Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch - Vlaanderen. No. 59 VRIJDAG 29 OCTOBER 1926. 42e Jaarg. I A\ oo I J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Teief. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Rheumatiekbestrijding. Zaterdag is te Amsterdam een druk bezochte bijeenkomst gehou den door het Nederl. Comité voor Rheumatiekbestrijding onder voor zitterschap van mr. M. W. F. Treub. Prof. dr. R J. Slotemaker- de Bruine, Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid hield een openingsrede en stelde in het licht, dat het rheumatiek-vraagstuk naast de medische zijde ook een belangrijken sociaal economischen kant heeft. Mr. Treub vond het eigenaardig dat rheumatiek als een der meest verspreide ziekten zoo verwaar loosd is en achtte bestrijding dier ziekte eveneens een groot volks belang. Dr. J. van Breemen is het ge weest, die het eerst den stoot gaf tot deze beweging en sinds jaren de eenige wetenschappelijke Ne derlander is, die zich met dit vraagstuk bezig hield en als zoo danig internationale verdiensten heeft. Verschillende buitenlandsche gasten voerden hierna nog het woord, waarna dr. J. van Breemen een rede hield, waarin hij speciaal op de taak van huisartsen wees, om de chronische rheumatiek te bestrijden, terwijl daarnaast zie kenhuizen en laboratoriën noodig zullen zijn. Het is te hopen, dat krachtig aan de bestrijding van deze voor ons Nederlanders zoo buitenge wone hardnekkige kwaal zal worden gewerkt, waarvan geleer den zeggen, dat ze even belang rijk is, als die tegen tuberculose en kanker. Dr. J. van Breemen, geneesheer directeur van het instituut voor physische theraphie te Amsterdam heeft onlangs een werk geschre ven over rheumatische aandoe ningen, en om ook onzen lezers daarvan iets meer te doen weten, geven we tiier weer, wat we in de „Avp." aan de hand van dat werkje lezen. Kouvatten. Dr. van Breemen wijst erop, hoe in de laatste jaren naar voren is gekomen met klemmende ze kerheid, dat naast andere oor zaken zeer zeker die van het „kou-vatten" niet mag worden onderschat. Men heeft in de geneeskundige wereld vaak met onverholen afkeer neergezien op het woord „rheumatisch", hetwelk men maar liever in den mond van het leekenpubliek, dan in genees kundige werken tegen kwam. Geheel ten onrechte. Het kou-vatten" heeft een groote beteekenis voor het ont staan van „rheumatische" aan doeningen. „Laboratoriumproeven genomen om te bewijzen, dat het .begrip kouvatten medisch geen begrip is, hebben alleen bewezen hoe men deze proeven niet moet nemen." De rheumatische aandoeningen komen in het meerendeel der ge vallen tot uiting in gewrichts aandoeningen, waarbij men tever geefs naar bacillen zal zoeken, bacillen, die tegenwoordig van alles en nog wat de schuld krijgen. Men staat in het teeken der bacterievergoding en ziet dan wel eens de nuchtere ervaringsfeiten van de oudere geneeskundigen over het hoofd. Het is ook heel wat gemakke lijker om maar steeds bacillen te kleuren en door een glaasje te turen, dan punt voor punt de belangrijke verschijnselen der ziekte aan den kranken mensch te bestudeeren. Deze nauwkeurige studie nu heeft verschillende geneeskundigen er toe gebracht het oude „kouvatten" weer in eere te herstellen en de bijzondere aandacht te schenken aan de bloedsomloop van de huid, terwijl tevens het „gestel" niet aan de aandacht is ontsnapt. De Fran- schen hebben de beteekenis van het gestel nooit uit het oog ver loren, ook niet voor het ontstaan van rheumatische aandoeningen. Ook dr. van Breemen heeft een bepaalde afwijking in het gestel van verschillende rheumatiek lijders, die onder zijn behandeling waren (een tienduizend ongeveer) kunnen waarnemen. „Alleen bij maanden- en jarenlang volgen van deze patiënten bemerkt men vele karakteristieke verschilpunten met het overige chronische rheuma". Hij wijst op het goedaardig ver loop, den gunstigen invloed van een goed ingestelde behandeling. Deze patiënten verdragen de sterke anti-rheumatische be handeling vaak slecht (stoom- kast, electrisch licht-kastbad) milde behandelingswijzen hebben vaak goed resultaat. Bijzonder valt voor deze patiënten op de duidelijke invloed van drukkende geestelijke factoren op het ontstaan en verloop der aandoeningen. De zenuwinvloed. Bij deze groep ziet men dik wijls een aanval van gewrichts- rheuma uitbreken of, wanneer het proces aan het verbeteren is, weer verergeren onder invloed van ergernis, verlies van bevriende personen, ongunstigen toestand in zaken, enz. Bovendien valt op het sterk familiaire voorkomen en de erfelijke invloed. Bijna zonder uitzondering bestaat van ouderszijde, of van broers- of zusterszijde rheumatisch'lijden in een of anderen vorm. In derge lijke families komt bij de andere familieleden vaak asthma, suiker ziekte, niersteen (bij mannen), galsteen (bij vrouwen), jicht, sterke vroegtijdige bloed vaatverkal king voor Men kan vaststellen, dat bij deze groep menschen vermoeienis verschijnselen zich met meer he vigheid vertoonen en veel lang zamer verdwijnen, dan bij het normale individu. Aan den anderen kant leert ons de praktijk, dat b.v. bij immobilisatie (onbewegelijk maken) na beenbreuken, rheuma tische aandoeningen bij deze menschen veel sneller optreden dan bij anderen. Wij krijgen dus op deze wijze twee kenmerkende eigenschappen voor deze spieren, die ze tot minderwaardige maken. Hun validiteitsgrens is, èn tegen over rust èn tegenover beweging, een engere dan normaal. Infectiehaarden. Nooit is een infectiehaard alleen de oorzaak van de ziekte. Toch behoort natuurlijk altijd nauw keurig te worden gezocht naar dezen haard. Er zijn verschillende artsen, die wijzen op de groote rol, die neusslijmvlies en amande len spelen bij het ontstaan van rheumatische aandoeningen Steeds zal dan ook door den dokter bij dergelijke aandoeningen een zorg vuldig onderzoek van mond, keel en vooral gebit moeten plaats vinden. Meer dan tot nu toe moet de aandacht op het gebit worden gevestigd. Een Engelsche staats commissie meldt, dat het slechte gebit een van de voorname oor zaken van het ontstaan van rheu matiek is. Aan gebitsverzorging, aan mondbehandeling moet dus groote aandacht worden besteed. Ook maag- en darmaandoeningen kunnen tot gevolg hebben, dat rheumatiek optreedt. Vochtige lucht. Niet minder dan gestelsinvloe den zijn uitwendige omstandig heden van beteekenis. Het verblijf in vochtige, kille ruimten speelt j een groote rol. Dat is in den oorlog nog eens weer terdege tot uiting gekomen. Laat ons eens hooren, wat dr. van Breemen over dit onderwerp zegt, als hij het over de vochtige woning heeft: „Zoolang men in* beweging is en het bloed daardoor goed stroomt, is kans op afkoeling, eventueel rheumatisch worden, gering. In den slaap echter wordt de bloedsomloop tot een minimum teruggebracht, evenals de stof wisseling en dan is de kans op het krijgen van rheuma zeer groot. Vooral wordt dit in de hand gewerkt door de vochtige, kille lakens, die in Holland bestaan. Als men nagaat, hoeveel vocht zich daarin opzamelt en hoe ons organisme in de meest ongunstige omstandigheden (minimale stof wisseling!) deze met al dit vocht moet opvoeren tot lichaamstem peratuur, dan is het ontstaan van rheumatiek zeer begrijpelijk als er aanleg toe bestaat, maar ook het gevoel van afgrijzen van rheumatische menschen als zij onder die lakens moeten slapen. Het zou beter zijn de ouderwet- sche beddepan niet in den salon op te hangen, maar te gebruiken als nuttig voorwerp". Dan worden vooral muren, die salpeter uitslaan en waarop roode schimmels groeien, door velen als de broedplaatsen van het rheuma beschouwd. De sociale beteekenis van rheu matiek is niet te onderschatten, daar de menschen vaak langza merhand volkomen invalide wor den, zonder dat men er zich eigenlijk nog veel van aantrekt. Dr. van Breemen dringt in zijn belangrijk boek aan op herziening van het onderwijs. Naast het on derwijs aan medische studenten, die in het algemeen veel te weinig van behandeling leeren en vari behandeling bij rheuma eerst recht weinig, is ook van groot belang een beter volksonderricht door populaire lezingen, deskun dig onderricht aan verschillende instituten van onderwijs (huis- houdleeraressen, verpleegsters, architecten, ingenieurs, opzichters, onderwijzers, enz.). Wat geeft het een kind op te nemen in een ziekenhuis, als het na de behandeling weer naar een vochtig huis gezonden wordt Nietalleen de behandeling,doch ook de nabehandeling moet vol doende zijn Het publiek moet opgevoed worden door populaire voordrachten, brochures, enz. De haarden van infectie moeten bestudeerd en aangepakt worden. De schoolarts kan op het gebied der rheumatiekbestrijding veel nuttig werk verrichten. Vergadering van 28 Oct, 1226. Aanwezig de h.h. J. M. Oggel. M. W. Koster, wethouders, I. Weijns, J. M Baert, A. Th. Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter. Voorzitter dhr. F. Blok, burge meester. De Voorz. opent de vergadering en stelt de agenda aan de orde. 1. Notulen. De Notulen der laatste twee vergaderingen worden zonder aanmerkingen vastgesteld. 2. Mededeelingen en Inge komen stukken. De Voorz. deelt mede van dhr. Kruysse schriftelijk en van dhr. Van de Casteel telefonisch be richt te hebben gekregen, dat zij de vergadering wegens andere werkzaamheden niet kunnen bij wonen. Voorts is afwezig dhr. Van Dixhoorn. a. Circulaire van Ged. Staten, houdende vaststelling van jaar wedden, volgens welke de ge meente Axel is ingedeeld in klasse 8, omdat het bevolkings cijfer ligt tusschen 5001 en 6000 inwoners, zoodat het aanvangs salaris van den burgemeester moet zijn met ingang van 1927: f3600, van den secretaris f 3600, van den ontvanger f 1300 en van de wethouders f 270, met 5 twee- jaarlijksche verhoogingen van f 180 voor den burgemeester, van f 200 voor den secretaris en f 120 voor den ontvanger. Dhr. 't Gilde vraagt of deze regeling bezuiniging of verhoo ging van uitgaven medebrengt voor de gemeente. De Voorz. antwoordt verhoo- ging- Dhr. 't Gilde vindt het frappant, dat in een tijd dat allerwege A's van cte daken wordt geroepen om bezuiniging, Ged. Staten nu nog met een salarisregeling af komen, die hooger is dan de vorige. Het verwondert spr. ook, dat waar enkele heeren hier bij de behandeling der begrooting f2,— zaten te beknibbelen op het weekloon van een straatveger, die nu niets zeggen, waar het over honderden loopt. Spr. is persoonlijk voor een goede be zoldiging en is overtuigd, dat er hier toch niets aan te doen is, maar van andere zijde had hij verwacht, dat ze toch zeker een actie op touw zouden gezet heb ben, om daartegen te ageeren. Hun houding getuigt van groote inconsequentie. De Voorz. wil hierop antwoorden, dat die regeling is vastgesteld, nadat van de verschillende ge meenteraden het gevraagde ad vies is ingekomen. Dhr. Oggel zegt dat dhr. 't Gilde wat hard van stapel loopt, want dat hij de eerste was die het woord vroeg en dus moest afwachten of er niets op de sa larisregeling zou worden aange merkt. Maar spr. heeft reeds in de vergadering van B. en W. af gevraagd, of het niet wenscheltjk was om tegen die regeling bij de Kroon in beroep te gaan, want dat die voor Axel is vast gesteld tegen den wensch van den Raad, die het bestaande sa laris voldoende achtte voor een plattelandsgemeente. Hij zou dat ook hier willen voorstellen, daar het niet in overeenstemming is met de begrooting en alsnog trachten daarop te bezuinigen. Dhr. Weijns zegt, dat dhr. 't Gilde het doet voorkomen, alsof de Raad er als de kippen bij is om te bezuinigen, als het over een werkman gaat en die niet spreekt over de groote salarissen. Dhr. 't Gilde weet dat beter en moet eerlijk zijn, want er is wel degelijk getracht om het tracte- ment van den burgemeester en den secretaris te verlagen. Spr. is het eens met dhr. Oggel, dat die te hoog zijn en wil die tracle- menten ook houden, zooals de begrooting aangeeft. Dhr. Oggel doet het voorstel om bij de Kroon in beroep te gaan, want als we de begrooting handhaven, wordt het een lijdens weg, doordat Ged. Staten dan de begrooting niet goedkeuren. Dit voorstel wordt aangenomen met alg. stemmen. b. Bericht van de P. Z. E. M., dat zij de vergunning tot het leggen, hebhen en onderhouden van electrische geleidingen in verschillende straten der gemeente onder de gegeven voorwaarden aanvaardt. c. Bericht van dhr. J de Feijter Lz., dat hij de benoeming tot lid van de gascommissie aanneemt. <1. Rapport van den Directeur der Gasfabriek aangaande de lantaarnontstekers. Blijkens dit rapport zijn ineen gecombineerde vergadering van B. en W. en de gascommissie klachten geuit over de straatverlichting en heeft het Bestuur de wenschelijkheid voor eene reorganisatie der lantaarn ontsteking ter tafel gebracht, terwijl de Directeur de opmerking maakte, niet beter te weten, als dat het ontsteken der lantaarns goed functioneerde. Ook heeft hij de opmerking gemaakt, dat indien Sorber bij het rondgaan een lantaarnladder medenam, dan bij een goeden wil de verlich ting ook goed zal zijn. (Get.) K. Wiechman. Blijkens een uittreksel uit de notulen van bovenbedoelde ver gadering op 23 Sept. 1926, heeft de Directeur toen gezegd, dat hij met de tegenwoordige lantaarn opstekers niets kan doen. De fitters gaan thans ook de lantaarns na met een ladder, teneinde de kleine storingen, die bestaan, weg te nemen. Destijds zijn voor dit doel expres uitsluitbare ladders aangeschaft, maar worden niet gebruikt. Wanneer glazen of kousen geplaatst moeten worden, dan hebben zij daarvoor geen tijd. (Get.) Maris. Dhr. Oggel deelt mede, dat B. en W. zich niet met het rapport van den Directeur kunnen ver eenigen, daar in bedoelde ver gadering door den Directeur an ders is gesproken, dan hij in het rapport mededeelt. Dhr. 't Gilde kan zich daarbij aansluiten en acht commentaar overbodig, waar het rapport en het uittreksel der notulen geheel tegenstrijdig met elkaar zijn. Ook tegen spr. heeft de Directeur ge zegd, dat er geen klachten waren en nu wil hij dien niet tot zon debok maken, maar toch is het merkwaardig, dat de Directeur zich in één en dezelfde week zoo verschillend kan uiten, lntus- schen vraagt spr., hoe nu de re geling voortaan zal zijn? De Voorz. antwoordt daarop, dat een nieuwe organisatie is ingesteld. IJzebaart heeft ontslag gevraagd en krijgt als tegemoet koming voor per sioenstorïing f 59. Sorber blijft, maar de lantaarn ontsteking komt nu onder beheer van de gasfabriek, zoodat de fitters in samenwerking met Sor ber daarmee belast zijn, doch ender verantwoording van den Directeur, als de zaak niet in orde is. AXELSCHEPCOURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1926 | | pagina 1