Hoest, Keelpijn
commissie kennisgeving, dat dè
Raad geen gevolg heeft gegeven
aan het advies der comm. om
over te gaan tot vereenvoudiging
van den omvang van het onder
wijs op de Openbare School.
De stukken genoemd onder a
tot en met g worden voor ken
nisgeving aangenomen.
h. Verzoek van 78 werkloozen
om productieve werkverschaffing
of invoering van een algemeen
geldende steunregeling (Dit adres
is in ons vorig nummer opgeno
men).
Aangezien door Burg en Weth.
door de Commissie van Advies
inzake steunverleening en de
plaatselijke commissie van advies
inzake werkverruiming reeds ver
schillende plannen zijn geopperd
en overwogen met het resultaat,
dat hunnerzijdsch geen voorstel
kan gedaan worden, wenschen zij
dit schrijven voor kennisgeving
aan te nemen, te meer daar de
thans geldende regeling geepe
aanleiding geeft tot algemeene
klachten.
Dhr. Van de Bilt zou in over
weging willen geven om aan die
menschen te vragen uit hun
midden een commissie van 5
personen aan te wijzen, die dan
een conferentie kan houden met
het comité tot steunverleening.
Misschien hebben die menschen
een anderen kijk op de zaak en
geeft het resultaat. Dat was toch
te p'robeeren. We mogen hun
niet kwalijk nemen, dat ze op de
gasfabriek wijzen, want er was
hun meegedeeld, dat er werk
voor hert was, terwijl later
bleek, dat die mededeeling op
een vergissing berustte.
De Voorz. wil gaarne met zoo'n
commissie samenwerken, maar
acht het eigenlijk overbodig,
daar spr. zich iederen dag be
schikbaar stelt om inlichtingen
te ontvangen of zoo mogelijk te
geven.
Dhr. Oggel vindt het vreemd,
dat men met zoo'n adres aan
komt, omdat in de bestaande
commissie voor werkloozensteun
ook werklieden zitten, die zelf
werkloos zijn, zoodat ze dus door
middel van die afgevaardigden
ook konden weten, dat er geen
middelen tot verbetering aan te
wenden zijn, hoeveel men er ook
naar gezocht heeft.
Dhr. Koster merkt op, dat als
er nog geprobeerd wordt om werk
te krijgen hij vindt het treurig
het te moeten zeggen het dan
de overheid is, die tegenwerkt,
in dat verband wijst spr. op hef
leggen van een duiker naar het
Rijkskanaal, ter verbetering van
afwatering van de polders en ook
dit stuitte weer op verschil van
meening, daar de een het een
Waterstaatsbelang en de ander
het een Landbouwbelang noemde,
maar in elk geval van het werk
toch weer niets kwam.
De Voorz. kan niet beoordeelen
in hoever dat juist is.
Dhr. Van de Bilt meent, dat
dit toch een feit is, waarop zou
kunnen gewezen worden, als er
een commissie van werklieden
bestond .dan wisten zij ook, dat
de overheid niet meewerkt.
De Voorz. gelooft, dat zulks
niet van zooveel gewicht is, want
dat kunnen zij nu toch ook uit
het raadsverslag lezen.
Dhr. 't Gilde staat op hetzelfde
standpunt als B. en W. en is
overtuigd, dat bijna al het moge
lijke is gedaan in overleg met de
plaatselijke commissie tot werk
verruiming om tot eenig resultaat
te komen inzake werkverschaffing
van of met steun van gemeente
wege. En al acht hij de grieven,
hier door de Axelsche werkloozen
naar voren gebracht, niet van
allen rechtsgrond ontbloot, toch
moet men van de zijde der werk
loozen inzien, dat het dubbel
moeilijk is voor een gemeente
bestuur, dat al zoo vaak zijn
goeden wil getoond heeft om tot
daden te komen. De werkloos
heid is als het ware geworden
een permanente crisis, het heele
jaar door zijn er werkloozen en
in dezen tijd talioos velen. En
wat is er nu eigenlijk, dat iets
om 't lijf heeft om b.v. eenige
tientallen menschen aan 't werk
te zetten? Men dient toch om
met gerechtvaardigde klachten te
komen ook iets aan te kunnen
wijzen. De steunregeling zal na
tuurlijk niet ieder kunnen bevre
digen en zelfs velen doen morren
en wat altijd van zijn kant als
een bezwaar gevoeld is tegen de
steunregelingen hier is, dat men
er als werklooze nooit geen hou
vast aan heeft. Spr. zal noch de
commissie, noch eenig persoon
in de commissie voor de steun
regeling van onbillijkheid ver
denken of beschuldigen, maar men
dient toch ook niet uit het oog
te verliezen dat willekeur nooit
absoluut is uit te sluiten, dat er
altijd menschen zullen gevonden
worden, die klagen en zelfs met
recht. Noch B en W. noch de
commissie kan aan dit euvel iets
verhelpen, men zal dit handhaven
zoolang men niet een definitieve
regeling maakt, waarbij men toch
eveneens duidelijk kan omschrij
ven wie in aanmerking komt en
met welke gezinsbehoeften men
het eerst zal rekenen in verhou
ding tot het kindertal, enz.
Om nog met polderbesturen te
confereeren is het thans weer te
laat, maar men kan met dezen
wenk in B. en W. toch voordeel
doen tegen den volgenden winter.
Het ware misschien te over
wegen of met het dichten van de
sloot bij dhr. Koster en aan de
gasfabriek niet reeds aanstonds
zou kunnen worden begonnen.
Eveneens met de herbestrating
van het door de gemeente over
genomen gedeelte van den Rijks
weg, terwijl men ook zou kunnen
zien of de straten in het gemeen
telijk bouwterrein niet spoedig
kunnen worden aangelegd en het
terrein waar noodig gelijk ge
maakt kan worden. Dat is noo
dig, want er komt behoefte aan
terrein voor arbeiderswoningen
de nog beschikbare grond aan de
straat is te duur voor dat doel.
Ik dring hierbij eindelijk eens
aan bij B. en W. op een positief
antwoord (waarop ik al zoo vaak
heb aangedrongen) wanneer men
deze straten nu eindelijk eens zal
gaan aanleggen
Het is echter, afgezien van het
feit dat waarschijnlijk niet zooveel
menschen aan het werk gezet
kunnen worden, niet raadzaam
hetgene wat men kan doen nu
nog uit te stellen. In plaats van
dit adres, dat spontaan uit de
arbeiders zelf komt en naar ik
zie van arbeiders van alle ge
zindten, zoowel landarbeiders als
bouwvakarbeiders (zelfs een let
terzetter) voor kennisgeving aan
te nemen, zou ik aan B. en W.
op willen dragen en hen daartoe
machtiging verleenen, om die
werken, welke na onderzoek voor
spoedige uitvoering vatbaar zijn,
door de werkloozen te doen uit
voeren.
Spr. dient daartoe de volgende
motie in
„De Raad der gemeente Axel,
„in vergadering bijeen op 28
„Februari 1928, ter behandeling
„o.a. van het schrijven van de
„Axelsche werkloozen,
„van meening dat de werkloos
heid thans haar hoogtepunt heeft
„bereikt en de klachten der werk-
„loozen ten deele gegrond zijn;
„overtuigd evenwel, dat het
„Axelsche gemeentebestuursteeds
„het hare heeft willen doen om
„den nood der werkeloosheid tot
„een minimum te beperken, zoo-
wel door steunuitkeering als door
„werkverschaffing
„besluit het ingekomen adres
„naar B. en W. te verwijzen en
„hen te machtigen om die werken
„te doen uitvoeren, welke voor
„onmiddellijke uitvoering vatbaar
„blijken,
„en gaat over tot de orde van
„den dag"
Dhr. Oggel verwondert er zich
over, dat dhr 't Gilde, nu hij zelf
zegt, dat er geen werk in uitzicht
is, toch bij B. en W. door een
motie wil aandringen op het ver
strekken van werk.
De Voorz. vraagt zich eveneens
af, of die motie wel noodig is.
Spr. weet, dat er enkele werkjes
in uitzicht zijn, zoo wordt b.v.
straks het werk aan de gasfa
briek aanbesteed en kan daaraan
begonnen worden. Ook is reeds
gesproken met polderbesturen,
doch zonder resultaat. Het eenige
dat dus wacht is het werk aan
de straten en of daaraan direct
begonnen kan worden, moeten
we overlaten aan den gem. -op
zichter.
Dhr. 't Gilde heeft zijn mee
ning zoo soepel mogelijk uitge
drukt en ziet er geen bezwaar in
om die aan te nemen, want zon
der forceeren is er toch geen
bezwaar om te doen wat er te
doen ligt. Dat behoeft toch geen
reden tot verwondering te zijn
B. en W. kunnen onderzoeken
wat gedaan kan worden en als
dit college hem die toezegging
geeft, dan vertrouwt hij dat en
wil hij ook de motie wel intrek
ken.
De Voorz. zegt, dat dit nog
altijd de bedoeling van B. en W.
geweest is.
Dhr. Oggel herhaalt, dat er
geen reden is om daarvoor een
motie in te dienen. We zoeken
zooveel we kunnen om werk te
vinden en niets wordt er nage
laten om het lot der werkloozen
te verbeteren, zoodat er geen
zweep noodig is om B. en W.
nogeens daartoe aan te zetten.
Ingezonden Mededeelingen
Mijnhardt s Hoesttabletten.
Doos 30 ct.
Mjjnhardt's Keelpijntabletten,
60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
Dhr. Dieleman kan zich wel
vereenigen met het idee van dhr.
van de Bilt. Er wordt in het
adres gezegd, dat B. en W. niet
met den noodigen ernst pogen
om werk te ge/en. Welnu, be
noemen we nu een commissie,
dan kan die zich uitspreken, mis
schien weten die werken te noe
men. Zoo is b.v. al meermalen
gewezen op het afgraven van
den Axelschen dijk, ofschoon dat
bezwaarlijk gaat, maar 't is te
probeeren. En dat is beter dan
al de praatjes van dhr. 't Gilde,
die geen werk geven. Dat zijn
alle van die kleine werkjes, die
maar aan een paar menschen
gedurende enkele dagen werk
geven. We moeten groote wer
ken noemen. En als die men
schen nu ook eens achter de
schermen konden kijken, konden
ze hun meening zeggen, waarmee
wij misschien ons nut konden
doen.
De Voorz. wijst erop, dat er
reeds een commissie tot werk
verruiming is geweest en lang
en breed heeft men overwogen,
doch we komen niet verder. En
mocht er nu een of ander pro
ductief werk zijn, maar het moet
productief zijn we moeten
geen water van de eene put in
de andere scheppen dat de
menschen dan naar de secretarie
komen en zich door middel van
hun organisatie uitspreken tegen
over B- en W. Daarvoor acht
spr. geen commissie noodig.
Dhr. DielemanDeze werk
lieden zijn niet georganiseerd als
zoodanig en daarom zou er een
commissie moeten zijn. Bij hen
leeft de gedachte, dat er iets ge
daan zou kunnen worden. En
is dat nu zoo'n bezwaar, dat zij
dat door middel van een com
missie kenbaar maken Er zijn
zooveel commissie's, zoodat het
op een meer of minder niet aan
komt.
Dhr. Oggel vindt het geen be
zwaar, maar het is niet noodig,
want de gelegenheid die hiér ge
vraagd wordt, hebben ze dage
lijks. Die commissie zou er
eigenlijk alleen maar moeten zijn,
om de menschen nader te over
tuigen, dat er geen werk te vin
den is.
Dhr. Dieleman acht dat niet
zeker en wijst op den Axelschen
dijk.
De Voorz. zegt, dat die dijk
particulier^ eigendom is. Men zou
dat moeten vragen aan den polder
en look is het de vraag of het
Rijk afgraven van dien dijk zou
toestaan, want het is een indi
recte waterkeering.
Dhr. Kruysse meent, dat het
benoemen van zoo'n commissie
gelijk staat met een brevet van
onbekwaamheid, dat we dan aan
de plaatselijke commissie voor
werkverruiming geven. En wat
schieten die menschen nu met
een commissie op. Het is een
middeltje om ze tevreden te
stellen, maar meer hebben ze er
niet aan. Die dijk mag ook niet
afgegraven worden, want het is
een dijk vöor de 2e oeververde
diging. Men kon dus veel eer
lijker maar zeggen, je kunnen een
commissie benoemen, maar prac-
tisch bereiken je er niets mee.
Dhr. Dieleman gelooft wel, dat
die menschen werk zouden vinden.
De Voorz.U stelt dus voor
om een commissie te benoemen
Dhr. Dieleman Ja, van 5 per
sonen
Dhr. 't Gilde vindt dat lapwerk
en is het eens met dhr. Kruysse,
dat zulks een miskenning is van
de comm. tot werkverruiming en
steunverleening. Beter is het om
middels tot werk te zoeken.
Dhr. Oggel zou willen vragen,
of men zich er niet mee tevreden
kan stellen, dat B. en W. aan den
eersten onderteekenaar een brief
schrijven, dat hun college en de
steuncommissie zich aanbevolen
houden voor mededeelingen, wan
neer mocht blijken, dat zij betere
middels weten, dan tot hiertoe
zijn aangewend, of als zij uit te
voeren werken weten.
Dhr. van de Bilt zegt, dat dit
practisch op hetzelfde neerkomt,
als een commissie en kan zich
daar goed mee vereenigen.
Dhr. Dieleman wil zich, ge
hoord de gedachtengang,volgens
welke er geen meerderheid voor
een commissie is, er bij neer
leggen, zoodat z. h. s. besloten
wordt, om het adres aldus te
beantwoorden.
i. Verzoek van de autobus
onderneming v.h. Mannaert-Geers
te Terneuzen om alsnog steun te
verleenen.
De Voorz. wenscht dit verzoek
aan te houden voor een volgende
vergadering.
(Wordt vervolgd).
AXEL, 2 Maart 1928.
In het „Dagblad van Noord-
Brabant* lazen we, dat er po
gingen in het werk zijn en wor
den gesteld om een vereeniging
op te richten voor jeugdvermaak.
In hoever alhier een zoodanig
plan bestaat is ons niet bekend.
Wel weten wij, dat op de jaar
vergadering der V. V. V. werd
medegedeeld om in de St. Nico-
laas-Winkelweek (bij genoegzame
medewerking) een groot St. Nico-
laasfeest (liefdadigheidsfeest) te
organiseeren voor de kinderen en
dat aan de te houden Poppen-
tentoonstelling ook attracties voor
kinderen zullen worden verbon
den, o a. de gratis verloting van
een prachtige pop met wagen.
Of zou er misschien een sport
vereniging mee bedoeld worden
Enfin we wachten af.
Concordia.
Dinsdag en Donderdag de
belangstelling is zoo groot, dat
een tweede uitvoering wenschelijk
is gaf de harmonievereeniging
alhier weer haar jaarlijksche uit
voering aan de leden. Zoo'n
uitvoering leent zich voornamelijk
voor solo's, die in de buitenlucht
nooit zoo goed uitkomen en zoo
kregen de solisten gelegenheid
hun kunsten te toonen. In 't
bizonder onderscheidde zich hier
bij de solo in „Flutinette", die
zonder moeite en vlot werd ge
speeld. Muzikaal was het pro
gramma goed verzorgd en ook
naar wensch uitgevoerd.
Natuurlijk was er weer afwis
seling met tooneelspel. Nadat een
elftal zijn wedervaren op een
voetbalmateh te Knuppelveen had
gedemonstreerd in woord en
beeld, zoodat er zelfs krukken bij
te pas kwamen, kregen we weer
„de Wolf in 't Gebergte" te
hooren.
Het was goed gezien van den
directeur, den heer Blansaart, om
die operette nogmaals te geven
en er de spelers, zoowel als de
toehoorders nogmaals van te doen
genieten. Het is vaak zielig, dat
een werk van maanden lange
studie in enkele uren wordt vol
tooid en nooit meer gezien wordt.
Het is nu beter geweest. De ge-
heele zaal leefde mee met moeder
Sophie en haar dochter Roza.
Ook Max en Johan Brack waren
sympathieke figuren. Dit neemt
echter niet weg, dat Schwepel en
zijn vriend Fritz eveneens hun
rol goed vertolkten. De Engel-
schen en de herderinnetjes, die
met de schutters mooie groepen
vormden, mochten er eveneens
zijn. Het was een succesvol
nummer, dat aan de verwachting
heeft beantwoord.
Weer een gaskwestie.
Men schrijft ons
De directeur is weer aangeval
len op een wijze, die aan school
jongens deed denken, als het
niet zoo ernstig was. Nu zou
dat niet zoo erg zijn (de direc
teur kan nog al tegen een stoot
je) als niet gebleken was, dat de
voorzitter der Raadsvergadering
een jegens hem zeer eenzijdige
houding had aangenomen.
Want wat is het geval De
baasfitter uit eenige krasse be
schuldigingen tegen den directeur,
die terecht onderzoek eischten.
En het was zeer juist om daar
over beide personen, nl. directeur
en baasfitter te hooren. Nu zullen
we onbesproken laten de laffe
vertooning, dat Nieuwenhuize
zich niet wenschte te verantwoor
den in het bijzijn van den direc
teur, maar we willen liever wij
zen op de (vul in lezer)hou
ding, dat de voorzitter toestaat,
dat wèl de beschuldigingen wor
den gepubliceerd (wat hij
heelemaal niet verplicht was),
maar niet de verdediging van
den directeur Die moest geheim
blijven, althans in besloten ver
gadering plaats hebben.
Ik verheug me intusschen ken
nis te mogen nemen van een
schrijven van den Directeur aan
Burgemeester en Wethouders,
waarin hij zich punt voor punt
verdedigt, zonder eenige beschul
diging te uiten tegen den baas
fitter. Zuiver zakelijk dus.
Ik weet niet of ik het recht
heb maar ongevraagd wil ik het
toch bekend maken. Het luidt als
volgt
Mijne Heeren,
Met verontwaardiging en
verbazing nam ik kennis van het
schrijven van den baas-fitter J.
Nieuwenhuize aan den Raad der
Gemeente Axel.
Bovengenoemden baasfitter heb
ik tengevolge van mijn ziekte
ongeveer 5 maal gesproken den
laatsten keer op jl. Zaterdag 18
Febr., toen hij mij onder andere
vertelde, dat hij hier in Axel een
huis had gehuurd en in Krabben-
dijke een wagon had besteld
om zijn meubels naar Axel te
doen expedieeren, de wagon
kostte hem 40 gulden, enz. enz.
Op mijn vraag wanneer hij in
Axel dacht terug te zijn, ant
woordde hij Woensdagen nu
krijg ik zulk een schrijven van
hem onder oogen.
Op zijn beschuldigingen de vol
gende antwoorden
a. Aan den fitter Moerland is
niet bevolen geen inlichtingen
aan den baas-fitter te geven, noch
wel inlichtingen te geven, daar
dit niet op den weg van een
ondergeschikte ligt. Wel heb
ik den heer Payens opdracht
gegeven den baas-fitter in te
lichten.
b. Wat betreft het verzetten
van de kraan, daarvan was ik
volkomen onkundig en heeft de
heer Payens mij verzekerd, vóór
het zuiveren van de kist den
baas-fitter ingelicht te hebben,
dat de kraan reeds verzet was,
dus voordat de baas-fitter op de
fabriek kwam, was hij reeds door
den heer Payens ingelicht.
c. Zonder mijn voorkennis is
de baas-fitter naar Terneuzen
gefietst om een paar zuigerveeren
voor een van de motoren te
halen, terwijl op de fabriek een
zuiverkist verschoond werd en de
gascompressors werkten om gas
naar Terneuzen te persen. Men
deelde mij mede dat de nieuwe
motor voor de compressors stil
gevallen was en men niet wist
wat de oorzaak daarvan was en
dat dat de baas-fitter naar Ter
neuzen was gegaan. Toer. heb ik
mijn dochter opgedragen het
gasbedrijf Terneuzen (Staal) op
te bellen of daar misschien de
baas-fitter was. Dit bleek juist t|