Nieuws- en Advertentiéb 1 ad
v oor Zee u w s c li - VI a a n d e r e n
Lange Winteravonden.
No. (13.
VRIJDAG II NOVEMBER 1927.
43e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Bij dit blad behoort een bijvoegsel.
FEU1LLETON.
Raadsverslag.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond
ABONNF. MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De Zomertijd is weer voorbij
en daarmede eindigde tevens de
periode van korte avonden. Op
eens zijn we in die der lange
avonden gekomen, één der ken- j
merken van den wintertijd Voor
de meesten brengt die periode
het probleem mede: „Hoe ko
men we er het best doorheen
Voor veel minder anderen geldt
de vraagHoe maken wij die
het best ons en anderen ten
nutte?" Voor den één is alleen
sjfrake van tijd v e r d r ij f, voor
den ander is de hoofdzaak tijd
benutten, 't Is wel een treu
rig begrip, dat in hét veelge
bruikte woord tijdverdrijf
ligt opgesloten Verdrijven, weg
maken, wat kostbaar is, is zeker
geen werk van wijzen en ver-
standigen. Tijdkorten klinkt wel
iets minder lichtzinnig dan tijd-
verdrijven, d i. zoekmaken, maar
in den grond zijn die woorden
synoniem.
Het voorgeslacht zocht tijd
verdrijf vooral en hoofdzakelijk
binnenshuis. Het tegenwoordige
zoekt het daar buiten. Het voor
geslacht verdreef den vrijen tijd
ook in de avonden met nuttigen,
vrijwillig en naar eigen keuze
ondernomen arbeid. Üe over-
groote meerderheid onzer tijd
genooten dood den tijd met wat
men noemt .vermaak", dat het
omgekeerde en tegenstelde is
van arbeid. Men danst den tijd
zelfs dood Men „gaat uit" om
buitenshuis te zoeken, wat men
meent, dat binnenshuis niet te
vinden isgezelligheid, aflei -
ding, vermaak. Men zoekt ge
not, zonder te weten, althans
zonder het te erkennen, dat het
ware genot alleen te vinden is
bij tijd .verkwisten. De Friescht
volksdichter Waling Dijkstra zou
zeggenver af gezocht, wat
dichtbij is te vinden
Zonder een afkeurend oordeel
uit te spreken over leerzaam,
opbouwend en tevens aangenaam
afwisselend genot buitenshuis op
het gebied van godsdienst, kunst
en wetenschap, wagen wij toch
de bewering, dat er in den lan
gen winteravond niets gaat bo-
Felix Dellin kou niet begrijpen,
hee de zaak in elkaar zat eu
haalde ontkennend de schouders
op.
>Nu, het is even eenvoudig als
laaghartig. Deze man heeft, in
overleg met eenige kameraden,
drie jaar geleden uw oom ver
moord.
Meneer Prank was een groot
kunstverzamelaar, die zijn ge-
heele vermogen in zeldzame an
tiquiteiten belegd had. De moor
denaars, die zeker meer baar
geld verwacht hadden dan aan
wezig was, moesten er rekening
mee houden, dat een lyst der
kostbaarheden die ze geroofd had
den bestond en in de handen der
autoriteiten was. Drie jaar lang
waagden zij het niet de gouden
eD zilveren voorwerpen, die een
waarde van ongeveer 400.000
ven het rustig, stil genot aan
den eigen haard. Men moet haar
eerst maar eens ontbeerd heb
ben, die weelde van den „Eigen
Haard" om te erkennen, dat er
geen weelde is, die haar gemis
verg jedt. Hij is niet alleen goud
waard hij i s goud. Goud voor
hen. die het weten te gebruiken
op de rechte wijze. Zijn waarde
wordt door het tegenwoordig
geslacht maar al te zeer miskend
In den huiselijken kring, waar
de liefde heerscheres is en de
harten samenbindt, waar de
vrede den schepter zwaait eu
het „verdraagt elkander" wet en
voorschrift is. vliegt de langste
winteravond om en is ieder uur
winstgevend Daar leert men
elkander kennen en waardeeren,
verdragen en verstaan, aanvul
len en vormen voor het leven
Als de dag van verplichten ge
dwongen, soms zwaren arbeid
geëindigd is, met al zijn zorgen
en inspanning, al zijn plooien
en schikken naar den wil van
anderen, om te voldoen aan de
strenge eischen van een strijd om
het bes ca m, waarin men dikwijls
moeite heeft, zich zelf te zijn
en het karakter niet te verloo
chenen, dan is het een genot,
een weelde als het verfrisschend
bad in den heeten zomerdag, in
den huiselijken kring uit te rus
ten, zich zelf te zijn het gareel,
dat anderen of de nooddwang
van het eigenbelang ons opleg
den, at te werpen en kracht te
verzamelen voor den volgenden
dag In dien kring moet de le
venskracht opgedaan worden
voor den wordenden mensch,
om het levensdoel te bereiken.
De maatschappij wordt gegrond
vest in en door het familieleven.
Waar dat gemist wordt, wordt
gearbeid aan ondermijning \an
het sociale leven De band, die
de huisgenooten samenhoudt en
blijft verbinden, ook als de dee-
len uit elkander gaan en elk
hunner zijn of haar eigen levens
weg gaat bewandelen, is tevens
die, welke de samenleving in
haar gebed bijeen houdt. In den
huiselijken kring moet geleerd
worden een van zeil sprekend
„één voor allen", zal het meer
en meer der menschheid verte
rende „elk voor zich" niet ge
heel den band der samenleving
mark vertegenwoordigden, van de
hand te doen. Nu, eindelijk, na
drie jaar, besloten ze het te pro-
beeren. Een van hen, meneer
Ernst RubertsoD, niet wien we
bier de eer hebben, ging met den
trein naar Berlijn en nam het
pièce de resistance, de gouden
snuifdoos mee. Hij had een zeer
sluw plan het was een gevaar
lijke onderneming; de verkooper
van de snuifdoos liep dadelyk ge
vaar op de plaats in hechtenis
genomen te worden als ten
minste de betreffende antiquitei
tenhandelaar een lijst bezat, die
de autoriteiten van gestolen voor
werpen by houden. Een dwaas,
die zich aan zoo'n gevaar zou
blootstellen 1 Neen, dan was er
een weg, die zekerdtr was. Da
heeren moordenaars wisten, dat
in Berlijn eeD arme neef van de
zen oom woonde. Ze stuurden
een colportrice, die hem een lot
moest verkoopen. Een paar dagen
daarna had hy zijn lot ontvan
gen. Nu moest hij verder in de
gaten gehouden worden, Als hij
in vrijheid bleef, dan konden «e
ontrafelen.
De lange winteravonden zijn
zoo bij uitstek geschikt, om den
band, die ouders aan kinderen
en de kinderen onderling samen
houdt, te versterken Up lateren
leeftijd is het zoo goed, zich de
weelde en de zaligheid van het
gezellig ouderhuis te mogen
herinneren. Het kind, dat va^er
en moeder avond aan avond
ziet „uitgaan", al of niet over
gelaten aan betaalde zorg en
toezicht, het beklagenswaardige
kind, dat geen gezellige huiska
mer bij vader en moeder kent,
om h t even of het een deftige j
of een doodeenvoudige huiska
mer is, om het even of daar
uiterlijke weelde, we gesteldheid
of zelts armoede heerscht, dit
kind zal opgroeien zonder de
levenswarmte die door de liefde
wordt gewekt en gevoed, en zal
het voornaamste missen wat het
op later leven vatbaar maakt
om gezegend te worden door
anderen ten zegen te zijn
Wie de lange winteravonden
alleen weet „door te komen" in
bal-, tooneel-, concertzaal, in
theater, bioscoop, c ub, sociëteit
ot k'oeg, d iodt niet alleen den
kostbaren tijd, ons gegeven, om
er winst mee te doen, voor het
leven, dat ons wacht aan gind-
sche zijde van het grat, maar
doodt zich zelf. Zulk leveu toch
is geen leven, maar de dood van
het geestelijke in ons Dit kan
alleen opgebouwd en versterkt
worden niet bij het tijdverdrij
ven. tijd verkorten en tijdver
kwisten, maar bij het tijd be
nutten Arme ouders, die geen
raad weten met de lange win
teravonden, met en bij hun kin
deren! Arme kinderen, die later
gedn herinneringen hebben aan
de heerlijke winteravonden aan
den gemeensch ,ppelijken huise
lijken haard met vader en moe
der, zusters en broedersZij
worden ongevoelige egoïsten, op
zijn best koudbloedige proza-
menschen.
Men beklaagt den dorpeling,
omdat hij zoo weinig gelegen
heid heeft, zich gedurende den
langen wintertijd met zijn „ver
velende lange avonden te „amu
seeren" en menig dorpsbewoner
en bewoonster benijdt den ste
deling, die de gelegenheden tot
vermaak buitenshuis voor het
aangrijpen heeft, en beiden be
wijzen daarmede hun ge'estelijke
armoede. Hoe donkerder het
daar buiten is en hoe kouder in
de natuur, hoe meer wij het
licht eu de warmte moeten zoe
ken bij, met en door elkander
in ons eigen woning. Als daar
de liefde woont die rijk is ook
vindingrijk, in het beramen en
uitvinden van middelen tegen
den ontzenuwden invloed van
den naar schijngenot hijgenden
tijdgeest, dan is er geen sprake
van verveling en zucht naar
tijdverdrijf, maar dan wordt er
groote winst gemaakt met den
kostbaren tijd voor zich zelf en
anderen. Z
Zitting van Donderdag 3 Nov. 1927
des nam. 2 ure.
Voorzitter de heer F. Blok,
burgemeester, secretaris de heer
J. L. J. Maris.
Aanwezig alle leden.
III.
6. Verzoek van W. Koster tot
rioleering ecner sloot
Dit verzoek is reeds in het
vorige raadsverslag vermeld.
Naar aanleiding van dit adres
hebben B. en W. een onderzoek
doen instellen en zich in ver
binding gesteld met het Bestuur
van den Polder Beoostenblij-Be-
noorden.
Het resultaat is, dat, voorzoover
het de loozing van de gemeente
riolen betreft, wordt voorgesteld,
om aan het einde van de bestaan
de rioleering langs den Buitenweg,
een zinkput te metselen, die bij
geregelde reiniging aan een massa
bezwaren tegemoet zal komen.
Het polderbestuur geeft te ken
nen, dat geen bezwaar bestaat
tegen het metselen van die zink
put, mits dit in overleg met dat
bestuur geschiedt en dat de put
geregeld en op kosten der ge
meente zal worden schoonge
maakt.
Aan het overig deel der leiding
zal door het polderbestuur niets
anders gedaan worden dan de
jaarlijksche schoonmaak.
Ter toelichting deelen B. en
W. nog mede, dat. Koster met
hen gesproken heeft over het voor
rustig de rest van hun kunstvoor
werpen aan den man brengen.
Werd hij in hechtenis genomen,
dan wisten ze dai ze hun kunstvoor
werpen 't beste in de Spree kon
den gooien. Want hun hoofd was
hun tocï liever dan het geld.*
»Maar waarom deze omweg
met die lotery vroeg Febx Del-
1 u ademloos.
>Wel, heel eenvoudig,* lachte
de andere. >Als arme neef van
een schatrijken oom was U vrij
wel als moordenaar gedoodverfd.
Als U nu probeerde een of ander
voorwerp te verkoopen, dat van
Uw oom afkomstig was, dan bleek
uw schuld zoDDeklaar. Want die
avontuurlijke geschiedenis van de
loterij, die heelemaal niet bestond,
wairiu U de antieke snuifdoos ge
wonnen zou hebben, bad niemand
natuurlyk geloofd.
»Maar het lot vroeg de jonge
man.
»Het lot, dat men u weer, even
als het aangeteekecde convert,
den volgenden dag ontstolen heeft,
dat ontnam U iedere moge
lijkheid van bewys, het was voor
uit wel te voorspellen, dat deze
heer om uw huis dwalen zou want
zoo gezegd was hem er veel aan
gelegen om te weten te komen
of U in vrijheid zou blijven of
niet. Op deze overweging heb ik
mijn plan gebouwd daarom
stuurde ik U in het bierhuis te
genover uw woning daarom
was ik er zelf ook iederen avond
in een andere vermomming' Ik
rekende er op dat deze heer met
U kennis zou zoeken te maken
want hij wilde het adres van een
antiquiteitenhandelaar weten, die
schijnbaar geen lijst had. Daarom
de truc met de amulet. En nu
wil ik U ook eens vertellen, waar
om deze heer zoo'n vreeselijkeü
gil gegeven heeft, toen by mij
zag: ik heb mij namelijk ge
schminkt zooals ik hier nu
voor U sta, zóó zag Wilhelm
Prauk er uit zóó had meneer Ro
bertson hem in zijn herinnering 1
De gil heeft verraden die gil,
toen hy meende dat de vermoorde
man piotseling voor hem stond.*
»Ik heb myn oom nooit gekend,*
zei Felix zacht.
gezamenlijke rekening rioleeren
van dat gedeelte, wat volgens
meening van B. en W. niet voor
rekening der Gemeente kan ge
nomen worden
lo. omdat het een persoonlijk
belang is en den slechten toe
stand, waarin deze waterleiding
verkeert, deels door belangheb
bende wordt veroorzaakt, en
2o. de waterleiding eigendom
is van den betrokken Polder.
Dhr. Van de Bilt acht dit een
geheel andere maatregel als ge
vraagd wordt. Het is eigenlijk
maar een halve maatregel, want
als die put er komt is daardoor
de geur niet weg en die is niet
lekker. Spr. denkt, dat met die
put de toestand niet verbeteren
zal.
De Voorz. gelooft, dat als de
put geregeld schoongemaakt
wordt, die geen stank zal ver
spreiden. Als men tenminste niet
allerlei rommel in de sloot laat
loopen, want spr. heeft gehoord,
dat de stank voornamelijk de
oorzaak is van het gebruik, dat
Koster van die sloot maakt en
daar kunnen wij niets aan doen,
want het is geen sloot die aan
den openbaren weg ligt.
Dhr. Van de Bilt zou in dezen
gelijkheid willen betrachten. Bij
den een wordt gerioleerd en bij
den ander niet. En als er nu niet
dagelijks een aantal menschen
vlak bij die sloot stonden te
werken, was het wat anders. Hij
vindt het billijk, dat Koster aan
de rioleering meebetaalt, maar
zoo goed als op andere plaatsen,
slooten zijn gerioleerd, die ook
niet aan den weg liggen, kan het
ook hier. Spr. had verwacht dat
die kwestie nu door B. en W.
volledig opgelost zou zijn.
Dhr. 't Gilde is het eens met
dhr. Van de Bilt en zegt, dat het
een 'zeer onhygiënische toestand
is. Hij acht de voorgestelde maat
regel verre van afdoend. Er zijn
op andere plaatsen in onze ge
meente reeds reuzenverbeteringen
gemaakt, en wat men nu van
plan is, lijkt wel lapwerk. Er
werken daar steeds menschen in
de omgeving van die sloot, dus
het het best om die te rioleeren.
Het zou misschien ook nog eenige
werkverschaffing zijn.
Dhr. Oggel merkt op, dat de
sloot op particulier erf ligt en
De detective knikte en drukte
op een knop. Twee assistenten
verschenen. »Telefoneert U om
een auto en brengt U dezen heer
in veiligheid. En nu meneer Del
lin, een oogenblik, want ik zou
met behulp van een beetje water
en zeep graag weer op mezelf
gaan lijken. Want*, en nu keerde
hij zich tot den moordenaar, »ik
mag mij wel even voorstellen
mijn naam is Herbert Porter.*
EINDE.
BLADVULLING.
Werp geen water in een bran
dend transformatorhuisje. De doo-
delijke stroom zou U langs den
waterstraal kunnen tieffeD.
Bij olie- of benzinebrand,
Biusch niet met water, doch
[met zand,
Ondeugdelijk; gereedschap, zoo
als loszittende hameis,gescheurde
hamerstelen, uitgesleten schroef-
sleutels, veroorzaken ernstige on
gelukken.
Gezondheidsraad.