De Liefde, die twijfelt.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen
NieuwjaarsadYertentiën
No. to.
VRIJDAG 23 DECEMBER 1927.
43e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
BERICHT.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Wegens het Kerstfeest zal aanst.
Dinsdag geen nummer van dit
blad verschijnen.
Het blad van aanst. Vrijdag zal
één dag vroeger, nl. Donderdag
avond aanst. uitkomen. Heeren
adverteerders gelieven hiermede
rekening te houden en hunne
orders in te zenden tot Donderdag
voormiddag uiterst elf uur.
In het Nieuwjaarsnummer, dat
op Maandag 2 Januari zal ver
schijnen, en in de kom der ge
meente huis aan huis zal worden
bezorgd, kunnen weder
geplaatst worden voor 40 cents
indien niet grooter dan 10 regels
zijnd. Grootere advertentiën wor
den naar plaatsruimte berekend.
Inzendingen worden gaarne in
gewacht vóór Zaterdag 31 Decem
ber.
DE UITGEVER.
Meer dan negentien eeuwen
reeds klinkt dat Kerstlied en toch
blijft het nieuw, ja meer nog
blijft het n o o d i g om den men-
schen het Vrede 1 toe te roepen.
Meer dan negentien eeuwen
wordt herdacht het licht in de
dichtste duisternis van een Decern
bernacht, licht brengend over de
gansche wereld, die nochthans
duister blijft.
Meer dan negentien eeuwen
wordt ieder jaar knielend het
kindeke aangebeden, alsof het als
een kind bleef liggen in de kribbe
en niet opgroeide en ontwikkelde
tot een mensch, een volmaakt
mensch zelfs O, hoeveel liever
zien we die kribbe, omgeven
door Oostersche wijzen, vorsten
en herders, dan dat we Hem ons
voorstellen als predikend het
Evangelie in zijn vermanende
leerredenen. Dat Kind is hulp
behoevend en die Mensch is de
Almacht nabij Het Kind vreest
ons nog, maar de Mensch Jezus
vreest niemand dien hebben
wij te vreezen.
Negentien eeuwen lang en ja,
wel eeuwig zal die Kerstnacht
voor iedereen indrukwekkend zijn.
We mogen verdeeld zijn in na
tiën en rassen, in overtuigingen
en verwachtingen moge ieder zijn
idee hebben, toch zal men iets
grootsch zien in die gebeurtenis,
die een geheele ommekeer in de
wereld bracht. Men vraagt zich
eigenlijk af, hoe kar. men nog
ongeloovig zijn, als men ziet op
de groote beteekenis, die de ge
boorte van Jezus heeft gehad voor
het menschdom en welke betee
kenis negentien eeuwen lang haar
volle waarde bleef behouden,
ondanks bestrijding in eiken
vorm. Hoe vaak heeft men het
lichaam, zoowel als de leer van
Jezus niet trachten uit te roeien
en nog leeft zijn woord, dank zij
de almacht van onzen Lieven
Heer, die Zijn Zoon gaf, om het
menschdom te stichten.
God zond ons Jezus als kind
om het door menschen en als
een mensch te doen opgroeien
en met het doel om Vrede te
brengen.
Wat een groot woord in zijn
beteekenis dat Vrede en het is
alsof we, ons voorstellend die
kribbe met dat Kindje in Maria's
schoot, God om zijn groote ge
nade willen toeroepen „Ja, wij
willen vrede, wij willen vergeven
onze schuldenaren", wij willen
vergeten onze veeten en vijand
schappen, nu Gij ons zooveel
uitkomst schenkt en de eeuwige
hoop in onze overtuiging hebt
neergelegd door Uwe onuitspre
kelijke liefde en ontferming.
O, dat wij bij het luiden der
Kerstklokken helaas weer
figuurlijk; waarom luidt men die
klokken toch niet op Kerstavond
ons een oogenblik buigen in
ootmoed en zelfinkeer, opdat in
onze duistere ziele de ster der
verwachting licht brenge.
Want straks komt weer de
sleur der werkzaamheden, die
zoo licht de overhand krijgt op
onze gedachten en gemoederen,
en gaan de indrukken weer ge
makkelijk te loor, indien we geen
wijding geven aan onze Kerst
gedachten en ons leven een
hooger standpunt doen innemen
in de dingen des geestes.
De Kerstnacht versterkt ons
geloof en doet zelfs hen, die niet
met de Bijbelsche geschiedenis
meeleven en die den Christus
niet willen kennen, denken, dat
er toch nog iets anders, iets
hoogers moet zijn in ons leven,
dan het jagen naar zaken om
geldgewin, het jagen naar aan
zien door rijkdom, door sport,
door krachtprestatie, door kunst,
door wetenschap maar dat, hoe
hoog die eigenschappen ook
mogen geschat worden, de waarde
van het leven voor onszelven
elders ligt. Niet door den uiter
ijken schijn der dingen, niet door
het materiëele wordt de beteeke
nis van ons leven bepaald, maar
door onze houding tegenover dat
veel aangebeden Kindeke, door
ons diep innerlijk leven, dat ons
geen verwachtingen en idealen,
verlangens en hoop doet koeste
ren, dan alleen met Zijn hulp.
Het Kerstfeest bepaalt ons tot
het eeuwige in en buiten ons en
trekt ons uit de sferen onzer om
geving, waardoor we een oogen
blik onze kleinheid voelen, onze
vergankelijkheid en het betrekke
lijke van al wat aardsch is.
Er behoort echter moed toe
om aan die gedachten vrijen loop
te geven, want het wordt dan
zoo donker om en in ons en we
hebben zoo weinig houvast nog,
omdat we teveel op onszelf ver
trouwen, terwijl we toch weten,
dat we ons zeiven niet helpen
kunnen.
Welnu dan lezer, staart niet
in die duisternis, maar aanzie het
Licht, dat in den Kerstnacht is
ontstoken, ons hoopvol stemt en
hoe langer hoe mepr vertrouwen
geeft, naar mate het zelfvertrou
wen verdwijnt. Het licht is altijd
het meest noodig, als de duister-
Duilsche Vertaling.
(8
Dat beschouwde juffrouw Mar
got als inbreuk op haar rechten,
want met een niet te miskennen
beweging schoof ze de groote En-
gelsche hand eenvoudig op zij en
legde den zanger haar eigen klei
ne bandje op den schouder.
»Nog een lied, pour moi I* fluis
terde ze erbij en keek Karl Fels,
die zich glimlachend naar haar
omdraaide, met stralenden blik
in de oogen.
Een oogenblik overlegde hy bjj
zichzelf, toen liet hij met lichten
aanslag een zacht akkoord weer
klinken. Dadeljjk werd het weer
doodstil en nu weerklonk het
wonderschoone lied van Mendels-
Bohn >Auf Fliigeln des Gesan-
ges«, waarvan de zwevende be
geleiding zich zoo week voegt
naar de woorden van den diehter,
van den veelgesmaden, veel ver
afgoden, ongemanierden lieveling
der Muzen, Heinrieh Heine.
Het binnentreden der stewards,
die thee en gebak presenteerden,
ouderbrak nu verdere muzikale
utvoeringen, en Karl Fela hoopte,
zonder opzien de zaal te kunnen
verlaten. Doch alle aauwezigen
protesteerden daartegen.
Hij gaf toen nog een paar mop
jvs ten beste, maar op het voort
durende vragen naar meer
antwoordde hij tenslotte met een
energiek »Ganoegen verliet
met een vluchtig »Goede nacht !c
de muziekzaal.
Den volgenden middag stelde
Fels het aan boord zeer geliefde
slofspel voor, waarbij met platte
ronde looden schyven wordt ge
worpen naar getallen in een met
krijt geteekend vierkant op het
dek.
Margot was dadelijk een en al
vuur, maar Maria Magdalena be
dankte, toen Fels haar vroeg mee
te doen.
Later verscheen zqsechter toch
op bet promenadedek.
»Jutfrouw Heydebringk
Juffrouw Magda bedoel ik, speelt
u toch meel* noodigde Karl Fels
haar nogmaals uit.
»Wat kan u dat nou schelen
viel ze uit en keek langs hem heen
»Doet u het maar zei hi
nogmaals, maar in aynstem moest
wel een eigenaardigen klank lig
gen, want Maria Magdalena wend
nis het grootst is en daarom
hoe groot ook de nood zij, de
geboorte van 'Jezus is daar ge
weest om U te helpen.
Luid mogen daarom onze Kerst-
zangenklinken dankbaar, eerbie
dig en oprecht moge galmen het
„Eere zij God", opdat in werke
lijkheid in ons levede waar
heid, dat Kerstmis is het feest
der hoop en der verlossing, het
feest dat „Vrede op Aarde" geeft,
„den menschen een welbehagen*
is, alsmaar ook alléén dan
als dit menschen van goeden
wil zijn.
Dure huiden, dure schoenen.
In een circulaire vestigt de
Federatie van vereenigingen van
lederfabrikanten, schoenmakers
en schoenenwinkeliers er de aan
dacht op, dat de prijzen der hui
den met 50 a 60 pCt, zijn ver
hoogd en men verwacht die „stij
ging" (bedoeld zal zijn deze hoo-
ge prijzen) van blijvenden aard,
wegens een tekort aan huiden.
Het gevolg is, dat het leer, dat
reeds van 20 tot 30 pCt. in prijs
is gestegen, nog duurder zal wor
den en dus ook de schoenen. Mis
schien dat dit dan weer ten goe
de kom aan de klompenindustrie,
en evenals met de koude dezer
dagen, de menschen beter een
paar klompen, dan een paar
puntschoenen aan kunnen trekken.
De Rijksmiddelen in Nov. 1927.
De opbrengst van de Rijks
middelen (hoofdsom en opcen
ten) over de maand Nov. 1927
bedroeg f42.232 348. tegen
f44.176.935 over de maand Nov.
1926.
Het één twaalfde gedeelte der
raming over het geheele jaar be
draagt f39.375.716.
Totaal was de opbrengst ge
durende dit jaar 463.737.910 tegen
450.486.465 in 1926.
Tien jaar girodienst.
Den 16den Januari a.s. zal het
tien jaar geleden zijn, dat de
postchèque- en girodienst voor
het publiek werd opengesteld. De
groote ontwikkeling, die deze
Staatsinstelling in den korten tijd
van haar bestaan heeft verkregen,
blijkt wel duidelijk uit onder
staande cijfers
Aantal rekeningen op ultimo
December 1918 13720, 1926
120.037.
Het aantal rekeninghouders be
draagt thans ongeveer 129.000.
De dienst, die voornamelijk is
ngesteld met de bedoeling, het
geldlooze betalingsverkeer te be
vorderen, heeft zich in die rich
ting sterk ontwikkeld.
De organisatie van den dienst
is in het verstreken tijdvak in
grijpend gewijzigd. Aanvankelijk
waren alle postkantoren Itevens
chèquekantoren, d.w.z. men kon
bij elk postkantoor een rekening
courant doen openen, die door
dat postkantoor zelf werd bijge
houden, alles met een centrale
controle door de directie van den
dienst. In Augustus 1923 is het
centrale girokantoor te's-Graven-
hage gesticht, waar alle rekenin
gen-courant van het geheele land
voortaan gehouden zouden wor
den. Daarmede werd beoogd het
verkrijgen van vereenvoudiging in
de werkwijze en besparing op de
kosten van den dienst, en na de
eerste moeilijke periode, die
spoedig op dezen overgang volgde
en tot de bekende tijdelijke slui
ting van den dienst heeft geleid,
is gebleken, dat dit doel volko
men is bereikt.
De dienst heeft ook in ander
opzicht aan beteekenis gewonnen.
Door aansluiting bij het giro
stelsel van de Nederlandsche
Bank en door invoering van het
giroverkeer met eenige buiten-
landsche postchèdue- en girodien
sten (tot heden België Dazig, De
nemarken, Duitschland, Hongarije,
Oostenrijk, Tsjecho- Slowakije,
Zweden en Zwitserland), door het
steeds meer optreden sedert de
opheffing van de kantoren der
Rijksbetaalmeesters als algemeen
betalingsinstituut, is het veld, dat
door den girodienst bestreken
wordt behangrijk uitgebreid en
kunnen de deelnemers heel wat
de langzaam haar hoofd om en
keek hem aan. Iets als een blik
semstraal schoot tusscben de bei
de blauwe oogeoparen heeu en
weer, en bliksemsnel draaide
Maria Magdalena zich om, om de
gloeiend warme blos te verbergen,
die haar voorhoofd, wangen en
hals kleurde, terwijl Karl Fels
zich even plotseling bukte, om
de verstrooid liggende schyven
op te rapen. Geen wonder dus,
dat zyo gezicht rood was, toen
hy zieh weer oprichtte.
Met een gevoel van heimelijken
trots keek hij nu bij het spel
naar de voornaam-rustige, zekere,
elegante houding van Magda en
vergeleek daarmee het drukke,
kwikzilverachtige wezen van
Margot, die net een dwaallicht
was en van het lachen nooit een
verstandigec worp doen kon. Als
bij Magda de schjjven aangaf en
daarbij onwillekeurig haar handen
aanraakte, ging er iederen keer
als het ware een warme stroom
van deze uit, die zyn bloed deed
golven en zyn hart sneller kloppen.
Als ernstige Duitscher liet h(j
zich echter toch niet meeslepen,
terwille van Maria Magdalena
slecht te werpen, omdat zy in de
tegenpartij speelde, maar hij deed
integendeel moeite om het van
haar te winnen en zyn party de
overwinning te verzekeren.
Met vaste hand had ze haar
drie worpen gedaan en daarbij
twee vau de hoogste getallen be
reikt. Het kwam nu op een paar
punten aan, die Fels moest inha
len, en hij besloot, zijn liefelijke
tegenstandster uit haar positie te
verdringen, door haar schyven
met de zijne eruit te slingeren
»Makt u het zer goed Maar
zer goed!* riep Margot. Werpt
u haar eruitDaarby zag ze
Magda spottend aan, die er rustig
bij stond met de armen over
elkaar.
Onderzoekend woog Karl Fels
de eerste schijf in de hand en
slingerde hem met een korten ruk
voorwaarts. Met een slag viel de
schijf op de planken, gleed verder,
botste met een matten klank te
gen een die aan het eind lag, en
deze schoof het vierkant uit, ter-
wyl de andere op zyn plaats
bleef liggen.
»Bravol Bravo jubelde Mar
got. »Nok eenl Alstublieft nok
eoD 1*.
Pats, vloog de tweede schijf en
verdreef een andere.
Karl Fels keek om naar Magda
en ontmoette haar blik, Als twee
stalen messen kruisten de oogen
elkaar nu, maar duidelijk ook
spraken die van Maria Magdalena
»Doe je best! Spaar me niet!*
Met een zegebewust lachje
wendde Fels zich tot den jongen
Eogel8chman en vroeg ^Shilling
against a guinea
All right 1* antwoordde die,
als alle Engelschen dadelijk klaar
om te wedden.
>Lost 1* zei Karl Fels, wierp
en legde zyn schijf midden in bet
hoogste nummer.
Als een wilde stormde Margot
op het viekaut af, telde vlug de
nummers bij elkaar en riep
triomfantelijk: »Gaguégagnél
cher capitaine, dat was praehtig 1
Ah, daarvoor houd ik van u
Mademoiselle heeft verloren 1*
Karl Fels sloeg echter heelomaal
geen acht op haar, maar giDg op
Magda toe met de vraag: >Bent
u boos op my
»Ik zou het zijn, als u er expres
voorbij wierpantwoordde het
fiere meisje, >Maar nu moet u
ous revanche geveD, en we spelen
in omgekeerde volgorde, zoodat ik
na u kom.*
»Met genoegen* antwoordde
en reikte baar de hand, waarvan
zij den druk beantwoordde.
(Wordt vervolgd.)
vr
URANT