Bewogen Huwelijksleven.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li - Vlaanderen
No. 35.
VRIJDAG 6 AUGUSTUS l«J2(>.
42e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNF. MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Wij, uitverkorenen.
Al zeggen we het niet met
zooveel woorden, wij, Europea
nen, of beter nog, wij blanken,
wij vinden onszelf toch tvel bui
tengewoon superieur. We zijn
natuurlijk ook geweldig verlicht
dat past in onzen tijd dus
willen we in hoogstaande ge
sprekken ons wel verwaardigen
zeer vriendelijk en neerbuigend
over onze medemenschen met
een ander kleurvelletje te spreken,
als, nu ja, gelijkwaardigen. Dat
is te zeggen.... Enfin, gelijkwaar
dig dus- Maar inderdaad geven
we nog maar als te dikwijls blijk
van zulk een dom en grof gevoel
van meerderwaardigheid, dat we
ons in de duistere middeleeuwen
zouden terugwanen. En toch
leven we in den tijd van huma
nitaire stroomingen.
Zoo zal, alsdus schrijft Dr. C.
in de „Avp"., wanneer in onze
Hollandsche koloniën een uit
Holland geïmporteerd jongmensch
meest bankemployé, kantoor
bediende of iets dergelijks
zich aangetrokken zou gevoelen
tot een meisje van lndischen
bloede en met het plan rondloopt
een huwelijk te sluiten, hem in
9 van de 10 gevallen door col
lega's, soms door zijn chefs,
zeer duidelijk te kennen gegeven
worden, dat hij, de groote „bianke"
meneer, zich feitelijk leelijk in
de vingers gaat snijden. Ook al
is de jongedame in kwestie ge
studeerd en wellicht in verstan
delijke ontwikkeling zijn meer
dere. Want promotie maken met
een vrouw van lndischen bloede,
is in onze koloniën zeer, zeer
moeilijk. In de Engelsche kolo
niën, Britsch Indië, is het eenvou
dig absoluut uitgesloten. Hier
achter staan natuurlijk de bekende
koloniaal-politieke beweegrede
nen. Wat echter niet vermag
weg te nemen dat het blijk geeft
van een mentaliteit onzen huma-
nitairen tijd ten eenenmale on
waardig.
Doch een dergelijke tegenkan
ting tegen een vermenging der
(3
Gy b e m i c t en dit gevoel maakt
u goed en geloovig. En als dat
alles niet zoo ware, hebt ge dan,
daar u, naar ge zegt, het ongeluk
getroffen heeft rjjk te zyu, geen
plichten tegenover uwen vader?
Weet ge, of hy u niet liefheeft,
meer wellicht dan alles? Denkt
ge dan, dat het hem geen troost
is, u by zich te hebben, nu ge
zoo liet en schoon geworden zyt,
het kind zyner geliefde vrouw,
het laatste geschenk harer liefde
Hy heeft uw moeder zeer, zeer
liefgehad, zy was een gelukkige
vroaw. Daarvoor moet gy, haar
kind, hem danken en er hem niet
voor laten boeten dat zijn tweede
vrouw geen tweede moeder voor
u werd.*
De donkere oogen van het jonge
meisje hadden zich gedurende
deze ernstige en liefdevolle toe
spraak met tranen gevnld, die
langzaam in haar schoot terug
vielen.
»Ik zal gaan, grootmoeder,*
{geide z\j net nokkende stens en
beide rassen kan nog tol op
zekere hoogte zooal niet gebil
lijkt, dan toch eenigszins ver
klaard worden uit zekere gevoe
lens van ras-eigenwaarde, hoewel
natuurlijk een laatdunkende zelf
verheffing te laken is. Maar het
eene kwaad is de vruchtbare
voedingsbodem voor vele andere
euvelen. Ook hier. Want met
stijgende verontwaardiging en
schaamte, ja ook schaamte, nemen
we kennis van de traag tot ons
door sieperende berichten uit ons
Indië omtrent de ongehoorde
mishandelingen, door blanken
de uitverkorenen, nietwaar
ten opzichte van ondergeschikte
bruine arbeiders. Momenteel
wordt er te Padang al een heel
treffend staaltje van blanke
machtswellust uitgezocht. Een
administrateur van een cultuur
onderneming wordt van een serie
misdaden beschuldigd. Daaron
der komt voor het ranselsysteem
van weggeloopen koelies, waarbij
menigeen eenvoudig doodgesla
gen moet zijn! Dezelfde groote
blanke toean liet gestrafte mannen
en vrouwen naakt op zijn velden
werken onbeschut tegen de moor
dende zonnestialen, in strijd met
de elementairste begrippen om
trent schaamtegevoel. En de
bestialiteit werd nog ten top
gedreven door de opsluiting van
vier vrouwen en een man, gedu
rende veertien dagen in een wa
genkar.
Deze van perverse degeneratie
getuigende straf werd notabene
opgelegd wegens ontucht. Dit
is een van de vele staaltjes. Ze
liggen overigens voor het grijpen.
Een andere hoogstaande blanke,
die wat last had van inlandsche
jongens, die voor zijn huis speel
den onze jongens munten nu
ook niet altijd uit door braafheid
en zoetsappigheid, gelukkig
nam zijn geweer en pafte er een
paar neer, alsof het ratten waren
En dit zijn enkele van de vele
gevallen, die in de afgelegen
streken soms afgespeeld worden
en nooit ten minste door geen
aardschen rechter berecht
worden. Is het te verwonderen,
kuste de verwelkte hand der oude
vrouw, »ik zal gaan en het bart
mijns vaders zoeken, ik was
een pliehtvergeten kind. Ik dank
u, dat gij met zooveel liefde en
geduld my steeds den rechten weg
toont, ik zal dien met Gods hulpe
voortaan altoos gaan.*
Mevrouw Hersking drukte haar
kleindochter aan haar hart bd
droogde met haar fijnen zakdoek
de laatste droppelen van Felicita's
bloeiende wangen.
«Schrei nu niet meer, mijn
lieveling, zie den laatsten avoDd
nog mij aan met heldere vrien
delijke oogeD, ge weet niet, hoe
goed dat doet aan mijn oud hart.
Wat ik u vandaag gezegd heb,
behoud dat en is het u mogelijk,
zoo handel daarnaar. Het beste
wat er is, geeft God ons met
Zijnen zegen, maar daaraan ont-
breekt niet een liefdevol gemoed
en wie liefde begeert, moet die
ook aan anderen schenken en met
haar de zachtheid, toegeeflijkheid
en vergiffenis, zonder welke er
geen ware liefde is.«
Het landgoed, dat mevrouw
Hersking met hare kleindochter
bewoonde, was het erfgoed ge
weest eeDer in verval geraakte
adellijke familie. Haar echtgenoot,
een bekwaam lapdhaUboudkuo*
dat daardoor het communistisch
gevaar in sommige streken in
vrat Is er beter propaganda
materiaal te bedenken? En dan
te moeten beseffen, dat wij, blan
ken, hen dit materiaal zelf hebben
geschapen
Als een pendant van boven
staand, vernemen we, dat in de
maanden Juni en Juli 1927 te
Pandoeng de Eerste Hygiëne-
tentoonstelling voor Nederlandsch
Indië gehouden zal worden.
Het Hoofd-comité noodigt een
ieder, die met het strev en instemt,
de tentoonstelling daadwerkelijk
te steunen.
Het hoofd van den Dienst der
Volksgezondheid in Nederlandsch
Indië zal met eene eigen inzen
ding aan deze tentoonstelling
deelnemen.
Uit het voorloopig schema van
de verschillende afdeelingen
worden genoemd geschiedkundi
ge ontwikkeling der hygiëne,
medische inzendingen van insti
tuten, laboratoria, onderwijsinstel
lingen en vereenigingen, welke
op eenigerleiwijze medewerken
aan het onderzoek, de toepas
singen en de verspreiding van
kennis betreffende de gezond
heidsleer in het algemeen en
voor de tropen in het bijzonder
groepeering van voor de tropen-
bewoners belangrijke, cosmopo-
litische en tropenziekten en de
door deze teweeggebrachte licha
melijke afwijkingen toegepaste
hygiëne, enz.
We hebben zoo'n idee, dat dit
alles ook weer bijna uitsluitend
de Indische Europeanen ten goede
komt, en een schrille tegenstel
ling vormt met wat voor de in
landers, de minder benadeelden
althans, gedaan wordt. Het
zij er verre van, dat we derge
lijke instellingen zouden willen
of kunnen afkeuren, maar het
eerst en hoogst noodige is o i.
opheffing der „Indische" bevol
king, opdat deze aan haar tegen
woordige en toekomstige Regee
ring vergeving kan schenken
voor hetgeen vroegere bewinds-
dige, had de bezitting, toen die
door de verkwisting eD het slechte
beheer van den laatsten bezitter
bij opbod geveild moest worden,
voor een geringe som gekocht,
nadat hij het kleine landgoed,
waarop hij welvarend geworden
was, voordeelig verkocht had. Een
rfjke erfenis, door mevrouw Hers
king kort na den aankoop van
het nieuwe landgoed verkregen,
stelde haren echtgenoot in staat
aanzienlijke en nuttige verbete
ringen aan te brengen. Langza
merhand werd het goed van al
zyn hypotheken bevrijd, werden
de gebouwen in een goeden staat
gebracht, en de stallen voorzieD
van het voortreffelijkste vee. Een
branderij werd opgericht, bouw
land ontgiüd en weiden besproeid,
en de bosscben werden vooral
zorgvuldig onderhouden. Dat alles
kostte veel handen veel geld
De heer Hersking gaf het geld,
vlijtige handen werden er in
menigte gevondeD, en de rykdom
van den Dieuwen bezitter droeg
zegenaan brengende vruchten, hon
derdvoudig. Hij gaf arbeid, huip
en raad naar omstandigheden en
zijn gave was de troost der armen
en bedroefden. Met den heer Hers
king was het geluk bet landgoed
binnengetrokken, bij droeg het
mannen tekort kwamen in mensch
lievendheid ten opzichte der
kleurlingen, die, hoe onbeschaafd
ze ook mogen zijn en schijnen,
toch in menig opzicht nog staan
boven het redeloos dier, dat vaak
een betere behandelieg te beurt
viei, dan die „menschen" onder
vonden van ons, „uitverkorenen".
Het Nederlandsch-Belgisch
verdrag.
Prof. dr. H. T. Colenbrander
behandelt in „De Gids" nogmaals
het Nederlandsch-Belgisch ver
drag. Schr. bespreekt daarin
o.m. de argumenten van de heeren
Bongaerts en van Eysinga, met
hem en den heer Moresco, mede
inleiders op de buitengewone
algemeene vergadering der Mij.
voor nijverheid en handel aan dit
onderwerp gewijd. Naar aanlei
ding van het voorloopig verslag
der Tweede Kamer schrijft hij:
Mocht de Tweede Kamer, on
danks eventueele verijdeling harer
hoop (dat de Regeering om het
verdrag voor de Staten-Generaal
aannemelijk te maken, met de
Belgische regeering opnieuw in
onderhandeling zal treden om te
streven naar wegneming van de
nog groote en voor talrijke leden
der Kamer onoverkomelijke be
zwaren), desniettemin het tractaat
goedkeuren, dan is het wei niet
denkbaar meer dat dit anders zal
geschieden dan bij minieme
meerderheid. In dat geval wake
de Eerste. Maar ik geloof niet
dat het zoo ver komen zal. Het
tweede Kamerverslag beduidt
daartoe na het eerste een te
grooten stap vooruit in ernst van
behandeling. Hoe langer men de
zaak laat liggen, hoe meer zij
zich in haar waar karakter zal
openbaren. Billijkheid tegenover
België wenscht iedereen, maar
tot een knieval voor dien weinig
oprechten nabuur ziet Nederland
geen aanleiding.
De heer Van Karnebeek, aan
het slot der M. v. A., zinspeelt
op een nieuwe oriëntatie der
eer in de hutten der dorpsbe
woners, bet woonde in zijn eigen
buis, in zijn huwelyk, het bloeide
voor hem bijzonder in zijn acht
tienjarige dochter Emma, zijn
eenig overgebleven kind. De heer
Hersking was eeD streng geloovig
katholiek zijn geloot was nooit
hinderend opgetreden tusschen
hem en zijn liefde, zelfs had hij
zijn eerste drie kinderen prote-
stantsch laten doopen. Maar toen
het eene na het andere ten grave
daalde, en dan na vele kommer
volle dagen mevrouw Hersking
tot haar onbeschrijfelijke vreugde
nog eenmaal moeder werd, toen
verlangde hy toch, na een lang
gesprek met zyn biechtvader, dat
het kind katholiek zou worden.
Zijn gade was hier niet tegeD,
het was haar hetzelfde, hoe haar
kinderen God beleden, als zy Hem
slechts voor oogen hadden en in
hun hart droegen, als zij slechts
goed werden als hun vader en
gelukkig als zy zelve.
Haar echtgenoot had haar deze
vermeende lijdzaamheid dikwijls
tot verwijt gemaakt en gezegd
«Zie, Elizabeth, daarom wil ik
dat onze Emma katholiek worde,
opdat zy een geloof bebbe, dat
haar dierbaar ia, waarvoor zfj
strijdt, waarvoor ijj sterft, als bat
Belgische politiek: eene toena
dering tot Nederland. Wij ge-
looven daar niet aan een België,
dat op dit verdrag blijft staan,
heeft voor Nederland's vriend
schap geen offer over. Het offi-
cieele België hangt nog altijd aan
Frankrijk, al moge het waar zijn
dat het van zijn volgzaamheid
minder genoegen heeft beleefd
dan het in zijn roes van 1919
hoopte. België schuwt Nederland
omdat het een slecht geweten
heeft en zijn eigen Vlamingen
niet vertrouwen kan. DeViaamsche
nationalisten, aan hun toekomst
binnen Belgisch staatsverband
wanhopende, heil en inderdaad in
gedurig grooteren getale sterk tot
Nederland over. Hun wenschen
te vervullen, zou ons mede
plichtig maken aan de scheuring
van den Belgischen staat. Dit
beoogt de heer Van Karnebeek
geenszins. Hij wil „bij de ves
tiging van de volledige Belgische
zelfstandigheid, tevens de grond
slagen leggen van eene toenade
ring van België tot Nederland".
Die toenadering zal nimmer echt
zijn tenzij de zelfstandigheid het
is. Het schrappen der neutrali-
teitsbepaling heeft de zelfstandig
heid niet bevorderd maar in
gevaar gebracht. Niets zal de
toekomstige verhouding tot Neder
land zóó troebel laten, dan dat
België ondervindt, onredelijke
voordeelen op ons te hebben
kunnen behalen omdarf en zoolang
het zich door Frankrijk inspireeren
liet. Het had den moed behooren
te vatten te onderzoeken, of rede
lijke voorwaarden te verwerven
waren van een Nederland dat
men met open gelaat tegemoet
trad. Zoodra dit alsnog geschiedt
valt eene betere verhouding tus
schen Nederland en België binnen
bereik; eerder niet. Den wil
daartoe wekken wij niet door
thans toe te geven. Van een kind
dat men eerst verwend heeft,
dankbaarheid te verwachten is
kortzichtig, en dit is niettemin het
geen de heer Van Karnebeek doet.
Zijne staatkunde brengt de be-
langenharmonie, waarvan hij
droomt, niet tot stand.
zijn moet. En daaraan moet ge
erkennen, dat het uwe 't rechte
niet is, omdat gij het zoo gewillig
geeft, zoodra ik het eisch voor uw
kind, zonder bede, zonder strijd
Mevrouw Hersking glimlachte
«Geloot mij, myn dierbare vriend,
wij beiden zoeken deDzelfden wegj
tot God. Wie zal uitmaken,
welke de rechte, welke de Daaste
zij! God zal Zijn schepselen, door
Hemzelve in zwakheid geschapen,
niet richteD, ais zij dwalen in
den vorm hunner aanbidding, vol
liefde zal Hij allen opnemen in
Zynen schout, ailen die Hem zoc-
keD, vanwaar zij ook kotneB.*
Dat maakte haren echtgenoot
steeds tevreden zy had by haar
waarlyk vromen zin een helderheid
van denken en van bewijsgronden,
die hem belang inboezemde en
tegelijkertijd geruststelde. Toen de
kleine Emma eindelijk was opge
groeid tot een bloeiend achttien
jarig meisje, begaf de familie zich
naar de residentie om den winter
door te brengen. Mevr. HerskiDg
had daar vele verwanten, die haar
in de gezelschappen binnenleidden
en door de aanzienlijke middelen,
waarover zy beschikken konden,
werden ze overal gaarne gezien
en zelfs gezocht.
(Wordt vervolgd),
AXE