Bewogen Huwelijksleven, Nieuws- en Advertentieblad voor Zee u wsch - Vlaan deren. No. 62 DINSDAG 9 N O V E M BEE I 926. 42e Jaarg. Binnenland. FEUILLETON. J. C. VINK - Axel. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Kameroverzicht. Na hetgeen we in ons vorig nummer kortelijks meldden over hetgeen de tegenstanders van het Belgisch verdrag te berde brach ten, kunnen we thans het overzicht aanvangen met Donderdag, toen de Minister van Buitenlandsche Zaken, jhr. Van Karnebeek met een schitterende rede dat verdrag verdedigde. Punt voor punt, zoo zeiden we reeds en dit is uit de verslagen der dagbladen en ook uit de persbeschouwingen vol doende gebleken. Dat de rede echter Vrijdag nog werd voortgezet, berustte op een vergissing, want onverwachts stelde de Voorzitter de interpel laties over de militaire relletjes aan de orde en stelde het debat over het Belgisch verdrag uit tot heden (Dinsdag). Zooals uit de redevoeringen bekend is geworden, had minister Van Karnebeek geen gemakkelijke taak en moest hij zich tegen scherpe kritiek op zijn beleid in zake de Nederlandsch-Belgische verhouding verdedigen. Hij deed dit evenwel op hoogst bekwame en welsprekende wijze en oogstte aan het slot zelfs een krachtig applaus en vele Kamerleden, ook tegenstanders, kwamen Z. E. met zijne rede gelukwenschen. En toch misten wij in de rede krachtige argumenten aan den inhoud van het verdrag zelf ontleend. Wel was Z. E. sterk in alge- meene verklaringen, zooals dat men zich los moet weten te maken van de gevoerde agitatie in het land en dat men het verdrag moest aanvaarden als de beste oplossing, welke ons land in het geschil met België kon verkrijgen. Verder trachtte hij de angst voor onze zuidelijke buren tn de Kamer levendig te houden. Want hij maakte haar reeds bij voorbaat bang voor de gevolgen van ver werping door zijne verklaring, dat België bij verwerping van het wetsontwerp nog wel met andere eischen zou kunnen komen, (27 Graat Kurt, de vroegere bezit tel, was io zijn jeugd eeti zeer bijzonder kind, als man een zon derling en in later jaren zoo menschenschuw en ongenaakbaar, dat men hem ontvloden en ver geten zon hebben, als niet zijn nog grootere milddadigheid zyn aandenken bij velen in dankbare herinnering gehouden had. Maar men zag hem byna nooit, hij ont vlood de menschen en het gezellig verkeer en zag Diemand dan den opperhoutvester Heik, die in de nabijgelegen houtvesterswoning leefde. Met zyn broeder, graaf Gustaaf, leefde hij op zeer ge spannen voet, men vertelde el kander wonderlijke geschiedenis sen van de oneenigheden tusscben de beide broeders en inderdaad, men kon zich geen paar naturen bedenken die meer verschillend waren. Reeds als kinderen liepen hnn neigingen zeer uit elkander en toen was Gustaaf overal de lie veling, want in Kurt's gelaat lag zoodat de nadeelige gevolgen bij verwerping grooter zouden zijn dan bij aanneming. Wat is dit anders dan eene voortzetting van de angstpolitiek jegens België En dat, terwijl juist wij bij het tot stand komen van het verdrag geen belang hebben en gunstiger tijden kunnen afwachten. Voor wijziging van het verdrag zal de heer Van Karnebeek in elk geval geen poging doen. Hij zag er geen aanleiding voor en verlangde van de Kamer, dat zij het ontwerp zal aannemen of verwerpen. Het lijkt wel uitge sloten, dat deze minister nog iets op den weg van verdere onder handelingen zal trachten te be reiken. Op één punt bracht de minister nog iets nieuws. Z. E. deelde toch mede met den tegenwoor- digen Belgischen minister Van der Velde overleg te hebben ge pleegd omtrent het Schelde- vraagstuk. En deze minister stond geheel op het standpunt, dat onze overheid te allen tijde bevoegd is om tegenover de beheers commissie de rechten van ons land als neutrale- mogendheid te handhaven. Met betrekking tot de doorvaart van Belgische oor logsschepen luidde het antwoord, dat deze aangelegenheid buiten het verdrag staat, zoodat men volkomen vrij blijft te handelen naar omstandigheden. Minister Van Karnebeek vond dit blijkbaar prachtig, maar wij zijn minder gerust, daar toch wel reeds door deze uitlatingen is komen vast te staan, dat België er in geval van oorlog, waarbij wij niet be trokken zijn, niet voor zal terug deinzen de vrije doorvaart voor deze schepen te vorderen. En overigens, wat hebben wij te maken met dergelijke ministeriëele verklaringen. Wij mogen eischen, dat de bepalingen van het verdrag zelf duidelijk zijn. Of minister Van Karnebeek met zijn rede vele stemmen zal hebben verworven en in dezen strijd de overwinning zal weten te be halen, zal blijken als de bespre kingen zullen worden voortgezet. iets vreemds, iets opvallends en vaak onbegrijpelyba. Als GuBtaaf speelde met de dorpsjeugd en hun aanvoerder was bij al hun dwaze en kinderlijke streken, waar de oude graai om lachte, dan sloop Kurt naar buiten in het nabij gelegen woud en leefde daar een leven voor zichzelf. Daar kende bij iederen boom, daar heette het lied der vogelen hem welkom, hun lied, dat hy verstond, daar juichte zijn hart. En niet in stille droomerij bracht hij hier zijn tijd door, niet in loome ledigheid, want nooit wa9 zijn geest meer bezig, dan wanneer hij het wonderbaar bedrijvige leven beschouwde, dat de natuur ten toon spreidt ook in haar diepste stilte. Geen boom was hem te hoog, om de nesten der vogels te zoeken, die hij niet plaagde en uithaalde naar de wijze der knapeD, maar die hy alleen onderzocht en over wier kunst vollen bouw hij zich verheugde en urenlang kon hy stil toekyken hoe de ouden de jongen voederden. Hy stond verbaasd over de wondervol ingerichte huishouding der werkzame mieren, hij be proefde de woningen te bespieden der hagedissen in de diepe mos achtige rotsspleet, of h(j verzamelde de mooiste bloemen van het woud, DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENT1ËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Maar ongetwijfeld staan zijn kansen beter. Het behoeft niet te verwonde ren, dat de rede van minister Van Karnebeek, ter verdediging van het Tractaat, grooten indruk heeft gemaakt. De rede, die 4 uren heeft geduurd, heeft onafgebro ken de aandacht der Kamer ge had. Voor- en tegenstanders van het Tractaat gevoelden, dat daar een man aan het woord was, die met groote kennis, innige overtuiging, volkomen op de hoogte van alle details, een stuk levenswerk verdedigde. En daarbij bleven zijn betoog en zijn ver dediging voortdurend kalm en correct, waarbij zelfs tegenstan ders, wier aanvallen al van heel weinig deferentie voor den Mi nister getuigden, even hoffelijk werden beantwoord, als anderen die den goeden toon bewaarden. En terecht zegt het Volk dan ook, dat, mocht de Minister sneuvelen, wijl hij verklaard heeft niet tot nieuwe onderhandelingen bereid te zijn, als het Tractaat wordt verworpen hij dan „een neder laag lijdt met eer, met groote eer. Een Staatsman in den vollen zin van het woord 1" „Niemand zal ons tegenspre ken zegt de „Stand." als wij zeg gen, dat minister Van Karnebeek in dezen zwaren kamp een vol ledige overwinning behaalde, die blijven zal, ook al zou, wat wij niet hopen, noch verwachten, de verwerping der ratificatie van 't verdrag het einde zijn". Toch zijn niet alle bladen op timistisch gestemd, zoo zegt „de Nederlander" o.a. dat als de Ka merleden zich konden opwerken tot het vertrouwen dat de Minis ter in België heeft, dan had het tractaat een kans. Maar juist het optreden van België in 1920 geeft geen vertrouwen. Ook de Rotterdamsche Kamer van Koop handel valt reeds den Minister aan om onjuistheden uit zijn rede, aangaande het rapport over het kanaal AntwerpenMoerdijk. Er moge dus met respect over de verdediging van den Minister gesproken worden, de zaak zelve, goudkevers en kapellen, en ais hij huiswaarts keerde, beladeD met zij o schatten, dan dacht hij zich ryker dan een kouing. Ia het begin echter was deze neiging van zijn kind den ouden graat niet aangenaam, bij had liever een echten wareD edelman van hem gemaakt van den ouden stempel, een bekwaam landbou wer in plaats van een natuurjager, zooals hy het noemde. Maar hij beminde den knaap hartelijk, hij was nu toeh eenmaal de toekom stige heer en erfgenaam, ofschoon naar de meening des vaders Gustaaf beter daartoe zou geschikt geweest zijn en toen hy zag, dat Kurt volhardde in zijn eenmaai aangenomen neiging, toen gaf hij hem goede onderwijzers en stemde er in toe, dat de kennis der natuur zyn hoofdstudie werd. Toen hy ouder werd, kreeg hij meer neiging vooroudheden, hy werd een ijverig navorscher en verzamelaar, zoo ijverig, dat hij te midden van het frisschetintelende leveD, het heden vergat in het stof van het verleden Maar nu zegende by zjjn rykdom, die hem in staat stelde te reizen en voedsel te geven aan zyn dure neigingen, en ofschoon hy van zyD kindsheid af aan zijn broeder een warm hart bad getoond en als het Verdrag, schijnt nog niet ge wonnen zij het ook, dat de Nederlandsche pers eenparig lof brengt aan den staatsman in woord en daad. De Kamer zal zich hebben te bedenken, of Nederland ter wille van de persoonlijke overtuiging van den Minister zijn rechten mag prijsgeven. Vrijdag werden o. m. de beide militaire interpellaties gehouden, t, w, door de lieeren L. de Visser en K. ter Laan,, beide in verband met de gebeurtenissen, die dit jaar gedurende de herhalings oefeningen hebben plaats gevon den. Wij zullen de lange lijsten vragen, die beide Kamerleden tot den minister richtten niet ver melden, doch alleen aanteekenen, dat ook minister Lambooy het gebeurde zeer ernstig acht. Hij heeft alle klachten, ook die in de pers, onmiddellijk doen onder zoeken, doch verklaarde met na druk, dat de felle actie tegen het leger aan den goeden geest onder de soldaten veel afbreuk doet. Vooral de Notenkraker en de Tribune hebben hier veel op hun geweten en ook bij meetings zijn herhaaldelijk opruiende woorden gesproken. Komt de troep onder den invloed hiervan in verzet, dan moet daartegen zoo krachtig mogelijk worden opgetreden. Daarom eischt de minister van alle officieren toewijding en tact, doch zoo noodig krachtig optre den In hoeverre de bij de rel letjes betrokken officieren aan deze eischen hebben voldaan, wordt nog nader onderzocht. Tegen het Verdrag. - Het volgende adres is gezonden aan de Tweede Kamer: „Vele functionarissen en oud functionarissen van het Groning- sche studentencorps V.A.P. en eenige vooraanstaande leden keu ren ten sterkste af het Neaer- landsch—Belgisch tractaat en spreken de hoop uit, dat het verdrag met groote meerderheid zal worden verworpen". Dichter „Rogier" in de „Avp." is ook niet vóór het Verdrag. Hij „waagt" de volgende voorspelling van de aanneming Het komt er of het komt er niet Die 't me kan zeggen, is een „Piet" Nu ja, men zegt: Het komt er door: Maar die zóó praten, zijn ervóór Want die „ei-tegen-over-staan", Die lachen weerHet zal niet gaan I Het komt er of... het komt er niet Die 't me komt zeggen, is een „Piet'* Ik denk, het komt er maar op an, .Wie 't allerlekkerst kletsen kan...? Maar ...ik zeg niets. Ik wacht op „Piet" 'k Hoop, dat ie zegtHet komt er niet Nieuw portret van de Koningin. Binnen enkele dagen zullen twee nieuwe foto's van de Konin gin met den Prins in den handel verschijnen. De opname geeft de Koningin in galakleeding met diadeem en den Prins in den uniform van Luit.-Gen. van het Indisch Leger. Het Drentsche Veenkind. Finarncieele hulp noodig. H.M. de Koningin Moeder heeft een gift doen toekomen aan Mr. A. J. M. Leesberg, penningmees ter van de propagandacommissie van het Landelijk Comité, fusie van onderwijzers-corporaties en vereenigingen voor gezondheids kolonies van alle gezindten. Woensdag 3 November is het .Noorderhuis" te Hoogeveen, waar ongeveer 80 zwakke veen- kinderen zijn opgenomen, be zocht door den directeur-generaal van de volksgezondheid en den Commissaris der Koningin in Drenthe, vergezeld van den in specteur voor de volksgezond heid. Met groote belangstelling werd kennis genomen van de wijze van verpleging en van de wer kelijk schitterende resultaten, die in zes weken van verblijf zijn bereikt, waardoor heden reeds 23 kinderen als geheel hersteld konden worden teruggezonden en door andere vervangen. Enkele mede-aanwezigen, leden jongeling hem grootmoedig weder en telkens weder geholpen had in de onophoudelijke verlegen heden, waarir Gustaaf zich stortte door zijn lichtzinnigheid, zoo was hij toch ijverzuchtig daarop be dacht, zyn rechten te doen gelden en deed aan zijn aansprakeu geen haarbreed te kort. Want Gustaaf had wel lust meester te zijn op Sturzach en zoolang de vader leefde gelukte hem dat ook vaak, ja, de oude heer dioomde zelfs wel eens er van, dat dit immer zoo kon blijven, dat Kurt met zyn zonderlinge neigingen nooit er aan zou denken om te huwen en zich wellicht onder een soort voogdij schap van zyn broeder zeer ge lukkig gevoelen zou. Gustaaf van zyn kant was een bupsch en le vendig jongeling geworden, levens lustig en lichtzinnig, niet ahijd zeerstiptin woorden eu gedachten, maar de lieveling der vrouwen, wien het niet moeilijk zou gevallen zijn, met eene der voornaamsten uit den laüde te huwen. Zyn keus viel intusscheD op een onbemid deld maar schoou meisje van booge geboorte, die aan aanspraken ver goedde, wat zy' aan rijkdom ont brak. De oude graaf, niet gewoon zyn lieveling iets te weigeren, willigde te eerder dit huwelijk in, dat den minnenden slechts een bescheiden geluk verzekerde, om dat hy nog altyd de Ijoop niet opgaf, dat Kurt met zijn bijzondere neigingen niet zou huwen en zich zou vergenoegen met een aanzien- lyke rente, daar hij persoonlijk maar weinig behoeften had. Maar hierin had de vader zich toch vergist, want toen hy spoedig daarna de oogen sloot en ter aarde was besteld, trad Kort, steunend op zijn goed recht en vasten wil, met beslistheid op als toekomstig heer en gebieder. De eerste eigen- i machtige inmenging van zyn broe der wees hij met nadruk terug, tot verbazing van allen bestuurde I hy zijn vermogen en zyn inkom sten zelf en toonde door zyn orde en voorzichtigheid, dat hem het praktische leven zoo vreemd niet was, als men had gemeend. In het begm was Gustaat verschrikt, toen mismoedig en later beproefde hy op een meer voorzichtige en fijne wijze de opperheerschappij te verkrijgen over zijn broeder, als eens over zyn zwakken vader. Maar tevergeefs. Wordt vervolgd). De kunst om gelukkig te zijn, is de kunst om het ongeluk mach» tftlooB te maken, CHE

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1926 | | pagina 1