den en voor kostenden prijs. Om
een goeden gang van zaken te
krijgen heeft de gem.-opzichter
die gelden in overleg met mi
(de burgemeester) doen innen
dus niet in opdracht, want die
is niet gegeven, maar in overleg
en ook heeft de gem.-opzichter
de gelden niet geïnd, maar Olij
slager, de gemeente-bode.
En als dhr. 't Gilde nu zegt,
dat de verkoop van drinkwater
daarmede niet te vergelijken is,
dan neemt spr. dat niet aan.
Waarom het eene wel en het an
dere niet? Als alles meteen
schaartje geknipt moet worden,
dan is het ondoenlijk om alles
behoorlijk uit te voeren. Maar
spr. zal nog een paar andere voor
beelden noemen, waaruit blijkt,
dat evenzoo gehandeld wordt en
het hier bedoelde werk een nor
malen gang van zaken is geweest
Als er grond verkocht wordt door
de gemeente aan particulieren,
dan wordt dat na de beschrijving
bij den notaris aan huis aan mij
betaald, waarna ik het overdraag
aan den gem.-ontvanger en dan
maakt dhr. Boggende daar geen
aanmerking op.
Als er een lantaarn wordt stuk
gereden of gemeentegoed bescha
digd wordt, door vreemdelingen,
dan wordt direct de schade be
paald en verrekend en zoo is er
meer.
Dhr. 't Gilde Het gaat er maar
over, of hier opdracht is gegeven
door B. en W. aan den gem.
ontvanger. Deze laatste toch moet
het doen en is er verantwoorde
lijk voor.
De Voorz.Neen, er is geen
opdracht gegeven om de gelden
in ontvangst te nemen.
Dhr. 't Gilde is tegen zoo'n
werkwijze. Die ouderwetsche
toestanden moeten opgeheven
worden. Straks ziet men weer,
dat allerlei ambtenaren elkaar
baantjes geven of geld ophalen,
dat is niet volgens de wet. Ieder
moet op zijn terrein blijven.
De Voorz. wijst er met nadruk
op, dat geen onwettige daad heeft
plaats gehad.
Dhr. Kruysse wijst erop, dat
de brief van den gem.-ontvanger
toch niet zoo onschuldig is, als
hij er uitziet. Spr. heeft van
iemand vernomen (als dhr. Bog
gende er prijs op stelt, zal hij
genoemd worden) dat deze zich
er reeds vooraf in verheugde en
in een bepaald vervoermiddel,
nog vóórdat de brief was inge
komen, heeft gezegd „nu heb ik
den burgemeester eens te pakken"
Spr. wist van dien persoon, dat
de brief in de vergadering be
handeld zou worden.
Spr. vindt echter, dat als de
gem.-ontvanger op zijn puntjes
wilde staan, hij dan het geld had
moeten weigeren, omdat hij eerst
dan geld in ontvangst mag nemen,
als hij er opdrachtvoor krijgt
van B. en W.
De gem.-opzichter had in dit
geval opdracht om het geld te
innen en moest het dus aan B.
en W. verantwoorden. Zoo gaat
het ook met de legesgelden, die
ter secretarie worden ontvangen
en volgens een staat van den
ontvanger worden overgedragen.
Maar voor spr. bestaat de voor
naamste grief daain, dat de gem.
ontvanger er zich reeds tevoren
in heeft verheugd iets gevonden
te hebben om den burgemeester
te treffen en daarom geldt het
wel degelijk een persoonlijke
daad, die te verklaren is als een
aanhangsel van hetgeen hier het
vorig jaar is afgespeeld.
Dhr. van Dixhoorn wist er niet
veel van, omdat hij den brief niet
gelezen had, maar nu hoort hij
wel uit de bespreking, dat het
iets is van den gem.-ontvanger,
dat niet te pas komt. Hij is wel
gem.-ontvanger, maar heeft daar
om B. en W. niet aan te wijzen
hoe hij het geld ontvangen moet.
Bij paspoorten en visums is dat
evenzoo, daar werdt het geld door
de betrokken ambtenaren ontvan
gen en overgedragen en zooveel
gevallen. Daarom begrijpt spr.
niet uit welk oogpunt de ont
vanger daar tegen bezwaar
maakt. Als alles over den ont
vanger mocht gaan en niemand
b.v, een emmer water kan koo-
pen zonder eerst bij den ontvan
ger te zijn geweest, dan was het
eind ervan verloren en de bevol
king de dupe.
De Voorz. zou gaarne zien,
dat de Raad uitspraak deed. Als
deze wil, dat er voortaan anders
gehandeld wordt, dan kan dat,
daarom hoorde hij gaarne, hoe
de Raad het hebben wil.
Dhr. Kruysse stelt voor om het
schrijven eenvoudig voor kennis
geving aan te nemen.
Dhr. P. de Feijter vindt het
schrijven van den gem.-ontvanger
niet in orde. Hij is zijn boekje
daarmee te buiten gegaan, want
het is niet mogelijk alles ten kan
tore te gaan betalen. Bovendien
is het voor sommige menschen
een uitkomst, dat ze niet op dat
kantoor terecht moeten komen,
want men wordt er niet altijd
even netjes ontvangen. Spr. heeft
dat ondervonden en moest er
een 10 minuten buiten wachten,
terwijl met hem er ook een man
van Kijkuit stond. Hoe lang deze
moest wachten, weet hij niet,
maar het valt toch niet mee, als
men een uur geloopen heeft en
het is dan slecht weer, om bui
ten te moeten staan.
Dhr. 't GildeDat gebeurt
vaak genoeg aan kantorenzie
maar naar Terneuzen aan het
postkantoor en daar zijn nog zoo
veel ambtenaren.
Dhr. P. de FeijterMaar dan
staat men toch niet buiten.
Het voorstel van B. en W. wordt
hierna z.h.s. aangenomen en de
staten der oninbare posten wor
den vastgesteld op f 10 25 voor
erfpacht, f 10.56 voor schoolgeld
en f8 voor hondenbelasting.
14. Rekening dienst 1926.
Door B. en W. worden aange
boden de navolgende rekeningen,
die voor het uitbrengen van rap
port zullen worden gesteld in
handen der bij de rekeningen
vermelde commissies:
a. gemeenterekening.
Gewone dienst: ontvangsten
f 164.458.53, uitgaven f 164.889 39
nadeelig saldo f430.85.
Kapitaaldienstontvangsten
f 87.639.25 uitgaven f 87.654.70
nadeelig saldo f 15.45.
Commissie de heeren Baert,
Dieleman en J. de Feijter.
b. rekening gasbedrijf
Afdeeling 1.: Totaal baten
f 53.785.07, lasten f 53.785 07
saldo nihil.
Afdeeling II: Totaal kapitaals
inkomsten f42.740.51, kapitaals
uitgaven f 46.867.13 nadeelig
saldo f 4.126 61.
Commissie de heeren Weijns,
Van de Casteel en Dixhoorn.
c. de rekening grondbedrijf
Totaal baten f 13.215.18, totaal
lasten f 11.437.09 batig saldo
f 1.778.09.
Totaal der kapitaalsinkomsten
f 20.267.61, totaal der kapitaals
uitgaven f21.293.81, nadeelig
saldo f 1.026 20.
Commissie de heeren Weijns,
Van de Casteel en Van Dixhoorn.
d. rekening Vleeschkeurings-
dienst
Totaal baten f6050.02, totaal
lasten f4501.31, batig saldo
f 1548.71 (hierin begrepen saldo
vorige dienstjaren).
Commissie de heeren 't Gilde,
Kruysse en P. de Feijter.
e. rekening Burgerlijk Arm
bestuur
Ontvangsten f 9933 49, uitgaven
f7461.38, batig saldo f2472.11.
Commissie de heeren 't Gilde,
Kruysse en P. de Feijter.
De Voorz. zou het onderzoek
gaarne zóó zien geregeld, dat de
behandeling vóór 1 September
kan plaats hebben.
Dhr. Van de Casteel verlaat
de vergadering.
(Wordt vervolgd).
AXEL, 9 Augustus 1927.
Zondag speelde Axel I te Ter
Neuzen voor de zilveren bal
wedstrijden tegen Ter Neuzen I.
Beide elftallen waren bjjzonder
slecht op dreef, zoodat het spel
op een zeer laag peil stond.
Bij de rust had Ter Neuzen
na hard zwoegen een voorsprong
van 1—0 weten te behalen, doch
onmiddellijk na de hervatting
maakte Axel er 1—1 van. Het
bleef verder een doelloos heen
en weer getrap, tot eeD kwartier
voor het einde Ter Neuzen op
gelukkige wijze aan het winnende
punt kwam. Voor een aange
schoten bal keDde de scheids
rechter nl. aan Ter Neuzen een
strafschop toe, die de eerste maal
werd gemisten toen overgenomen
moest worden. Nadat de bal
in het net was geschoten, speelde
Axel met 9 man verder. Door
deze 2 1 nederlaag zijn ooze
stadgeuooten van verdere deel
name uitgeschakeld.
De collecte voor de storm
ramp te Sas van Gent bracht
f 570,32 op.
De heer L. Dieleman, com
mies bij de Rijks belastingen te
Princenhage is overgeplaatst naar
Koewacht.
Vrijdag j.l. had ten huize
van den heer J. de Vleeschouwer
te Koewacht, aanbesteding plaats
van kunstmeststoffen voor reke
ning van de R.K. Boerenbond.
De levering is gegund als volgt:
Zwavelz. Ammoniak a f 11,25 aan
„Oorsprong" te Rotterdam Chili-
salpeter a f 12,34 aan De Moor
te HulstSuperphosfaat a f 2,39
aan Konstenze te Kruiningen
Thomasslakkenmeel a f 13,50 aan
De Moor te Hulst.
De Waterleiding.
Zooals bekend werd door den
Raad van Commissarissen van
de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche
Waterleiding-Maatschappij, een
circulaire verzonden aan alle
raadsleden der bij die Maat
schappij aangesloten gemeenten
Dit schrijven diende als verweer
schrift tegenover een circulaire
van 9 leden van den Raad van
Terneuzen, welke ook aan raads
leden en verder zoo ruim mogelijk
is verspreid. Het luidt aldus
Nadat op 1 Juli 1926 in een
vergadering van vertegenwoor
digers der 20 gemeenten, die het
besluit tot toetreding tot onze
N. V. hadden genomen, met al-
gemeene stemmen tot oprichting
van de N. V. was besloten, als
mede tot het voorbereiden van
den bouw en het aanvragen van
een risico-garantie aan het Rijk,
is de Rijksverzekeringsbank be
reid gevonden, het benoodigd
kapitaal aan de gemeenten te
verstrekken.
De Gemeenteraad van Terneu
zen heeft op 12 Juli j.l. geweigerd,
het besluit tot aangaan van een
geldleening te nemen, en in plaats
daarvan besloten, op ontbinding
van de N. V. aan te sturen.
Eenige leden van dezen Raad
hebben aan de Raden der overige
bij de N. V. aangesloten gemeenten
een rondschrijven gezonden, waar
bij zij om adhaesie-betuiging in
zake ontbinding van de N. V.
verzoeken.
De Raad van Commissarissen
der N. V. heeft een en ander
ernstig en breedvoerig besproken
in zijne vergadering van 27 Juli
1927 en is daarbij eenstemmig
tot de conclusie gekomen, dat de
houding van den Raad van Ter
neuzen het gevaar doet ontstaan,
dat alle arbeid, die in den loop
der jaren is verricht in het belang
van een betere drinkwatervoor
ziening van Zeeuwsch Vlaanderen,
vruchteloos dreigt te worden ge
maakt.
Immers, wordt thans tot ont
binding van de N. V. besloten,
dan zal het jaren en jaren kunnen
duren, vooraleer weder een ge
noegzaam aantal gemeenten tot
samenwerking zal zijn gebracht,
gesteld al dat Rijk en Provincie
dan tot den onmisbaren steun
bereid zouden zijn, zoowel bij
het uitwerken van nieuwe plannen
als voor het verleenen van ga
rantie.
Ware het nu, dat de in den
Raad van Terneuzen te berde
gebrachte bezwaren gegrond wa
ren, onze Raad van Commissa
rissen zou wellicht tot ontbinding
willen medewerken.
Echter berust het meerendeel
der gemaakte opmerkingen op
onjuist inzicht en onvoldoende
kennis van zaken.
Wij willen bij dezen trachten
zoo kort mogelijk de feiten uiteen
te zetten, daarbij voorgelicht door
het Rijksbureau voor Drinkwater
voorziening, dat van den aanvang
af onze adviseur is geweest.
Daarop willen wij de gelegen
heid laten volgen om in een ver
gadering waarover aan het
slot meer mondeling alle ge-
wenschte inlichtingen te ver
krijgen.
Het rondschrijven van de leden
van den Raad van Terneuzen
behandelt alleen de tariefkwestie.
Wij zijn echter overtuigd, dat
daarnaast verschillende grieven
in het openbaar en in besloten
kring zijn geuit, die om weer
legging vragen. Liever dan zulks
in couranten te doen, willen wij
deze grieven in een brief aan de
raadsleden zelve behandelen. Ook
hierover zal desgewenscht nader
op de bovengenoemde vergadering
kunnen worden gesproken.
1. Rentabiliteit
Het plan is opgezet voor alle
35 gemeenten in Zeeuwsch-Vlaan-
deren. Zeer nauwkeurig zijn alle
aansluitbare perceelen geteld en
in kaart gebracht op 500 ka
dastrale bladen. De begrooting is
ruim opgezet aan de hand der
ervaring bij soortgelijke reeds ge
bouwde waterleidingen. Dit alles
is uitvoerig vermeld in het in
druk verschenen rapport-1923 van
den Directeur van het Rijksbureau
voor Drinkwatervoorziening, dat
is toegezonden aan alle toenmal'ge
raadsleden, benevens aan vele
geestelijke en wereldlijke auto
riteiten, hoofden van scholen, enz.
Over het plan zijn in bijna alle
gemeenten een of meer lezingen
met lichtbeelden gehouden. Een
beknopt propagandaboekje is in
10 000 exemplaren onder de be
volking verspreid.
Ten slotte zijn 20 gemeenten
met in totaal ruim 70% van de
bevolking van Zeeuwsch-Vlaan
deren toegetreden.
De eerste vraag was toen is
een waterleiding voor dit kleiner
aantal rendabel te achten Daar
toe zijn door het Rijksbureau
nieuwe berekeningen opgezet Het
resultaat is neergelegd in het
rapport-1926 dat alle 20 gemeen
ten is toegezonden.
Zij die meenen, dat zonder
meer de resultaten van het „groo-
te" plan op het „kleine" zijn
toegepast, dwalen dus ten eenen-
male.
Het rapport-1923 ging uit van
een rentevoet varl 6%het rap
port-1926 van 5%- Daardoor en
doordat alle distributienetten voor
de niet-deelnemende gemeenten
en in vele gevallen ook de aan-
voerleidingen konden vervallen
en doordat enkele onderdeelen
natuurlijk minder kostbaar konden
worden, mocht voor de 20 ge
meenten bij dezelfde tarieven als
in 1923 een rendabel bedrijf
worden verwacht.
De Ministers van Arbeid, Handel
en Nijverheid en van Financiën
hebben zich met het rapport 1926
vereenigd en op ons verzoek een
wetsontwerp voor de risico-ga
rantie ingediend de garantie-wet
is op 9 Mei j 1 in het Staatsblad
verschenende Provincie heeft
het vorig jaar reeds haar aandeel
in de ri ico-garantie toegezegd.
Dit beteekent, dat het onder
zoek naar de rentabiliteit der
onderneming door het Departe
ment van Financiën is gesanction-
neerd
En voorts dat de gemeente-
financiën ook bij tegenvallen van
de berekeningen buiten spel zullen
blijven.
Bij de Zuid-Bevelandsche Wa
terleiding, die ook met een ri
sico-garantie werkt, is zulks
proefondervindelijk bewezende
groote oorlog die kort na het
begin der exploitatie uitbrak, leid
de tot uitputting van het reserve
fonds dank zij de Rijks-garantie
behoefde daar nimmer een cent
belastinggeld uit de gemeente
kassen te worden bijgepast.
Hieraan kan nog worden toe
gevoegd, dat de rentevoet slechts
4% za' bedragen inplaats van
5% volgens het rapport 1926,
terwijl ook de buizen wel f 200,000
beneden de raming blijven.
II. Voorbereidende arbeid van
het Waterleiding-Comité.
Het Comité heeft het plan door
het Rijksbureau doen opmaken
en de propaganda geleid. De
totale kosten tot aan de oprichting
der N. V. hebben ruim f43,000,
bedragen, als renteloos voorschot
bijeengebracht door particulieren,
de gemeenten, de provincie en
het Rijk. De rekening en verant
woording van het Comité is door
een accountant van het Departe
ment van Arbeid onderzocht en
door den Minister goedgekeurd,
ill. Oprichting van de N. V.
Op 1 Juni 1926 is op grond
van het rapport-1926 door ver
tegenwoordigers der 20 gemeenten
met algemeene stemmen besloten
tot oprichting van de N. V., als
mede tot verdere
van den bouw.
Daaitoe is aan
nieuw voorschot
goed vertrouwen
daarop f 10,000,—
gezegd en de
de wet verleend
Willen de gemeenten van
Zeeuwsch-Vlaanderen zich niet
blameeren, dan kunnen zij zich
alleen om zeer gewichtige mo
tieven
De
tieven
IV.
voorbereiding
het Rijk een
gevraagd in
heeft het Rijk
renteloos toe
risico-garantie bij
terugtrekken.
vraag is dus, of die mo-
aanwezig zijn.
Voorbereiding van den
bouw.
De voorbereiding geschiedt on
der algemeene leiding van den
Raad van Commissarissen, meer
in het bijzonder door den uit 5
leden bestaanden Raad van Toe
zicht, in geregeld overleg met het
Rijksbureau; dit is een der voor
waarden, waaronder het voorschot
van f10,000,door den Minister
is verleend.
Geregeld wordt de verant
woording van de bestede gelden
aan den Minister van Arbeid
overgelegd, die deze door een
accountant van zijn Departement
doet controleeren. De laatste
verantwoording, sluitende op 31
Maart 1927, is blijkens schrijven
van den Minister dd. 19 Juli jl.
No. 178 B Afd. V goedgekeurd.
De voorbereiding omvat:
le. verdere technische uitwer
king van de plannendit ge
schiedt geheel door het Rijks
bureau in afwachting van de be
noeming van de bouwdirectie
2e. voorbereiding vande geld
leening
3e. voorbereiding van den
grondaankoop voor de water-
winplaats
4e. voorbereiding van den
buizenaankoop
5e. zoeken naar een directeur
en een bouwdirectie.
V. Geldleening.
Getracht is, de geldleening hij
verschillende lichamen te plaatsen;
daarvoor is een vertrouwd tus-
schenpersoon in den arm geno
men. wien daarvoor een matige
vergoeding is toegezegd door den
Raad van Toezicht, onder goed
keuring van het Rijksbureau.
Ten slotte is de geheele lee
ning geplaatst kunnen worden bij
de Rijksverzekeringsbank, dank
zij de risico garantie van Rijk en
Provincie, tegen 46/8
VI. Grondaankoop.
Door het Rijksbureau is nage
gaan, welke perceelen voor de
waterwinplaats voorloopig het
eerst in aanmerking komen (voor
loopig ruim 150 H.A.)
De Raad van Commissarissen
heeft de leiding van de onder
handelingen aan den Voorzitter
opgedragen, die daarbij steunt op
een commissie van drie ervaren
beëedigde taxateurs, aangesteld
met een door ons goedgekeurde
instructie, die voor hunnen arbeid
het Rijkstarief voor schattingen
in rekening brengen.
Er zijn reeds verschillende
voorloopige koopcontracten afge
sloten, echter alle beneden de
officieële schatting, en onder
voorbehoud van goedkeuring door
den Raad van Commissarissen
en den Minister.
VII. Buizenaankoop.
In de begrooting is ruim 1
millioen gulden voor aankoop van
buizen opgenomen.
Een dergelijke aankoop ver-
eischt voorzichtigheid en koop
mansschap.
Begin 1927 is een voorloopige
aanbesteding gehouden, waartoe
door het Rijksbureau een bestek
is opgemaakt en in overleg met
den Raad van Toezicht toege-