Toeval of Voorbeschikking Nieuws- en Advertentieblad afla voor Zeeuwsch- Vlaanderen No. 9. DINSDAG 4 MEI I 926. 42e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Kameroverzicht. De Eerste Kamer heeft deze week in twee korte vergaderingen de geheele Staatsbegrooting aan genomen. Bij de meeste hoofd stukken was slechts een enkele spreker, soms zelfs geen, zoodat het de Ministers niet moeilijk werd gemaakt. Straks zal de Senaat evenwel nog, evenals de Tweede Kamer doet, meer uitvoerig over de begrooting napraten. Bij het le Hoofdstuk „Huis der Koningin" maakte de heer Men- dels enkele opmerkingen omtrent het inkomen van de Kroon, maar in hoofdzaak om te weten, wat er met het geld gebeurt, dat H M. niet gebruikt. De vraag leek nog al zonderling en de heer De Geer volstond met de verklaring, dat het bedoelde geld in de schat kist blijft. Van meer belang was de be handeling van de begrooting van Justitie. De heer Mendels vond aanleiding er op te wijzen, dat het nieuwe Wetboek van Straf recht aan de advocaten nog meer werkzaamheden opdraagt dan vroeger, welke zij pro Deo, dus zonder vergoeding, moeten ver richten, en klaagde over de be handeling van gevangenen, ver dachten, enz. Binnenlandsche Zaken vorderde ook weinig tijd. De heer Hermans mocht met zijn verzet tegen de Burgerwachten geen succes oog sten en de heer Westerdijk moest op zijn aandringen om weder een Directeur-generaal voor den land bouw te benoemen, vernemen, dat Minister Kan daaraan niet denkt. De pesprekingen bij de be grootingen van Onderwijs en Ar beid waren van heel weinig be lang. Bij Waterstaat bespraken de heeren Michiels van Kessenich en De Gijselaar de zoo nood zakelijke verbetering van onze groote wegen. Minister Van der Vegte kon weinig uitzicht geven voor het spoedig vervullen van dezen wensch. Allereerst is noo- dig de invoering van een wegen belasting, die de noodige gelden (7 »Wat?< viel de majoor hem in de rede, >is in het jaar 1740 Othello hier reeds gegeven En toch was het, als ik mij niet ver gis, Schroder die het eerst en wel veel later het eerste stuk van Shakespeare in Duitschland liet opvoeren »Ik vraag u wel excuus,* her nam de oude. >De hertog zag, op een reis door Engeland, in LondeB Othello opvoeren, liet hem, dewijl hy hem buitengewoon beviel, vertalen en naderhand hier meer malen opvoeren. Myn kroniek luidt echter verder Bovengemelde Charlotte Fan- dauerin heeft de rol van Desde- mona vervuld en is door den degen, waarmede zij in het stuk zelve gedood moest worden, el- lendigly k omgekomen. Dezen moord verhaalt men hier op de volgende wijzeCharlotte moet zeer schoon geweest zijn aan het hof ging het toen onder hertog Nepomnk zeer zedeloos toe Cöar lotte werd de geliefde van den hertog. Zjj echter moet zich niet verschaft En hoewel Z E. meent, dat het hiertoe strekkend wets ontwerp nog dit jaar in behan deling zal kunnen komen, weten wij maar al te goed, dat de zaken niet zoo erg vlug gaan. Donderdag kwam de Kamer nog even bijeen om te beslissen over het al of niet in behandeling nemen van de Bioscoopwet. Zoo als bekend is, meent de linker zijde, dat dit onder het huidige extra-parlementair Kabinet niet moet geschieden. Maar de Regee ring en met haar de rechterzijde denkt daar anders over, zij zien daarin geen politieke daad het politieke karaktei aan de wet is volgens haar, slechts gegeven door de houding van de linkerzijde. En aangezien beide partijen bij haar standpunt bleven, werd het voorstel tot behandeling van de wet bij zuivere partijstemming, rechts tegen links, aangenomen. De behandeling van wet is ge steld op 11 Mei a.s. De Tweede Kamer heeft aller eerst de Indische begrooting aan genomen MinisterKoningsbergen, hoewel goed op de hoogte van koloniale zaken, bepaalde zich in hoofdzaak tot het toezeggen van overweging enz. Overigens wees hij er op, hoe gemakkelijk het is veel te vragen, maar op welke groote moeilijkheden men in Indië stuit. Zoo bij de genees kundige verzorging, doordien het noodige personeel ontbreekt en ten aanzien van het onderwijs, waarvoor men bij de inlandsche bevolking zelfs weinig steun vindt. Suriname blijft de noodlijdende kolonie, die teiken jare eene be langrijke bijdrage uit 's Rijks kas moet ontvangen. De begrooting van Suriname werd, evenals die van Curasao, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Woensdagavond was Justitie aan de orde, waarbij verschillen de oude kwesties weder uitvoerig werden besproken. De vergadering duurde zelfs tot over tweeën in den nacht. blindelings en onvoorzichtig aan hem overgegeven hebben zij was afgeschrikt door het voorbeeld van zoovelen, die hij na eenige maan den of jaren verstiet en ellendig liet omdwalen. Ze moet daarom een verschrikkelijk verbond met hem gesloten hebben en eerst, nadat hy dit verbond bezworen had, zich aan hem hebben over gegeven. Maar zooals met de andereu, zoo giug bet ook met Charlotte. Hy was haar spoedig moe, en wilde haar op een zachte wjjze verwyderen. Zy echter dreigde hem, het verbond dat hij met haar had aangegaan, te laten drukken en door gansch Europa te laten verspreiden ze zei hem ook, dat ze dit gescbrift reeds in 7ele vreemde steden had afgege ven, waar het op haar eersten wenk zou verbreid worden. De hertog was een gruwzaam heer, en zyn toorn kende geen grenzen. Hy moet op verschillende maniereD beproefd hebben haar door vergif te laten omkomen maar zij at niets dan datgene wat zij zelf gekookt had. Daarop gaf hij aan een tooneelspeler een groote som gelds en liet Othello opvoeren. Ge zult u herinneren, dat in het treurspel van Shake speare Deidemona door den Moor De heer Van Rappard en mej. Meijer bespraken de toestanden in de gevangenissen en mevrouw BakkerNort uitte haar bekende klachten over onze verouderde huwelijkswetgeving en de positie van de gehuwde vrouw. Mr. Van Aalten drong aan op de burger lijke rechtsvordering en de her ziening van de naamlooze ven- nootschappen. De heer J. ter Laan besprak de rechtspositie der ambtenaren en wees er op, hoe daaraan ge durende vijfjaren niets is gedaan. De heer Kleerekoper en mej. Katz drongen aan op wijziging van de toestanden in Veenhuizen door Kleerekoper en Gerhard werd tevens scherpe critiek uitgeoefend op de handelwijze van het be stuur van ds. Glindhorst. En zoo werden nog vele onderwerpen ter sprake gebracht, te veel om hier te vermelden. Minister Donner beantwoordde de lange rij sprekers betrekkelijk kort. Verschillende punten zijn nog in onderzoek. De kwestie der lijkverbranding moet blijven rus ten, aangezien dit onderwerp naar de meening van Z.E. op politiek terrein ligt. Over het geheel kreeg men weinig belangrijks te hooren. De Minister kent nu echter de wenschen van de Kamer en men mag aannemen, dat hij deze ernstig zal overwegen. Donderdag werd eene avond vergadering gehouden, waarin de begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan de orde was. De splitsing, die ten aanzien van het lager onderwijs langza merhand algemeen is geworden en bij het middelbaar onderwijs meer en meer wordt doorgevoerd, bestaat bij het hooger onderwijs gelukkig nog maar in geringe mate. Terwijl nu de anti-revo lutionairen de splitsing ook op dit gebied wenschen, verzetten de Christelijk-historischen zich daartegen met kracht. Vrijdag werd door den heer Hiemstra eene interpellatie tot de Regeering gericht aangaande de in het bed verstikt wordt. De acteur speelde zijn rol maar al te natuurlijk; want Charlotte is nooit weer ontwaakt.» De graat huiverde. >Eo zou dit waar zyn riep hij uit. Vraag het maar aan oudere personen in deze stad, en als ge wilt, zult ge dit verhaal overal kunnen hooren. Naderhand werd door het gerecht een onderzoek ingesteld naar den moordenaar maar de hertog belette het, nam den acteur van het theater in zijn dienst en verklaarde dat Char lotte door toeval was gestikt. Maar acht dagen daarna verloor hy zijn eenig zoontje, een prins van twaalf jaar.* »Toeval zei de majoor. »Noem het maar altijd zoo,* antwoordde de oude en bladerde verder »maar hoor verder! Othel lo werd twee jaar lang niet meer gegeven want wegens de herin nering aan bedoelden moord mocht de hertog dit treurspel niet lijden. Maar na twee jaar in dit boek staat ieder blijspel opgeteekend na twee jaar was hy zoo roekeloos, het weder te doen op voeren. Hier staat hetDen 28sten September 1742 Otbello, de Moor van Venetië en hier aan den rand staat aangeteekendZonder- bestrijding van werkloosheid en de werkverschaffing in het bij zonder in de noordelijke provin ciën. De interpellant wees op de groote ellende, die in Drenthe en in eenige gedeelten van Fries land en Groningen heerscht en critiseerde de verschillende daden van de Regeering, inzonderheid het lage loon, dat vanwege de werkverschaffing wordt gegeven en de tewerkstelling elders, zoo als in België en in de mijnen. Minister Kan vestigde er de aan dacht op, dat de werkverschaf fing een noodmaatregel is, die moet leiden tot een beteren toe stand Loonsverhooging zou dan ook bij de werkverschaffing niet op haar plaats zijn. Hel eenige afdoende middel is emigratie, aangezien er zeer weinig kans bestaat, dat de arme veenstreken ooit hunne geheele bevolking zullen kunnen voeden. De heer Weitkamp betoogde, dat ontginning thans te kostbaar is en niet onmiddellijk baten af werpt. Hij meent, dat de verve ning moet geschieden met hulp van fabrikanten, die vergoeding zouden kunnen krijgen voor het verschil tusscheh de prijzen var. turf en kolen. Slechts indien er zich meerdere industrie vestigt, is de bevolking blijvend te hel pen en in dit verband vermeldde de heer Engels dankbaar de ves tiging van eenige nieuwe fabrie ken. Maar de Regeering kan hier niet zelfstandig optreden. De interpellatie is nog niet geëindigd, maar zal vermoedelijk weinig resultaat hebben. Zij moet dan ook hoofdzakelijk worden opgevat als een blijk van belang stelling van de Kamer in het lot der arme menschen. En inzon derheid natuurlijk van de partij, van welke de interpellatie uitging, de S.D.A.P. Ais zoodanig is zij geslaagd, maar het blijft de vraag, of Kamer en Regeering haar tijd niet beter kunnen gebruiken dan voor dergelijk werk, dat toch nooit eenig tastbaar succes zal kunnen hebben. ling! Den vijfden October is prinses Augusta gestorven, ook juist acht dagen na Othello, even als vóór twee jaar de hoogstzalige prins Frederik. Is dat toeval, mijn waarde heeren >AUes toeval!* zeiden beiden. »Verder! Den 6en Februari 1748, Othello, de Moor van Venetië. Hoe het weer zoo treft Ziet hier, mijDe heeren! Dat heeft de souf fleur opgeschreven, wees zoo goed eens te zien, het is dezelfde hand, die hier als kantteekening op merkt Ontzettend Charlotte spookt weder, prins Alexander den 14en plotseling gestorven, acht dagen ca Othello.* De oude hield op 6D zag zijn gasten vra gend aan zij zwegenbij bladerde verder en las: »Den 1Ö9H Januari 1775, ter benefice van mejuffrouw Roller Othello, de Moor van Venetië. Zie verder Arme prinses Elisabeth, moest ge zoo spoedig stervenGestorven 24 Januari 1775.* »Poetsen viel de majoor hem in de rede. >Ik geef toe, dat bet zoo is eenigermate zal de gril ligheid van het lot het werkelijk wel zoo geschikt hebben geef mij echter slechts e e n e n ver- standigen grond aan tusschen oorzaak en werking, alt gy deae Het verdrag met België. De waarborg tractaten van 1839. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt Baron Moncheur, ambassadeur van België te Londen, heeft Woensdag een onderhoud gehad met minister Vandervelde, en een der hooge ambtenaren van het departement van buitenlandsche zaken heeft zich dezer dagen naar Londen begeven. In zekere officieuze kringen wordt verteld, dat dit verband blijkt te houden met de bijeenkomst te Londen van een aantal internationale ju risten, die de opheffing van de waarborg-tractaten van 1839, op internationale rechtsgronden, heb ben vast te stellen. Het debat te Leiden. Donderdagavond is in een ver gadering van de Vereeniging voor Staatkunde te Leiden gesproken over het Nederlandsch-Belgische verdrag. Sprekers waren de heeren H. Dunlop, prof. ir. J. Nelemans en F. W. J. Drion. Aan het debat nam allereerst deel prof. dr. H. T. Colenbran der. Hij sprak er zijn vreugde over uit, dat door de voorstan ders van het tractaat niet meer wordt gewerkt met het schrik beeld van eventueele internatio nale verwikkelingen na verwer ping. Hij kon niet deelen de opinie van den heer Drion, als zou het tractaat een normale uit werking zijn van dat van 1839. Veeleer is het een uitvloeisel van den stand van zaken van 1919. Immers in het verdrag van 1839 wordt slechts gesproken van toe zicht op de Scheldewerken, ter wijl nu aan Nederland het be heer door een internationale com missie zou worden opgedrongen. Spr. beroept zich op het verschil tusschen de woorden conserver (in 1839) en entretenir (in 19251 Het richtsnoer van deze commissie van beheer is het scheepvaart- belang van Antwerpen, zooals ook uitdrukkelijk staat geformu leerd. Geen melding wordt hier naast gemaakt van het belang der Zeeuwsche oeververdediging. hoogstzaligen door Othello wilt laten sterven »Heer,« antwoordde de oude man met diepen ernst, »dat kan ik nietmaar ik herinner u aan de woorden van dien grooten geest, die ook dezen ongelukkigen Othello geschreven heeft: Er zijn vele dingen tusschen hemel en aarde, waaiaan de wijsgeeren nooit gedacht zouden hebben »Ik ken ze,zei de graai>maar ik denk dat Shakespeare deze spreuk nooit gemaakt zou hebben, als hij geweten had, hoeveel belachelyks daarin te vinden is.« »Wel mogelijk,* hernam de zanger; »hoor echter verder! Ik kom nu aan een eenigszins nieuw voorbeeld, dat ik mijzelven her inneren kan, aan den her tog zelve* »Wat viel de majoor hem in de rede, »dezelfde die de actrice liet vermoorden Wordt vervolgd). TOCH BANG. Jantje is bang voor een hondje, Laatst zei z'n broer „Je hoeft niet bang te wezen, 't Beest doet niets. Zie maar eens, hoe 1 et met zyn staartje kwispelt." „Ja," antwoordde Jantje, „dat zie ik wel, maar ik ben bang voor het andere eind,"

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1926 | | pagina 1