Bewogen Huwelijksleven. Nieuws- en Advertentieblad voor Zee uw sch - V1 aan deren No. 5 VRIJDAG 15 APRIL 1927. 43e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Bij dit blad behoort een bijvoegsel. PASCHEN. FEUILLETON. binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Wegens het Paasch- feest verschijnt aanst. Dinsdagavond de AXELSCHE COURANT niet. Wij staan vóór den Opstan dingsmorgen. Na den Goeden Vrijdag en den Stillen Zaterdag, dagen der tijdelijke heerschappij van den dood, komt de morgen van de zegepraal over graf en dood, de morgen der opstanding. Wij zullen aanstonds weer het Paaschfeest vieren, elk op zijne wijze. Als wij het geluk mogen hebben, een lentedag niet zon neschijn- te begroeten op den Paaschmorgen, zal de feestelijke stemming algemeen zijn. De mees ten onzer toch kunnen alleen feestelijk gestemd worden door invloeden van buiten. Zonneschijn en lenteluchten bij bloementooi en groenende twijgen zijn voor velen de noodzakelijke voorwaar den om van een .prettig Paschen" te kunnen spreken. Als er ooit ergerlijke samenkoppeling is te bedenken tusschen twee hetero gene ideeën, dan is het wel die van .pret" en „Paschen". Pret- maken en prethebben mogen passen in den kindermond en den kinderleeftijd, mogen des noods geduld worden ook bij volwassenen, wanneer de over maat van levenslust uiting zoekt in dartelheid en luim, een Chris tenfeest beschouwen als aanlei ding tot zingenot en uitspanning, is het droevig bewijs, dat het ais geestelijke verheugenis vcor ons waardeloos is. Geestelijke vreugde, geestelijke blijdschap, komt van binnen uit. De opstanding uit het graf der wereldsgezindheid, der zonde en der onverschilligheid komt van binnen naar buiten en niet om gekeerd. Pret, die „gemaakt" wordt, is een parodie op de vreugde, die gewekt wordt door de ontwaking van wat er sliep (68 Nachtegalengezang en mane schijn, bloemengeur ea avond stilte hadden ten minste eveD zooveel bedwelmends voor den licht ontvankelyken zin van deD jongen man, als Marie's jeugdige verlokkende bekoorlijkheid, die zich aan hem opdrong en terwijl mevrouw Gerland's moederlijke dwaze ijdelheid vurig hoopte, dat hare dochter op deze wande lingen door den stillen tuin Alexander's liefde zou verwerven en Felieita's beeld uit zijn ziel zou verdringen, vermoedde zy niet, dat zy de korte bedwelming zyner zinnen betaald had met haar eer. WaDt een bedwelming was het slechts; eerlyk was hy gebleven, zelts in den roes van den hartstocht en nooit had hy lietde gehuicheld, noch door blik, noch door woordhet was zelfs geen voorb ij gaande mislei ding van zyn hart geweest, die hem had meegesleept, by had alleen gebukt voor het geweld van het oogeablik, hij had, als en sluimerde in den mensch. Het Paaschfeest is een wekker, die ons toeroept: „Ontwaak gij die slaapt en sta op uit den doode, en Christus zal over u lichten Carmen Sylva zegt: „Vreugde is het leven gezien door een zon nestraal." De vreugde van het opstandingsfeest is inderdaad le vensvreugde, gewekt door de Zon der Gerechtigheid, die het duis ter doet verdwijnen en den dood zijn prikkel ontnomen heeft. De Goede Vrijdag, ofschoon schijnbaar een kwade, heeft deze metamorphose van dood in leven gewrocht, 't Was een tijdelijke, zeer kortstondige „Godenscheme ring", waarop de overwinning van het Licht volgen zou. Dat Licht nu verrees op den Paasch morgen en of er nu op dezen ochtend zonnenschijn en hemel blauw, dan wel regen en wol- kengrauw zijn zal, voor wie in den verrezen Heiland de ver zekering van hun verrijzenis zien, is elke Paaschmorgen oorzaak tot groote vreugde, door heel de Christenheid met „Halleluja!" begroet. Die Christenheid nl., die op Goede Vrijdag met haar Heer heeft geleden en gebeden en door wroeging vervuld in stilte en droefheid den dag der opstanding heeft afgewacht. Want maar al te weinig wordt o.i. die Goede Vrijdag herdacht door de Chr. Kerk, als een dag, waarop we de vergeving onzer zonden hebben af te smeken wij, die nog dagelijks meehelpen aan de kruisiging. Als er ooit reden is tot het houden van een „biddag", dan is het zeker op Goede Vrijdag. En naar mate wij dan ons be zwaard voelen, naar die mate zal ook onze vreugde zijn op den Paaschmorgen, om het Evangelie der Opstanding. Prinses Juliana in den Baad van State. Volgens een desbetreffende bepaling der grondwet zal Prinses een vroolyk drinker, den schui menden beker gezet aan de dors tige lippeD, onbekommerd, of die edelen wijn inhield. Eu hij was eerst tot bezinning gekomen, overververzadigd en ontnuchterd, toen hij snel genoeg den bittereu nasmaak proefde van het berouw. Ten eersten male sedert hij een man was sliep hij op dien avond, waarop bij tegen Felicita had ge zondigd, in, diep beschaamd voor zichzelf, ontevreden en ontmoe digd maar hy was toch te zeer eeu maunelyke natuur, om lang toe te geven aan zyne gedachten, het gebeurde was niet meer te veranderen en by beloofde zich bij zyn eer, zich te wachten voor herhaling- En by hield woord hij behandelde Marie weliswaar beleefd, maar vreemder dan ooit hij was edel genoeg om, oischoon overtuigd van het tegendeel, zich zelf aan te klagen als den alleen schuldige en daarom het meisje, wier gunst hy had genoteD, volle recht te schenken op zijn mede lijden en op zijn uiterlyke achting. IntusBchen vermeed hij standvas tig een alleen zyn met haar, dat zoowel aanleiding bad kunnen geven tot beden en verwijteD, als tot nieuwe lichtzinnigheid, Door zoo te handelen meende Juliana, nadat Haar 18de jaar zal zijn vervuld, van rechtswege zit ting hebben in den Raad van State. Naar wij vernemen zal in verband hiermede in een der eer ste dagen van Mei een buiten gewone vergadering van den Raad ven State worden gehou den, welke door H. M. de Koningin zal gepresideerd. Prins Hendrik in de gevangenis. Prins Hendrik bracht Dinsdag een bezoek aan de gevangenis te Scheveningen. Eerst werd de gewone, daarna de bijzondere gevangenis bezocht. Vrijwel alle localiteiten werden bezichtigd, in het bijzonder de werkplaatsen en de ziekenzalen, o. m. de tuberculosezaal. Zoo betrad de Prins o. a. werk- cellen, waarin gevangenen bezig waren met timmerwerk, boekbin den, typografischen arbeid (druk kerij en zetterij), kleermakerswerk, enz. De Prins toonde groote belang stelling, sprak verschillende ge vangenen op zeer vriendelijke wijze toe en informeerde naar hun levensomstanigheden. De bewoordingen, waarin de Prins zich tot menigen gevangene richtte, zullen bij velen hunner een onvergetelijken indruk achter laten. Het Wegenfonds. Ingediend is een wetsontwerp, tot vaststelling van de begroo ting van inkomsten en uitgaven van het Wegenfonds voor het dienstjaar 1927. In de memorie van toelichting herinnert de Minister er aan, dat hij zich, reeds voor de We genbelastingwet tot stand was gekomen, beijverd heeft om het noodige voor te bereiden, opdat de begrooting van het wegen fonds voor het dienstjaar 1927 zoo spoedig mogelijk aan de goedkeuring van de Wetgevende Macht zou kunnen worden on derworpen. De Minister merkt op, dat de snelheid waarmede gewerkt moest worden oorzaak kan zijn dat wellicht niet alle onderdeden hij inderdaad goed te makeD, wat hij Felicita had misdaan en reeds verdween de onaangename herinnering daaraan uit zijn ge dachtenis, reeds gaf mevrouw Gerland mismoedig hare hoop op, toen Marie vol vertwijfeling hem ontdekte, dat zijn goede beslui ten te laat gekomen waren en deze eene avond voldoende ge weest was, om io zijne gevolgen hare eer te begraven. Roda was als van den donder getroffen, hij duizelde voor den gapeuden af grond, die zich voor hem opende, liefde en eer dreigden te verslin den Wat hem gekweld had, dat was het bewustziju zyner schuld tegenover Felicita, nimmer nog was bij hem een gedachte opge komen aan de mogeiyke gevolgen zijuer lichtzinnigheid. Ofschoon hy een man wa->, in dit oogen- blik gevoelde hij zich buiten staat, bet beangstigd meisje troost toe te spreken of een belofte te sehen ken, hy was zoo verschrikt, zoo tot in zijn binnenste getroffen door deze ontdekking, dat hy ai zyD kracht noodig had om zelf zyn hoofd boven water te houden. Na een ptfnlyk nutteloos aar zelen ea worstelen vatte Alex ander bet besluit, alles z(jn vader van het wegenvraagstuk bij deze eerste begrooting van het wegen fonds voldoende Jot hun recht komen. Hierbij wordt o.a. gedacht aan de veren, schipbruggen en ka- naalbruggen. De ruimere fondsen, welke al reeds dadelijk voor de verbete ring van de Rijkswegen zullen gaan vloeien, maken het mogelijk om in de eerstkomende jaren de bestaande achterstand op dat ge bied in te halen en om, naar de Minister vertrouwt in een tijds verloop van 5 jaren de bestaande wegen in zoodanigen toestand te brengen dat redelijkerwijze geen klachten daarover meer behoeven te worden geuit. Even.eens is de vaststelling van de provinciale wegenplans in voorbereiding bij de provinciën, zoodat gehoopt wordt, dat ook voor de provinciale wegen zeer spoedig over een uitkeering van het wegenfonds zal kunnen wor den beschikt. Onder de posten voor de pro vinciën komt voor Zeeland een bedrag in aanmerking van f 449500 waarin begrepen f 377.500 voor verbetering en aanleg. In totaal wordt voor onderhoud, verbetering en aanleg van wegen, voorkomende in het Rijkswegen plan f 11.205 500 en voor uitkee- ringen aan de provinciën f3 045.000 in 1927 uitgetrokken. Een Belgische Proclamatie. Limburg wordt verlost van de Hollandsche-protestantsche ver drukking. België wenscht geene verove ring van land noch burger maar eischt herstel van het opgedron gen verdrag van 1839 en vooral vrije verbinding met Limburg en de Maas en vrijen doorgang per spoor, weg en kanaal naar het Rijnland. De dam in 1839 tusschen Lim burg en België opgeworpen moet weg de voorspoed en de toe komst van Limburg liggen in het Westen en in het Zuiden meten bij België en niet te Rotterdam en in het Noorden.» te bekennen; het was geen hulp ot troost, wat hij begeerde, die zoude hem moeilijk ter wereld iemand kunnen geven in dezen ontzettenden toestand, maar Alex ander gevoelde zich zoo ongeluk kig en gedrukt, dat hij behoette had aan deelneming en het was een trek van zyn goed en toch zoo trotsch hart, dat hy daar ging om zich aan te klagen, waar bij zekei was, zijn streDgsten rechter te zullen vinden. Want de minister vaD oorlog, hoe warm hy zijn eenigen zoon liefhad, was in zaken van recht en eer jegens hem niet minder streng en onverbiddellijk, dan jegens anderen en Alexander's vergrijp was zoo groot, vond in zijn vader's ernstig karakter en gezonde levensbeschouwing zoo volstrekt geen opheldering of verontschul diging, dat hij zoo gemakkelijk niet op zijn vergiffenis kon hopen, 't Was een moeilijke gang, een deemoedige bekentenis en de minister van oorlog verlichtte hem niet. Geduldig hoorde de zoon de uitbarsting van toorn aan van den diep verontwaardigden man en eerst toen die overging in verachting, richtte hy zich op, »Ga niet verder, vader, hier is alles nog richtig en in orde,« De Limburgers hebben het recht over zich zeiven te beschik ken en in alle vrijheid te onder handelen over de regeling hun ner belangen met België en de buitenwereld. Wij komen heden vreedzaam en vriendschappelijk enkel om onze verloren Limburgsche Broe ders te groeten en te bewijzen dat wij ze niet vergeten. Krijgt Limburg, krijgt België in zake herziening van het ver drag in 1839 geene voldoening dan komen wij weder maar dit maal om voor niets meer terug te trekken zoolang de vrijheid en het recht niet heerschen aan beide oevers der bevrijde Maas. Bovenstaand geschrift werd in den nacht van Zaterdag op Zon dag door een achttal Belgen even over de Limburgsche grens aan geplakt. Aan dit feit werd door de Bel gische en Nederlandsche pers min of meer beteekenis gehecht, maar de officiëele autoriteiten laten het, nu het meer en meer blijkt, dat het slechts van enkele ophitsers afkomstig is, vrijwel onbesproken. De Belgische Pers over de kwa jongens in Roosteren. De correspondent te Brussel der N. R. Crt. meldt o.a. Omtrent het voorval in Neder- landsch Limburg zegt men ook heden in de betrokken departe menten geen andere berichten te hebben dan die, welke in de bla den, zoowei Hollandsche als Bel gische, zijn verschenen. Van officieele zijde gaat men voort aan dit incident slechts een zeer betrekkelijke beteekenis te hech ten en hoopt men, dat het ge beurde te Roosteren en elders in Nederlandsch Limburg niet de minste na.ieelige gevolgen zal hebben voor de betrekkingen tusschen de beide landen. „De Schelde" verwondert er zich over, dat de Belgische re geering zich aan het Limburgsche incident zoo weinig gelegen laat zeide hij op troischen toon, terwijl hij de hand op het hart legde. »Ik heb gedwaald als jongeling en als mensch, ik zs) meer dan menschelijk boeten; voor eeD korte ure een geheel menschen- leveo, voor een vluchtige bekoring de lietde, en meer dan dat, ook het geluk van het geliefdste wezen op aarde te offeren, dat is, minsten* duur genoeg betaald. Ik weet het, er is slechts één weg voor mij en ik zal dien gaan, ik wil berisping, vader, en recht- matigen toorn maar verach ting niet. Leg dat gewicht nog op myn schouder en gy drukt my in het stof, zoo diep, dat ik geen kracht zal behouden om den last te dragen, door myue schuld my opgelegd.* De minister van oorlog liep zwijgend op en neder, »Eo wat wilt ge behalve mijn toorn nog van my vroeg hy toen. Uwe hulp,* hernam Alexander, »dat wil zeggen slechts in zoo verre, dat ge myn schooovader de ongelukkige geschiedenis mee-» deelt.* Wordt vervolgd.) AXELSCHE li COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1927 | | pagina 1