dig den heer Payens voorge dragen. De gascommissie heeft daarop gemeend, dat deze handeling niet juist was en daarom zelf infor- inatiën ingewonnen en daarnaar de voordracht opgemaakt. Boven dien zijn B. en W. vrij, wien ze benoemen willen, terwijl niettemin iemand uit de aanbeveling van de gascommissie is benoemd. Dhr. Oggel zegt, dat de Direc teur van Nieuwenhuijze geen in- formatie's heeft gekregen, zoodat hij deze niet kent, zoodat het nu voor de hand ligt, dat er moeilijk heden te wachten zijn. De Voorz.Dhr. Oggel zegt, dat de Directeur Nieuwenhuijze niet kent, maar deze is er toch geweest, en toen heeft hij de ge legenheid niet gekregen om ken nis te maken. Dhr. OggelJa, dat was vóór de aanbeveling en toen kon de Directeur, die toen ziek was, toch moeilijk een 40 sollicitanten gaan ontvangen, gesteld, dat die allen gekomen waren De Voorz. Maar ik begrijp niet wat aanleiding zou moeten geven tot moeilijkheden Dhr. OggelOmdat de op leiding van dien man niet grondig is geweest. Hij is van boeren jongen wel gasfitter geworden, maar wellicht niet voldoende op de hoogte om den Directeur te kunnen vervangen. Dhr. Kruijsse voelt geen be hoefte om in te gaan op de wijze waarop en waarom tegen deze benoeming wordt geprotesteerd Spr. heeft recht te stemmen, wien hij wil, ook buiten de aanbeve ling. Maar als men nu zegt en ook dhr. Oggel dien schijn op me werpt, dat ik hier de roomsch katholieken zou hebben gepas seerd, wil ik toch zeggen, dat zulks in mijn geheele leven nog nooit bij me heeft voorgezeten. Er is zelfs 8 jaren lang een recht- sche meerderheid in den Raad geweest, waarbij 2 katholieken, terwijl er 4 jaren een katholiek wethouder was, doch nimmer is een roomsche werkman benoemd. De anti revolutionairen hadden toen hun sympathie met de r. k. kunnen bewijzen. Wat betreft de opvatting, dat de benoeming onder het werk- liedenregl. valt, wijst spr. erop, dat er toch een afzonderlijke in structie is gemaakt voor dezen functionaris. En daaraan heeft dhr. Oggel als le wethouder toch meegewerkt, evenals aan de aan beveling, die z. i. niet deugde. En als de roomsch-katholieken nu de protestanten willen prik kelen, dan zijn ze door deze houding goed op weg en wil ik wel opmerken, dat ik te dien op zichte een geheel ander stand punt inneem, dan de a.-r., want het zou er voor de r. k. treurig uitzien, als ze van de a. r. moes ten afhangen. Dhr. 't Qilde zegt verwonderd te staan, dat dhr. Oggel protesteert tegen de benoeming en zegt, dat hij er niet aan meegewerkt heeft. Spr. meent, dat hij daardoor de geheimhouding der stemming niet in acht neemt. En wat hij over die instructie zegt, zegt niets, maar wat spr. verbaast is, dat dhr. Oggel zich van vandaag af voor het eerst opwerpt als een ver dediger van den Directeur, dien hij voorheen nog altijd heeft aan gevallen. Wat nu de r. k. raadsleden be treft, die willen zich hier eens voor hun kiezers uitspreken. Men kan het misschien vreemd vinden, dat ik hier, zegt spr., tegen die zaak gekant ben, waar ik anders niet voor zoo'n klein geruchtje vervaard ben, maar hier kan het niet. Alleen als met eerlijke middelen wordt gestreden, heeft men mijn steun. Maar dhr. Claessens is in gebreke gebleven, om de meeningen, die hij in de krant verkondigde, te bewijzen. De baas-fitter is opgeroepen en is blijkens de inlichtingen iemand, die den Directeur desnoods kan vervangen. En is nu dhr. Payens een baas fitter? Waaruit blijkt dat De Directeur had al lang op dracht om een baas-fitter op te roepen, doch een maand verliep eer de annate werd geplaatst en toen heeft hij niets dan tegen werking getoond. Hij heeft geen der sollicitanten te woord willen staan. Als de Directeur daardoor dhr. Payens benoemd wilde zien, heeft hij een zeer onkundige tactiek toegepast. Dhr. Claessens heeft daarbij de onhandigheid begaan om er een perscampagne van te maken en het is uit een stukje in Zelandia en het Dagbl. van N. Brabant gebleken, dat zelfs over de stem ming is geklapt en ik protesteer tegen zulke publicatie. Z.i. zijn B en W. volledig bevoegd om een keuze te doen en ook vol gens spr. deed het geloof niets ter zake. Daarom zijn de room sche raadsleden verplicht hun insinuatie terug te nemen en B. en W. te rehabiliteeren en spr. gelooft, dat zij zich ruiterlijk zullen terugtrekken. Dhr. Claessens handhaaft zijn standpunt, dat de benoeming plaats had in strijd met het reglement. Dat er in de benoe ming iets zit blijkt z.i. ook daar uit, dat hij een vertrouwelijk schrijven bezit, dat deze post aan Nieuwenhuijze isaangebodendoor familie van den burgemeester. De Voorz. Dat moet U dan kunnen bewijzen, ofschoon ik me die praatjes ntet aantrek, maar het getuigt wel van invloed. Dhr. Claessens: Juist en ook is het opmerkelijk, dat U, toen Nieuwenhuijze naar de gasfabriek ging, den boekhouder opbelde, om dezen aan Nieuwenhuijze te doen zeggen, dat hij Axel niet mocht verlaten, vóór hij ook 't Gilde had gesproken. De Voorz. zegt, dat waar is. dat Nieuwenhuijze hem gevraagd had, of hij het noodig achtte om de gascommissie en de wethouders op te zoeken en toen heeft spr. hem ingelicht. Maar ik wil aldus de Voorz. eerlijk ver klaren, dat ik geen pogingen heb aangewend om de benoeming van N. te bevorderen. En als de hee- ren raadsleden een onderzoek willen instellen naar de capaci teiten en de wijze van benoeming van N., dan zullen ze in spr. steun vinden. En als de Direc teur met hem wil samenwerken, zal hij naar spr. overtuiging in hem een goeden steun hebben tot beider welzijn. Dhr. ClaessensDat zelfde kan ook gezegd worden van den stoker Mobach en die wordt te oud geacht voor een vaste aan stelling De Voorz.Mijnheer Claessens weet, dat wij deze zaak niet aan het werkl. regl. vast knoopen, maar als U wil wijzen op den strijd, die er over de aanstelling van Mobach gevoerd is, dan is spr. het eens geweest met de gascommissie en is het dhr. Oggel geweest, die daar tegen was. Dhr. OggelZeker, maar hij was los werkman en ook de Directeur was toen tegen vaste aanstelling. De Voorz.Als straks de gas commissie die zaak weer naar voren brengt, dan zal ik conse quent zijn en aan Mobach mijn stem geven. Dhr. Oggel protesteert ertegen, dat dhr. 't Qilde zegt, dat spr. steeds stelling heeft genomen tegen de gasfabriek of den Di recteur, en vraagt dan of men bewijzen kan, dat als hij dit deed, of het niet in het belang van de gemeente was. Dhr. 't Qilde heeft hem dat al meer verweten, maar is nog steeds in gebreke gebleven, dat te bewijzen. En dat er verschil van meening is tusschen de gascommissie en B. en W. is al zoo vaak voorge komen, dat dhr. 't Qilde eens zeide niet gaarne lid van de gascom missie te willen zijn. Ook de bewering, dat de Di recteur de sollicitanten onredelijk behandeld heeft, is een beschul diging, die hier niet te pas komt, want de Directeur is niet hier en kan zich dus niet verdedigen. Wat de houding van dhr. 't Gilde betreft tegenover den Directeur daarover kan men zich eveneens verbazen, wdnt omgekeerd was hij vroeger steeds de verdediger van den Directeur en dhr. 't Qilde W?f4 even goed, dat dte man itl 't geheel niet in de mogelijkheid was wegens zijn gezondheidstoe stand om iemand te ontvangen. Het is een beleediging om te zeggen, dat hij niet wilde. Dhr. Dieleman wil er ook wel iets van zeggen. Hij hoort, dat de Voorz. pertinent verklaart, dat de benoeming van den baas filter niet valt onder het werkl. regl., maar waar valt die dan wel onder Als het een nieuwe functie is, waar halen B. en W. dan het recht vandaan om een nieuwe functie in het leven te roepen, zonder den Raad erin te kennen Dat is een groote fout gvweest, ofschoon spr. wil aan nemen, dat ter goeder trouw ge handeld is. Maar hij gelooft ook, dat er een luchtje aan zit. De Voorz. erkent, dat die be noeming geforceerd is; de om standigheden leidden daartoe, maar spr. legt den nadruk op de verklaring, dat noch door hem, noch door B en W. gemodderd is. Dhr. Dieleman: Als er een nieuwe functie is geschapen, dan heeft de Raad toch het recht om dat te weten. De VoorzIs dat dan een re den om B. en W. zoo aan te vallen, als nu gebeurt Als B. en W. juist willen han delen, moeten ze de benoeming intrekken en opnieuw benoemen. De Voorz. leest het bewuste artikel van de verordening voor, volgens welke de Raad B. en W. heeft gemachtigd om benoemin gen te doen. Dat is dus volgens een verordening, die de Raad heeft vastgesteld en waarnaar is gehandeld. Dhr. Dieleman: Zeker, maar dan moet men in de lijn der ver ordening blijven, die gemaakt is voor de bestaande toestanden Maar die geldt niet voor nieuwe functie's, welke zelfs nog geen naam hadden, want men wist niet eens, hoe men den te kiezen ambtenaar zou noemen. Dhr. ClaessensVolgens de redeneering van den Voorz wordt dan het werkl. regl. maar be schouwd als een vodje papier. B. er. W. handelden eenvoudig tegen het reglement in en dan wordt nog opgeschept, dat de Directeur buiten zijn instructie gaat bij de aanbeveling. Dhr. Oggel is ook van mee ning, dat de benoeming valt onder het werkl. regl. Spr. heeft gemeend, dat de man jonger was en heeft daardoor gedwaald en dat hebben we allen, maar dat moet men willen erkennen. Het is zooals dhr. Dieleman zegt, als er een nieuwe functie is, moet de Raad daarvoor eerst een instructie vaststellen, maar nu wordt het paard achter den wa gen gespannen. Dhr. 't QildeDaar zit wat achter. Dhr. OggelJa Misschien wel, want uw houding is zeer raadselachtig. Dhr. 't Gilde: Ik denk aan een belofte. Dhr. Kruijsse zal den leeftijd even uitschakelen, maar als die benoeming werkelijk volgens het werkl. regl. had moeten geschie den, dan had dhr. Oggel niet mogen meewerken aan de be noeming, omdat de aanbeveling foutief was opgemaakt en dan had ook dhr. Claessens bezwaaar moeten maken, want de gascom missie heeft de voordracht op gemaakt met uitschakeling van het advies van den Directeur. Toen was het tijd om te recla meeren. Dhr. Claessens zegt, dat hij als jong lid vertrouwen stelde in B. en W., die toch weten moch ten, dat Nieuwenhuize te oud was. De Burgemeester heeft toch telegrafisch gevraagd, hoe oud N. was De Voorz.Zeker, ik heb in lichtingen gevraagd. Dhr. Kruijsse En gezien de beschuldiging van dhr. Claessens, dat de familie van den Burge meester er de hand in had, dan zou de schuld toch liggen bij de gascommissie De Voorz. vraagt de leden der gascommissie persoonlijk af, of hij met hen over de benoeming gesproken heeftj waarop deze eensluidend en ontkennend ant woorden. Dhr. Kruijsse zegt, dat als dat zoo was, hij er nog niets bij zonders in zien zou. Maar spr. wil voor zich wel onder eede verklaren, dat hij met den Burge meester geen woord over de be noeming van N. heeft gesproken, wat intusschen zeer toevallig is. Dhr. van de Bilt zal niet zulke dikke woorden gebruiken als dhr. 't Qilde, die soms denkt, dat hij zelf voorzitter is. Hij neemt echter de volle verantwoording van het protest in den brief op zich. Het draait en draait bij een benoeming altijd zóó, dat een katholiek er buiten valt. Het is nu weer dat een katholiek solli citeert, die bekwaam is en in de termen valt, en weer wordt hij niet benoemd. Als dhr. Kruijsse zegt, dat hij den katholieken ge negen is en vroeger als werk gever katholieke arbeiders had en nog heeft, dan zeg ik: dat is zoo. Maar dat doe ik ook. We kijken hier niet zoo naar de kerk, hoofdzaak is, dat de menschen goed werken. Maar als het over een betrekking gaat, is dat wat anders. Als dhr. Kruijsse zegt, dat tijdens de 4 jaar, dat ik wet houder was, er geen katholiek benoemd is, komt dat omdat er toen een secretaris benoemd moest worden, die het al een poos tijdelijk was en dan blijft dat zoo. Maar bij de benoeming van het Armbestuur b.v. werd toch de eenige r. k. weer niet door de linkschen gestemd. Mis schien deug ik er niet voor, maar het feit spreekt toch. Spr. komt ten slotte ook tot de conclusie, dat de benoeming valt onder het werkliedenregl. Dhr. Claesseris stelt voor om de benoeming ongedaan te maken en een nieuwe oproeping te doen. Dhr. Koster zegt dat voorstel wel te willen steunen, maar nu kan hij niet, omdat de gascom missie z.i. zelve de fout gemaakt heeft. Spr meent dat als onder de zelfde omstandighedendhr.Payens benoemd was geweest, men niets zou gezegd hebben. Dhr. ClaessensZe moeten zich toch aan den leeftijd hou den Dhr. KruysseMeent dhr. Claessens, dat als er een fitter gevraagd was, dhr. Payens dan ook gesolliciteerd zou hebben Dhr. ClaessensDat weet ik niet. Dhr. Kruysse gelooft van niet. Juist uit zijn sollicitatie blijkt al, dat hij geen fitter is, maar als ambtenaar hooger staat. Dhr. Oggel zegt dit dhr. Payens ook gezegd te hebben, dat hij eigenlijk voor dat werk te hoog staat, maar kreeg ten antwoord dat hij straks, als het werk te Terneuzen klaar is, werkloos is en daarom solliciteerde om dan intusschen naar beter positie om te zien en dan te vertrekken, als hij kans heeft. Dhr. van Dixhoorn zegt er persoonlijk buiten te staan, maar aangezien B. en W. volgens de verordening hier recht hebben tot benoeming, is er geen be voegdheid om het ongedaan te maken Spr. is overtuigd, dat er niet mee geknoeid is. Tegenover de mededeeling van dhr. Oggel, dat het niet goed zou gaan, om dat de benoemde geen goede opleiding had, kan spr. verklaren, det hij ongevraagd getuigenis heeft gekregen van zijn vroege- ren patroon, de Burgemeester van Krabbendijke, dat hij den man ten volle bekwaam acht. De fout, die in den leeftijd zit, be rust eigenlijk bij de gascommissie, die de voordracht opgemaakt heeft. Dhr. Claessens zegt dat de Burgemeester van Krabbendijke niet de patroon was van N dat was de Directeur van de Mabeg. De Voorz Dhr. Claessens zegt hier alles in de openbare zitting, maar hij had dat toch ook inde vergadering van de gascommissie kunnen zeggen, Dhr, Claessens l Ik handhaaf mijn voorstel. De Voorzitter zegt dat de Raad die benoeming eigenlijk niet ongedaan kan maken, maar toch zal spr. de gelegenheid ge ven om een uitspraak te doen. Dhr. 't Gilde zegt, dat dhr. Oggel erkent dat hij gedwaald heeft, maar spr. wil opmerken, dat intrekken van die benoeming toch al een zeer buitengewone daad zou zijn van den Raad. En tot dhr, Van de Bilt moet spr. zeggen, dat als die meent, dat de r.k. miskend worden, spr. denkt aan den waard, die zijn gasten niet vertrouwt, want als er één partij is, die andersden kenden negeert, dan is het de R K. Partij Noem eens één ge meente die overwegend katholiek is, waar ooit een protestant be noemd is. Als dhr. Van de Bilt de hand in eigen boezem steekt zal hij er zwart uit komen. Dhr. Van de Bilt zou gaarne zien, dat dhr. 't Gilde dat kon bewijzen. Dhr. Oggel begrijpt de logica van dhr. 't Gilde niet. Als er gedwaald is dan is het toch het beste om de fout, die allen ge maakt hebben, te herstellen? en evenals dhr. Dieleman zegt.moeten we een nieuwe functie scheppen en instructie daarvoor samen stellen. Dat zou consequent zijn. De Voorz. vraagt of de Raad, als hij eventueel tot intrekken der benoeming mocht besluiten, men de gevolgen wel doorziet? Die man heeft al ontslag gevraagd, enz. Dhr. Dieleman bemerkt, dat de linksche heeren wat geprikkeld zijn tegen hunne collega's. Zoo vergelijkt dhr. Van Dixhoorn de gascommissie met het college van B. en W. Over dhr. 't Qilde stijgt zijn verwondering ten top, want die spreekt over de politiek van anderen, maar welke politiek voert hij nu? Het is daarom wel goed, dat de debatten gesloten worden. En als B. en, W. nu maar uitspreken, dat de benoe ming niet valt onder het werkl. regl. dan staat spr. aan de zijde van dhr. Claessens. De Voorz. zegt, dat B. en W. bij hun standpunt blijven en brengt het voorstel-Claessens in stemming, dat verworpen wordt met 7 tegen 4 stemmen. Voor de h h. Oggel, Van de Bilt, Claessens en Dieleman. Tegen de h.h. Kruijsse, Koster, Van Dixhoorn, Wolfert, 't Gilde, J. en P. de Feijter. (Wordt vervolgd.) Ingezonden Mededeelingen MIJNH ARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Zenuw-Tabletten 75 ct Staal-Tabletten 90 ct Maag-Tabletten 75 ct Bij Apoth. en Drogisten AXEL, 27 Januari 1928. Onder voorzitterschap van den heer P. A. Wondergem werd Dinsdagavond de jaarvergade ring gehouden van de Hervorm de Zondagsschoolvereeniging. Na opening en lezing der notulen gaf de secretaris, dhr. H. Smies- Loof een overzicht vau het ver- eenigingsjaar. Gewezen werd op het feit, dat 21 aandeelen van de leening waren uitgeloot. Als concierge was benoemd C. Witte. Herinnerd werd aan het laat ste Kerstfeest, dat tot genoegen van groot en klein weer schit terend geslaagd is, dank zij de leiding van ds. Ruysch van Dugteren en de medewerking der leerkrachten. We misten weer de opgave van het leden tal, maar vermoeden, dat dit de 300 nadert. Alles bij elkaar ge nomen is de vereeniging in bloeienden welstand en hopen we dat de vruchten vele zullen zijn. Aangaande het interne van de school vernamen we, dat er in 1927 32 leerlingen bijkwamen en 38 de school verlieten. Ver wacht wordt, dat er dit jaar wel 250 leerlingen zullen zyn. De kwestie van goede leerkrachten bly'tt moeilyk, maar nu door ds. Ruysch van Dügteren een cur sus wordt gegeven, tot opleiding Vah leerkrachten, wordt op ver-i betering gehoopt.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1928 | | pagina 2