Mijnhardt's tabletten BIJVOEGSEL Vrijdag 25 Februari 1927. Kinnen land. Gemengd Nieuws. VAN DE VAN No. 93. Het Belgisch Verd-ag. II. Ter beantwoording van de vraag, of er aanleiding was ten opzichte van het Schelde-regime verder te gaan dan in het sta tuut vastgesteld, zij er aan her innerd dat de Schelde een der rivieren is gew,eest, ten aanzien waarvan het verlangen naar in- ternationaliseering zich het eerst heeft geuit. Het ligt derhalve voor de hand dat de regeling van het Schelde- regime afwijkingen moest ver- toonen van de regelen, van het statuut van Barcelona. Een internationale beheerscom missie, bevoegd te beslissen om trent onderhoudswerken, stelt het nieuwe regime intusschen niet in goedkeuring van de Regeeringen blijft noodzakelijk. De onder houdskosten over het Nederland- sche riviergedeelte komen niet uitsluitend ten bate der Neder- landsche Regeering. Beslissing van geschillen wordt niet opge dragen aan het Permanente Hof van Internationale Justitie, maar aan een college, dat door zijn samenstelling voldoende waar borgen geeft. Wat de bevaarbaarheid van de Schelde betreft, blijkt dat vele leden volkomen instemmen met de gedachte België zooveel mo gelijk op dit punt tegemoet te komen, omdat de Schelde de eenige verbinding van Antwerpen met de zee vormt. De vraag is intusschen niet welke medewerking Nederland aan België verleent, maar in hoe ver het bestaand regime voor de verzorging van het vaarwater naar Antwerpen en voor die mede werking van Nederland aan Bel gië waarborgen biedt. Is deze regeling voor België van belang, zij is het niet minder voor Nederland De tegenwoor dige practijk waarbij feitelijk de zorg voor het onderhoud van het vaarwater op Nederlandsch ge bied aan België wordt overgela ten is op zich zelf niet ons be denkelijk. De nieuwe regeling verdient daarom aanbeveling. Wat overigens de opmerking betreft, dat de Schelde uit water staatkundig oogpunt bijzondere eischen stelt, daarvan is de Re geering zich steeds bewust ge weest. Voor zoover in de mededee- ling, dat eenige leden een aan tasting van het oppertoezicht over den waterstaat van den Koning, alsmede overdracht van veror dende bevoegdheden aan niet zuiver nationale autoriteiten in strijd met de grondwet achten, moet worden gelezen, dat deze leden de terzake in het verdrag opgenomen bepalingen in strijd met de Grondwet oordeelen, acht de Minister voor deze meening geenerlei grond aanwezig, Krach tens art. 191 van de Grondwet heeft de Koning het oppertoe zicht over alles wat de waterstaat betreft. Dit oppertoezicht blijft de Koning behouden, ook na het tot stand komen van het verdrag de besluiten van de beheerscom missie zijn aan zijn goedkeuring onderworpen. Het bezwaar tegen de verder aan de gemengde commissie ge geven bevoegdheden, waarbij aan den waterstaatkundigen toestand der oevers werd gedacht, komt neer op de bedenking, welke men j koestert tegen de arbitrale instan tie, waarop, bij gebrek aan over eenstemming tusschen de beide Regeeringen, in laatste ressort een berotj» kan worden gedaan. Hoest-, Keelpijn-, Zenuw-, Laxeer-, Hoofdpijn-, Kiespijn-, Staal-, Maag-, Billijk en goed zijn Mijnhardt's Geneesmiddelen. Ze worden beieid in eigen fabriek onder toezicht van een Apotheker. IMen is van oordeel, dat de over eengekomen arbitrage-bepalingen voor ons land ongunstig zijn en de samenstelling der commissie geen waarborg biedt voor een behoorlijke behartiging der oever- belangen. Waarom de overeen gekomen arbitrage-bepalingen voor ons land niet gunstig zijn, wordt intusschen niet nader toe gelicht. De Minister is van meening, dat, afgezien van de eischen der bijzóndere Scheldevei houding, tegen een regeling tot vreedzame beslechting van gerezen geschil len, welke het overleg tusschen de Regeeringen niet uit den weg heeft kunnen ruimen, aan den waterstaatkundigen toestand geen argument kan worden ontleend. Wat de eischen der bevaarbaar heid betreft, sluit de Minister zich verder aan bij hetgeen werd aangevoerd en betooge, dat de beginsel-verklaring in verband met de voor verbetering van het vaarwater getroffen regeling tot bezorgdheid in geenen deele aan leiding kan geven Op de vraag, of ons land be voegd blijft in tijd van oorlogen oorlogsgevaar alle maatregelen te nemen, die noodig zijn voor onze veiligheid, kan categorisch be vestigend geantwoord worden. Aangaande de regeling van de rechtspositie der varende han delsschepen vraagt de Minister zich af, of zij, die tegen dit voor schrift stelling nemen, zich wel rekenschap hebben gegeven van wat het huidige rechtsregime in houdt. Dit regime brengt mede, dat een ieder die een verordening heeft op een buitenlandsche ree- derij, op de Nederlandsche Schel de conservatoir beslag kan leg gen op een voor Antwerpen be stemd schip van die reederij, al leen omdat het schip nu eenmaal de haven van bestemming niet kan bereiken zonder te varen door Nederlandsch gebied. Ware Antwerpen geen havenstad, dan zouden de schepen niet op de Nederlandsche Schelde komen, en zou er reeds daardoor van beslag op de schepen geen sprake zijn. Houdt men dit vooroogen en geeft men er zich rekenschap van dat de bestaande toestand tot moeilijkheden heeft aanleiding gegeven, dan is het duidelijk, waarom naar een stelsel is ge zocht, waardoor, wat de handels scheepvaart van Antwerpen be treft in dit opzicht een toestand zou worden verkregen, alsof Ant werpen onmiddellijk aan zee lag Hoe in het verbod van beslag alleen voor schepen in doorvaart kan worden gezien eer. afstand van souvereiniteit en verzaking van plicht tegenover andere Staten, ontgaat den minister. Het verbod van beslag geldt dan ook alleen voor schepen in doorvaart. Voor andere schepen blijft de mogelijkheid van beslag bestaan. De Nederlandsche souvereiniteit wordt hierbij ten onrechte in het geding gebracht In zijn eerste memorie van antwoord aan de Tweede Kamer heeft de minister uitdrukkelijk in het licht gesteld, dat de Neder landsche souvereiniteit ongerept is gebleven en het recht van Nederland onaangetast om zelf standig te beslissen of en onder welke voorwaarden op zijn water gebied in casu de Schelde vreem de oorlogsschepen worden toe gelaten. De minister vertrouwt intus schen, dat thans nu het helder en afdoend antwoord bekend is geworden, dat de Belgische minister van Buitenlandsche zaken heeft gegeven op de tot hem door den volksvertegenwoordiger Her man Vos en de Senator Lambo- relle gerichte vragen, het wan trouwen zal zijn geweken. Den minister blijft alleen nog over, de vraag te beantwoorden of aan de Belgische Regeering eenige belofte is gedaan. Het antwoord op deze vraag luidt ontkennend. De minister vleit zich met de hoop, dat de leden voor wie de economische bezwaren tegen het verdrag nog zwaarder wegen dan de politieke, waarover zij des noods bereid waren heen te stappen, na kennisneming van de hierna volgende uiteenzetting van de vraagstukken, welke tegen die economische bezwaren zijn aan te voeren, tot de overtuiging zullen komen, dat ook deze be zwaren een afwijzende houding tegenover het verdrag niet zouden rechtvaardigen. De omstandig heid, dat bij die bezwaren een wisselvallige factor, daarin be staande, dat de economischen toestand in België gunstiger is dan in Nederland, gewicht in de schaal legde draagt tot die ver wachting bij. Wanneer men zich een oogen- blik weet te ontrukken aan den vertroebelenden inhoud der con- currentiegedachte tusschen de beide havens, wordt het duidelijk, dat een scheepvaartkanaal tus schen Antwerpen en het Hol- laudsch Diep een verkeersbelang van niet geringe beteekenis is. Immers, de tegenwoordige waterverbinding is, naar verhou ding tot den afstand in rechte lijn, te lang en laat aan veiligheid te wenschen de weersgesteldheid oefent op de vaart dikwijls een ongunstigen invloed en vlucht- havens zijn noodig om aan de schepen een toevluchtsoord te verschaffenbovendien hinderen sluizen de vaart. De kunstmatige bevoordeeling van Antwerpen door België houdt met het Moerdijkkanaal niet het minste verband. Het gaat thans alleen om het beginsel, en in verband daarmede ligt het ook voor de hand, dat de verdeeling der kosten van aanleg, onderhoud en bediening van het Kanaal in het verdrag niet is geregeld, maar is voor behouden aan nader overleg tus schen de beide landen. Onze medezeggenschap is door de bepaling, omtrent het nader overleg over de kostenverdeeling op de beste wijze gewaarborgd. Het Rijn-Maas-Scheldekanaal zal voor Antwerpen een voordeel zijn. Dit behoeft nog volstrekt niet een vermindering van de scheepvaart der Nederlandsche havens te beteekenen. Hoe zwaar ook bij de Regeering de belangen mogen wegen van Amsterdam en Rotterdam, zij mag daarom niet de belangen van andere gedeelten des lands uit het oog verliezen en dient beide zooveel mogelijk tegenover el kander af te wegen, waarna even tueel, zooals met betrekking tot het Rijn-Maas-Scheldekanaal, an dere factoren den doorslag kunnen geven. Wanneer door Nederland's weigering noch het Moerdijk- kanaal noch het Rijn-Maas-Schel dekanaal kan worden tot stand gebracht is er een groote mate van waarschijnlijkheid, dat België den aanleg van een nieuwe recht- streeksche waterverbinding, buiten Nederland om, met het Luiksche industriegebied krachtig zal ter hand nemen. Als vaststaand mag worden aangenomen, dat de verbreeding van het kanaal Luik—Maastricht bij die toekomstige oriëntatie een element zal zijn dat meer in het voordeel van Nederland is dan van Antwerpen. Niet juist is het, dat Nederland afstand zou hebben gedaan van het loodsen in de Wielingen. Alleen hebben bij wijze van overgangsmaatregel, op verzoek van Engelsche zijde, Nederland en België er in toegestemd, maat regelen te beramen om te be vorderen, dat een schip, dat een vaste vaart op Antwerpen onder houdt, gebruik maakt van een bepaalden loods. Indien de M., met het oog op het gewicht, dat aan de actie tegen het verdrag door een zeker aantal leden wordt toegekend, zich een opmerking zou mogen veroorlooven, dan zou het zijn om bij vernieuwing er op te wijzen, dat, ofschoon slechts van kanalen en rivieren wordt ge sproken, het daarom alleen bij dit verdrag niet gaat. Dit ver drag, hoezeer ook van inhoud economisch, is politiek van aard er. strekking. Zelfs al zou het waar zijn, dat verwerping van het verdrag door een meerderheid des volks werd gewenscht, dan zou nog, tegen over zoodanig feit, ernstig zijn rekening te houden met de vraag onder welk licht het verdrag door die meerderheid wordt gezien. Daarbij komt, zegt de minister, dat omtrent den zakelijken in houd van het verdrag, afgezien van het vraagstuk, waarop het betrekking heeft, nog allerlei voorstellingen en misvattingen gangbaar zijn. die met de werke lijkheid niet zijn te rijmen en in gang hebben gevonden ook bij het ontwikkelde volksdeel, op welks houding in het Voorloopig Verslag een beroep werd gedaan. Bij heropening van het geding zou de bepaling van het bestek deronderhandeling niet uitsluitend ter discretie van Nederland staan Evenmin als vroeger zou dwang op en houding van Nederland van invloed kunnen zijn. Met betrekking tot de gevolgen eener verwerping moge de pu blieke opinie zich in overwegingen van dezen aard niet verdiepen, op verantwoordelijke plaats daar entegen valt daarmede rekening te houden. Overigens wordt in groote trekken bij verwerping zakelijk de positie deze. De tegenstanders van het verdrag bereiken, dat de voor het graven van de beide kanalen gegeven toestemming vervalt. Bovendien vervallen de toe zeggingen, welke ten behoeve van Terneuzen en inzake den sleepdienst en de opheffing der surtaxes werden verkregen. Ook gaat niet door de voorgenomen ontsluiting van het Luiksche in dustriegebied voor onze havens en wordt België ertoe gebracht buiten Nederland en een recht- streeksche verbinding tusschen Antwerpen en Luik in overweging te nemen. Voorts blijft achter wege de verbeterde regeling der watertoestanden, met name in Noord-Brabant en der wateraf- tappingen uit de Maas. Bovendien blijven de vraagstukken zelf be staan en de herziening, zonder nader perspectief, aan "de orde. Er doen zich intusschen nog andere overwegingen gelden, in verband waarmede een negatieve beslissing in hooge mate zou zijn te betreuren en onraadzaam is te achten. Het geding heeft nu wel haast een jaar geduurd. Hoeveel jaren zullen bij voortzetting nog heen moeten gaan aleer daaraan een eind zal zijn gekomen Verwacht men, dat het stamverwant Bel gische volksdeel zich alsdan niet de tegemoetkoming aan zijn be langen zal herinneren, die in het aanhangig verdrag gelegen was Moet, in een tijd, waarin klei nere staten op onderlinge ver standhouding aangewezen zijn, het geschil, dat ten einde liep, de onderlinge verhouding blijven bedreigen met het gevaar, dat aan territoriale problemen tus schen buurstaten eigen is Verwerping zou niet slechts het antagonisme, maar ook het an- nexionisme voeden. Zij is ook niet in ons economisch belang. In het belang van Nederland kan een verwerping niet zijn, ook niet in zijn economisch belang, dat bij de huidige ontwikkeling der internationale commercieele en industrieele verhoudingen en groepeeringen door een tweespalt tusschen België en Nederland allerminst zóu worden gebaat. Het geschil mag niet langer bestendigd worden. Maar ook afgezien van de engere Belgisch-Nederlandsche verhouding is het duidelijk dat Nederland voor zijn beleid ook uit algemeen staatkundig oogpunt er belang bij heeft van de hypo theek der hangende herziening te worden ontlast. Zij, die zich voorstellen, dat Nederland zich door verwerping van' het verdrag zou verheffen en door aanneming zou vernederen, maken zich van de werkelijkheid een bedriegelijk beeld. Naar 's Ministers overtuiging verdient de totstandkoming van dit ver drag aanbeveling en wordt het tijd om, gelijk aan het slot der eerste Memorie van Antwoord gezegd werd, aan het geding een einde te maken en de verhouding tusschen België en Nederland tot rust te brengen en vrij van vreemde medezeggenschap in nieuwe banen te leiden. De Commissie van Rapporteurs achtnadere inlichtingen gewenscht ten aanzien van een viertal punten. Dokter vermoord uit wraak. Te Brooklyn beeft een mao, die meende, dat een dokter zijn zoontje vermoord had, dezen den hals afgesneden. Joseph Caruso, het joDgetje, dat zes jaar oud was, bad een zware aanval van diphteritie te doorstaan. Zijn vader haalde dr. Pendola, een jong medicus, die den kuaap dadelyk een inspuiting met anti- diphteriti8erum gaf en balootde den volgenden dag terug te komen. Het jongetje werd echter 's nachts steeds zieker en toen de dokter den volgenden dag terugkwam, lag het op sterven. Dr. Pendola liet nog een zieken wagen komen om het kind naar een ziekenhuis te brengen, maar toen de auto kwam, was het kind al dood. ,De dokter heeft hem vermoord", zei Frank Ca ruso, de vader, tot een anderen arts, die met de auto meekwam. De man, die gek was van ver driet over den dood van zijn zoontje, zwoer zijn tamib'e, dat hij wraak op den dokter zou nemen. Toen deze eenigen tyd later terugkwam, liet Caruso hem in de slaapkamer en vloog hem daar naar de keel. Na een hevig gevecht, slaagde Caruso er in den dokter op het bed te werpen en sheed hij hem de keel af. De politie heeft hem aange houden. Onrustitj Indië. Verborgen in het struikgewas bij de Emmahaven zyn 29 bom men gevonden. Twee haven koelies zijn gearresteerd; zij bekenden da bedoeling gehad te hebben de magazijnen van de Bataafsehe in de lucht te doen vliegen. Tevens is gearresteerd een werkman van de werk plaatsen van de spoor, die be kende, dat hij 50 bommen ont vangen had van den gearres teerden leider Pakibtaher. In het Padang Padiangsche zjjn 9 bommen gevonden, benevens 270 klewangs, die in den grond verborgen waren. Wegens vernieling van brug gen en telefoon heelt de Land raad één beklaagde tot 10 en vier tot 8 jaar veroordeeld. Alle beklaagden van de derde groep, die terecht stonden wegens deelneming aan de relletjes in Bantam, ziin tot 11 jaar gevan genisstraf veroordeeld. Avp. Familiedrama. Te Bologne werd ean welge steld notaris Tubertini genaamd, sinds eenigen tijd gekweld door het idéé fixe, dat by arm zou sterven. Ouder den invloed van de pijnigende gedachte, waarvoor geen enkele redelijke grond aan- wezig was, heeft hij Dinsdag zyn echtgenoote en zijn 18-jarigen zoon die by, naar by herhaal delijk had verklaard, van den hongerdood zou weten te vrij waren, met een geweer dood geschoten en vervolgens zich zelf 't leven benotoen,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1927 | | pagina 5