Bewogen Iiiwelijksleïen.
Nieuws- eu Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
No. 67.
VRIJDAG 26 NOVEMBER I D
42e Jaarjr.
Bjj dit blad behoort een bijvoegsel.
De historisch-juridische Taak
der Eerste Kamer
en het Verdrag met België.
FEUILLETON.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Met eene belangstelling als
schier nimmer tevoren, heeft het
Nederlandsch Volk op 11 Nov. j.l.
den uitslag verbeid van onze
Volkskamer, die geroepen was te
beslissen over het uiterst ge
wichtig Verdrag met België. De
teleurstelling was echter helaas
evenredig aan de gespannen ver
wachtingen. Een schok voer door
ieder vaderlandslievend gemoed
bij de mare, dat het Tractaat in
de Tweede Kamer was aange
nomen.
Maar ook zij, die niet natio
naal voelden, doch dit gemis
paarden aan een gezond ontwik
keld rechtsbesef, werden in hun
gevoel van recht en billijkheid
gekwetst.
En geen wonderDe T. K.,
die de rechtsovertuigingen van
het Volk tot uiting moet brengen,
is op het oogenblik van het af
geven van haar votum allerminst
de tolk van 's volks rechtsbe
wustzijn geweest. Eene zeer
sterke communis opinio toch
blijkt tegen aanvaarding te zijn
van dit Verdrag, waarvan reeds
in duizenden toonaarden de on
billijkheid werd geuit.
Zeer zeker zijn vaak wetten
door kleine meerderheden in ons
Parlement geforceerd, doch wat
te zeggen van dit Tractaat, dat
met 50 tegen 47 stemmen werd
goedgekeurd
Hierbij bedenke nten tevens,
dat Wetten en Tractaten in deze
geenzins te vergelijken zijn.
Bij eerstgenoemde is de wet
gever steeds vrij „het oogenblik
van onbedachtzaamheid" weder
goed te maken door bij een latere
wet aan een vorige haar kracht
te ontnemen, doch bij een trac
taat is iedere beslissing eenzijdig
onherroepbaar en bindt de eene
(31
Nu, «Gottlieb, laat alles goed
sijn, hier ben ik, ge hadt gelyk
en ik ga niet zoo spoedig weder
heen. Maar wat gaat er hierom,
dat alles er zoo feestelijk uitziet
Heeft iemand mijn terugkomst
verradeD, verwacht mijn broeder
my soms hier en is dit zijn kind
vroeg hij in spanning op Leo wij
zend, die nog Bteeds een misnoegd
gelaat toonde.
De oude dienaar raakte zicht
baar in verlegenheid.
§g»Jawel, uwe genade, dit is de
jonge graaf, de gebeele grafelijke
familie is bieren ik zal u dadelyk
aanmelden.c
Juist wilde graaf Kurt, want
hy was het, met een vriendelijke
baweging den knaap tot zich op
heffen, toen deze hem ras ontsnap
te en den tuin insnelde. De bedien
de maakte zich gereed om hem
ta volgen, om de onverwachte
aankomst van den doodgewaande
vortnelyk aan te dienen, maar de
graaf hield hem terug.
zeide hy, »de kleine
slaat zich aan den ander, gelijk
bij een contract de eene burger
zich aan den ander verbindt.
Neen, een dergelijk besluit, dat
in zoo hooge mate ingrijpt in ons
economische en financieel volks
bestaan, mag niet afhangen van
een toevalsmeerderheid en zeker
niet als het ten eenenmale weer
klank mist in den boezem van
ons volk.
Geen wonder intusschen, dat
de belangstelling onzer landge-
nooten en in het bizonder van
Zeeuwsch-Vlaanderen zich van
de Volkskamer naar onze Eerste
Kamer verplaatst heeft en kan
het tenslotte misschien niet on
dienstig zijn, wat inliet licht der
geschiedenis en van de ontwik
keling van ons constitutioneel
Staatsrecht in dezen wel de roe
ping, de historisch-juridische taak
mag zijn.
Een en ander samen te vatten
stel ik mij voor oogen.
Toen in 1815 ons land met
België vereenigd was en eene
commissie zich opmaakte een
grondwet in liet leven te roepen
voor beide landen geldend, waren
het vooral de Belgische leden
dier commissie, die aandrongen
op een tweekamer-stelsel en was
het vooral Raepsaet, die de for
matie eener Eerste Kamer be
pleitte, samengesteld uit en door
de Edelen, waaronder de bis
schoppen zouden worden opge
nomen, omdat volgens hem in
het Zuiden„vele aanzienlijke
familiën altijd het voorrecht ge
had hadden van deelgenootschap
aan de Regeering".
De Commissie besloot tenslotte
hiertoe over te gaan en achtte
het de bestemming dezer kamer
om „alle overijling in de raad
plegingen der Volkskamer te
voorkomen, in moeilijke tijden
aan de driften heilzame palen te
stellen, den troon te omringen
door een bolwerk, waartegen alle
partijen afstuiten".
Deze vrees voor „uitspattingen"
der T.K. was echter schromelijk
overdreven, gezien eenerzijds haar
kalm en waardig karakter en an
derzijds de macht der Kroon. In
heett nw ambt overgenomen,
breng my eerst naar myn kamer,
ik ben ver moeid en heb rust noodig,
daar wil ik mijn broeder wach
ten.*
Een pijnlijke verlegenheid was
te lezen iu de beangstigde trekken
van den ouden man en aDgstigen
aarzelend zeide by »Wil uwe
genade niet naar de ontvangkamer
gaan, de kamers zijn op het oogen
blik niet goed in orde, maar zij
zullen stellig spoedig weer op den
ouden voet worden ingericht.*
-O, ge hebt niet gestoft, oude
trouwe ziel,* zeide graat Kurt
lachend, »nu dat geeft niets, voor
uit maar; ik verlang er naar mij
daar thuis te gevoelen.*
Snel steeg hij de trappen op, de
gang over, den oude vooruit, zon
der te luisteren naar zijn tegen
werpingen en haastig opende hy
de kamerdeur. Maor als bad bij
het hootd der Medusa gezien, zoo
verschrikt bleef hij staan. Was
datzijn kamer, het stille toevluchts
oord zyner geheimste smarten,
zyner vreugden, het heiligdom van
zijn navorschiDgec, van zijn we
tenschap In het midden der ka
mer, op de plaats van zijn vroegere
werktafel, stond een groote bil
jard, waarop juist de ballen door
de kunstvaardige band van eenige
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag-- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
1848 toen de getrapte verkiezin
gen voor de Tweede Kamer plaats
maakten voor een rechtstreeksch-
en censuskiesrecht, was deze
vrees meer gerechtigd, doch eerst
in 1861 kon de Eerste Kamer die
via Raepsaet c.s. uit Engeland
geïmporteerd was en als vertegen
woordigend 'lichaam, naast de
Volkskamer, geen reden van be
staan had, eindelijk meer dan een
bloot decorum geacht worden.
In dat jaar nu aanvaardde ons
land den parlementairen regee-
ringsvorm, welk ongeschreven
staatsrecht hierop neerkomt, dat
de Ministers op het vertrouwen
van de parlementsmeerderheic
moeten kunnen steunen, zoo niet
dan behooren zij af te treden
Na 1868 staat nu de Kroon in
uiterste consequentie onder con
trole der T. K. en was dus het
gevaar van 1815 en 1848 voor
het democratisch absolutisme
verre van denkbeeldig.
De Eerste Kamer was ais ge
roepen om de macht van haar
misschien wat al te driftige over
moedige zuster te beperken.
Vooral moest de T. K. beknot
worden in haar macht om be
sluiten te nemen, die niet in
overeenstemming waren met het
rechtsbewustzijn van ons volk,
wijl zij dan als vertegenwoordi
ging der natie, haar bevoegdheid
te buiten ging. Daarom is het
de hoogste plicht, de historisch-
juridische taak, der E. K. goed toe
te zien op alle ontwerpen van
wet in de T. K. goedgekeurd en
om telkenmale na te gaan of de
genomen beslissingen gedragen
worden door de rechtsovertuiging
van de meerderheid van het Ne-
deriandsche Volk. Wanneer dus
het hooge College zich van zijn
constitutioneele taak wèi bewust
is en doordrongen is van het
feit, dat de Nederlander dit Trac
taat verwerpelijk acht, dan zal
de uitslag niet wisselvallig zijn.
Geschiede zulks overeenkomstig
het glorierijk verleden van ons
land, het land der Oranjes.
W. Huqenholtz,
Leiden. Cand. in de Rechten.
officieren gedreven werden, terwijl
andereD iookeDd of sluimerend
op de divans lagen. De kamer
was van haar vroegere meubels
en hare voormalige sieraden be
roofd, Engelsche kopergravures
van moderne vrouwelijke schoon
heden of beroemde paarden sier
den de wanden, niet het minste
heriDneringsteekeo was te vinden
van den geest, die eens bier had
gewoond. Als verstijfd bleef graaf
Kurt op den drempel staan en
niet minder bevreemd keken de
spelenden hem aan. Eindelijk
keerde hy zieh langzaam om en
zocht op het gelaat van den ouden
bediende de verklaring van het
oubegrypelyke.
Als vernietigd keek Gottlieb
een oogenblik voor zich heen.
Zachtkens stamelde hy Verge
ving, uwe genade, ik ben slechts
een arme oude man. De nieuwe
genadige heer, die sedert twee
jaren hier woont, heeft het zoo
bevolen, heeft bevolen te zeggen
en te gelooven, dat ge nooit zoudt
wederkomen, omdat gedood waart
en al was bet dat ik in mijn hart
ook anders dacht en bad, bij was
toch de heer en ik de bediende.*
Een vermoeden van den samen
hang der dingen scheen Kurt voor
den geest te zweven, maar eer
Duitsfhland
Bij de debatten over de bui-
tenlandsche politiek, legde de
afgevaardige Emminger van de
Duitsche Volkspartij voor de re
geeringspartijen centrum, Duit
sche volkspartij, democraten en
Beiersche volkspartij een ver
klaring af, waarin hij o.m. zeide:
„Het einddoel van de dcor de
regeeringspartijen verlangde bui-
tenlandsclie politiek is de bevrij
ding van Duitschland, en de par
tijen geven dan ook hiermede
haar instemming met de tot dus
ver gevolgde buitenlandsche po
litiek der Rijksregeering te ken
nen, vooral wat betreft de be
sprekingen van Genève en Thoiry.
De houding van de Duitsche
Volkenbondsdelegatie te Genève
keuren wij goed, gezien het groote
belang, dat de kwestie der ont
wapening voor de duurzaamheid
van den wereldvrede en voor
het bestaan van den Volkenbond
heeft, zal de medewerking van
Duitschland te Genève zich in
bijzondere mate moeten uitstrek
ken tot tiet tot stand brengen van
aigemeene ontwapening. (Algem.
instemming).
De pogingen tot verdere ont
wikkeling van de verzoening met
Frankrijk, tot volkomen en defi
nitieve bevrijding van de nog
bezette gebieden en de hereeni-
ging van het Saar-gebied met
het moederland, hebben de on
beperkte instemming van de re
geeringspartijen.
Dr. Stresemann, de Rijksmi
nister van Buitenlandsche Zaken,
betoogde dat telkens wanneer
nieuwe politieke oriënteeringen
tot stand komen, er elementen
aanwezig zijn, die zich daartegen
verzetten. Ten slotte kan iets
zoo geheel nieilws, als de be
sprekingen van Thoiry zeven
jaar na den wereldoorlog voor
ieder waren, slechts langzaam
tot het bewustzijn van het volk
doordringen.
Om die reden hebben wij ook
de opneming van het complex
hij antwoorden koD, kwam Gus-
laat de trappen opgestormd. Als
een bliksemstraal was bel bericht
van den knaap door het vrooljjke
gezelschap gesneld de afgebroken
vertelling vaD het kind, dat zijn
oom nooit gezien had, kon even
wel op misvertand ot vergissing
berusten en in doodsangst yide
Gu8taaf bet slot io, om zich te
overtuigen. Nu stonden de beide
broeders tegenover elkander en
een kreet, Gustaaf's mond or.t-
snap», getuigde, dat bij Kurt her
kend had. Maar deze kreet was
geen vreugdekreet, geen hartelij-
ken welkomstgroet, de bleeke wan
gen waren niet verbleekt van de
ontroering des wederzien». Schrik
en ontzetting spraken uit zijn
wijdgeopende oogen en als ver
lamd liet Kurt de hand zakken,
die 1'Ü, fcyo eerste gevoel volgend,'
reeds had opgeheven.
»Ik kom wel ongelegen vroeg
bij op gerekten toon.
«Broeder, myn God, hoe kuDt
ge zoo sprekèn stamelde Gus-
taaf, mat moeite zich bedwingend,
»ge komt slechts onverwacht en
de vreugde van het wederzien
maakt mij stommer dan anders
myn gewoonte is. Maar wees wel
kom* ging hy voort en liet zyu
verwarde blikken all zoekend om
der met de Oostelijke grenzen
in verband staande kwestie (Ost-
fiagen) in de préambule van de
verdragen van Locarno gewei
gerd.
Gezien de vele kwesties, die
behandeld werden, kan niemand
verwachten, dat acht weken na 4
het gesprek van Thoiry reeds re
sultaten daarvan kunnen worden
voorgelegd.
Met betrekking tot hethijschen
van de vlag door den Duitschen
gezant te Washington, keurde dr.
Stresemann diens handelwijze
goed. De Duitsche gezant te
Warschau had evenwel gelijk,
toen hij de vlag niet uitstak, want
daar ging het om een overwin-
ningsjeest, welks tendenz tegen
Duitschland gericht was.
De militaire controle.
Aangaande de kwestie der mi
litaire controle is de Rijksregee
ring van meening, zoo zeide hij,
dat de zakelijke voorwaarden
voor de terugroeping der inter-
geallieerde controle-commissie
thans aanwezig zij. De Duitsche
ontwapeningsactie is materieel
inderdaad voltooid.
Er kan geen twijfel over be
slaan, dat de opheldering der in-
vestigatie-kwestie geen rechtma
tige voorwaarde voor de terug
trekking der intergealiieerde mi
litaire controle-commissie mag
zijn.
Spreker legde verder den na
druk op de absolute noodzake
lijkheid, den eisch van aigemeene
ontwapening te haudhaven. Wij
moeten het de wereld telkens
weer voor oogen houden, aldus
spreker, dat 't een onhoudbare
toestand is, den algemeenen be
wapeningstoestand van de wereld
te handhaven, maar daartegen
over aan enkele Staten voor te
schrijven in welke mate zij zich
mogen wapenen.
De Duitsch Fransche verzoe
ning en de verbetering van de
betrekkingen tusschen deze beide
landen vormen het middelpunt
der consolideering van Europa.
De rede van minister Strese
mann werd door de regeerings-
hulp van den een naar den ander
dier nieuwsgierigen dwalen, die
stil en verbaasd in het rond ston
den «wees welkom en volg mij
naar mijn kamer.*
»Ik maak gebruik van uwe
welwillende uiteoodiging* her
nam Kurt spottend, maar op ge-
dempten toon, »te meer, daar ik
de myne sedert mijn afwezigheid
schijn te hebben verloren.*
Gustaaf bloosde en nam hem
mede, de verbaasde gasten aan
hunne verwondering overlatend.
Maar ook toen de beide broeders
alleen waren, wist Gustaaf niet
wat te zeggen en Kurt begon
weer «Denkt ge, dat ge mij voor
dezen nacht een onderkomen zult
kunnen verschaffen in mijn ka
steel, of is het beter voor me,
naar bet stadje te gaan
«Ge beieedigt mij,* riep Gustaaf
geraakt uit, «bedoelt ge omdat ik
gezelschap heb, ja, zoo beken ik
u, dat ik u als dood beweend en
het na lang aarzelen als mijn plicht
heb be.-cbouwd, het goed te gaan
bewonen.*
«Ge badt in dit opzicht steeds
een zeer levendig plichtsgevoel,*
h'ernam Kurt droogjes, «bet zal
ook ditmaal den roow bestreden
hebben, dien ge mynentwege ge'
dragen hebt.* Wordt vervolgd),
AXELSCHE
COURANT.