Rechtszaken.
kig gevolg verricht, vormde van
dit resultaat een zeer belangrij
ken factor. Als voorbeelden mo
gen genoemd worden de Comp
tabiliteitswet en de Indische Be
drijvenwet.
De toewijding aan 's lands be
langen, die uit Uw arbeid spreekt,
kan de taak der Regeering slechts
verlichten.
De Koningin heeft mij opge
dragen U voor den betoonden
ijver Hare erkentelijkheid te be
tuigen.
In naam der Koningin en daar
toe door Haar gemachtigd, ver
klaar ik deze Zitting der Sfaten-
Qeneraal te zijn gesloten."
Heropening.
Hedenmiddag 12 uur bega
ven de leden der Staten-Generaal
zich naar de Ridderzaal op het
Binnenhof om in Vereenigde Ver
gadering onder leiding weer van
den heer Van Voorst tot Voorst
de heropening bij te wonen en
tot benoeming van de commissie
van in- en uitgeleide.
De Ministers, hoofden der de
partementen, en leden van den
Raad van State namen te een
uur hunne plaatsen in, terwijl
tevens aanwezig waren de Groot
meesters, Grootofficieren der
Kroon, uitgezonderd de opper
ceremonimeester, de chef van het
Milit. Huis, de Kamerheer Cere
monimeester en acht Kamerheeren
Te één uur vertrok de Koningin
in stoet van het Koninklijk paleis,
onder het knallen de saluut
schoten.
De Koninklijke stoet werd ge
opend door een detachement van
50 ruiters van het lie regiment
Huzaren, onder bevel van een
Ritmeester, waarbij de standaard
en de trompetters van het korps
en gesloten door een detache
ment, van 40 ruiters, onder bevel
van een Ritmeester.
Een compagnie van het Regi
ment Jagers, ter sterkte van 100
hoofden, onder bevel van een
kapitein, met het vaandel van
het Regiment, en de Kon. Mil.
Kapel, was als eerewacht opge
steld aan het Paleis van de Ko
ningin.
Een afdeeiing van het Regiment
Jagers van 80 hoofden, onder
bevel van een kapitein, had zich
als eerewacht aan de Ridderzaal
opgesteld.
Tijdens het vertrek van den
stoet van het Paleis, marcheerde
de Kon. Mil. Kapel naar het Bin
nenhof, en stelde zich tijdig vóór
de aankomst van den stoet al
daar op.
In omgekeerden zin werd ge
handeld na vertrek van den stoet
van de Ridderzaal weder naar
het Paleis.
De stoet bestond uit
a. een commando cavalerie tot
opening van den stoet;
b. een rijknecht-majoor en twee
rijknechts te paard
c. de opperceremoniemeester,
gezeten in een rijtuig met twee
paarden bespannen, met een lakei
gaande naast elk portier
d. de Koningin, vergezeld van
den Prins en Prinses Juliana, die
tegenover de Koningin plaats
neemt gezeten in een Staatsie
koets met acht paarden bespan
nen, met een koetsier naast elk
paard en vier lakeien gaande
aan beide zijden van de koets.
den greep van den schilder, die
wondervlug de tweede editie bad
verwerkt.
Er werd nog even over het
geval nagepraat, waarbij Herfst-
rood slechts kon vaststellen, dat
hij eiken keer onweerstaanbaar
tot het buffet of het hoektafeltje
werd aangetrokken. Eu toen hy
weer thuis onder de hanebalken
was gearriveerd, haalde hy den
appel te voorschijn, noemde hem
>'n tastbare overwinning der tele
pathie, zoo goed als 'n middel
tot instandhouding van het genie*,
at zelfs den steel op en sliep
weldra den slaap des recht vaar
digen.
Mevrouw Bergsma beweerde
twee dagen later, dat de schilder
averechts reageert, 'n Wender
na 2 dagen I
De chef van het Militaire Huis
en de Gouverneur der Koninklijke
Residentie te paard, reden res
pectievelijk ter rechter- en ter
linkerzijde van de Staatsiekoets,
een weinig achter het portier.
De Officieren van het Militaire
Huis te paard, reden achter de
Staatsiekoets, twee aan twee, naar
ouderdom van rang de oudsten
voor
e. een commando cavalerie tot
sluiting van den stoet.
Zoodra de stoet aan de Ridder
zaa! gekomen was, werd de Ko
ningin aan den ingang ontvangen
door de commissie, die vooraf
gegaan door den Kamerheer-
Ceremoniemeester, de acht Kamer
heeren, de Grootofficieren en den
Opper-Ceromoniemeester H. M.
geleidde naar de vergaderzaal.
De Grootmeesteres, de chef
van het Militaire Huis volgden
onmiddellijk.
Zoodra de Koningin had plaats
genomen, plaatste zich de Groot
meesteres ter zijde achter Hare
Majesteit,
De Grootofficieren, de Gouver
neur der Koninklijke Residentie
plaatsten zich achter den Konink
lijken zetel.
De Kamerheer-Ceremoniemees
ter en de acht Kamerheeren plaats
ten zich rechts de Offiicieren
van het Militaire Huis links van
den troon.
Als allen gezeten waren sprak
de Koningin de volgende
Openingsrede
uit:
Leden van de Staten-Generaal.
De plechtigheid van dit oogen-
blik heeft voor mij eene meer
dan gewone beteekenis. Mijn be
minde dochter aan mijne zijde te
zien bij het openen van uwe ver
gadering vervult mijn hart met
dankbaarheid jegens God, die
haar leven gespaard en haar
jeugd in zoo vele opzichten ge
zegend heeft. Met erkentelijkheic
gedenk ik de wijze waarop ons
volk heeft meegeleefd bij haar
intrede in het openbare leven.
De algemeene toestand van het
land geeft in menig opzicht reden
tot voldoening. Dank zij voort
schrijdende verbetering in de
wijze van bedrijfs-uitoefening en
ontginning, neemt het voortbren-
gingsvermogen van land- en tuin
bouw toe. Weinig loonende prij
zen, bemoeilijking van den afzet
in den vreemde en mingunstige
weersgesteldheid leiden nochtans
voor sommige takken van het
bedrijf tot niet zeer bevredigende
uitkomsten.
Door handel en nijverheid wor
den, ondanks verschillende moed
gevende verschijnselen, nogsteeds
groote moeilijkheden ondervon
den, niet het minst door de kunst
matige belemmeringen, die aan
het internationaal ruilverkeer wor
den in den weg gelegd.
De financieele toestand blijft
zorgeischend, in de voornaamste
plaats omdat de zware lasten, op
de bevolking gelegd, de herleving
der welvaart en de" verruiming
der werkgelegenheid vertragen.
Met deelneming gedenk ik de
slachtoffers van de ramp, die
eenige maanden geleden opnieuw
het oostelijk deel van ons land
teisterde. De spoedige en milde
hulp, die ook nu van vele zijden
verleend werd, was mij een oor
zaak van vreugde.
Onze betrekkingen tot de an
dere mogendheden bleven van
den meest vriendschappelijken
aard. Ik vertrouw, dat het mo
gelijk zal zijn met den buurstaat
België in een geest van onder
linge samenwerking een regeling
te vinden in een voor beide lan
den aannemenlijken zin van de
vraagstukken, die door de ver
werping van het verdrag van 3
April 1925 aan de orde zijn ge
bleven. Het samenstel dier vraag
stukken is thans nog het voor
werp van een nader onderzoek
hier te lande.
In de organen van den Volken
bond, in welks raad ons land
geroepen werd zitting te nemen,
dragen de Nederlandsche ver
tegenwoordigers naar hun ver
mogen bij tot de ontwikkeling
van de organisatie der volkeren
gemeenschap. Van de resultaten
der door den Volkenbond bijeen
geroepen economische conferentie
heb ik met voldoening kennis
genomen het verheugt Mij vast
te stellen, dat de aldaar aange
geven richtingen der economische
politiek overeenkomen met die,
welke door Nederland worden
gevolgd.
Naast de reeds aanhangige
wetsontwerpen zullen eenige an
dere aan uw oordeel worden on
derworpen. Daartoe behooren
ontwerpen tot wijziging van het
strafstelsel, o.m. beoogende, na
dere voorzieningen betreffende
de voorwaardelijke veroordeeling,
invoering van jeugdgevangenis en
krachtiger bestrijding van de be
roeps en gewoonte misdadig
heid, een ontwerp strekkende tot
wijziging der bepalingen omtrent
de ouderlijke macht en de voogdij
en een ontwerp, houdende bepa
lingen betreffende den rechtstoe
stand der ambtenaren.
Een voorstel om de uitoefening
van het kiesrecht te vergemak
kelijken voor hen, wier beroep
hen noopt ten tijde van de stem
ming buitenslands te vertoeven,
zal u spoedig bereiken.
Aanhangig zullen worden ge
maakt eene technische herziening
van de armenwet, en eene wij
ziging van de gemeentewet, be
oogende de samenwerking van
naburige gemeenten te bevor
deren.
Een ontwerp tot vervroeging
van den datum, waarop het ze
vende leerplichtjaar in werking
zal treden, zal spoedig worden
ingediend.
Een wetsontwerp tot verlaging
der inkomstenbelasting zal u
worden aangeboden, evenals
technische wijziging van de ver
mogensbelasting en één der ver
dedigingsbelastingen, in hoofd
zaak bedoelende aan ongegronde
verschilpunten tusschen de be
lastingen van die beide heffingen
een einde te maken.
In aansluiting aan de in het
achterliggende jaar tot stand ge
komen comptabiliteitswet zal eer
lang het ontwerp van een bedrij
venwet bij u worden ingediend.
De voorbereiding van de her
ziening der finantieele verhouding
tusschen het rijk en de gemeen
ten, waaromtrent Mij kortgeleden
het rapport der betreffende Staats
commissie heeft bereikt, is door
de regeering ter hand genomen.
Eene aanvulling van de wetge
ving wordt voorbereid, ten einde
onder alle omstandigheden de
mogelijkheid van het afsluiten van
handelsverdragen te behouden,
om hierdoor het vrije ruilverkeer
te bevorderen.
Binnenkort zal aan uw oordeel
worden onderworpen het ont
werp eener wegenwet. De in
diening van ontwerpelectriciteits-
wet kan worden tegemoet gezien.
Voorstellen tot herziening van de
veiligheids en de invaliditeitswet
zijn in voorbereiding.
De ten vorigen jare reeds aan
gekondigde herziening van de
ziektewet, welke aan de invoering
dezer wet moet voorafgadn, zal
uwe vergadering spoedig be
reiken.
Op Java en de Westkust van
Sumatra zijn betreurenswaardige
onlusten voorgevallen, welke,
dank zij het optreden van bestuur,
politie en leger, spoedig werden
bedwongen. Aan het eigen In
dische volksleven zijn deze on
lusten vreemd. Maatregelen zijn
genomen om ook in de toekomst
de bevolking tegen aanslagen op
laar welvaart en veiligheid te
beschermen. Daarnaast wordt,
zooveel de geldelijke omstandig
heden zulks toelaten, cultureele
en welvaartpolitiek in Ned.-Indië
met kracht voortgezet.
Met belangstelling wordt uit
gezien naar de vruchten, welke
de kortgeleden voor Suriname
aanvaarde maatregelen ten bate
van dat overzeesche gebiedsdeel
zullen afwerpen.
Nadat de troonrede was uit
gesproken, werd H.M. weer door
dezelfde commissie uitgeleid,
voorafgegaan door den Opper
ceremoniemeester.
In dezelfde volgorde verliet de
stoet het Binnenhof en onder het
gedaver der saluutschoten werd
weer terug naar het Paleis ge
reden.
Er was langs de geheele route
weer een dichte haag van men-
schen opgesteld, die de Vorste
lijke Familie luide toejuichte.
Ingezonden Mededeelingen
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten 75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
Bij Apoth. en Drogisten
AXEL, 20 September 1927.
Gisteravond trad hier in de
Ned. Herv. Kerk op Ds. A. G.
H. van Hoogenhuize van Amster
dam, die een propagandarede
hield voor de Evangelische Maat
schappij. Spr. waarschuwde de
protestanten om waakzaam te zijn
tegen de macht van Rome, die
niet alleen op kerkelijk terrein
maar ook in de politiek, de
diplomatie en op maatschappelijk
terrein steeds toenemende is en
waar mogelijk in Europa het
protestantisme in verdrukking
brengt.
Wat Nederland betreft meende
spr. dat de liberalen eerst teveel
hebben toegegeven en later de
ongelukkige coalitie der christe
lijke partijen de Roomsche kerk
op het kussen heeft gebracht,
zoodat het Rijk schatten moet
opbrengen voor subsidie's en
toelagen aan Roomsche instel
lingen. Spr. spoorde ten slotte
aan om lid te worden van de
Evang. Maatschappij, die een
dam tracht te vormen tegen dien
wassenden invloed.
In de pauze werden door me
vrouw C. A. Wiegman-de Haas
een tweetal liederen gezongen,
die echter slechts door enkelen
konden gevolgd worden daar de
tekst niet algemeen was rondge
deeld. Doch ook zonder de woor
den was het een aangename af
wisseling voor de toehoorders om
de heldere welluidende stem te
kunnen beluisteren. Het waren
„Het gebed des Heeren" van A
Pomper en „Gebed voor het Va
derland" van Arnold Spoel.
De bijeenkomst was niet druk
bezocht.
Een paar weken geleden
werd aan de cokesfabriek te Sluis
kil de werkman E. ernstig gewond,
doordat een kabel brak.
De man werd in het zieken
huis te Terneuzen opgenomen
en is Zaterdag j.l. aan de beko
men verwondingen overleden.
In verband hiermede heeft Za
terdag door de justitie uit Mid
delburg, bijgestaan door een dok
ter uit Terneuzen, gerechtelijke
schouwing plaats gehad.
Ds. T. H. Siemelink, pre
dikant bij de doopsgezinde Ge
meente te Vlissingen zal tegen 1
Januari eervol emeritaat aanvragen
en is hem thans wegens ziekte
tot genoemden datum verlof ver
leend.
In een vergadering van Bur
gemeester en Wethouders van
St. Jansteen is tot eerste wethou-
houder gekozen de heer C. M.
Plasschaert, zijnde de jongste
der wethouders en neef van den
Burgemeester.
Arrond. Rechtbank te Middelburg
Iu de zitting van Vrijdag werd
behandeld de zaak tegen GL J.
D., 19 jaar, bakkersknecht, te
Westdorpe, beklaagd, dat hij te
Sas van Gent op 15 Aug. j.l.
door zijn schuld den dood heeft
veroorzaakt van Frorimondus
Eduardus Kalle door des na
middags omstreeks 10 uur, ter
wijl het hevig regende en zeer
donker was, met een door hem
bestuurd rijwiel, dat niet van
een lantaarn voorzien was, zóó
hard, onvoorzichtig en onoplet
tend te rijden over den open
baren weg ten Oosten van het
Kanaal, en aldaar in volle vaart
tegen Kalle is aangereden, waar
bij deze ernstige verwondingen
bekwam: lo. een bloeding onder
de huid van den schedel, 2o. een
stervormige breuk in het linker
wangbeen, 3o, eenig bloed onder
het schedelbeen, 4o. eenig bloed
onder het hersenvlies, 5o. eenige
afplatting van de hersenwindin-
gen, 6o. verwonding van de her
senen, tengevolge van welke
verwondingen eenige oogeublik-
ken later Kalle is overleden.
Mr. Lambooy uit Hulst ver
dedigde den beklaagde.
Als getuige deskundige werd
gehoord dr. Hulst uit Leiden,
die een paar dagen later sectie
verrichtte en die niet geheel
juist de doodsoorzaak kon aan
geven.
De eenige verdere getuige
was mej. M Cuelenaere, die in
gezelschap van K. liep. Zy
gingen tegen den wind in en
daarom hield zy haar parapluie
voor zich. Zy heeft verdachte
niet zien aankomen. Toen Kalle
was aangereden en bewusteloos
op den grond lag is zij naar ver
dachte toegegaan, die gevallen
was. Deze kwam haar niet te
hulp voor Kallehij wa» zelf
zeer in den war door het ge
beurde. Kort nadat een dokter
ter plaatse was, is Kalle over
leden.
Verdachte bekende met groote
snelheid te hebben gereden, hy
had den wind in den rug en
reed zonder licht. Na het ge
beurde was hijzelf geheel over
stuur.
De officier van justitie zegt,
dat het bewezen is, dat bekl. de
oorzaak van het ongeluk is ge
weest, het gaat er sleehts om
welke straf moet worden toege
past. Spr. meent, dat er wel
termen zijn voor een hechtenis-
straf van niet te langen duur en
eischt een maand hechtenis
wegens het veroorzaken van dood
door schuld.
De verdediger, mr. Lambooij
uit Hulst, wijst er op, dat ver
dachte reeds 6 maanden aan het
leeren is voor priester en het
daarom voor hem te erger is te
worden vervolgd wegens het
veroorzaken van den dood van
een medemenscb. Reeds om die
reden is er aanleiding clementie
voor hem in te roepen.
Maar er is nog een reden en
wel, dat verdachte een dagvaar
ding heeft gekregen, waar heel
wat deelen van de oorspronke
lijke bij het overschrijven uit
zijn weggevallen. Verder vraagt
spr. of de schuld wel bewezen
iskan de doodsoorzaak ook
niet een reactie zijn geweest.
Hoe het zij, Kalle is ongelukkig
terecht gekomen. Dat verdachte
zonder licht reed is bewezen,
niet dat hy hard heeft gereden.
Spr. meent, dat de rechtbank
gebruik kan maken van haar
recht een geldboete op te leggen.
De officier van justitie meent,
dat men ook wel degelijk moet
denken om de nabestaanden van
het slachtoffer. M.Crt.
Doodslag te St. Jansteen.
A. P., 27 j., klein-landbouwer
te St. Jansteen, gedetineerd, werd
beklaagd dat hij in den nacht
van 26 op 27 Juni j.l., opzette
lijk Hocoré de Meester zwaar
lichamelijk letsel heeft toege
bracht, door hem met een paai
op zijn hoofd te slaan, tenge
volge waarvan do Meester 2
barsten in het rechterrotsbeen
bekwam, met bloeduitstorting,
welke verwondingen de oorzaak
zyn geweest, dat de Meester op
2 Juli j.l. is overleden.
De eerste getuige, E. van
Rijssel, arts heeft de sectie ver
richt op het lyk van H. de
Meester, en geeft als doodsoor
zaak op het treffen van den
schedel, er ontstond hersenvlies
ontsteking.
De tweede deskundige dr. J.
Spuyman heeft zand en hout
splintertjes gevonden op het lyk.
Getuige J. de Meester, werd
n den bewusten nacht gewaar
schuwd, dat zyn zoon op den
weg lag, hij bloedde uit meerdere
wonden. De paal heeft hy later
gehaald, zyn zoon leefde nog tot
Zaterdagsmorgens.
J. Gyzels caféhouder te St,
Jansteen, heeft verdachte die een
zwager van hem is, op 28 Juni
'n zyn café gehad, by is eerst
om 12 uur weggegaan, doch nog
tijdelijk terug gekomen,