BIJVOEGSEL
Vrijdag 3 Juni 1927. No. 18.
Binnenland.
Gemengd Nieuws.
VAN DE
VAN
Koningin en Prinses voor
de Radio.
Toespraken tot West-lndië.
Het bezoek, dat H M. de Ko
ningin en H.K.H. Prinses Juliana
Dinsdag aan Eindhoven bracht,
heeft toch een eenigszins officieel
karakter aangenomen. De omstan
digheid dat de vorstelijke perso
nen vanuit de Philip's fabrieken
Oost- en West Indië door de ra
dio zouden toespreken, heeft
Eindhoven plotseling een wereld
naam doen verwerven. In den
loop van den dag was men al-
lerwege reeds bezig het nationaal
dundoek uit de woningen te ste
ken. Met den extra-trein van 9.28
kwamen de vorstelijke personen
met klein gevolg aan. Even na
middernacht werden de vorste
lijke personen in het laboratori
um der fabriek ontvangen. Bij
aankomst van de vorstelijke per
sonen speelde de Philips Har
monie het Wilhelmus.
Toespraak der Koningin.
H.M. de Koningin sprak ver
volgens door de microfoon Suri
name en Curagao toe, en zeide
ongeveer het volgende:
Het is mij een groote vreugde
dat mij de gelegenheid geboden
wordt, door middel van de radio
mijn dank uit te spreken tot de
bevolking van Suriname en Cu
rasao voor de talrijke bewijzen
van liefde en aanhankelijkheid
die mij bij verschillende gelegen
heden zoo duidelijk werden ge
toond. Ik koester het vertrouwen
dat de banden van liefde, die
het moederland met Suriname en
Curasao verbinden, en die den
stempel van eeuwen dragen in
gemeenschappelijk streven, im
mer meer zullen worden versterkt
en verinnigd. Het ook bij u le
vende besef, dat Nederland en
de Overzeesche gewesten in Ame
rika in lief en leed, in streven en
cultuur één mogen zijn en blijven,
moge steeds dieper wortel schie
ten en tot volle ontwikkeling ge
raken. Mijn beide vertegenwoor
digers in West-lndië, gij die ge
toond hebt uw beste krachten aan
uw gewesten te willen geven,
moge het u en uw medewerkers
bij het vervullen van moeilijke
taak tot steun zijn mijn persoon
lijke verzekering te vernemen, dat
ik uw streven met warme belang
stelling volg. Ik wensch u, in
gezetenen van Suriname, toe, dat
ondervonden tegenslagen ten spijt
reeds in het nabije verschiet mo
ge liggen een wederopleving in
nieuwe vormen van de welvaart
van weleer, tot heil inzonderheid
van de samenleving in dit door
de natuur met kwistige hand be
deelde gewest. Ik houd mij over
tuigd, dat ook hier de zon uit de
wolken van het heden te voor
schijn zal treden en roep hen
allen op om door eendrachtige
samenwerking op elk gebied ook
hunnerzijds die toekomst te hel
pen voorbereiden.
Met u, ingezetenen var. Cura-
£au, verheug ik mij in den toe-
nemenden bloei van uw gewest.
Mijn hoop is, dat daaruit voor
u allen, zoowel van de beneden-
windsche als van de bovenwind-
sche eilanden, blijvende zegen
rijke gevolgen kunnen voortko
men. Met trots zie ik de Willem
stad een vooraanstaande plaats
innemen in de rij der groote we
reldhavens en zie hoe langer hoe
meer bevestigdnieuwe tijden
brengen nieuwe eischen, nieuwe
tijden brengen ook vroeger niet
gedroomde middelen, maar van
alle eeuwen blijft, dat wie zich
geheel geven aan hun zware taak,
in zijn overgave daarvoor beloond
wordt met den moed om opge
wekt te volharden, Het volbren
gen ligt in God's hand. Geve
Hij daartoe zijn zegen.
De toespraak duurde ruim 7
minuten.
Rede Prinses Juliana.
Na de rede van de Koningin
hield Prinses Juliana, na een in
leiding van den heer A. F. Phi
lips, de volgende toespraak tot
West-lndië
Het is een zoo bijzonder aar
dig denkbeeld, dat ik vandaag
met u allen spreek, en wel langs
dezen nieuwen weg, waarvan de
ontdekking van zoo groote be-
teekenis zal blijken te zijn. Zij
het dan ook vanuit de verte en
voor u onzichtbaar, toch doet het
mij oprecht veel genoegen om
thans met u in verbinding te
komen. Het was voor mij reeds
een bijzondere gewaarwording dat
ik voor eenige weken op mijn
eigen kamer kon genieten van
hetzelfde schoone concert, dat
ook u door de Philips'fabrieken
zoo vriendelijk werd aangeboden
en nu de groote afstand die ons
scheidt, op eenmaal schijnt te
zijn weggevallen, zal ook voor
mij dit eerste persoonlijk contact
met West-lndië een onvergetelij
ke herinnering blijven.
Het belangrijke bericht van en
kele dagen geleden, dat de heer
dr. Ir. de Groot te Bandoeng erin
geslaagd was vanuit Java een
gesprek met Nederland te voeren,
schijnt met toepassing van deze
methode, ook de mogelijkheid tot
het voeren van geregelde gesprek
ken, ook tusschen de West en
Nederland naderbij te brengen.
Ik behoef u wel niet te zeggen,
hoezeer ik mij erin zal verheugen,
indien op deze wijze de banden
tusschen u en ons nauwer zullen
kunnen worden toegehaald.
Gaarne grijp ik deze gelegen
heid aan, om naast de dankbe
tuiging, die ik reeds aan den
gouverneur van Suriname en Cu
rasao heb gericht voor de mij
aangeboden gelukwenschen, nog
maals uiting te geven aan mijn
hartelijken dank voor de vele be
wijzen van belangstelling en me
deleven, waarmee ik kortgeleden
op mijn 18den verjaardag werd
verrast en voor de wijze, waarop
ook bij u dien dag werd her
dacht.
Hoewel ik nog nimmer onze
West aanschouwde, voel ik mij
toch gelukkig tegenover dat ge
deelte van ons rijk niet meer ge
heel een vreemde, omdat ik, door
mijn studie, reeds het een en an
der heb geleerd van de staatkun
dige instellingen en verhoudin
gen en vraagstukken, die de ont
wikkeling daarvan beheerschen.
Met mijn Ouders bezocht ik veer
tien dagen geleden het Zeemans
huis te Amsterdam, waar wij veel
West-Indische zeelieden troffen,
en door de gesprekken, welke
ik met enkelen hunner voerde, heb
ik een zeer aangenamen indruk
omtrent deze personen bewaard.
Ik moge eindigen met den wensch,
dat nu deze nieuwe communica
tie is verkregen, zij ons in staat
moge stellen, nader tot elkander
te treden op elk gebied des le
vens, en dienstbaar moge zijn
aan de gemeenschappelijke ge
voelens, die ons bezielen. Zoo
zij het. Ik heb gezegd.
De toespraak van Prinses Ju
liana duurde ongeveer tien mi
nuten. Nadat Prinses Juliana hare
rede had beëindigd, begaf het
gezelschap zich eerst naar het
lokaal, waar de zendinsiallatie
stond opgericht, en waar de vor
stelijke personen zich in alle on
derdeden daarvan lieten voor
lichten. Vervolgens werd de bi
bliotheek van het laboratorium
met een bezoek vereerd.
H.M. de Koningin overhandigde
daar den heer A. F. Philips, di
recteur der Philip's Gloeilampen
fabriek de eeremedaile in goud
voor Voortvarendheid en Vernuft,
verbonden aan de Huisorde van
Oranje Nassau, terwijl de heeren
J. Numans en dr. B. van der Poll
Jr. werden benoemd tot ridder in
de Orde van Oranje Nassau.
Ondanks het middernachtelijk
uur juichte, zoowel bij de aan
komst als bij het vertrek, een
groote menigte de vorstelijke per
sonen hartelijk toe.
Uit West-lndië werd een offi
cieel telegram ontvangen, mel
dende, dat de toespraken der
Koningin en Prinses Juliana woord
voor woord duidelijk te verstaan,
waren geweest.
Toespraken tot Oosi-lndië.
Woensdagavond te kwart voor
zeven kwamen de Hooge bezoe
kers weer bij het laboratorium
van de Philips' fabrieken aan.
De Philips' harmonie liet weder
om het Wilhelmus hooren, waar
na H.M. de Koningin de volgende
rede hield
„Het eerste woord, dat ik
rechtstreeks tot Nederlandsch-
Indië richten kan, zijn een groet
van hart tot hart aan het over
zeesche gewest, dat ondanks den
afstand mij zoo na ligt. Gij allen,
die in het verre land op dit uur
luistert naar het over de wereld
zeeën tot u komende geluid uit
het moederland, weet, dat dit
oogenblik mij voor een oogen-
blik van vreugdevolle ontroering
is, omdat ik mij thans met Ne-
derlandsch-Indië in persoonlijke
aanraking gevoel. Het was steeds
een onvergetelijk oogenblik wan
neer mij de bewijzen bereikten
hoe Nederlandsch-Indië medeleeft
met het moederland. Wanneer
een natuurramp Nederland trof,
bleek Nederlandsch-Indië altijd
met den daad bereid om den
nood te helpen lenigen en even
zeer toonde Nederlandsch-Indië
mede te leven met het wel en
wee van mijn Huis. Met diepge
voelde erkentelijkheid gedenk ik
de teekenen van aanhankelijkheid,
die mij in allerlei vormen uit
Indië gewerden. Zij hebben een
onuitwischbaren indruk bij mij
achter gelaten.
Het is mij een voldoening thans
zelf u te kunnen zeggen hoe die
sprekende getuigenissen van het
besef van saamhoorigheid mij
steeds met dankbaarheid hebben
vervuld. De band, dier. de ge
schiedenis gelegd heeft tusschen
Nederland en Indië kwam tot
stand in een tijd toen persoonlijke
moed, die schier overmoed was,
zich paren moest aan voortreffe
lijke zeemanschap om den aard-
-bol om te varen naar het land,
dat toen voor Europa nog een
fabelland was. Wie in den loop
der eeuwen volgden op den lan
gen tocht over den Oceaan, had
de ervaring van hun voorgangers
tot gids. Stoomvaart en kortere
weg door het Suez-kanaal, zoo
wel als de telegraafverbindingen,
hebben Indië in de vorige eeuw
daadwerkelijk dichterbij gebracht.
Is de afstand daardoor van maan
den terruggebracht tot weken, de
ontwikkeling der luchtvaart voor
spelt ons, dat die afstand in de
toekomst zal worden terugge
bracht van weken tot dagen. Maar
ondanks dit alles en ondanks de
vorderingen van wetenschap en
techniek, die den zeeweg tot een
veiligen weg maakten, blijft voor
den Nederlander, die naar Indië
gaat en voor den in Indië gebo
rene, die den tocht naar het moe
derland aanvaardt, het afscheid
van den geboortegrond pijnlijk.
Moeders en vaders die hun kin
deren zagen afreizen of die hen
voor hun vorming hier achter
lieten, gij allen, die wellicht in
zorgen zijt om betrekkingen of
vrienden, die ver zijn, of wellicht
gebukt gaat door de herinnering
aan een dierbaar gelaat, dat gij
niet zult wederzien, voelt het, dat
ik met u meeleef in den wee
moed, die deze scheiding dage
lijks voor zoo velen onzer brengt.
Moge God u steunen.
Schept reeds die scheiding al
gemeen menschelijke banden, die
van alle rassen zijn en van alle
tijden, daarnaast is er tusschen
Nederland en Nederlandsch-Indië
de hechte band der geschiedenis.
Nederland zag naar Indië gaan
niet alleen zijn zonen, die ge
dreven werden door zucht naar
gewin of avontuur, maar reeds
van den eersten aanvang verge
zelden hen mannen, die het als
een levensroeping voelden Indië
te dienen om het land zelf.
Trotsch en dankbaarheid ver
vullen mij als ik gedenk de man
nen en vrouwen die hun krachten
gaven aan de bestudeering van
land en volk en het licht der
wetenschap lieten schijnen over
den eerbiedwaardigen cultuur, die
zij in Indië vonden. Trotsch en
dankbaarheid, ook om de velen,
die door zuivere liefde tot den
naaste gedreven er een arbeids
veld vonden, dat zij bewerkten,
niet zelden met opoffering van
hun leven.
En hoevelen, wier namen niet
algemeen bekend zijn, hebben
niet vaak op eenzame posten
land en volk met zelfverlooche
ning gediend. Wie zal den om
vang schatten van de toewijding
der vrouwen, die daarbij den man
kracht gaf om te volharden in
zijn moeilijke taak. Naast die
band van het verleden is er die
andere, de band van onze ge
zamenlijke verantwoordelijkheid
voor de toekomst.
Ik richt mij in het bijzonder
tot u, mijnheer den Gouverneur-
Generaal, drager in mijn naam
van die verantwoordelijkheid voor
Nederlandsch-Indië. Ik wensch u
van ganscher harte kracht toe om
u te blijven wijden aan de taak,
die u reeds metterdaad getoond
hebt als een levensroeping te
willen vervullen.
Ik richt mij ook tot u allen,
kinderen van het lar.d of die het
tot een tweede vaderlatid hebben
gekozen en in het bijzonder tot
hen, die door het aanvaarden van
een post van vertrouwen in den
Volksraad of in de Raden der
zelfbesturende gebiedsdeelen ge
toond hebt de verantwoordelijk
heid voor den bloei van land en
volk te gevoelen of door hun
ambt geroepen zijn 's lands be
langen te dienen.
Moge de ontwikkeling van
Indië u de voldoening geven, dat
deze mede door inspanning van
uw beste krachten werdverkregen.
Voortbouwende op wat inter
nationale samenwerking op het
gebied van wetenschap en tech
niek tot staad bracht tot verbete
ring van de verbindingen tus
schen alle deelen der wereld,
heeft thans Nederland's energie
en Nederlar.d's organisatiever
mogen weten te bereiken, dat ik
tot zoovelen uwer rechtstreeks
het woord kan richten. Moge
ook dit voor u een teeken zijn
van de nieuwe verhoudingen,
welke zich vormen en een bewijs,
dat de toekomst ook nieuwe
eischen stelt. Die eischen moeten
wij met moed aanvaarden. Dan
kunnen wij gezamenlijk den
hoogen plicht vervullen om te
w:rken aan het heil van Neder
land en Nederlandsch-Indië. Het
nieuwe middel van gemeenschap
tusschen deze beide deelen van
het Rijk zij de zinrijke belicha
ming van mijn hartelijken wensch,
dat Nederland en Nederlandsch-
Indië elkaar daarbij steeds beter
zullen mogen verstaan. Ik heb
gezegd".
Rede Prinses Juliana.
Na de rede van de Koningin
hield Prinses Juliana dezelfde
toespraak tot Oost-Indië, welke
zij tot West-lndië heeft gehouden.
Nadat Prinses Juliana haar toe
spraak had beëindigd, hield de
Koningin voor de microfoon nog
een korte rede, waarin zij dankte
voor de vele bewijzen van be
langstelling welke haar gedurende
de bezichtiging der Philips'fabiie
ken, evenals van de overige be
volking van Eindhoven is ten
deel gevallen. Ook Prinses Juliana
sloot zich bij deze woorden aan
in een korte toespraak voor de
microfoon.
Nader wordt nog gemeld
Sedert de toespraak van de
Koningin werd een telegram ont
vangen uit Indië, dat de rede uit
muntend overgekomen was. Later
kwam een draadloos telegram van
het station te Bandoeng, meldende
dat de redevoeringen woord voor
woord konden worden verstaan
Diefstal van f 900.
De ta. M. van den Ryswjjk-
scheweg heeft bjj de politie aan
gifte gedaan van dielstal van
een portefeuille van f900.
Een der chauffeurs der firma
had zija vrachtauto een oogen
blik stilgezet op den Ryswijk-
schenweg.
Op den wagen lag zijn jas
met een portefeuille, inhoudende
een partij ougeïnde kwitanties
en een teirag aan bankpapier,
groot ca. 900.
Toen de chauffeur even later
zijn jas wilde aantrekken, be
merkte bij, dat zijn portefeuille
gestolen was.
Een aeent van politie, heeft de
portefeuille met de niet-geïnde
kwitanties op een wandelpad,
even buiten de stad terugge
vonden.
Het bankpapier was echter
verdwenen. Van de daders tot
op heden geen spoor.
Goedkoope woningen en grond.
Vooral iu de du geëindigde
verkiezingsdagen was de leuze
Goedkoope woniDgen en grond
schering en inslag. De N.V.
„De Loodlijn" te Amsterdam
meent op practische wijze dit
vraagstuk te hebben opgelost
door langs den weg eener premie
obligatie-uitgifte ieder in de ge
legenheid te stellen voor luttele
guldens grondeigenaar te worden.
Zij heeft daarbij van de weten
schap gebruik gemaakt, dat, waar
een groot complex gronden naar
verhouding voor een bagatel te
koop zijn, een kleine verkaveling
tienmaal duurder moet worden
betaald.
Wanneer duizend menschen
te zameu een stuk grond koopen
in bepaalde streken van ^ons
land, waarop duizend buizeD
zouden te zetten zijn, betalen zij
dit ieder slechts met enkele
guldens.
Op die wijze wilt de N V.
„Da Loodlijn" ook trachten in
de groote steden de woningen
van vier gulden per week te
bouwen, waar met zooveel aan
drang om wordt gevraagd. Haar
eerste werk zal reeds zyn het
doen bouwen van goedkoope
woningen in de Mijnstreek, dit
met reeds verkregen medewer
king van autoriteiten.
Wat de premies aangaat, deze
zullen loopen van f 25.000.tot
f 10.de uitbetaling wordt
volkomen gewaarborgd door de
N.V. de Certificaat BaDk te
Rotterdam, Stationsweg 20 (Te-
letooD 9524 11441 na 6
uur 30033) die ook de verhan
deling der obligaties verzorgt.
De premie-trekking vindt plaats
ten overstaan van een notaris.
Een bijzonderheid is zeker,
dat de hootdpremies gevallen op
obligaties in portefeuille, opnieuw
moeten worden uitgeloot.
Zwaar weer in Zuid-Limbnrg.
Een buitengewoon hevig on
weer, gepaard met zwaren regen
val, heeft over een deel van
Zuid-Limburg gewoed. Door den
regen zijn vele beken buiten haar
oevers getreden. In verschil-
leude straten werden, volgens
de „Tel.", grond en steen door
het water losgespoeld.
Aan de denr.
Eerst kwain er vanmorgen een heer
[met een baard,
Die wilde ons veters verkoopen
Toen kwam er een man met een vuur-
[rooden neus,
Die zocht interesse voor knoopen
Geen tien tellen later een ruk aan
[de bel
„Mefrau, hebbu fuurmakers noodig?"
En dl dat gebel was nog vóór negen
[uur
Medunkt, commentaar overbodig.
Ik sprak tot m'n vrouw, dat we zóó
[moesten doen
We doen roor geen bellen meer open.
En dus dat we niets, maar, zeg dan
[ook niets,
Van lui aan de deur zuilen koopen.
Met leveranciers wordt de afspraak
[gemaakt,
Om zóóveel maal (.zachtjes) te tikken.
Toen lachte nTn vrouw: En de deur
naarder dan
Maar 'kzei, dat die óók wel kon....
Terwijl we zóó praatten Ping! ging
[er de bel
Mijn vrouw slofte nijdig naar voren,
Ik wachttewat drommel I wat was
[dat nu weer
Ik meende, den slager te hooren....
Mijn vrouw kwam terug een beetje
[ontdaan,
Bedrukt: Iets scheen haar te hind'ren,
Toen zei ze: Ik heb maar een potlood
[gekocht,
Van een stumper, met zeventien kin"
,A»p."