Raadsverslag. Alvorens dezerzijds het initiatief wordt genomen tot het bijeen roepen van een conferentie, die maatregelen zou hebben te be spreken als in de vraag zijn be doeld, dient het vast te staan, dat dit initiatief, van Nederland uit gaande, een redelijke kans van slagen biedt. Dit punt is thans bij de regeering in onderzoek. Zitting van 25 Januari 1927. II. 6 Maximumsnelheid auto's Blijkens een schrijven van Ged. St. waren deze het niet eens met de in de vorige raadsvergadering vastgestelde wijziging in de ver ordening voor motorrijtuigen, dat de maximumsnelheid op Spui maar 15 KM. mag zijn. De Hoofd-Ingenieur der Prov. Wa terstaat maakt dienaangaande de volgende opmerkingen De redactie van artikel 1 is niet juist, daar uit dit artikel niet blijkt, dat bedoeld wordt van het gehucht Spui de bebouwde kom te vermelden. Voorts dient een bebouwde kom aangegeven te worden door een naar alle zijden gesloten omgrenzing en kari als zoodanig niet een gedeelte van een weg aangeduid worden, zoo ais is geschied. Ten slotte strekt de bebouwing van den Provincia len weg zich westwaarts niet uit tot K.M. paal 5, doch slechts tot 125 M. voorbij dien paal, zooals op de overgelegde situatieteeke- ning is aangegeven. In verband daarmede had bij de verordening, door het gemeente bestuur behooren te zijn overge legd een situatieteekening, waar op de aanwezige bebouwing en de grens der kom volgens de verordening nauwkeurig zijn aan gegeven. Aan dit opzicht is ook weder in dit geval niet voldaan, waardoor het onderzoek der ver ordening onnoodig werd bemoei lijkt. Verder is in art. 3 bepaald, dat het den bestuurder van een mo torrijtuig verboden is daarmede op alle wegen binnen de be bouwde kom der gemeente en op het gehucht Spui te rijden met een grootere snelheid dan 15 K.M. per uur. In verband met hetgeen boven reeds werd op gemerkt, is het duidelijk, dat ook deze redactie onjuist is. Er dient niet gesproken te worden van „het gehucht Spui", doch van „de bebouwde kom van het ge hucht Spui". Voorts is in dit artikel sprake van motorrijtuigen en van motorrijwielen, terwijl hoogstwaarschijnlijk bedoeld is, op dit punt het bestaande art. 3 ongewijzigd te laten en dus te spreken van motorrijtuigen en van rijwielen. Ten slotte ontbreken in de verordening de voorschriften als bedoeld in de laatste alinea van art. 8 der Motor- en Rijwielwet. Wat de maximumsnelheid be treft. verwijzen Ged. St. naar hunne circulaire van 5 Augustus 1921, waarbij in overweging is gegeven deze niet langer te be palen dan 20 K.M. Dhr. 't Gilde had dat antwoord wel verwacht, want hij vond een snelheid van 15 K.M. op een provinciale weg buiten de ge meente toch belachelijk. Hij stelde voor het op 20 K.M. te zetten. De Voorz. zeide, dat B. en W. voorstellen de 15 K.M. te hand haven. Dhr. van Dixhoorn was het daarmee niet eens en betoogde, dat zelfs een trage gang gevaar kan opleveren, als men vlak bij een school of een groep kinderen is, want dan hangen de jongens bij bosjes aan den wagen. Trouwens op de loopkoersen heeft men een snelheid van 20 K. M., dat zegt dus genoeg. En ieder die aan het stuur zit en zijn leven lief heeft, zal wel zoo'n gangetje nemen bij dergelijke punten, dat hij ieder oogenblik in een mini mum van tijd kan stoppen. Trou wens er is nog een factor, die veel tot de veiligheid bijdraagt, n.l. de controle, die hier en daar door deskundigen wordt gehou den op den toestand van de rem men, waarop streng toezicht ge- houden wordt. Dhr. Weijjis zou echter maar liever de 15 K.M. laten staan. Als er 15 K M. staat wordt er allicht 20 K.M. gereden en is de snelheid dan nog grooter, dan is dat verschil door de politie ge makkelijker te constateeren met 15 dan met 20 K.M. en ook zal 20 K.M wel door de vingers ge zien worden. Dhr. Van Dixhoorn was het volstrekt niet eens met het idee, dat de politie zoo soepel optreedt in dat geval. Spr. weet bij on dervinding, dat een chauffeur, die met een snelheid van 27 K.M. op een eenzame weg reed waar geen mensch of rijtuig te zien was, werd aangehouden door 2 marechausseé's welke verbaal opmaakten wegens te snel rijden en op hun verbaal er nog 5 K.M. bij deden, zoodat het 32 K.M. luiddeen dat terwijl in Amster dam de max. snelheid 30 K.M. binnen de stad is. Dhr. 't Gilde merkte op, dat als er een verordening is, moet die ook nageleefd worden, en niet zooals dhr. Weijns zeide, dat men 20 K.M. door de vingers moet zien, want waar is dan de grens De Voorz. achtte het toch ook een gevaarlijk punt op Spui, doch dhr. Van Dixhoorn, die er al 15 jaar met zijn auto voorbij rijdt, vond dat niet en handhaafde het voorstel van 20 K.M. Dhr. Dieleman merkte op, dat toch verschillende personen woest kunnen rijden en tegen dezulken moet men kunnen optreden. Men kan geen krant in de hand nemen of men leest van auto ongelukken door het onbesuisd rijden. Dhr. 't Gilde handhaafde zijn voorstel om het schrijven van Ged. Staten in zijn geheel te volgen, wat werd aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. Voorde h.h. Koster, Kruysse, Dixhoorn, 't Gilde, van de Casteel en de Feijter. Tegen de h. h. Oggel, Weijns, Baert en Dieleman. De Voorz. zeide, dat nu dus binnen de kom de max. snelheid 15 en voor Spui 20 K.M. is, waarop dhr. Van Dixhoorn zeide, dat dit nog lang niet te veel was, want dat het niet de hardrijders zijn, die de ongelukken veroor zaken, maar degenen, die de regels van den weg niet volgen. Naar aanleiding hiervan vroeg dhr. 't Gilde of die regels op de scholen ook bekend worden ge maakt, waarop de Voorz. beves tigend antwoordde. Er zijn wand platen, waarvan de onderwijzers af en toe verklaring geven. 7. Ilioleering. Na de verbeterde waterloozing door den Buthpolder is door B. en W. een onderzoek ingesteld naar het resultaat, dat van dien aard was, dat het gewenscht is, dat ook de daarbij aansluitende sloot, waarin het gemeentewater gedeeltelijk komt, te rioleeren ook uit een oogpunt van werk verschaffing en hygiëne. De kosten daarvan waren geraamd op f 1180. Nadat dhr. de Feijter vernam, dat inzake de buizen wordt overlegd met den gemeente-op zichter en dhr. Weijns aangaande den grondslag werd overtuigd, dat ook daarmee gerekend zal v/orden, dat de buizen niet ver zakken kunnen, werd het voorstel van B. en W. zonder hoofd, stemming aangenomen. 8. Aankoop terrein gasfabriek. In verband met de uitbreiding van het gem. gasbedrijf moet ook het terrein der fabriek uitbreiden en stelden B. en W. voor van den eigenaar van het aangrenzende bouwland, den heer H. E. de Moor te Sas van Gent, met wien reeds was onderhandeld, ongeveer 600 Ms. grond te koopen, ad f 1.10 per M3. Dit voorstel werd z. h. s. aan genomen. 9. Vergoeding voor school kinderen. Ingekomen waren een drietal verzoeken voor vergoeding op grond van de Lager Onderwijs wet, n.l. van M. van Doeselaar, M. Haak en J. de Vos. Zonder hoofd. st. werd besloten aan van Doeselaar f 15 en de anderen f 10 per kind en per jaar te schenken. Aan C. Simon, die tot heden f 10 kreeg, en om hooger ver goeding vroeg, werd f5 meer toegekend, daar de omstandig heden dat gedoogden. In verband met die vergoe dingen vroeg dhr. van Dixhoorn of het met die autobus nu al in orde is, want hij zou het erg vinden, als er kinderen waren, die hun kameraadjes in de auto voorbij zien vliegen, terwijl de ouders centen krijgen om ze mee te laten rijden. De Voorz. antwoordde, dat die zaak nu niet precies te regelen is, maar voor het volgend jaar zal gezorgd worden, dat alle kinderen van Kijkuit, kunnen, meerijden. 11. Verzoek subsidie autobus Van de N.V. Auto-handel, enz. v/h Mannaert, te Terneuzen, was een verzoek ingekomen om de subsidie voor den dienst Axel- KoewachtHulst, die op 't oogen blik f 100 bedraagt, te verhoogen tot f 200 en de eindroute te mogen verleggen in plaats van over Spui, over Sluiskil naar Terneuzen. Adressanten gaven te kennen, dat de ontvangsten slechts toe reikend zijn tot dekking der dage- lijksche exploitatiekosten, doch er dan niets overbleef voor onder houd en vernieuwing. Om te voorkomen, dat de tarieven ver hoogd moeten worden, vroegen ze verhooging van subsidie. Zonder hoofd, stemming werd besloten om afwijzend op het adres te beschikken voorzoover dit de subsidie betreft doch tegen de wijziging der route over Sluiskil bestond geen bezwaar. 12. Verzeek b^vrage r«rple- gingskosten Van de echtgenoote van D. de Ruijter was een schrijven inge komen waarin zij verzocht om eene bijdrage in de verplegings- kosten van haar man. Zij had van de Z. V. T. M. van Januari tot April f 240 ontvangen, zijnde twee derde van het loon en moest daarvan betalen aan „Vrederust" te Bergen op Zoom, terwijl zij bovendien nog huur en belasting schuldig wasreden waarom zij een tegemoetkoming vroeg van f 125, aan welk verzoek z. h. s werd voldaan. 13. Adres stichting vlasfabriek. Zooals gemeld, was door de Commissie tot werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen een adres ingekomen om mede te werken tot het verschaffen van arbeid aan vlasbewerkers, op een basis zoo als in een vorig nummer van dit blad is uiteengezet. B. en W. hebben naar aanlei ding van dit adres met voor noemde commissie geconfereerd, waarbij als resultaat bereikt is, dat de gemeenten in plaats van f 1000 per werklooze arbeider nu f400 als maximum crediet zou den verleenen. Toch neemt het college van B. en W., gezien de vérstrekkende financieele gevol gen, die een dergelijke exploi tatie met zich kan brengen, het plan nog ernstig in overweging Ten einde echter de voorberei dende werkzaamheden niet in den weg te staan, was spoedshalve de heer M. W. Koster als lid in de commissie van voorbereiding aan gewezen, welke commissie een rapport heeft samengesteld, dat gisteren naar de Voorz. zeide, was ingekomen. Dit rapport luidt als volgt Ook na de lezing van dit rap port achtte de Voorz. echter de zaak nog niet rijp genoeg, om thans in deze vergadering daar over een beslissing te nemen. Dhr. Koster deelde mede, dat hij te Axel een vergadering van de commissie heeft bijgewoond en daar is het rapport behan deld en een en ander besproken. Een vorige vergadering te Ter Neuzen had hij wegens ongesteld heid gemist. Spr. is echter huiverig om los over die zaak heen te gaan. Dhr. 't Gilde zou het betreuren, als deze zoo belangrijke zaak op de lange baan werd geschoven. De Raad zal toch eenmaal zijn meening kenbaar moeten maken. Het speet spr., dat het schrijven, dat van Oct. dateert, niet eer ter kennis van den Raad kwam. Dan had men elders kunnen in- formeeren naar gegevens, want wat we nu voor ons hebben is niet erg duidefijk. Als fn Nov. of Dec. die zaak was behandeld, dan had men reeds nu in Axel den eersten stoot kunnen geven om de werkloosheid te bestrijden Spr. wil zeer gaarne medewerken tot herleving der vlasindustrie, die aan vele handen werk geeft, doch staat er eenigszins huiverig voor, want wat staat op den voorgrond algemeen belang, of persoonlijk voordeel Spr. wil wel aannemen, dat het maatschappelijk welzijn tot grond slag dient van het streven in dit ontwerp belichaamd, maar zelfs het particulier initiatief heeft ge faald bij de grootste voorstanders, en als men het nu wil probeeren met behulp van de overheid, dan was spr. daar niet gerust op. De overheid is de eenige, die helpen kan. Spr. neemt er akte van, dat dit thans erkend wordt. Men moet echter thans een af wachtende houding aannemen, tot cijfers ons ten dienste staan, en omtrent het bedrijfskapitaal dat ervoor noodig is. Het verheugde .spr, dat een ver tegenwoordiger van de Regeering bij de bespreking tegenwoordig was, waardoor de kans op steun iets verhoogt en ook de namen der onderteekenaars zijn hem borg, dat men niet over ijs van één nacht gaat, want omtrent steun aan het Rijk was spr. scep tisch gestemd. Hij wees in dat verband op het antwoord van den Minister, toen de he^er Loerakker de aandacht vroeg voor de werke loosheid in Zeeuwsch-Vlaande- ren, ZExc. zeide, dat het bren- gen van verbetering in den toe stand moest uitgaan van de ge meenten zelve, En spr. zou daarvoor te vinden zijn, om het zelf te doen en vroeg zich daarom afKan Axel dat werk nu niet zelfstandig voor zich aanpakken en een bedrijf opzetten, desnoods met subsidie Maar niet van Rijkswege, want daarvan verwacht hij geen heil, gezien de weinige steun, die het Rijk gaf bij den Watersnood. Im mers bracht het volk 41/, milli- oen bijeen, of 9/l0 van wat er noodig was, en nog kon het Rijk het Vio niet bijpassen men gaf 3 ton en bestemde de rest voor hypotheken. Zoo ook bij den treurigen toe stand in Drenthe. De Minister doet een beroep op het volk en geeft tenslotte f 2000, waarmee slechts 16 gezinnen geholpen waren. Zoo ook is de grondtoon van het antwoord der Regeering aan gaande hulp voor Zeeuwsch- Vlaanderen help uzelf. Dhr. Weijns was van opinie dat van een vlasserij van gemeen tewege weinig terecht zou komen. Alle gemeente-exploitatie loopt faliquant uit. Dat moet van par ticulieren uitgaan, en het blijkt dat zulks ook niet kan. Het grootste bezwaar is, dat de electr. stroom te duur is. In België is die veel goedkooper en daar wer ken duizenden in het vlas. Spr. vrceg of het niet te próbeeren was om goedkooper stroom te krijgen evenals in België. Door de stabilisatie van den franc zal den toestand vanzelf verbeteren. Dhr. Oggel vond daarentegen, dat de tijd voor zwingelen voorbij was. Vroeger jaren heeft men het ook geprobeerd, doch het is op niets uitgeloopen. Wel zag hij heil in boken. Spr. hoorde van een vlasser, dat hij bereid was op eigen risico voor de ge meente een partij vlas te velde te koopen en die te laten boken, om dan weer te verkoopen, zoo dat de gemeente geen risico had. Ook geeft dit het voordeel, dat iedereen kan boken, maar zwin gelen moet geleerd worden, dat eischt vakkennis. Dhr. de Feijter begreep daaruit, dat dus de gemeente een soort renteloos voorschot zou moeten geven, zonder risico en dat zou men met beide handen aan moeten grijpen. De Voorz. achtte het een moei lijke zaak en zou liever eerst het werk der commissie afwachten. Dhr. de Feijter wilde het werk der commissie niet uit de handen nemen, maar vond het idee van dhr. Oggel toch beter. Dhr. Dieleman verheugde zich, dat B. en W. die zaak hebben overwogen, hoewel het wat laat geworden is. Hij geloofde ook, dat we de commissie moeten steunen en volledig op de hoogte blijven van haar werk. Het is jammer, zei hij, dat dhr. Koster een vergadering moest verzuimen en daarom was het gewenscht een plaatsvervanger te benoemen, indien dat meer voorkomt. Met dhr. Weijns was spr. het niet eens. Hij had ook met vlassers gesproken en die beweren, dat er nog wel winst te behalen is. Maar als we nu f 1500 voor steun uitrekken, kunnen we die beter in de vlasbewerking verliezen, omdat dan alle werkloozen toch te werk gesteld zijn. Spr. drong er daarom op aan ernstig te onderzoeken, wat tegen de werke loosheid gedaan kan worden, want die neemt meer toe dan af. Dhr. 't Gilde zou er wel eens een kostenberekening van willen zien. Dhr. Oggel vreesde, dat de gemeente groote verliezen zou lijden door zoo'n bedrijf. Ook dhr. Van Dixhoorn stond er zeer huiverig voor. Dhr. Weijns wees wel op goedkooper stroom in België, maar de loonen zijn er ook veel lager en dan boven dien het bleeken, waarvoor onze grond niet schijnt te deugen. Spr. gaf ook de voorkeur aan het idee van dhr. Oggel, want er gaan massa's vlas de grens over, soms 50 a 60 duizend kilo op een morgen. Of er voor het aan- koopen van vlas veel kapitaal noodig zou zijn, weet hij niet, maar toch in elk geval een groote ruimte. In samenwerking met de vertegen woordigers der Gemeenten Terneuzen, Axel en Westdorpe, benevens een ver tegenwoordiger van het Departement van Binneulandsche Zaken werd een conferentie gehouden op Woensdag 19 Januari 1927. Het voorstel inzake vlasbewerking der „Commissie tot Werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen'', eenigen tijd geleden aan enkele gemeentebesturen ingezonden, is andermaal in deze conferentie behandeld. De kostenberekening, het cardlnaalste punt, werd in de eerste plaats naar voren gebracht en nader besproken of het punt in kwestie levensvatbaarheid had en zou kunnen worden ten uitvoer gebracht. - Als resultaat van deze bespreking kon het volgende worden vastgesteld I. Iedere gemeente kan bij een vol doend aantal werklooze arbeiders in- dividueele vlasbewerking als object voor werkverschaffing ter hand nemen, Bij een niet voldoend aantal werk- loozen zou samenwerking met een of meer gemeenten ernstige overweging verdienen. Voorop dient te staan dat alleen die arbeiders te werk worden gesteld welke intensiven arbeid in die branche kunnen verrichten. II. Bij een vrij nauwkeurige bereke ning,met voorlichting van deskundigen, is in de conferentie gebleken, dat werk verschaffing door vlasbewerking kan worden ter hand genomen. Daarbij dient echter te worden in acht genomen a. dat de loonstandaard is gebaseerd op een verdienste die varieert van f 12.- tot f 16.- per week voor den arbeider b. de gemeente 50 pCt. van dit loon als bijslag geeft in de kosten der exploi tatie van deze werkverschaffing. III. De gemeenten benoemen een of meer leden welke eene commissie vormen tot uitvoering en controle van deze werkverschaffing. IV. Z.E. den Minister van Binneu landsche Zaken en Landbouw is bereids gehoord en op advies van de commissie tot werkverruiming te overwegen de gemeent((n) te steunen meteen bijslag \an 15 tot 25 pCt. op het door de gemeenten uit te keeren bedrag, ge noemd in punt II, lett. b., indien het plan tot werkverschaffing door vlas bewerking van de Comm. tot Werkverr. voornoemd wordt aanvaard- V. Zoodra blijkt dat een gemeente bestuur tot de uitvoering van dit plan mocht besluiten, een of meer leden te benoemen, van deze benoeming kennis te geven aan de Commissie tot Werk verruiming onder wier leiding dan tot de uitvoering kan worden overwogen, waarvan aan het gemeentebestuur kennis zal worden gegeven. Voorts werd besloten van de confe rentie rapport te zenden aan de ge meentebesturen. Wij vertrouwen dat de aangegeven conclusiën voldoende duidelijk zijn, om als leiddraad te kunnen dienen tot het nemen van een besluit. Het behoeft zeker niet te worden herhaald, dat het helpen van werklooze arbeiders door werk te verschaffen, verre de voorkeur verdient boven iedere steunuitkeering.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1927 | | pagina 2