Bewogen Huwelijksleven.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li - VI a ander en.
No. 39.
VRIJDAG 20 AUGUSTUS 1920.
42e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
De gehuwde vrouw.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Van de vele problemen, die in
onzen modern-industneelen tijd
op den voorgrond treden en ern
stig om oplossing vragen, is dat
van de gehuwde vrouw zeker
wel een van de moeilijkste. Reeds
van 't eerste oogenblik af, dat de
gehuwde vrouw haar intrede
deed in fabrieken of werkplaatsen,
kantoren of ambtelijke instituten,
trad dit probleem op den voor
grond en in de laatste jaren is
meer dan één artikel aan dat
onderwerp gewijd en mag de
gehuwde vrouw, die buitenshuis
door loonarbeid in haar behoef
ten voorzien moet, zich in de
algemeene belangstelling verheu
gen. Een belangstelling die thans,
nu van hoogerhand verscheidene
gehuwde ambtenaressen uit den
ambtelijken dienst ontslagen zijn,
nog is toegenomen.
De sociale nood is ook hier
de oorzaak van de afwijking van
de natuurlijke bestemming der
vrouw. Weinigen toch, die zou
den willen volhouden, dat de
plaats van de gehuwde vrouw
niet in eerste instantie die van het
huisgezin is. Een ideaal-toestand
is natuurlijk, dat de man het
brood voor het gezin verdient en
de vrouw haar plaats in de huis
houding inneemt. De beste huis
gezinnen zullen steeds daar ge
vonden worden, waar de vrouw
zich aan haar natuurlijke taak,
de gezinsverzorging, zal kunnen
geven.
Maar niet altijd kan dit plaats
vinden. De sociale nood maakt
het nu eenmaal onmogelijk om
steeds en te allen tijde te kun
nen zorgen, dat ideaal-toestan-
den kunnen worden geschapen.
Niet altijd is het loon of het sa
laris van den man voldoende om
in de vele behoeften van het
gezin te voorzien. Ook zijn er
gezinnen waar de man door ziekte
of anderszins niet in staat is het
brood te verdienen of waar de
vrouw, bij overlijden van den man
onverzorgd achtergelaten, voor
de kinderen of andere familie-
(7
Het kind kreeg verdriet en werd
bleek, en Gerland maakte zich
zuchtend vertrouwd met de ge
dachte, zyn lieveling aan hare
grootouders terug te zenden. Me
vrouw Von Helst en mejuffrouw
Amalia hadden intusschen de klei
ne bijna dagelijks bezocht, en het
belang, dat da jonge dame er voor
aan den dag legde, schonk haar
de dankbaarheid van den vader
in ruime mate. Mejuffrouw Amalia
was eigenlijk niet schoon, maar in
haar zorg voor het kind, die zoo
echt vrouwelijk was, scheen zy
hem beminnenswaardig en lieftal
lig toe en de woorden «plaats vbd
moeders oefenden de oude betoo-
vering op hem uit. Nochtans was
hij besloten, het kind naar Barn-
rolde te brengen en eenige dagen
voor hij dit besluit dacht uit te
voeren, ging hij naar mevrouw
Von Helst-, om dese daarmede in
kennis te stellen. Onderweg ont
moette hij den landraad.
«Gaat ge naar mijne dames,
geide hij, »ik ben juist voornemens
leden het noodige moet verdienen
Zoo wordt menige huisvrouw
door de harde noodzakelijkheid,
en wellicht tegen haar zin, ge
dwongen om buitenshuis tegen
oon te gaan arbeiden.
Dat deze toestand geen ideale
is en zelfs eenigszins een mis
stand is, zal door de meesten
wel erkend worden. Want bij
den arbeid der gehuwde vrouw
in fabrieken of kantoren moet
iet gezin toch altijd min of meer
de dupe worden en kan het niet
uitblijven of vooral de kinderen
ijden hieronder. Dat dan ook
van vele zijden wordt aangedron
gen op een algemeen arbeidsver-
bod voor de gehuwde vrouw is
wel eenigszins te begrijpen. En
dat vooral van zekere zijde hierbij
als motief op den voorgrond
wordt geschoven „de vrouw voor
het gezin", is iets wat eveneens
te begrijpen is.
Toch mag met deze laatste
leuze wel eenige voorzichtigheid
betracht worden. Hoezeer ook
een idealistische grondslag aan
dat motief niet ontzegd mag
worden, zal alleen dat motief
nimmer voldoende gewicht in de
schaal kunnen leggen om tot een
beslissing te geraken. Wij staan
hier nu eenmaal voor een pro
bleem van grooten omvang en
van groote moeilijkheden, dat
maar niet zonder meer met een
idealistisch getinte leuze kan
worden opgelost.
Eigenaardig is wél, dat de
strijd over de gehuwde vrouw
feitelijk eerst een aanvang nam
toen ook op de arbeidsmarkt de
vrouw als werkkracht naar voren
kwam. Door alle eeuwen heen
toch waren er vrouwen, die
werkten voor haar brood. Wel
kwam dit in het tijdperk van de
z.g. „familie-nijverheid" weinig
of niet voor, doch steeds waren
er, die voor zich zelf moesten
zorgen. De omstandigheid, dat
die arbeid meestal binnenshuis
geschiedde, doet aan het feit
zelf niets af. Steeds waren er
tal van vrouwen, die b v. eigen
zaken dreven, of door huiselijken
om voor Amalia een plaats sis ge
zelschapsjuffrouw te zoeken, by
ons kan ze toch niet altijd blijven,
en gy weet, hare omstandigheden
zyn niet van dien aard, dat zy
onafhankelijk leven kan.<
Gerland knikte, hij dacht er aaD,
hoe jammer het was, dat hij deze
jeugdige teedere verpleegster niet
nemen kon voor zijne Felicita.
O, die noodlottige maatschappe
lijke voordeelen 1 En toen dacht
hy aan het drukkende der afhan
kelijkheid, hij wenschte haar va
der van harte een lichte en aan
gename betrekking toe. ToeD hy
het huis van den landraad bin
nentrad, zeide men hem, dat ook
mevrouw Von Helst zooeven was
uitgegaan, alleeD dejuffrouw was
boven. Hij vond haar alleen in
den salon en het scheen hem toe
dat zy geweend had maar vrien
delijk beantwoordde zij zijn groet
en met deelneming hoorde zij zyn
mededeeling aan.
»Hoe beklaag ik u,« zeide zy,
>dat gij van het kind moet schei
den en alleen moet blijven o, ik
weet wat het zegt alleen te zyn.
Onderzoekend richtte hy het
oog op haar en blozend en ver
legen sloeg zij den blik neer.
»En dat arme kleine ding,«
ging «ij voort, shoe wordt dat haan-
arbeid in haar onderhoud voor
zagen. Maar slechts zelden of
ooit werd een stem vernomen,
die tegen deze afwijkingen waar
schuwde.
De zaak was echter, dat de
arbeid van de gehuwde vrouw
nog slechts van zoodanigen om
vang was, dat in geen geval van
een maatschappelijk probleem
kon worden gesproken. Thans
is dat anders. Het aantal ge
huwde vrouwen, dat buitenshuis
haar brood verdienen moet, is
van dien aard, dat de arbeids
markt daarvan ernstige gevolgen
ondervindt. Vandaar ook het
sreven naar een algemeen arbeids-
verbod.
Zooals gezegd, wordt daarvoor
aangevoerd het motief, dat de
vrouw enkel en alleen thuis hoort
in haar gezin, en dat alle arbeid
buitenshuis, ten doel hebbende
daarmee inkomsten te verwerven,
uit den booze is.
In beginsel zal wel niemand
gevonden worden, die aan de
goede bedoelingen, die hieraan
ten grondslag liggen, wenscht te
tornen. Maar de vraag is of
daardoor nu ook, zonder meer,
dat hooge ideaal zou worden
bereikt.
Een algemeen arbeidsverbod
voor de gehuwde vrouw zou wel
ten gevolge hebben, dat deze
van fabrieken of kantoren ge
weerd zou worden, maar nog
geenszins dat daardoor nu ook
de vrouw maar zonder meer voor
het gezin behouden zou zijn.
Afgezien van den natuurlijken
aanleg, waardoor niet iedere
vrouw geschiktheid bezit voor
het werkelijke gezinsleven, ireigt
toch ook het gevaar, dat de uit
fabrieken en van kantoren ver
drevenen op een andere wijze,
dus daar waar de wet nog geen
beperkende maatregelen heeft
getroffen, hun arbeidskracht zul-
probeeren te benutten. Met name
denken wij hierbij aan clande-
stienen huisarbeid, waarbij het
gezinsleven nog ernstiger zou
worden bedreigd. Door de dub
bele inkomsten van man en vrouw,
zoover deze thans worden ver
kregen, kan altijd nog meer en
beter voor het gezin gezorgd
worden dan bij huisarbeid. Ook
is het gevaar niet denkbeeldig,
dat, bij een dergelijk verbod, de
zucht naar vrije huwelijken zal
toenemen of, nog erger, zal lei
den tot een samenleven van man
en vrouw. In geen geval zou
dan het gezinsleven bevorderd
of de moraliteit gediend zijn.
Beter lijkt het ons vooral bij
het aankomende geslacht de ge
dachte aan te kweeken, dat de
plaats van de vrouw in het gezin
is. Vooral moet de toenemende
weeldezucht worden tegengegaan
en de jeugd worden ingeprent,
dat een eenvoudig huiselijk leven
nuttiger voor de gemeenschap
is dan een luxueuse samenleving
op louter materialistischen grond
slag. Voorgehouden moet wor
den, dat de huiselijke taak van
de vrouw niet is een minder
waardig iets, doch het hoogste
goed voor de vrouw, waarin zij
haar gaven en krachten ten volle
ontwikkelen kan.
Het maatschappelijk zelfbe
schikkingsrecht aan de vrouw te
ontnemen vinden wij echter ver
keerd. Het gezin en ook de
samenleving zullen meer gebaat
zijn bij een juist inzicht van de
taak der vrouw, dan bij wette
lijke verboden.
gezonden van den een naar den
ander, ik wenschte dat wij het
hier konden behouden als onlangs,
toen het bij ons was.«
»Toen gy de plaats van moe
der bij haar bekleedet zei by
langzaam en in gedachten, en na
een oogenblik zwygens sprong hij
op eD voegde levendig daarby
>De plaats eaner moeder, Amalia,
wilt by die bekleeden voor altijd,
kunt gij, wilt gy mijn gade zijn
In het eerste oogenblik stSnd zij
sprakeloos deze vraag kwam zoo
onverwacht, zoo verrassend, dat
zy geheel verward was, maar wel
dra begreep zij de grootheid van
haar geluk, snel en duidelyk over
zag zy het onderscheid tusschen
de ondergeschikte positie eener
geselschapsjuffrouw en die, welke
Gerlands gade innam, een gevoel
kwam over haar van het aange
name van zyn eigen tehuis en
zelfstandigheid.
»Ik kan en wil dit,« antwoordde
zy zacht en beantwoordde den
druk zijner haDd, »ik wil haar
een trouw moeder zyn.
En zoo kreeg de kleine Felicita
een stiefmoeder, die de trouwste,
meest opofferende liefde haars va
ders haar gegeven had, zonder
acht. te geven op ziehzelven, Hij
hoopte» dat eon ooo geheel onbe-
Naar de N. R. Crt. verneemt
stelt de Koninklijke familie zich
voor om tot na de opening der
Staten-Generaal op de Ruigen-
hoek te blijven. De Koningin
zal dus ditmaal Haar verjaardag
aldaar doorbrengen.
De Rijksmiddelen in Jnli 1926.
De opbrengst van de Rijksmid
delen (hoofdsom en opcenten)
over de maand Juli 1926 bedroeg
f 39.373 553, tegen f 37 400.263
over de maand Juli 1925.
De opcenten ten bate van het
Leeningsfonds gaven over Juli'26
een opbrengst van f 7.003 206,
tegen een bedrag van f 6.987.254
in Juli 1925-
middeld meisje, wier beperkte
omstandigheden noch de vooroor-
deeien en aanmatigingen van den
adel, noch een ijdei verlaugeD
naar genoegen in haar ontwikkeld
hadden, den dank, dat hy haar
ontheven had "an een zoo druk
kende positie, der kleine Felicita
met intrest zou betalen.
De oude heer Hersking was
evenwel van andere gedachteD,
hij meende: Wie van niets af-
komstigd, acht ook nietsdie het
eenvoudigst is opgevoed, wi! vaak
het hoogste op, die wil zich scha
deloos stellen voor vroeger tijden,
alles naloopen alles overtreffen.
Iu het begin scheen het dat hij
gedwaald had de jonge vrouw
trad bescheiden op en zorgde y ve-
rig voor het kind. De heer Ger
land stond sedert zijn eerste hu-
welyk bekeod als een welvarend
man, want de aanzienlijke toela
gen van zijn schoonvader hadden
hem in staat gesteld ryk te leven.
De heer Hersking had zijnen
■ohoonschoon een aanzienlyk ka
pitaal in zijn zaken geleend eD
het op den dag, waarop de kleine
Felicita gedoopt werd deze als
doopgeschenk gegeven, op voor
waarde dat het tot hare meerder
jarigheid voorden vader ten nutte
«ou komen. De wereld kende de
Wit brood nit Nederland naar
België.
De commissie voor de consenten
heeft zich Dinsdag, naar de cor
respondent van de N. R. Crt. te
Brussel meldt, met de kwestie
van den invoer van wit brood uit
Nederland bezig gehouden. Be
sloten werd, aan den betrokken
minister voor te stellen, bij ko
ninklijk besluit dezen invoer te
verbieden.
Nader wordt gemeld, dat de
Belgische regeering thans den
invoer van wit brood verboden
heeft.
Een militaire marsch die
heugen zal.
Men meldt aan de „Maasb."
uit Maastricht
Dezer dagen heeft het 13e
regiment infanterie, gelegen te
Maastricht, een grooten militairen
marsch gemaakt, die in de analen
van het korps vermelding zal ver
dienen. Omstreeks 10 uur waren
de manschappen, ongeveer 300,
uitgerukt. Doel was de ongeveer
30 K.M. ver gelegen Heerlerheide.
Na een marsch van zooveel kilo
meters, enkel onderbroken door
de reglementair voorgeschreven
rusten, arriveerde men aldaar
tegen 5 uur n.m. Daar werd een
maaltijd genomen en wat gerust.
Tegen half twaalf begon de
nachtelijke velddienst, welke
duurde tot zes uur 's morgens.
Na het ontbijt, tegen kwart voor
acht 's morgens, marcheerden de
mannen af naar Maastricht, waar
men omstreeks 4 uur binnenrukte.
In dertig uren tijds hadder. de
jongens dus niet alleen om de
60 K.M. over zeer bergachtig
terrein geloopen bij warm weer,
doch bovendien nog ruim 6 uur
nachtdienst meegemaakt. De mees
ten waren zg. voorgeoefenden,
pas enkele weken in dienst en
bovendien nog maar een paar
dagen terug van zware oefeningen
te Harskamp. Deze militaire
marsch, die allen lang zal heugen,
werd gemaakt met volledige be
pakking van om de 20 K.G. De
gevolgen zijn natuurlijk niet uit
gebleven. De troep heeft ongeveer
naaste geschiedenis dezer geld-
schikking Diet, men dacht, dat de
overleden vrouw eeD a&nzienlyke
bruidsgift gekregen bad, die nu
waarschijlijk den bankier ten goe
de gekomen was. Zijn tweede gade
deelde dit geloof, en nadat zy
zich langzamerhand in haar Dieu-
wen toestand te huis gevoelde,
begon zij de aangename zijde van
den rykdom te kennen.
Zy gaf zich met levendigheid
over aan de nieuwe en oogewone
genietingen vond behagen in schit
terende gezelschappen en wist den
heer Gerland over te halen, haar
deze genoegens te verschaffen. De
plaats door zijn gestorven Emma
ingenomen in zyn hart, was door
hare opvolgster noch bereikt, noch
verlangd, maar evenwel bracht zij
een zekeie gezelligheid in het
eenzame buis, die den heer Ger
land toescheen eeD zonnige len
tedag te zijn, vergeleken by de
sombere neerslachtigheid, waarin
hij het vorige jaar had doorge
bracht. Hij had Amalia naar Barn-
rode gebracht bij z(jne schoon
ouders, maar een recht innige
toenadering had niet plaatsge
vonden.
(Wordt vervolgd),
AXELSCHE
COURANT.