
in de gelegenheid een Kamer
overzicht te geven, en dat terwijl
o. a. een gewichtig wetsontwerp
werd aangenomen, nl. het wets
ontwerp, waarbij wordt opgeheven
het verbod tot arbeid voor jon
gens van 13 jaren, die niet meer
leerplichtig zijn.
De opheffing van dit verbod
zal zeker voor velen een oplossing
zijn en vooral in deze streek.
Hoeveel jongens waren daar niet,
welke op 12-jarigen leeftijd van
school gingen en een paar jaar
moesten wachten, eer ze bij een
of anderen patroon voor een vak
in de leer mochten gaan. Het
gevolg was, dat ze dan maar naar
den akker gingen, want „op het
land" werd naar geen arbeids
wetten gekeken. Men moet slechts
met zulke jongens een gesprek
aanknoopen of hun handel en
wandel onder elkaar nagaan, om
te weten, hoe demoraliseerend
dat „naar 't land gaan" voor de
kinders is.
Ze zijn dagelijks bij grootere
jongens en meisjes en luisteren
af, wat dezen onder en met elkaar
te bespreken hebben. Veel goeds
is dat meestal niet en allerlei
uitdrukkingen, spreekwoorden en
gewoonten nemen de kleinen,
die maar al te vroeg groot willen
doen, over van hun oudere
collega's. Natuurlijk zijn de
ouders er onkundig van, want de
kinderen wachten er zich wel
voor om van die ongemanierd
heden thuis blijk te geven en zoo
breidt zich het kwaad uit.
Of het verschil dan zoo groot
is met een werkplaats of bij een
ambacht Ja, maar al te groot,
want meestal zijn de leerjongens,
die op een vak gaan, in gezel
schap van den patroon of een
meesterknecht als handlangers (in
zijn oorspronkelijke beteekenisge-
nomen) en dan hebben ze voor
dezen altijd het noodigerespectom
beleefd en gemanierd te zijn, of
zoo behoort het althans krijgen
ze in een of anderen vorm toch nog
Duitsche Vertaling.
(35
,s Avonds vroeg Karl Fe's
den heer Heydebriügk dadelijk
om een onderhond, en schijnbaar
ernstig ging deze erop in maar
nauwelijks was de ander van
wal gestoken, of hy riep lachend
«Spaar je de moeite maar, mijn
beste Fels! Dat weet ik allemaal
nl lang 1 Waarschijnlijk langer
dan jezelt 1 Dus je bent myn
vrouw en mü van harte welkom
als zoon Hier heb je mijn hand
Vuur en water kunnen elkaar
anders niet goed verdrageD,
maar ik geloof, dat jjj en Magda
zelf met dezen regel den draak
zullen steken en een schitterende
nitzondering maken schertste
hij, om zijn eigen aandoening te
verbergen. >En kom nn mee
Ik denk, dat een zeker iemand
al zeer ongeduldig op den on
twjjfclachtigen afloop van ons
onderhoud zit te wachten
>Zie me dat meisje nu eens,
vrouw riep hij lachend, toen
hun binnenkomst Maria Mag-
de noodige opvoeding in beleefd
heid. Ook de omstandigheid,
dat daar de leerjongens, als ze
tenminste met genoegen het vak
willen leeren, hun gedachten bij
het werk bepalen en geregeld
afzien wat meer gevorderden
doen, geeft veel minder gelegen
heid tot afleiding, dan het in
kooien over een stuk land kruipen
bij het wieden, enz.
Dan komt er nog bij, dat als
die jongens een paar jaren veld
arbeid hebben verricht, ze meestal
bij dien arbeid blijven, eensdeels
omdat ze zich er veel vrijer voelen,
anderdeels omdat ze in de sei-
zoensweken meer geld verdienen,
wat ook de ouders zeer goed te
pas komt. znodat ook dezen er
aan verwend worden en minder
lettend op de toekomst hunner
kinderen, ze dan ook maar als
veldarbeider doen opgroeien, met
de daaraan verbonden weken van
werkeloosheid en andere bezwa
ren.
We zijn de laatsten, om te
beweren, dat dan veldarbeiders
maar niet gekweekt moeten worden,
maar omdat we overtuigd zijn,
dat die er vooral in deze streek
meer dan voldoende, ja teveel
zijn, wijzen we erop, dat het
wenschelijk ware, dat er meer
jongens een vak leerden.
En we hopen, dat dit ook het
geval zal zijn, nu de jongens, als
ze 13 jaar zijn in de leer mogen
gaan.
Ook voor de steden, was het
een euvel, dat kinderen, wier
ouders geen schoolgeld konden
missen, een paar jaren naar de
straat werden gestuurd. Het is
natuurlijk niet wenschelijk, dat
de jeugd lange tijden doorbrengt
in fabrieken tusschen machines
en aan stukwerk, maar voor de
kleine nijverheid is het een uit
komst, al voorzien de ambachts
scholen voor een groot deel in
het kwaad. Toch is ook het
ambachtsonderwijs niet onver
deeld aan te bevelen. Men moet
slechts de patroons hooren in de
verschillende vakken, om te weten,
hoe veelal de theorie teveel parten
speelt, terwijl de clientèle ook
niet gediend is van het passen
en meten, waarmee zooveel tijd
wordt gesleten.
En zoo konden we ons voor
stellen, dat de Kamer met 53
tegen 32 stemmen de opheffing
van het verbod aannam, wat we
ten zeerste toejuichen en ook wel
door de Eerste Kamer zal worden
goedgekeurd.
dalena Karl Fels jubelend tege
moet vloog en hem met beide
armen omvatte. «Hebben we dat
vroeger ook zoo gedaan Maar
Mevrouw Heydebringk kon niet
antwoorden, want Maria Magda-
lena had zich van Karl Fels los
gemaakt en omhelsde haar moe
der.
»U hoett nooit meer te vragen,
waaraan ik deDk, Moeder!*
fluisterde ze. «Houdt u van bem
Ja Toe, hou toch alstublieft van
hem Hy is!
«De schoonste,'beste, heerlijk
ste van allen riep Mevrouw
Heydebringk, terwyl ze zich
zacht uit de omarming bevrydde.
«Geef me de hand, Mynheer
Fels Io geen betere kan ik die
van myn kind leggen 1*
«Och watMijnheer Fels mop
perde haar man. Nu heet hij
naar goede Duitsche gewoonte
Karl, zoon, of wat ja anders wil
zeggen, en je 1 Basta! En nu
aan tafelIk heb honger 1 En
nn aan tafelIk heb honger, en
nog wel een reusachtigen 1 t
Dat was een ander leven nn
op Magdalenn-boeve, en alleen
het spoedige vertrek van Karl
Fels, die z\jn commando op den
»Pinguio« weer moest overne'
Kameroverzicht.
Behalve het hierboven bespro
ken" wetsontwerp heeft de Tweede
Kamer nog behandeld de dood
straf in Indië.
Wij hebben voor het behoud
van de doodstraf in het atgemeen
nog nooit één argument gehoord,
dat ons ook maar eenigszins
steekhoudend voorkwam. Staat
men op het standpunt dat de
bijbelsche leer de toepassing
eischt, dan moet men deze straf
voor Indië willen behouden en de
invoering daarvan ook voor ons
land wenschen, maar het uitgangs
punt is daarvoor toch te verschil
lend en zelfs al zouden wij meenen
te kunnen aantoonen, dat althans
het nieuwe testament de dood
straf niet vordert, wij zouden ons
geen seconde mogen vleien met
de hoop, ook slechts één van
onze tegenstanders te kunnen
overtuigen.
Maar ook de Kamerleden, die
in het algemeen toepassing van
de doodstraf afkeuren en erkennen
de groote gebreken, die aan deze
straf kleven, durven voor Indië de
consequentie niet aanvaarden.
Daar wilden zij van deze straf
geen afstand doen omdat zij van
meening zijn dat Indië zelf moet
beslissen, of het de straf wil be
houden of niet en wij mogen de
afschaffing van de doodstraf niet
aan Indië opleggen. Daarom werd
de motie verworpen met 58 tegen
24 stemmen.
Minister de Geer heeft eenige
weken geleden na de verwerping
van art. 1 van zijn wetsontwerp
om Nederlanders, die in het
buitenland wonen, in onze directe
belastingen te hebben, schorsing
men, wie?p een schaduw over
de vrooljjke datren.
«Cbarly Charly Wat is dat
riep Maria Magdalena eeu paar
dagen van tevoren en hield haar
verloofde twee groote brieven
en twee kleine verzegelde pakjes
voor. «Departement van Marine!
Berlyolf studeerde ze uit het
omschritt van de blauwe zegels.
«Wat er in staat, wordt men
steeds het eerst gewaar door het
open te maken lachte Fels,
nam haar de brieven nitdehand
en bekeek natuurlijk ook eerst
de enveloppen.
«Zeg, die eene is voor jou
bestemd.*
«Gunstja! Wat zouden ze wil
len Maak toch open haastte
Magda du.
«Juffrouw Heydebringk, ik fe
liciteer u riep Karl Fels, die
vlug deu inhoud doorgeloopeu
had. «Luister I Maar ga eerst
zitten Daar komt het Het
is my een bijzondere vreugde,
u te mogen mededeelen, dat het
Zijne Majesteit den keizer vau
Duitschland, Wilhelm II, op mijn
voordracht naar aanleiding vau
het bericht van den commandant
Z. M. «Pinguin*, behaagd heefr,
U voor de met eigen levensge
vaar volbrachte redding van den
van beraadslaging gevraagd. Het
verworpen artikel wilde in het
buitenland wonende Nederlanders
die een inkomen hebben van
f6000 of meer, in ons land laten
betalen het verschil tusschen het
geen zij hadden moeten betalen
als zij hier waren gebleven en
wat zij nu in het land betalen,
waar zij wonen. Na de verwer
ping van dit artikel dachten wij,
dat het wetsontwerp van de baan
was. Maar Minister de Geer
diende spoedig het wetsontwerp
weder in, voor de nalatenschap
pen en schenkingen.
Doch ook het gewijzigde ont
werp kon geen genade vinden
bij de Kamerleden. Het werd
met 44 tegen 25 stemmen ver
worpen, waarna Z.Exc. voor de
tweede maal schorsing van de
beraadslagingen vroeg.
Daarna kwam aan de orde de
motie-Joekes. Deze meent, dat
het met ons Koloniaal bestuur
niet goed gaat. De administratie
is duur en omslachtig, terwijl
veel ambtenaren niet berekend
zijn voor hun taak.
Min. Koningsberger verdedigde
zijn standpunt en het gevolg was,
dat de motie-Joekes-Van Rijcke-
vorsel om niet voort te gaan met
doorvoering van de bestuursher-
vorming in Indië, zonder dat een
nader onderzoek de doelmatigheid
daarvan zou hebben aangetoond,
door de Tweede Kamer met
51 tegen 32stemmen verworpenis.
Van belang was de verklaring
van dr. Nolens, die uit het debat
had afgeleid, dat de Indische
Regeering niet aan het plan—De
Graaft is gehouden, zoodat zij
geheel vrij staat. Op grond hier
van stemde hij en een groot deel
van zijne fractie tegen de motie.
De Ongevallenwet en de Land
en Tuinbouwwet zullen eene
belangrijke uitbreiding in de toe
passing ondergaan, doordat een
aantal beroepsziekten zullen wor
den gelijkgesteld met ongevallen,
welke in dienst zijn overkomen.
De interpellatie-Albarda betref
fende 't beleid van de regeering
ten aanzien van de Rijkskweek
scholen, is Dinsdag in de avond-
Luitenant Karl Fels van den
dood door verdrinken de red
dingsmedaille met lint te ver-
leenen. U wordt beleefd verzocht
om iuliggend formulier te teeke
nen. De Staatssecretaris van het
departement v»n Marine
«Maar hoe is dat moge
lijk stotterde Maria Magdalena,
die tydens het lezen heel bleek
was gawordeu. Dat weet toch
niemand
«Kapitein Herbert is het toch
te weten gekomen, naar het
schyntlachte Fels Hoe, dat
weet ik Diet en kan me ook
niet scheleD, maar hier heb je
het zwart op wit, en je kunt op
die onderscheiding buitengewoon
trotsch zijn, schat, want het is
een van de mooiste eere-medail-
les, die kan worden verleend.
Kom hier, ik moet ja erdadelyk
mee versieren Mama en Papa
zullen opkijken I*
Hy opende het pakje, zoodT
op het adres te letten, en nam
er een klein rood doosje uit.
«Nu, die is goed riep by
verbaasd toen hij den inhoud
bekeek. «Daar sturen ze je in
plaats van de reddingsmedaille
de «rde van den Rooden Adelaar.
Dat is ook wat
«Laat eens uien J« astvoofilcU
vergadering behandeld. De inter-
pellant maakte zich ongerust, dat
de regeering zou overgaan tot
opheffing van een zoo groot
mogelijk aantal Rijkskweek
scholen. Reden tot deze onge
rustheid was de opheffing van de
Rijkskweekschool te Nijmegen.
De heer Albarda vroeg aan de
regeering de besliste verklaring,
dat geen verdere opheffing zou
worden overwogen, welke ver
klaring Min. Waszink onomwon
den aflegde. Een motie om niet tot
verdere opheffing van deze scho
len over te gaan, voordat de
Kamer de noodige gegevens zou
hebben verkregen om zich over
de wenschelijkheid daarvan uit
te spreken, en een andere motie,
waarin vermeerdering .van het
aantal kweekscholen onnoodig
werd genoemd en er op werd
aangedrongen om, zooal niet tot
inkrimping, dan toch zeker niet
tot uitbreiding over te gaan hieven
elkaar op en werden ingetrokken.
Ernstiger was het debat over
de wijziging van de wet houdende
voorziening tegen besmettelijke
ziekten. Men zal zich wellicht
herinneren, dat reeds in het vorige
jaar dit wetsontwerp tweemaal
in behandeling is genomen, doch
beide malen op verzoek van de
regeering werd aangehouden.
Den tweeden keer was dit naar
aanleiding van het amendement
van mevr. De Vries—Bruins om
te eischen, dat van de twee medici
die een verklaring moeten afgeven
dat inenting voor een kind een
bijzonder gevaar oplevert, één
moet zijn de Inspecteur van de
Volksgezondheid. Deze eisch
hield verband met het advies van
ds. Kersten om voor deze keuring
doktoren op fe zoeken, die gaarne
tot het afleggen van de ge-
wenschte verklaring bereid zouden
zijn. Mevr. De Vries—Bruins
voorzag, dat op deze wijze de
geheele dwang tot vaccinatie zou
vervallen en diende daarom haar
amendement in, dat, ondanks
onaannemelijk-verklaring door
Min. Slotemaker de Bruine, met
39 tegen 33 stemmen werd aan
genomen.
Maria Magdaleua, terwijl se met
een naar het omslag greep.
«Maar dat is voor jou Jy hebt
het verkeerde pakje opengemaakt.
Hier staat jou adres op
«Wat, voor mij zei Fel»
een beetje opgewonden. «Dat is
heelemaal uitgesloten Geef den
anderen brief eeDS
Maar Maria Magdalena greep
deD brief, scheurde het envelop
open, las hem door en riep
My o heer de Luitenant, ik feli
citeer ul Luister! Maar ga eerst
zitten Daar komt het Het
heeft Zijne Majesteit den keizer
van Duitschiaud, Wilhelm II,
op myn voordracht Daar aanlei
ding van het bericht van den
commandant Z. M. «Pinguin*,
behaagd, den eersten officier van
genoemd schip, deu Luitenant
Kari Fels, ais waardeeriDg voor
zijn verdiensten uiet het losmaken
van den «Pinguin* van eeu rif
in de Windward-passage, voor
ayn beleid en dienstyver daarby
bewezen, de arde van den Roo
den Adelaar vierde klasse te
verleenen. De onderscheiding
volgt bygaand. U wordt verzocht
inliggend formulier te teekenen.
De Staatssecretaris van het de
partement van Marine. Nogmaals
gefttiieiteerd, Myuheer dc Luita*
AXELSCHE
t
COURANT