üe gelafeslijja. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen No. 60. DINSDAG 1 NOVEMBER 1927. 43e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Parlementair Weekoverzicht. Twee volle dagen heeft de heer L. de Visser de Tweede Kamer met zijn interpellaties aan de praat gehouden. En hij zal niet kunnen klagen, dat hem geen gelegenheid is gegeven zijn denk beelden te uiten op zoodanige wijze, als hij zelf wenschlijk acht. De voorzitter liet hem kalm begaan, liet hem bulderen en ful- mineeren, riep hem wel tot de orde, maar ontnam hem niet het woord, zoodat de heer de Visser zijn Russische denkbeelden flink heeft kunnen luchten. De eerste en belangrijkste in terpellatie had betrekking op in- dië en de vervolging en bestraf fing van de communisten daar te lande. Een -prachtige gelegenheid natuurlijk om Nederland voor te stellen als een land van onder drukkers, de Indische en andere communisten als een heldenvolk, vechtende voor zijn vrijheid. Dat de heer de Visser daarbij in de Kamer geen bijval vond, spreekt vanzelf. Men kan over sommige daden der Regeering verschillend oordeelen, men behoeft niet alles goed te keuren, wat de overheid in Indië heeft gedaan, daaruit volgt nog geenszins, dat men er mede zou moeten instemmen, dat aan de communisten daar te lande de vrije hand moet worden gelaten en dat elke straf tegen hen, die tot oproer aansporen, zou moeten worden afgekeurd. Dit laatste toch zou het einde beteekenen van hetNederlandsche gezag in Indië hetgeen niet alleen voor ons land zelf maar ook voor de overzeesche gewesten een ernstige slag zou beteekenen. En dan moet men daarbij be denken op welke wijze de com- munisteu trachten het gezag in Indië te ondermijnen. Vooral de heer Joekes voerde verschillende voorbeelden aan van de bedrie- gelijke wijze, waarop de commu nisten de onontwikkelde bevol king door valsche voorspiegelin gen tot zich trachten te lokken, «Morgenochtend zal ik het mee brengen dan zult U zien, dat U ongeljjk hebt.« «Daar ben ik erg benieuwd naar,» antwoordde de bediende met een liehte buiging. Ik nam het bankbiljet weer mee, stak het in mijn zak en verliet met onzekere schreden het kantoor. Het was mij niet meer moge lijk om vandaag mijn gewone werk te doen. Alles danste voor mjjn oogen de menschen, de huizen, de boomen. De voorbij gangers keken mij verbaasd aan, geen twjjfel mogelijk, ik was heelemaal in de war. Ik ging op weg naar mijn kan toor. Ik vroeg vrij en ging op weg naar U. Er ontstond een pauze. Herbert Porter stond op, liep een paar maal de kamer op en neer en ging op het venster toe. «Vertelt U mij eens, jonge man, is het U bekend, dat een loterij biet uitbetaalt, vóór zij het lot terug ontvangen heeft zooals het toezeggen van mooie baantjes, het verleenen van vrij dom van belastingen, enz. Ook de godsdienstige gevoelens van de Inlanders worden door deze menschen die zelf in hooge mate onreligieus zijn, op ergerlijke wijze uitgebuit. Al zou men willicht over som mige omstandigheden die zich tijdens de onlusten hebben voor gedaan, nog licht wenschen, eene commissie van onderzoek als de heer de Visser vroeg en waarin o.m. ook twee vertegenwoordi gers van de communistische in ternationale zitting zouden moeten hebben, was voor niemand aan vaardbaar. Ook niet voor de sociaal-democraten, die overigens ook tegenover de onlusten geen krachtige oppositie voerden en meer critiek uitoefenen op de daden der Regeering dan op die der oproerlingen. Hetgeen hen van verschillende zijden het ver wijf bezorgde, dat zij feitelijk naast den heer de Visser waren gaan staan. En hun motie, die ook het instellen van een onder zoek beoogde, kon dan ook van andere zijde geen steun vinden, terwijl voor de motie van den communist alleen de voorsteller zelf stemde. De heer Kleerekoper had na mens de sociaal democraten krachtig verzet aangeteekend te gen het ten uitvoer leggen van de doodstraf in Indië, Hij diende zelfs eene motie in om tot af schaffing van deze straf te komen. Doordat deze motie werd vast gekoppeld aan de interpellatie-de Visser, kreeg zij een politiek ka rakter, waardoor de stemming zeer onzuiver zou worden en de kans op aanneming nog geringer dan zij onder normale omstan digheden reeds zou zijn. De heer Kleerekoper zag dit gelukkig zelf nog tijdig in en trok daarom zijn motie in om later op de zaak terug te komen. De tweede interpellatie van den heer L. de Visser betrof de invallen van de Leidsche politie bij de Indische studenten daar ter stede. Men weet, dat er ern- «Ja, ja,gaf de aangesprokene verward toe. «Het ligt voor de hand dat de loterij niet betaalt voor ze het lot terug hebbeD. Maar een feit ia bet dan toch dat deze loterjj den prija toch uit betaald heeft zonder dat ze het lot hadden.» In gedaehten wierp de detec tive zyn eindje sigaret in een aschbak, ging naar zijn schrijf tafel en nam zijn tabaksdoos. Hij haalde een korte pijp uit zjjn zak en begon die op zijn gemak te stoppen. «Waar is het lot?» vroeg hij. «Ik heb het thuis in mijn la den kastje.» «En waar is het couvert van den aangeteekenden brief?» «Ook in die la. Het lot ligt er in.» «Een oogen blikje.» Herbert Porter bladerde in het telefoonboek, nam den hoorn van het toestel en gaf een nummer op. «Ik zou graag den directeur even apreken.» Een korte pauze. «Bonjour, directeur. Met Her- bert Porterja. Ik wilde U even iets vragen. Bestaat er een Mann- heimer kunstloterij P« Een korte pauze. De detective gebruikte die handig om met één stige grond bestond om aan te nemen dat verschillende bestuur ders en leden van de Indonesi sche vereeniging zich schuldig hadden gemaakt aan deelneming aan eene verboden vereeniging. Deze zaak is bij den rechter in onderzoek, maar men mag aan nemen, dat er voor het in voor- loopige hechtenis nemen voldoen de grond bestond. Anders toch zou de rechter niet de voorloopige hechtenis hebben verlengd. Het is natuurlijk de taak van ieder, die het gezag wil dienen, om de justitie het onderzoek niet on mogelijk te maken. Om zelf te oordeelen heeft men thans even wel niet voldoende gegevens, ook de heer de Visser niet en men zal met de toezegging van den Minister, dat de justitie de zaak zooveel mogelijk bespoedigt, ge noegen moeten nemen. Of daarom bij de vervolging geen fouten zijn begaan, kan men thans nog niet beoordeelen en zal wellicht later ter sprake kunnen komen. Voor- loopig was de motie-de Visser, die onmiddellijk invrijheidstelling van de studenten vroeg, onaan nemelijk, daar zij van de Kamer een uitspraak vroeg over eene zaak, tot het beoordeelen waar van zij thans niet in staat is. Het woord is thans eerst aan de rech terlijke macht. De heer de Visser kreeg voor zijne motie alleen steun van de sociaal-democraten, die er voor stemden, nadat de heer Cramer had verklaard, dat zij hun stem los wenschten te maken van de toelichting. Het ontwerp betreffende de Marine-ongevallenwet ontmoette reeds van den beginne af vrij veel verzet en het Voorloopig Verslag was niet zeer gunstig. Geen wonder trouwens. Want elk normaal mensch moet zich wel afvragen, of voor ongevallen met de weinige schepen, die wij be zitten, een afzonderlijke, uitvoe rige wet noodig is, of daarvoor een Marineraad moet worden in gesteld met een jurist als Voor zitter en vier zee-officieren als leden en of de Raad voor de Scheepvaart, die alle ongevallen hand zjjn pijp aan te steken. «Dank U vriendelijk,» zei Her- bert Porter, legde den hoorn weer neer en belde af. «Mijnheer Dellin Een Mann- heimer Kunstloterij bestaat inder daad al tien jaar niet meer. Uw bankbediende heeft de waarheid gesproken.» De bezoeker stond langzaam op, om te vertrekken. «Maar mr. Porter, wie zou dat nu allemaal gedaan hebben Wie heeft er belang bij om 3000 Mark cadeau te geven De detective keek den jongen man nadenkend aan en haalde de schouders op. »U zegt, de enveloppe ligt in Uw la «Ja.» «Met het lot erin «Ja, mr. Porter.» «Dan wil ik ze zien. Nn dade lijk gaan we naar Uw woning.» «Gaat U zelf mee, mr. Porter «Ja, De zaak interesseert me. Want als ik me niet vergis, steekt hier wat achter, waar U in de verste verte geen vermoe den van hebt Een fijne wagen kwam voor. De auto hield stil in een van de eindelooze en gelijkvormige straten in het Ooiten van Berljjn, met schepen behandelt, nu heusch niet in staat zou zijn geweest, ook de weinige ongevallen met oorlogsschepen te beoordeelen. En dan spreekt men nog wel van vereenvoudiging in de administra tie. Maar wij moeten weer een nieuwe wet hebben met een nieuwen Raad. De eenige moei lijkheid was nog de vraag, of bij aanvaringen tusschen een vaartuig van de Marine en een ander deze nieuwe wet zou gelden of de Schepenwet. Het nieuwe ontwerp beslist in den eersten zin. De heer Knottenbelt meende echter, dat er wel aanleiding zou bestaan om in zoodanig geval naast den Marineraad ook den Raad voor de Scheepvaart een onderzoek te doen instellen. Zijn voorstel vond ondersteuning bij de geheele linkerzijde, maar ontmoette verzet bij rechts, zoodat het amendement werd verworpen, waarna het wets ontwerp werd aangenomen. Was hier inderdaad aanleiding voor een zuivere partijstemming of was het toeval, dat alleen linksch vóór- en alleen rechts tegen stemde Van meer beteekenis is de aan hangige wijziging van de Provin ciale Wet. Geruimen tijd is daarbij gesproken over de vraag, of de vrouw benoembaar moet zijn tot Griffier van de Staten. Nu zoo langzamerhand nagenoeg alle be trekkingen voor de vrouwen zijn opengesteld vroeg men zich af waarom juist deze voor de vrouw ontoegankelijk zou moeten zijn En minister Kan kon zich nog beroepen op het feit, dat een commissaris der Koningin het had betreurd, geen vrouw voor de betrekking van Griffier te mogen voordragen. Maar toch ging deze hervorming menig lid wel wat te ver en het hierop betrekking hebbend artikel werd slechts met 50 tegen 38 stemmen aangenomen. Het langst is gesproken over de zeer principiëele kwestie van het interpellatierecht der Provin ciale Staten ten opzichte van het toezicht van Gedeputeerden op de gemeentebesturen. Dit recht zal nu verdwijnen. Het voorstel een eind van het doelvan het hui» waaain de jonge klerk zyn kamertje had. «Wij zullen hier opzien vermyden,» had Herbert Porter verklaard, toen hy op de gummibal drukte als teeken om te stoppen. Om dezen tijd was de straat haast geheel leeg, in deze buurt was wel haast nie mand die niets te doen had jonge menschen van beiderlei geslacht waren aan hun werk en slechts hier en daar liep, de markttasch in de hand, vlug een vrouw voorbij. Herbert Porter keek op «Waar woont U P« «Op de vyfde verdieping.» De Engelschman wierp een ko mischeD blik vol vertwijfeling naar de kolossals hoogte van deze huurkazerne. Het was een van die groote menschenstallen, waar in de paria's der groote stad hun verblyt hielden. Een golf bedompts lucht kwam hun tegemoet. Her bert Porter nam vlug zyn pyp uit den zak, stak baar aan en dampte geweldige rookwolken voor zich uit terwijl hy z\jn be geleider op de trap volgde. «De kamer is nog niet aan kant,» verontschuldigde Dellin I zich, toen zij het vertrek binnen- gingen. werd verdedigd door de heeren Deckers, van Voorst tot Voorst en Schokking. De eerste betoog de, dat de Staten het interpellatie- recht niet kunnen missen maar dat dit alleen geldt voor zoover de provincie autonoom is. Daar valt echter het toezicht op de gemeentebesturen buiten, zoodat het recht hier niet zou kunnen worden toegepast. Daarentegen werd het voorstel tot beperking van het interpellatie-recht als in strijd met den geest van de grond wet bestreden door de heeren Van Aalten, van den Bergh en Van Schaik. De grootste moeilijk heid zit hierin, dat de leden van een gemeenteraad, die tevens lid zijn van de Provinciale Staten, Gedeputeerden over het niet keuren van gemeenteraadsbeslui ten ter verantwoording kunnen roepen, hetgeen inderdaad een zonderlinge verhouding schept. Daarom zou de heer Droogleever Fortuin dan ook willen, dat in dien het interpellatie-recht mocht blijven, het lidmaatschap van den Raad onvereenigbaar zou moeten zijn met dat van de Provinciale Staten. Minister Kan verklaarde, dat de toepassing van het interpella tie-recht, dat gedurende 80 jaren heeft bestaan, nooit aanleiding heeft gegeven tot moeilijkheden. Maar onlangs zijn naar aanleiding van de vernietiging van huurver- ordeningen Ged. Staten ter ver antwoording geroepen. De geval len waren niet ernstig, maar de toepassing lijkt Z. E. niet juist. Een amendement van mr. van Aalten om het recht uitdrukkelijk toe te kennen, werd verworpen, waarna het wetsontwerp werd aangenomen. In de avondvergadering van Donderdag werden de drie wets ontwerpen behandeld tot het aan gaan van overeenkomsten betref fende opsporing en ontginning van aardolie enz. in Ned. Indië. Het eerste wetsontwerp betrof de overeenkomst met de Kon. Petro leum Maatschappij van terreinen in Palembang, Rembang, Sema- rang en Madoera. De toestand Herbert Porter maakte een af werend gebaar. Zyn oogeu dwaal den over de armoedige inrichting van bet kamertje en bleven op de oude ladeukast van notenhout rusten. «Ik zou gaarne de envelop en het lot zien. Ik vermoed dat U beide in een van die laden hebt De andere knikte. «Doet U ze eens open.» De jonge man nam een klei nen sleutelring en deed de mid delste la open. Hy keek in de la en tuimelde achteruit. Rammelend viel de sleutelring op deu grond en lang zaam keerde hij zich naar den detective, doodsbleek. Herbert Porter knikte. «Dat verwondert mij niet, me neer Dellin», zei hy langzaam «die ondernemende heeren hebben hun programma met bewonde renswaardige stiptheid afgewerkt. Het zou me eerlyk gezegd hebben verbaasd als lot en enveloppe er nog waren geweest De beide mannen gingen zwij gend de trap af. Zwygend kwa men zy op straat. Wordt vervolgd.) i Zoo gij geen meerdere wensehen dan behoeften hebt, zijt gij wijs, AXELSCHEffi COURANT f

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1927 | | pagina 1