Bewogen Huwelijksleven.
ii
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - VI aan deren
Nabetrachting van een 90-jarige.
No. 95
VRIJDAG 4 MAART 1927
42e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Zondagoverdenking.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C -4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Kom over en help ons.
(Hand. 16 9).
't Mag dan een droom geweest
zijn, toch heeft Paulus daar in
z'n verbeelding een man gehoord,
die goede eigenschappen had.
't Was allereerst een man, die
de dingen onder de oogen durfde
te zien.
Daar zijn een heeleboel Christe
nen, die dat niet durven en al
bang worden bij de gedachte er
een ander in te halen. Daar zijn
van die onder-elkaar-kringetjes
waar één-oog Koning is. Van
die ietwat eigengerechtigde kerkje-
spelende christenen, die nooit
den diepen nood van zich zelf
voelen en nooit uitroepen „Kom
over en help ons!" Zij zijn veel
meer geneigd te wenkenblijf
daar maar, we kunnen het alleen
wel.
En er zijn ook heel op zichzelf
staande menschen, die 't zoo
weten, zoo volmaakt weten, dat
ze er niet over denken om hulp
te roepen.
Misschien zijn er ook die wel
zouden willen roepen maar niet
durven omdat het zoo kinder
achtig staat.
Paulus droomde tenminste van:
een held.
In de tweede plaats is het een
practisch man geweest. Want hij
neemt maatregelen.
In den put zitten schijnt voor
een zeker soort Christenen een
bepaald genoegen te zijn. Ze
kunnen er niet uit, maar ze steken
er ook geen hand naar uit om
geholpen te worden.
Dat zijn de „ach-en-wee"-kla-
gende christenen, die den gan-
schen dag in 't zwart gaan, om
met den psalmist te spreken, en
't eerlijk gezegd niet goed uit
kunnen staan, dat er ook blije,
vroolijke en zonnige christenen
zijn.
Het is dus niet genoeg te be
seffen hulp noodig te hebben.
Er moet ook om hulp geroepen
worden. En Paulus laat zich geen
tweemaal roepen.
(57
Evenwel scheen het een zeer
jniste handelwijze geweest te
zijn. Kathariua veranderde wer
kelijk by hare ouders kreeg zij
hare vroolijkheid weder en nu
zij ontrukt was aan de pijnlijke
verhouding tot de gravin, nn zy
niet dagelijks meer krenkingen
ondervond, nu kwam ook haar
eigen wenschen en willen tot
meerdere helderheid. Leo kwam
dagelyks, hij was een lieve, gaarne
geziene gast in de houtvesters-
woning, vooral by den opperhout
vester, die den jongen man, die
zoo stipt zyn woord gehouden
had, zyn achting niet kon ont-'
zeggen en daarom boos was op
«yu vrouw, als zy, gedenkend
aan de droeve werving om Katha
rine, nu en dan nog wel eens
hare moederlijke gevoeligheid
liet blijken. De mogelijkheid in-
tusschen, dat zijn dochter eens
haren man zou kunnen liefhebben,
was ook verre buiten de gedach
ten van den opperhoutvester, wat
jjovepdiea ook niet gewensoht
Weet u, er zijn menschen, die
't ook nog wel zoover brengen
als deze man, waar Paulus van
droomde en die dus tot het
roepen komen. Maar ze zijn als
de dood dat ze antwoord krijgen.
Dat zijn de moeilijkste christe
nen, want zë leggen per slot God
allerlei bezwaren voor en moei
lijkheden in den weg. Ze zijn
n.l. bang dat hette gemakkelijk
gaat.
En daarom is het derde dat
ons van dit verhaal treft vooral
dit, dat Paulus, als hij eenmaal
overgekomen is en heeft willen
helpen, de gevangenis in moet,
omdat hij zeden verkondigt, die
niet geoorloofd zijn.
Zeg nu zelf eens, lezer: zou
dat verhaal uit den Bijbei niet
net zoo goed gisteren geschreven
kunnen zijn
Kijk eens en hoor eens toe
rondom u. Of, nog beter, ga
eens met u zelf te rade.
Ja, Paulus heeft het vast: maar
gedroomd dat daar een man zou
zijn geweest, die riep kom over
en help onsLees maar eens
hoe hij met een zo$t lijntje de
stad weer uitgezet wordt.
Is die stad misschien ook uw
eigen hart? (L.)
De lezer herinnert zich, dat
mr. S. van Houten na de huldiging
op zijn 90sten verjaardag 17
Febr. j.l. een paar sprekers
met een enkel woord dankte, en
vervolgens verklaarde, dat zijn
e.v. „Staatkundige Brief" een
woord van dank zou bevatten aan
alle anderen, die hun belangstel
ling hadden getoond.
Deze Brief is thans verschenen
wij laten hem hier in zijn geheel
volgen.
„Dat er bij de huldiging op 17
Februari geen tijd voor een dank
betuiging mijnerzijds over bleef,
heeft twee goede gevolgen. Aller
eerst, dat ik haar niet enkel kan
richten tot de daar aanwezigen,
maar tot allen die mij ook op
zou z\jo, daar Kathariua door
haar geheele gedrag moest bewij
zen, dat het baar, toen zij Leo
hare hand reikte, noch te doen
was geweest om het vermogen,
noch om den graventitel.
De dag voor den morgen, waar
op wij den jongen man zoo vroo-
lyk daarheen zagen gaan,die dag
was Katharina's geboortedag ge
weest. Op haar moeder 's drin
gende bode had zy dien nog in
het vaderhuis doorgebracht. Of
schoon Leo reeds 's morgens vroeg
in weerwil ven Suzanna's spot
tende opmerkingen den duisteren
blik zyner moeder tot haar was
gegaaD, had bij toch alleen vluch
tige oogenblikken de gelegenheid
haar all en te zien. Felicita was
gekomen, om de vriendin hare
gelukwenscben te brengen en
tKatharina was des te meer met
naar bezig, omdat de zachtheid
ven haar geluk gedeeltelijk ver
dwenen was. Sinds veertien lange
dagen had zy namelyk te
vergeefs op eenig bericht van of
betreffende den geliefde, en de
klimmende onrust, die zich van
haar meester maakte, had haar
het besluit doen nemen op een
der eerstvolgende dagen naar A.
terug te keeren. Er was ditmaal
bovendien geen geielligheld in da
andere wijze op dezen dag van
hunne waardeering hebben doen
blijken. Ten anderen dat zij wat
uitvoeriger kan zijn.
't Was een unieke huldiging.
Een huldiging, analoog aan de
gelijktijdige van Spinoza, maar
met den gevierde er bij
De hulde gold in hoofdzaak
wat ik gedaan, en vooral wat ik
geschreven heb, en geeft blijk van
den toenemenden invloed van
mijn geestesarbeid.
Ik ken mijn geschriften beter
dan iemand anders en sta ook
onder de eersten om daaraan een
blijvende waadde toe te kennen.
Ik doe zulks zonder zelfver
heffing, omdat ik als Schopen
hauer mij bewust ben, dat zij
hoofdzakelijk door invloeden van
buiten in mij zijn ontstaan
en daarna door mij geschre
ven.
Deze wijsgeerige formuleering
kan ik voor ieder begrijpelijk
maken, door de verhouding te
vergelijken met die tusschen een
moeder en hare kinderen. Zij
kan er trolsch op zijn als deze
wat beteekenen en praesteeren,
zonder persoonlijke ijdelheid en
met toekenning van het volle
aandeel aan de van den vader
ontvangen kiem.
De vergelijking lokt natuurlijk
bij eiken lezer de vraag uitaan
wien of wat is in uw geval het
vaderschap toe te schrijven
Voor mij ligt het antwoord in
het feit, hetwelk ik in mijn in
leiding tot mijn „Vijf-en-twintig
jaren in de Tweede Kamer" htb
geformuleerd in het bekende
woord, dat ik gelijk anderen
geboren dichter of musicus
geboren Volksvertegenwoordiger
was.
Dat wil zeggen, bestemd om
zorg te dragen voor de rechten
en vrijheden des volks tegenover
aanmatigingen van régeeringen.
Niet demo craat maar a n ti craat.
Zoo werd de geboren Volks
vertegenwoordiger Kamerlid er
bij. Hij vond in Den Haag een
Kamer van eerlijke en zuinige
lieden, gekozen enkel door de
gegoede burgerij, dus geen
houtvesterswoning, in weerwil
van den feestelijken dag; Felicita
was stil en gedrukt, de opper
houtvester bevond zich veel in
het nevengebouw, dat bewooDd
werd d oor twee opzichters, om
daar ahes in orde te breBgen
voor den volgenden dag, waarop
een groote drijfjacht zou plaats
vinden en de opperhontvesterin
had de hauden vol, liet het huis
oppoetsen en vegen, schoonmaken
eu versieren voor den volgenden
oiorgen, waarop vele hooge heeren
uit de stad zouden komen als
uiigenoodigde gasten van den
vorst. Eenigen van hen waren
reeds daags te voren aangekomen
in het nabijgelegen stadje en had
den een bezoek gebracht aan den
opperhoutvester, wiens scherts zy
voortreffelijk vonden. Onder hen
bevond zich een jonge man, die
intusschen de schoone dochter
van zijn gastheer, wier eigenaar
dig lot zelts aan het hof veel
besproken werd, omdat een der
aanzienlijkste families uit bet
land daaraan verbonden was,
meer opmerkzaamheid sehonk
dan al de goede eigenschappen
van den opperhoutvester. De
kamerheer Von Landy was de
bijzondere iieveling van den vorst,
gesproten uit een oud geslacht
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Volksvertegenwoordi
ging. Zij was verdeeld in twee
partijen voor de toepassing van
het parlementaire stelsel, maar
geen van beiden had oog voor
nieuwigheden, waar toch zoo veel
te vernieuwen en te verbeteren viel.
Zoo werd tevens mijn taak, het
volk voor te lichten omtrent per
sonen en zaken, en bevruchtte ik
de geestelijke moeder met tallooze
kiemen, die als voldragen strijd
schriften, wetsontwerpen en rede
voeringen, het licht zagen en in
welke natuurlijk niets en niemand
kon worden ontzien. Ook de
heiligste huisjes niet, omdat er
zich zoo vele vijanden van vrijheid
en verdedigers van wanbegrippen
over rechtskundige en sociale
onderwerpen in genesteld hadden.
Voor de strijdvaardigheid der
geesteskinderen moest de vader
ten slotte boeten. Alle tegenstan
ders vereenigden zich om hem
voor het Kamerlidmaatschap hors
concours te brengen, dat is, in
de niet oneervolle positie die van
de Oude Grieken als ostracisme
bekend is.
Volksvertegenwoordiger bleef
ik en ben ik nog en de hulde,
mij van vele zijden gebracht,
geeft mij nieuwen moed.
Immers het verschil tusschen
de hoofdzakelijk van den familie
kring uitgegane huldiging bij mijn
80en en de grootsche bij mijn
90en is grooter dan in het getal
zijn verklaring vindt.
Ook op mijn 80en had ik reeds
wat geschiedenis gemaakt, aan
heel wat slechte wetsontwerpen
den weg naar het „Staatsblad"
versperd tallooze goede gedachten
door woord en schrift verbreid.
Zulke gedachten maken langzaam
haren weg; grooten afstand heb
ben zij, zoover ik kan nagaan,
in de laatste tien jaren niet afge
legd. In de tien dagen vóór mijn
feest is er geloof ik meer kennis
van genomen door de pers, dan
in die heele tien jaren.
Ik kan het verschil slechts hierin
vinden, dat ik juist thans strijd
een vrij zeldzaam geval van
mijn leven voor drie populaire
zaken, namelijk
en van die zoo fijnbeschaafde en
go^de opvoeding, welke bij het
hof voldoende is, om vele ge
breken van geest en hart te be
dekken. Zyn lage moraal en het
aanzienlijk geluk, dat hij bij het
vrouwelijk geslacht had genoten,
hadden zyn meeniDg omtrent de
vrouwen zeer doen dalen; hy
daeht van alle vrouwen zoo tame
lijk hetzelfde en kende alleen
het onderscheid tusschen adellijke
en niet-adellijke, welke eersten
naar de rechten van haar s'and,
zekere uiterlijke achting ver
dienden. Katbarina behoorde on
tegenzeggelijk nog steeds tot de
burgerklasse daar zelfs de familie
Sturzach haar verwaarloosde, kon
zij in zijn oog geen aanspraak
maken op eene voorkomendheid,
welke alleen toekwam aan ge
boorte. Evenwel was het juist
deze eigenaardige verhouding tot
haren man en hare jonkvrouwe
lijke, bijna nog kinderlijke schoon
heid, die haar in de oogen van
den kamerheer een bijzondere
bekoorlijkheid verleende en als
haar de aardigheden, die h(j b(j
zyu bezoek aan haar verkwistte,
maar weinig in den smaak vieleD,
zoo zocht hy de reden hiervoor
alleen in de nieuwheid en de ken*
nismaking en de schuchterheid
dat de Eerste Kamer aan Hare
Majesteit ontrade een tractaat te
bekrachtigen, dat in de Tweede
Kamer feitelijk geen meerderheid
heeft gevonden en terwijl bij
ontbinding dier Kamer de vóór-
stemniers zeker in de minderheid
zouden blijven
dat wij ophouden bij dozijnen
Kamerleden te hebben, die
volstrekt geen Volksverte
genwoordigers zijn en
dat de kiezers en kiezeressen
de vrijheid erlangen om zich v a n
stemmen te onthouden
zonder verplicht te zijn
naar het stembureau te
gaan. (Mr. Van Houten wijst
hier op het onlangs medegedeelde
geval van een geloovig echtpaar
dat niet stemde wegens gemoeds
bezwaar en na allerlei justitieele
maatregelen ongeveer f500—600
schade leed).
Aan de populariteit van mijn
huidig streven schrijf ik den
grooten omvang der huldiging toe.
Voorzoover mijn veronderstelling
juist is, hoop ik, dat aan de hulde
als verlengstuk propaganda worde
toegevoegd voor deze goede zaken.
Succes op mijn sedert meer dan
een halve eeuw met volharding
voortgezette streven, om eindelijk
niet aiieen door het kiezerstal
maar ook door de wijze van kiezen
werkelijke Volksvertegenwoordi
gers in de Tweede Kamer te
brengen, wordt, nu ook de Vrij
heidsbond zich er voor spant,
bereikbaar. Ook in de andere
partijen zal men-toch wel van het
anti-chambreeren en marchan-
deeren genoeg krijgen.
Veei verder weg ligt het succes
op mijn streven om aan den Vol
kenbond een werkelijk bestuur
te geven en daaraan het beheer
over de tot geen Staat behoorende
zee op te dragen, maar het komt
ook. Wijl het er toe komen moet,
zal er vrede op aarde komen.
Ook vele mijner gedachten zullen
nawerken. Zoo mag ik ook hoop
blijven koesteren op eenige waar
deering bij het nageslacht, als de
vragen van den dag vergeten zijn."
der landbouwster. Hy werd met
de overige heeren gewacht vóór
de jacht en hoe eenvoudig alles
daarby pleegde toe te gaan, toch
nam de opperhoutvesterin de aan
wezigheid der voorname gaslen
jaarlijks zoo boog op, dat z(j haar
huis, zooals heden, steeds onder
wierp aan een bijzondere monste
ring, die niet geschikt was, om
de behagelijkheid der overige
bewoners te veihoogen. Evenwel
bleet Leo zijn hart was zoo vol,
zoo zonderling bewogeD i heden
kon hij niet alleen zijn heden
niet en Katharina zelve had hem
verzocht te blijven. Eindelijk
viel de avond Felicita reed heen,
toen het reeds duister begon te
worden. Ook de graaf dacht aan
vertrekken, want de opperhout
vester ging gaarne vroeg naar
bed en zyn vrouw streed in den
hoek der sofa tevergeefs met den
slaap en sprong nu en dan ver*
schrikt op, als deze zyn over
winning aantoonde door het be
denkelijke kDikken van het hoofd.
Toen Leo opstond en de oud8 lui
goeden nacht zei, die hem vaar
wel zeideD terwyl zy in de kamer
bleven, geleidde Katharina hem
tot aan de huisdeur.
(rT'örtft vervolgd.}
AXELSCHE
I]
COURANT