Bericht.
Bewogen Huwelijksleven.
Nieuws- .en Advertentieblad J voor Zeeuwsch - Vlaanderen
No. 76
DINSDAG 28 DECEMBER 1926.
42e
Jaarg.
sHs
6/\6 J
Binnenland.
FEUILLETON.
J. C. VINK - Axel.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
In de Nieuwjaarscourant,
die op Zaterdagochtend 1 Januari
zal verschijnen, kunnen als ge
woonlijk
worden opgenomen, voor 40 cent,
indien ze niet grooter zijn dan
10 regels.
Meerdere regels worden naar
verhouding berekend.
Advertentiën voor dit nummer
worden ingewacht tot Vrijdag
middag uiteriyk 13 uur.
Kameroverzicht.
De Tweede Kamer heeft de
vorige week in de dagvergade
ringen de Indische begrooting
behandeld en in twee avondver
gaderingen het hoofdstuk Oorlog.
Bij de eerste liep het debat
voor een groot deel over de
onlusten, welke op Java hebben
plaatsgegrepen. Een debat over
Indische zaken lijdt steeds onder
het bezwaar, dat zoo weinig
Kamerleden met de toestanden
daar op de hoogte zijn. Maar
voor dit debat kwam er nog bij,
dat de gegevens nog steeds niet
voldoende waren verstrekt.
Over het geheel was men een
stemmig van meening, dat de
onlusten komen voor rekening
van de communisten en dat onze
Regeering ze op krachtige en
doelmatige wijze heeft onderdrukt.
Ook bracht men algemeen hulde
aan degenen, die tot deze onder
drukking hebben medegewerkt.
De communistische heer L. de
Visser ontbrak door eene confe
rentie te Moskou, die blijkbaar
belangrijker was. Donderdag was
hij weder in de Kamer aanwezig
en liet nog even zijn stem hooren.
Maar voor eene groote redevoe
ring bestond geen gelegenheid
meer.
Dat echter ook overigens wel
kritiek op de daden der Regeering
■>-» H-
(39
Hij schonk uw moeder vergif
tenis en stemde eindelijk ook toe,
zijn toekomstigen schoonzoon als
zoodanig te erkennen. Toen was
mijn werk voleindigd en toen de
gelukkige binnenkwam, ging ik
heen. Wat mijn hart gevoelde,
dat weet alleen God, maar uw
moeder vermoedde het, want toen
ik bij het scheideD haar portret
van den muur nam, liet zij dit
toe, reikte mij weecend de hand
en stamelde warme gelukwen-
schen. Die werden nu weliswaar
niet dadelijk vervuld, ik had geen
vrede, de onrust in mij dreef mij
heen tot over de zee. Eindelijk
toen ik meende, dat mijn strijd
was uitgestr den, toer: deed mijn
vaderland zyn rechten gelden,
ik keerde weer en vond uw
moeder hier onverwacht terug.
Voor bet eerst zag ik haar in de
kleiDe dorpskerk, op den dag,
waarop gij, haar eerste en eenig
kind, dat de hemel na jarenlange
hoop haar op den dag mijner te
rugkomst geschonken had, voor
werd uitgeoefend, spreekt vanzelf.
De heer Joekes keurde de houding
van Mr. Fock tegenover de volks
beweging af. En de heer Vliegen
kwam op voor een zoo groot
mogelijke vrijheid van denkenen
spreken ook in ohze overzeesche
gebieden.
De beide genoemde sprekers
waren voorts weinig ingenomen
met de wijze, waarop Mr. Fock
de bezuinigingen heeft doorge
dreven. Hij is daarbij naar hun
oordeel te ver gegaan een soort
gelijke meening als ook bestaat
ten aanzien van de politiek van
de Regeering in ons eigen land.
Daarentegen brachten de heeren
Van Vuuren en Drooglever Fortuyn
warme hulde aan hetgeen de heer
Fock had gedaan tot herstel van
het financieel evenwicht in Indië.
De heer Van Vuuren drong
voorts aan op afschaffing van art.
177 van het Regeeringsreglement
of wijziging in dien geest, dat
de zending er geen moeilijkheden
meer van zou ondervinden. En
ook dr. Moller deed tegen dat
artikel een krachtig woord van
protest hooren. De heer Bijleveld
trachtte de moeilijkheid te omzei
len door eene rede te houden,
waarin hij het groote belang, dat
aan de verbreiding van het Chris
tendom in het algemeen in Indië
is verbonden, uiteen zette.
Minister Koningsberger heeft
de uiterste voorzichtigheid in acht
genomen en vooral gezorgd niets
te zeggen, waarover hij later spijt
zou kunnen hebben. De R.-K.
hebben hem dan ook geen toe
zegging kunnen ontlokken aan
gaande wijziging van art. 177 van
liet Indisch Regeeringsreglement.
Hij had het in dit opzicht trou
wens niet moeilijk, daar hij zich
geheel kon beroepen op het
extra-parlementaire karakter van
het kabinet, dat alle principiëele
kwesties, welke een politiek
karakter dragen, buiten behande
ling moet doen blijven.
Uitdrukkelijk heeft Z.Exc. ver
klaard, dat men niet moet trach
ten een tegenstelling te maken
tusschen het bewind van de
Gouv.-Gen. Fock en De Graeff.
den doop werd gehouden. Ik
trad nader, ik werd nw peet en
kocht mij zoo een recht op u
de liefde mijner jeugd met hare
smarten en haar strijd ging over
in een vriendschap, die uw onders
en mij tegelykertyd gelukkig heeft
gemaakt.*
Onophoudelijk hadden de tranen
Katharina over de bloeiende wan
gen gevloeid. Toen de graaf ge-
eiodigd had, stond zij op, knielde
zachtkens voor hem neder en
legde haar hoofd iD zijn handen.
»Oou> Kart,* zeide zij, terwijl
zij sti! weende, »o, kon ik goed
maken, wat mijn ouders u ver
schuldigd zijn, kon ik u uw jengd
wedergeven en de liefde, die
goddelyk en heilig moet zijn, daar
zij zelis in smart en ontbering
u zoo groot heelt gemaakt en
zoo goed
Mijn lief, lief kind,* zei de
graaf geroerd en streelde liefko
zend hare zachte lokken, »gij waart
de vreugde van mijn later leven,
de troost vao rnyn ouderdom
de zonneschyn van liefde en
vreugde viel eerst laat in mijn
hart, by kon geen bloesems meer
doen ontluiken, maar verhelderde
alles met purperen gloed.
En nu, ga naar huis, myn lie
veling, laat mij alleen op dezen
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tol Dinsdag;- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De Minister besprak voorts de
berichten over de revolutie in
buitenlandsche bladen, waarin
velen een gevaar zagen voor het
behoud van onze koloniën. Z.
Exc. deelde mede, dat hij door
de consuls en gezanten voldoende
op de hoogte wordt gehouden.
Maar de heer van Rijckevorsel
was o.i. niet ten onrechte, van
meening, dat, men door meer
publiciteit te geven aan hetgeen
werkelijk is geschied de meening
in de vreemde landen beter zou
dienen in te lichten en aan de
onjuiste geruchten den kop in te
drukken.
De belastingpolitiek van de
Regeering in Indië had nog heel
wat bestrijding gevonden. De
heer Vliegen achtte de verminde
ring van de opcenten op de ven
nootschapsbelasting niet urgent
en de heer Droogleever Fortuyn
wilde liever, dat een algemeen
plan tot verlaging der belastingen
werd ontworpen dan dat men
voor die verlaging hier en daar
een greep deed. De Minister
ging op dit laatste niet diep in
en verklaarde slechts, dat het plan
van eene algemeene herziening
n:et uit het oog zal worden ver
loren.
De begrooting werd tenslotte
zonder stemming aangenomen,
nadat de heer Cramer namens
de sociaal-democraten had ver
klaard, dat dezen wilden worden
geacht tegen te hebben gestemd.
Bij de Oorlogsbegrooting heeft
Minister Lambooy opnieuw zeer
uitvoerig de houding der eenzij
dige ontwapenaars besproken.
Vooral beriep Z.Exc. zich er op,
dat onze mobilisatie in 1914 wer
kelijk niet zoo onbeteekenend is
geweest en dat zelfs een man als
Ludendorff het belang daarvan
had erkend Z Exc. acht dan ook
den toestand van onze weermacht
volkomen in orde en deze ge
heel voor haar taak berekend.
Intusschen kan deze taak toch
nooit een andere zijn dan een
voorloopig tegenhouden van een
buitenlandschen vijand (althans
wanneer dit een groote mogend
heid is) in afwachting van nade-
avond, waarop laDg vervlogen
dagen ploiseling levendig in mijn
geheugen zyn gekomen, met al
hun stormen en hun strijd, ik zou
zoo gaarne alleen zijn met de her
inneringen, opgewekt door ons
gesprek, moed scheppen voor den
dag die komen moet.»
Aarzelend gehoorzaamde Katha
rina iDtusschen scheen de graaf
bijzonder wel, de ontroering had
aan zijn trekken een levendigheid,
een geestige uitdrukking verleend,
welke zijn lichamelijke zwakte
verborg.
Het joDge meisje was nauwe
lijks een uur vertrokken, toen
de opperhoutvester binnentrad
de opgewondenheid van den zieke
had nu plaats gemaakt voor een
algeheele afmatting en verslap
ping eD in angstig onderzoek
staarde de opperhoutvester io het
bleeke gelaat van zyn vriend.
Nooit was hem de verandering
in des graven trekken meer in
het oog gevallen dan heden een
bijzondere angst drukte hem, toeD
hy hem vraagde: »Wilt ge niet
gaan liggen, Sturzacb, het is niet
vroeg meer en herfstachtig neve
lig en koud, me dunkt, ge ziet
er ontroerd en vermoeid uit.*
Dü graaf schudde het hoofd
»ib ben niet moede om te slaper),*
ren steun van andere zijde. Hoe
veel dit waard is, zal in het al
gemeen bezwaarlijk te zeggen zijn
en zal afhangen van ieders per
soonlijke beoordeeling.
Minister Lambooy heeft daarna
zijn reorganisatieplannen met
kracht verdedigd en daarbij met
cijfers aangetoond, hoe veel er
reeds op de hoofdstukken Oorlog
en Marine is bezuinigd. En er
zal nog een vrij aanzienlijk be
roepspersoneel afvloeien. De
motie van den heer Ter Laan tot
verlaging van ons contingent tot
13.000 man werd verworpen met
47 tegen 33 stemmen. Wij meenen
terecht. Men zal goed doen dezen
Minister, die weet wat hij wil en
zooveel mogelijk bezuinigingen
nastreeft, voorloopig zijn gang te
laten gaan en hein het bewind
niet onmogelijk te maken. Het
begrootiiigswerk was hiermede
atgeloopen en de Kamer is tot
15 Februari met vacantie gegaan.
De Eerste Kamer heeft de voor
stellen tot verlaging van eenige
belastingen aan eene uitvoerige
bespreking onderworpen en daar
bij zeer scherpe kritiek uitge
oefend. Van verschillende zijden
werd betoogd, dat het Rijk, al
vorens tot verlaging van belas
tingen over te gaan, eerst zijn
plichten behoorde na te komen.
De heer Wibaut stelde hierbij
voorop, dat allereerst de financi-
eele verhouding tusschen Rijk en
gemeenten opnieuw en op beteren
grondslag behoort je worden
geregeld. Voorts meende hij, dat,
indien al tot verlaging van de
belastingen mocht worden over
gegaan, toch zeker de successie
belasting niet in de eerste plaats
daarvoor in aanmerking mocht
komen. En in de derde plaats
betoogde deze spreker, dat wij
ziging van de personeele belasting
niet zou mogen geschieden in
dien zin, dat de gemeenten daar
door in een ongunstiger conditie
komen. Ook de heer Slingenberg
kon zich met de verlaging van
deze belastingen niet vereenigen
en vroeg nog in het bijzonder,
zei hij, »ik geloof eerder om Ie
stervén, laat mij daarom de
schooue wereld nog een poosje
beschouwen, eer ik slapen ga.«
Zwijgend nam de opperhout
vester plaats.
»Zoudt ge niet willeD, Sturzach,
dat ik n wen broeder scbiijf om
te komeD, omdat gij u zwak ge-
roeitgelooft ge Diet, dat het u
genoegen zon deen
»Oin hem te zien viel de
graaf hem in de rede, »r.eeu mijn
vriend. Waartoe ook, ik heb hem
van harte vergeven, maar ous
wederzien zou even bitter zijn
als voor jaren, wellicht nog bit
terder, als hij verneemt, dat nu
voor immer voor hem verloren
is, wal hij toen slechts voor een
reeks van jaren meende terug te
geven.
De opperhoutvester zag hem
verwonderd aan en de graaf ging
tot opheldering voort: »Ge moet
het toch vernemen, Heik, en gy
zult het billijken ik heb mynen
broeder niet tot erfgenaam be
noemd, ik heb hem den mammoo
ontrukt, die met zijn valschen
schjjn hem heeft verblind en z(jn
hart vergiftigd.*
Met moeite stood hij op, nam
uit ziju schryftafel een van ver
scheidene zegels voorzien pspier
of onder de tegenwoordige om
standigheden niet eerder moet
worden overgegaan tot herziening
van het Bezoldigingsbesluit, ten
einde aan de ambtenaren althans
een gedeelte terug te geven van
wat hun ten onrechte was ont
houden.
Natuurlijk bleef Minister De
Geer staan op geheel afwijzend
standpunt. Dat de gemeenten door
de voorgestelde wijzigingen in
een zooveel ongunstiger toestand
zouden komen, onjkende hij ten
sterkste. En dat men eerst nog
zou moeten nagaan, welke be
langen bevredigd zouden moeten
worden, voordat tot belastingver-
WOfdt overgegaan, vond
hij blijkbaar groote dwaasheid.
Dat de oud-minister Colijn met
dit laatste instemde, spreekt van
zelf. En hij ging nog iets verder
om, als gewoonlijk, te waarschu
wen voor al te optimische be
schouwingen ten aanzien van
onze financiën en dus vooral geen
nieuwe lasten op zich te nemen.
Hij vond, dat de heer De Geer
al tamelijk onvoorzichtig handelde
door de belastingen te willen
verlagen en dus de inkomsten te
verminderen.
Nieuw Bankbiljet ran f30.
Met ingang van heden zal de
Nederl. Bank een nieuw Bank
biljet in omloop brengen van f 20,
in lichtbruin en lichtgroen, op de
voorzijde o.a. vertoonende een
„stoeren visschersman" in oliejas
en Zuidwester.
Nieuwjaarsrecepties ten Hov«.
De Koningin zal op Maandag
3 Januari de gelegenheid bieden
aan autoriteiten om gelukwen-
schen aan te bieden ter gelegen
heid van de jaarswisseling.
Een gerucht over een verlo
ving van Prinses Juliana.
Een Zweedsch blad beweert
dat Prinses Juliana zich binnen
kort zal verloven met den twee
den zoon van den kroonprins
van Zweden, n.l. Prins Sigvad,
een jongeman van 19 jaar.
Hier te lande, is daarvan ech
ter nog niets bekend.
en reikte het Heik over. Deze
las het zwijgend en opmerkzaam
zijn roodgebrnind gelaat werd
Dog donkerder, zijn heldere goe
dige oogeD blikten ernstig en op
beslisten toon zei hij toeD, terwjjl
hij het document weder op de
tafel legde
»Dat kan Diet, Sturzacb, nu,
noch immer. Wees niet boos
daarom, geloof mij, ik ben er
erkentelijk voor, dat ge zoogoed
voor Katharina zyt en ik zal u mijn
leven lang daarvoor dankbaar
bljjven in mijn hart. Maar ik
kan het niet aannemen, als een
indringer kan nog wil ik staan
voor de wereld en voor uwen
broeder. En een a.Dderen naam
zoudeD de menscheu mij niet
geven. Ik ben altoos gesteld ge
weest op een eerlijken naam en
op een rechtschapen handel en
wandelik kan dit niet prijs
geven, nu ik grijze haren draag.
Eo nu, Sturzach, zelfs wanneer
ik niet gaf om eer of goeden Daam,
is het dan iets goeds, dat ge
Katharina schenkt
Wordt vervolgd).
Wat doet het er toe of wij een be
scheiden rol spelen of een belangiijke
in dit korte leven. Het komt er maar
op aan goed te spelen,
AXELSCHE
COURANT