Bewop Huwelijksleven.
MMi
Klooster-
Loienaahd SSL
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu wsch - VI aan deren.
No. 27.
VRIJDAG 8 JULI 1927.
43e Jaarg.
Teleurstellingen.
FEUILLETON.
J. C. VINK - Axel.
alSemende re"en,die
bijna
„Geen goud zoo goed".
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Het is niet een enkeling maar
vrijwel iedereen klaagt nu over
het weer. En wanneer men goed
hoort, dan is het veelal maar niet
zoo maar een praatje, maar kan
men zelfs in die klacht een toon
van bitterheid beluisteren, waar
toe we toch eigenlijk het recht
missen, een toon, die uit innerlijk
verzet geboren wordt.
Want niet waar? het moge
onaangenaam zijn iederen dag in
regen en guren wind te zitten,
tot voor enkele weken zelfs voor
wintersche kou deuren en ramen
te moeten sluiten en zelfs de
kachel te moeten opporren, en het
is niet prettig, dat als er een en
kele dag mooi weer is, we kort
daarop weer onweer, regen en
wind krijgen maar zóó erg,
en van zooveel beteekenis voor
ons levensgeluk is dat nu toch
ook weer niet, dat we er ons
bitter over zouden moeten stem
men.
Maar 't is waar, heel den lan
gen winter hebben we gehoopt
en gewacht en verlangd. We
voelden zoo nu en dan de stree
ling van lentewind en snoven de
geuren der voorjaarsbloemen,
zoodat we de genoegens van een
voorproefje van den zomer smaak
ten we maakten plannen voor
den zomer, die komen ging, plan
nen voor fietstochten en reizen,
voor zitjes in bosch en in tuin,
aan strand en aan duin.
We verwachtten, misdeelde
Noorderlingen als we op dat ge
bied zijn, de lente en den zomer,
als de levensvreugde en als den
tijd, waarin we die vreugde en
onze lusten konden uitvieren,
vóór weer een nieuwe winter ons
opsloot achter de beschuttende
muren onzer woning.
En nu die tijd, waarnaar we
zoo vurig verlangden er is, nu
brengt ze ons koude, regen, stor
men, onweer en niets van wat we
ons van den heerlijken zomer met
al zijn geneugten hadden voor
gesteld. Ziet, dat kunnen wij
menschen niet verkroppen. We
(89
Nortel had reeds meer dan
eens op het punt gestaan zich
ran hen te scheiden de marschen
werden hem te langzaam en het
oponthoud "oor den kapitein be
denkelijk, maar sedert langen tijd
hadden zij in zulke oogenblikken
steeds toevallig óf een verwar
mend vuur gevonden, óf geluk
kiger kameraden, die hun treurig
maal met hen deelden, en zoo
was Nortel nog bij zyn oude ly-
densmakkers gebleven. Toen ech
ter kwam er een dag, waarop de
kapitein niet meer voortkon, hon
ger en koude overmeesterden hen,
MüLler had noch zedelijke, noch
lichamelijke kracht meer, om zyn
heer verder te brengen en keek
met een soort van jalouzie naar
het stil lachend gelaat van den
kapitein, die, uitgestrekt op de
sneeuw, den dood met vreugde
verwachtte. En hy kwam spoedig,
hij was hem zoo nabij, was met
hem medegetrokken in de woeste
steppennu hy geroepen werd,
was hij daar en nam den ver-
voelen ons, ondankbaren, daar
mede tekort gedaan. En al weten
we, dat de zomer voor de deur
staat en zelfs reeds den drempel
over is, toch kunnen we niet nalaten
ons bitter te beklagen, nu bij zoo
anders kwam als wij hadden ge
hoopt. Het is de teleurstelling,
die zich uitspreekt, het innerlijk
verzet dat ons opjaagt en ons tot
bitterheid stemt, onze dagen ver
galt ten slotte.
Maar het is zoo met het weer
niet alleen.
Verschillende perioden in ons
leven kunnen zoo anders zijn,
dan we dachten en eigenlijk is
geheel ons leven altijd anders,
dan we verwachtten. En daarom
wekt het telkens en telkens op
nieuw teleurstelling en bitterheid,
die ons hart tot verzet aansporen,
omdat we van nature er ons niet
bij neer kunnen leggen, dat het
anders gaat, dat de dingen niet
steeds naar ónzen wil geschieden.
Toch zijn die teleurstellingen
onvermijdelijk aan ons leven ver
bonden. Ze zijn het natuurfijk
gevolg van onze verwachtingen,
onze neigingen en onze verlan
gens, die ook weer op hun beurt
de motorische kracht vormen voor
ons leven.
Hoop doet leven. Omdat we
hopen en verwachten, werken
we en geven we ons moeite het
ons voorgestelde doel te bereiken,
maar ook omdat de verwachting
ons leven blij maakt en onze
energie verhoogt. Sterk komt
dat juist tot uiting in ons ver
langen naar de lente en den
zomer der natuur, maar ook naar
de lente en den zomer des levens 1
Maar als we dan de onvermij
delijkheid, de noodzakelijkheid
der verwachtingen zoo beseffen,
dan moesten we toch ook weten,
dat de teleurstellingen daaraan
onafscheidelijk verbonden zijn.
En dan is het niet genoeg te
weten, dat het leven niet altijd
kan zijn, zooals ieder van ons
het voor zichzelf gehoopt en in
gedachten gevormd heeft, maar
we moeten ook begrijpen, dat
juist de uitbundigheid en de over
moed dier verwachtingen de
moeide in zijn beschermende
armen. Nu eerst, nu Muller ODt-
heven was van alle zorg voor
den doode, nu deed de natuur
ook Lij hem hare rechten gelden
en na eerst gevoelde hij plotse
ling de ontzettende zwakheid,
waartegen zijn sterke natuur tot
dusverre overwinnend had gestre
den. Hy had zichzelf alle moge
lijke ontberingen opgelegd, om
zijn heer in veilige haven te bren
gen en Nortel, ofschoon van na-
tunr niet zoo krachtig, was du
toch de sterkste. Toen hij zag,
dat Miiller bedenkelijk zwak werd,
hield hy het voor verstandiger
alleen heen te gaan, hij zeide
hem dit onbewimpeld en de ander
vond het natuurlijk. Nortel sloeg
voor, zioh naar krijgsgebruik te
beschouwen als erfgenaam van
den kapitein eD de nalatenschap
te deelen, wat ook door Miiller
werd aangenomen Het was wei
nig, maar toch nuttig voor beiden
daar Nortel betere kleeding had
dan zyn kameraad, daar hy eerst
weinige dagen geleden andere
geërfd had, zoo nam hy het horloge
en het weinige geld van den
gestorvene. >Laal dat aan mij,«
had hy tot Miiller gezegd, >mlj
komt het waarschjjulijk nog ten
goede, gij zult niet» meer noodig
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
oorzaak vormen van en regelen
in welke mate zich die teleurstel ling
aan ons opdringt. Nietwaar, liet
leven wordt ons voorgetooverd,
voorgespiegeld vaak, als iets bij
zonders begeerenswaardigs, waar
naar wij haken en snakken, en
eenmaal in dat leven gepiaatst,
hoe valt het toch tegenwat al
jammer en tegenspoed stelt ons
niet teleur? En toch gaan we er
weer door. We worden opgericht
en het leven prikkelt ons weer
tot energie en fellere inspanning,
soms om opnieuw te moeten er
varen, dat het slechts teleurstel
ling is dat ons wacht. En of we
nu kalm nadenkend dat al kun
nen begrijpen, ja het zelfs nood
zakelijk achten, toch willen we
dat niet weten. Het tweede ik
kan aan geen teleurstelling en als
die ons persoonlijk aanrandt, dan
komen we in opstand met de
redelijkheid, dan rijst er verzet,
dat ons bitter stemt en hard
maakt.
Zeker, met kleinigheden gaat
dat wel, daar stappen we wel over
heen, zoolang ze ons zelf niet
raken of in geringe mate eenige
vertraging geven aan het levens
rad. Maar als het teleurstellingen
zijn, die ons leven veranderen,
het^ anders maken dan we wilden,
of in dat leven dingen er. men
schen onherstelbaar stukbreken
en we arm en hulpeloos staan
in verlatenheid, of erger nog, als
menschen voor ons sterven, ter
wijl ze in leven blijven, door
dat ons vertrouwen in hen in
duigen viel, en wanneer onze
idealen gebroken in onze handen
liggen, zoodat we slechts eenige
scherven overhouden, dan als
het leven ons toeschijnt als een
woeste landstreek vol wild ge
dierte of een slagveld met loop
graven vol vijanden dan komt
in ons vaak een hardnekkig ver
zet, dat ons de vuisten doet bal
len, tot we ze stuk slaan tegen de
rotsen des Almachtigen en ons
tot bloedens toe verwonden.
Gelukkig het oogenblik, waarin
dan die wonden door berusting
gezalfd worden, mdar nog veel
gelukkiger is hij, die berustend
hebbeD dan den warmen rok van
den kapitein, om rustig daarin te
sterven.»
Miiller vond dit zeWe, hij ont
kleedde den doode, nam den offi-
ciersrok en den verwarmenden
mantel en zette zich toen, na van
Nortel afscheid genomen te heb
ben, bedaard bij den doode neder,
zelf verlangend naar zijn verlos
sing. En die verlossing kwam,
zij 't ook in een andere gestalte,
dan bij gedacht had. Nadat hy
weerstand bad geboden aan de
vluchtige, vergeefsche pogineen
van voorbijtrekkende Frauschen
otn hem mee te nemen en juist,
van vermoeidheid overweldigd,
de oogen wilde sluiten, kwam een
kleine afdeeling Kozakken in zijn
nabijheid, die weldra leven in
hem ontdekten. Een officier, waar
voor zij hem, door zyn uniform
op het eerste gezicht hielden, was
in alle geval een aanlokkelijke
buit en zoo werd hij door een
van hen op zyn paard genomen
en in galop meegevoerd. Een paar
slokken brandewijn, die één van
de Kozakken hem uit een veld-
flesch te drinken gaf, deden hem
weer eenigszics tot zichzelven
komen en na anderhali unr be
vond hjj zich met zyn geleiders
achter den groeten oven van een
zich schikken kan in het onver
mijdelijke der teleurstellingen.
Indien we dat konden, ons geven,
dan zou hel leven ons niet tot
bloedens toe pijnigen, dan zou
energie en levenslust ons niet
worden ontnomen, dan zouden
we niet gebukt gaan onder den
zwaren druk, maar zouden we in
berusting kracht vinden om onzen
weg voort te zetten.
En waarom ons niet geven
Het moet er immers toch eenmaal
van komen, en vroeg of laat moe
ten we toch berusting leeren be-
De teere
huid van
jongebo-
staan aan smetten en schrijnen,
eischt een bijzondere zalf om de
roode plekken en ontstoken huid
plooien te zuiveren en te genezen.
Zulk een zalf als Akkers's Kloo
sterbalsem, (60 cent) die dan ook
in geen luiermand mag ontbreken.
Koopt daarom nog heden een
pot. Ook in tal van andere ge
vallen zal Kloosterbalsem goede
diensten kunnen bewijzen (bij
brand-, snij- en andere wonden,
insectenbeten en als wrijfmiddel
bij rheumatiek en spierpijn). Zijn
heerlijk verzachtende pijnstillende
en ontsteking-werende eigen
schappen zijn de oorzaak van het
korte, kernachtige oordeel van
duizenden
trachten. We pijnigen slechts ons
zelf met een vruchteloos en over
moedig verzet. En toch gaat het
niet altijd gemakkelijk; soms
schijnt het heelemaal niet te gaan.
Er zijn van die teleurstellingen,
die zoo diep grieven en zoo in
grijpend zijn, dat het is of het
leven zijn verdere waarde verlo
ren heeft. We mogen ons echter
niet in zoo'n toestand verliezen
we zouden ons zelf bedriegen,
iets moois is er altijd nog in ons
leven, als we het goed beseffen
Russische boerenhofstede. Zijn
uniform verschatte hem een goede
behandeling, het was toch de
moeite waard, een officier tot ge
vangene gemaakt hebben en na
twee dagen werd hij overgeleverd
aan den naasten krijgsraad. Hij
had intusschen in den rok van
den kapitein diens portefeuille
gevonden en toen hij nu bij den
bevelvoereuden overste zich Diet
alleen door zijn uniform, maar
zelfs door zijn papieren kon wetti
gen als kapitein Vod Roda, werd hij
eiker,d en behandeld en bij eenige
andere stand- eu leedgeuoteu ge-
gebracht. Miiller had, terwijl hij
hardnekkig stand en naam van
den gestorvene behield, alleen het
hoogst natuurlijke en vergeeflijke
doel, zijn lot in zijn gevangen
schap eenigszics te verlichten eD
ook om, wanneer eene wederzyd-
sche uitwisseling der gevangenen
plaats vond, zyn vryheid weder
te 7erkrygen eu zijne beschaving,
de tyne manieren, die hy zich in
den dageiijkschen omgang met
de iamilie van den baron even
als later bij zyn heer had eigen
gemaakt, werkie mede om dia
misleiding te doen blyven be
staan. Zyn ernst, de mannelijke
bedaardheid en waardigheid,
waarmede h(j zijn lot droeg, maak-
en bet leven biijft altijd nog haar
waarde behouden, hetzij voor
onszelven, hetzij voor anderen,
als we maar eerst hebben ver
leerd ons te verzetten en berus
ting gevonden hebben. En hoe
luttel en klein die waarde ons
toeschijnt, ouder wordende zal
ons juist ook daarin de macht en
waardeering van het kleine dui
delijk worden. Daarom ondanks
teleurstelling, met moed het leven
in en door.
Provinciale Staten
van Zeeland.
Dinsdagavond werd dezomer-
zitting der Staten van Zeeland
door den Commissaris der Ko
ningin, jhr. mr. J. W. Quarles van
Ufford, in naam der Koningin
geopend.
Met uitzondering van den heer
Vogelaar waren allen present.
Door 'den voorzitter werden 3
commissies aangewezen, teneinde
ieder de geloofsbrieven van 14
leden te onderzoeken.
Na dit onderzoek werd tot toe
lating van alle leden besloten,
die daarna de voorgeschreven
eeden of beloften aflegden.
Hierna zeide de voorzitter bij
den aanvang van deze zitting
allen, zoowei hen, die reeds eer
der zitting hadden, als hen, die
voor het eerst komen, van harte
welkom te heeten. Reeds in de
vorige zitting heeft spr. aan hen,
die niet weer zouden terugkeeren
dank gebracht. Voor de nieuwe
Staten ligt een breed arbeidsveld
openbelangrijke vraagstukken
en beslissingen worden in deze
en volgende zittingen aan het
oordeel dor leden onderworpen.
Spr. hoopt dat allen zich zullen
laten leiden door het .belang der
Provincie en zulks met onderlinge
waardeering. Het heeft spr. zoo
lang hij in Zeeland woont, nim
mer ontbroken aan medewerking
van de leden der Staten, en hij
hoopt dat dit ook in de toekomst
zoo zal zijn. Spr. hoopt dat het
werken der Staten mogen zijn
tot heil der Provincie en Gods
zegen er op moge rusten.
ten hem in den kleinen kring
der gevaogenen tot eene persoon
lijkheid, w9lke de aandacht trok,
die geacht werd en gaarne ge
zien in weerwil der meerderheid,
die zich weldra deed geldeD. Na
korten tijd reeds werden de Duit-
sche officieren ingelijfd bij het
Yorksehe korps en nu had Miiller
de misleiding moeten ontdekkeD.
Maar dan wachtte hem een ver
schrikkelijk lot, wellicht eeuwige
gevangenschap, want aan eene
uitwisseling van minderen was
niet te denken. Zyn verstand,
zijn van van vooroordeelen vrije
geest kon geen misdaad daarin
zien, den naam van een doode
zich toe te eigenen, den Daam
van een man, wien hij kraeht en
vrijheid had opgeofferd; ja hij
beschouwde het in dit geval als
eene daad van zelfbehoud en
gevoelde het recht iü zich adel
en officiersrang op te houdeD,
daar bij hierdoor nimmer tekort
deed, zich zelf het leven redde
en de kracht in zieh gevoelde,
zyn nieuwen stand waardig op
te houdeD,
Wordt vervolgd
't Beheerschen van eigen wil is de
grootst^ uiting van wilskracht.
COURANT.