tekort van f 6000 een reuzensom.
Momenteel spreekt men van
f 17.000, f 20 000 en f 31.000 alsof
liet niks is. De heer Kruysse
sprak hier van een concurrent
binnenhalen en nog geld toege
ven. Zoo is het inderdaad en
daarom moest de heer Kruysse
thans met hart en ziel voor zelf
exploratie zijn of tenminste er
met alle kracht aan mee gewerkt
hebben dat een grondig onder
zoek werd ingesteld.
Vervolgens wees spr. op de
verg. van 11 Maart 1924 waar
wijlen dhr. Van der Hegge Zijnen
een becijfering gaf, voigens welke
Axel, bij een eigen elektriciteits
bedrijf van 2 tot 16 duizend gul
den kon verdienen binnen 6 jaar,
indien alleen de kom werd aan
gesloten en van 8 tot 5 duizend
gulden verlies bij exploitatie van
de buitenwijken alleen en van
f3600 tot f20.000 winst als de
geheele gemeente aansloot. Tegen
dit schitterend perspectief in, zegt
dhr. 't Gilde, adviseerden B. en
W. om concessie te verleenen
aan de P. Z. E. M.
Dhr. J. de Feijter betwijfelde
in die verg., of er werkelijk in
de gemeente behoefte was aan
electriciteit op grond van erva
ring bij een vergadering van be
langstellenden.
Dhr. Van Dixhoorn wees op
den eed, die de leden hebben
afgelegd om de gemeentebelan
gen voor te staan en zou in ver
band daarmede de electr. voor
rekening van de gemeente willen
nemen.
Dhr. 't Gilde wil nu zijner-
zijdsch dhr. van Dixhoorn op
den eed wijzen, nu hij voor de
P.Z.E.M. is. Wij hebben zegt
spr. den eed afgelegd voor
de gemeente maar niet voor de
P.Z.E M.
In de verg. van 17 Sept. '24
werd een conferentie gehouden
met commissarissen van de P. Z.
E. M. en den heer Streefkerk.
Spr. wees op het z.i. aanmatigend
optreden dier heeren in deze
verg. Op 25 Nov. worden B. en
W. van voorstanders van conces
sie weer voorstanders van eigen
exploitatie. Ondanks sprekers
waarschuwing, dat de gegevens
van den adviseur onbetrouwbaar
waren, ging de meerderheid van
den Raad door dik en dun met
den adviseur mede. B. en W.
moesten bedenken, dat zwijgen
ook misdadig kan zijn. Door den
adviseur werd gerekend met
142.000 K.W.U. en nu wij rekenen
met 50.000 K.W.U. vind en de
h h. Oggel en Kruijsse dat veel
te hoog, al wil ook spr. erkennen,
dat dit aanvankelijk een hooge
raming is. Spr. vindt het echter
frappant te moeten aanzien, dat
B. en W. nooit hebben willen
zien welke groote fouten in dat
rapport zijn gemaakt, terwijl zij
nu en andere heeren nu bereke
ningen maken, waar deskundigen
een puntje aan moeten zuigen
Op 7 April 1925 kregen we
bericht dal het contract door de
Ged. St. werd afgekeurd. Met
verontwaardiging werd besloten
bij de Kroon in beroep te gaan.
Op 7 Nov. draaiden B. en W.
weer hun rok en stelden weer
voor om concessie te verleenen
aan de P.Z E.M. Niemand voelde
er iets voor en dhr. van Dixhoorn
verdedigde zelf-exploitatie, erop
wijzende, dat we hier toch geen
Russische toestanden hebben,
waar een college kan zeggen
„zoo moet je", als de gemeente
weet, dat het haar nadeel is. Hij
zou het Ged. St. nooit kunnen
vergeven, als de gemeente ge
dwongen werd zoo'n strop te
moeten aanvaarden en drong aan
op zelf-exploitatie in verbinding
met de gasfabriek, waardoor de
gemeente baas bleef in eigen
huis, enz.
Dhr. 't Gilde zegt, dat was
mannentaal van dhr. van Dixhoorn
maar waar blijft die flinkheid nu
Ged. St. hier kwamen en hij re
tireerde en tegen een beroep op
de Kroon zou stemmen.
Vóór die conferentie had spr.
zijn adviezen ingewonnen, waar
bij dhr. Weijns spr. verweet voor
de f 15000 garantie te hebben ge
stemd spr. wil verklaren, dat
als hij toen geweten had, wat hij
nu weet, zou hij daar niet heb
ben voor gestemd. Maar men
moest billijken, dat spr. zooveel
moeite gedaan heeft, wat het
werk van B. en W. was geweest,
die niet schijnen te begrijpen,
dat men in deze nooit te veel
gegevens kan hebben. Spr. wees
erop, dat de voorz. toen zeide,
die gegevens te kennen en vraagt
hoe is het toch mogelijk, dat B.
en W. dan daar nooit iets van
hebben gezegd, waar hun toch
was duidelijk gemaakt, dat zelf-
exploitatie veel voordeeliger was.
Dergelijke houding van B. en W.,
die niet meer willen zeggen, dan
zij kwijt willen zijn, wekt wan
trouwen bij den Raad en ook
bij de burgerij.
Spreker waarschuwde op 16
Febr. geen ondoordachte beslis
sing te nemen, welke waarschu
wing de burgemeester overbodig
achtte. En toch werd besloten
om f 17000 garantie aan te bie
den. Dhr. Oggel wees op het
rapport-van der Hegge Zijnen,
dat van f 16000 winst spreekt bij
een afname van 142000 K.W.U-,
en nu noemt hij 22.500 K.W.U.
een normaal getal. Men zou dan
ontvangen 22.500 X 40 ct.
f 9000, of f 8000 te kort komen
op de garantie van f 17000.
Vervolgens wil spr. wijzen op
plannen, die hangende zijn
misschien hier bekend nl. om
concessie te vragen voor stroom-
levering op coöperatieven grond
slag, waardoor een verg. zal wor
den belegd en waarin men aan
deden kan nemen evenredig aan
de garantie, die een arbeider voor
verbruik kan stellen. Men zou
dan om concurrentie te voorko
men de gasfabriek eventueel wil
len overnemen, waarop de ge
meente het geld kon laten staan
als hypotheek. Spr. waarschuwt
daarom om op te passen, dat de
P.Z.E.M. niet buiten haar boekje
gaat.
Voorts zou spr. gaarne zien,
dat b.v. te Goes een verg. werd
belegd van gemeentebesturen met
een gasfabriek, om gezamenlijk
gas-eiectrificatie te bespreken,
waarbij dan verschillende des
kundigen genoodigd kunnen wor
den.
De Voorz. antwoordde, dat hem
aangaande die plannen niets be
kend is en ook de Raadsleden
verklaren er niets van te weten.
Dhr. OggelEr schijnt wel op
een eigenaardige manier gewerki
te worden.
De Voorz. stelt aan de orde
de intrekking van het raadsbe
sluit betreffende Spui en als nie
mand daartegen is, wordt het
voorstel z. h. s. aangenomen.
10. Kohier hondenbelasting.
Dit kohier werd vastgesteld
overeenkomstig het voorstel van
B. en W. op een bedrag van f 619.
11. Verkoop bouwgrond.
De Voorz. zei, dat nog was
ingekomen een verzoek van P. J.
van Bendegem Pz., koopman
alhier om aankoop van 7 M.
grond (perceel 24), wat m. a. s.
overeenkomstig de bestaande
voorwaarden wordt goedge
vonden.
13. Concessie-aanrraag P.Z E M.
Nog was pas ingekomen een
brief van de P. Z. E. Mwaarin
zij antwoord vraagt op haar
schrijven dd. 17 Nov. 1923,
waarin zij verzoekt om onder
en bovengrondsche electrische
geleiding te leggen in de kom
der gemeente.
De Voorz. zei, dat zooals be
kend is, dit schrijven destijds
aanleiding is geweest tot de ver
schillende besluiten, waardoor
antwoord uitbleef.
B. en W. zouden dit schrijven
willen behandelen in een volgende
vergadering, maar wilden gaarne
eerst hooren, hoe de Raad hier
tegenover staat, ook in verband
met hetgeen dhr. 't Gilde zoo even
naar voren heeft gebracht.
Dhr. 't Gilde zou het eenvoudig
voor kennisgeving aannemen en
de zaak niet uit de handen geven.
Hij meent zelfs dat de P.Z.E M.
het recht mist om op de Vlakte
stroom te leveren, al is het dat
de palen daar op Rijksgrond
staan. De Raad moet voorzichtig
zijn en niet over eennachts ijs
gaan.
Dhr. Oggel vindt het vreemd,
dat dhr. 't Gilde, die eenigen tijd
j geleden gepleit heeft voor garantie
aan de P.Z.E.M. ten behoeve van
de bewoners aan de Vlakte, opdat
ze spoedig zouden geholpen
worden en nu ze stroom krijgen,
zou hij het weer willen beletten.
Dhr. 't GildeEr zijn sinds
een hoop nieuwe gezichtspunten
naar voren gekomen.
Dhr. KruysseDhr. 't Gilde
wijst daar op nieuwe gezichts-
punten tusschen nu en enkele
weken geleden, waardoor hij zijn
meening verandert en maakt er
anderen een verwijt van dat ze
nu anders spreken dan voor 8
jaar geleden. Spr. noemt dat
geheele betoog van dhr. 't Gilde
over die geschiedenis niets anders
dan geschetter en reclame. Na
tuurlijk zijn tusschen nu en 1922
de meeningen veranderd. Eerst
ging het over concessie verleenen
aan de P. Z E. M. voor stroom-
levering. Daarop is een adviseur
benoemd, die in overweging gaf
een contract te sluiten met de
P.Z.E.M. Toen dat contract is
afgekeurd, werd gesproken over
zelf-exploitatie, enz. Dhr.'t Gilde
had toch eveneens gaarne gezien,
dat het contract was aangenomen?
Daarom beteekenen ai die aan
halingen van hetgeen vroeger
gezegd is, niets. Dat is maar
om reclame te maken en sommigen
lezen dat gaarne en zeggen die
of die heeft zijn vet eens gehad,
maar als spr. de notulen van
vroeger eens ging nasnuffelen,
dan zou hij het publiek ook wel
eens kunnen laten lachen om
hetgeen dhr. 't Gilde nu en vroeger
zeide.
Dhr. 't Gilde Dan moet dhr.
Kruijsse dat doen.
Dhr. KruijsseDaar sta ik te
hoog voor en zal ik mijn tijd
ook niet aan besteden, want het
dient nergens voor dan om te
schetteren.
Dhr. 't Gilde zal maar niet veel
zeggen over het geschetter van
dhr. Kruijsse, maar wil dezen in
overweging geven ook eens een
paar nachtrusten op te offeren om
te weten, wie in dezen het meest
hebben gedaan om een goede
oplossing te krijgen in de electri-
citeitskwestie. Het verheugt hem
intusschen, dat dhr. Kruijsse nu
eens in zijn ware gedaante uit
komt, want dat ik hier zit, is hem
I ook een doorn in 't oog.
Dhr. KruysseDat komt hier
niet bij te pas en ik houd vol,
dat het geen enkel nut heeft om
hier te komen vertellen hoe een
raadslid over 8 jaar en nu over
een zaak denkt; dat is maar re
clamemakerij.
Dhr. 't Gilde Die gegevens
zijn wel degelijk dienstig voor de
nadere plannen, die in de lucht
hangen en ik houd mij het recht
voor om een zaak te behandelen,
zooals ik dat in het algemeen
belang acht. Ik protesteer er
tegen, dat men meent dat ik hier
reclame zit te maken, als dhr.
Kruysse die worden niet terug
neernt, zal hij niet veel plezier
van me beleven.
Dhr. van Dixhoorn- acht de
zaak der electriciteit in deze ge
meente een heele lijdensgeschie
denis. Hij heeft twee zaken waar
over hij wenscht te spreken. Ten
eerste, dat tot zijn spijt niet is
uitgevoerd de opdracht aan B. en
W. om te onderzoeken of elec-
trificatie door middel van de gas
fabriek hier mogelijk en voor
deeliger was. Wel hebben we
een kattebelletje van den direc
teur der gasfabriek en een schrij
ven van de P.Z.E.M., maar dat
was niet zijn bedoeling. Ik
wenschte een degelijk deskundig
rapport en zou dit nog willen,
en al ben ik overtuigd, dat Ged.
St. niet zouden toegeven aan
zelf-exploitatie ze zullen dat
mimmer doen toch zou ik als
een zoodanig rapport op belang
rijk voordeel wees, willen door
werken en ik kan mij niet her
inneren gezegd te hebben, dat
ik er niet meer voor ben daar
tegen in beroep te gaan bij de
Kroon. Wel heeff spr. gezegd
dat, als we voor het geval ston
den, dat de Commissaris zeide
in geen geval zeif-exploitatie te
zullen toestaan, we dan de ver
antwoording op de schouders
van Ged. Staten kunnen laden.
Maar nu dhr. 't Gilde en an
deren de groote trom hebben ge
roerd over de voordeelen van
zelf-exploitatie, heeft spr. dat ook
eens laten uitrekenen door z ij n
adviseur en deze is tot geen
gunstige cijfers voor ons gekomen.
In de 2e plaats komt spr. op
tegen de meening, dat hij gere
tireerd zou zijn tegenover den
Commissaris en de Staten. Spr.
erkent gesproken te hebben over
een goede verstandhouding tus
schen den Raad en Ged. Staten,
maar de woorden die dhr. 't Gilde
mij in den mond legt, heb ik
niet gesproken. Wel heb ik ook
gestemd voor garantie, uit gebrek
aan een beter voorstel en omdat
Ged. St. afkeurden om onder de
gevraagde voorwaarden zelf de
distributie ter hand te nemen,
maar ik sta nog op het zelfde
standpunt, dat zeif-opwekking het
beste was. Nu ik echter daarover
van betrouwbare zijde ongunstig
advies kreeg, ben ik aan het
wankelen gebracht en als ik dan
anders stemde, was het op grond
van dat advies, maar niet opgrond
van een goede verstandhouding
met Ged. St.
En wat de inconsequentie ba-
treft, waarover dhr. 't Gilde sprak,
merkt spr. op, dat ook die nogal
eens verandert. Toen het rapport
van der Hegge Zijnen hier lag,
was daar in de oogen van dhr.
't Gilde niets goeds aan en nu
gaat hij naar hetzelfde bureau
zijn adviezen inwinnen. Maar spr.
zal er niet veel van zeggen, het
gaat z.i. niet aan om elkaar als
raadsleden op dergelijke klein
zielige wijze te bestoken.
Spr. blijft op het standpunt,
dat hij van af het begin heeft
ingenomen, nl. dat hij voor Axel
electriciteit wenscht en niet alleen
voor de kom, maar voor de ge
heele gemeente.
De Voorz.: De vraag is dus
of we aan de P.Z.E.M. vergun
ning zullen geven.
I Dhr. Van Dixhoorn Ook voor
I de buitenwijken
De Voorz.Daarvan wordt
niet gerept.
Dhr. Van Dixhoorn Dan ben
ik er tegen.
Dhr. j. de Feijter: Daar sluit
ik mij volkomen bij aan.
Dhr. OggelHet is ook de
bedoeling van B. en W. om het
voor de geheele gemeente te
krijgen.
Dhr. Van Dixhoorn bepleit, dat
ook vooral in de buitenwijken
die behoefte bestaat, want in de
kom heeft men gas. Het is jam
mer, dat P.Z.E M. niet wat roya
Ier is en zou er veel over kunnen
zeggen, maar het is niet de vraag
hoe we in het moeras gekomen
zijn, maar hoe we er uit komen.
Spr. heeft nog wel een idee,
maar zal hierover liever later
spreken, als er een meerderheid
voor te vinden is en dan zou
over een offer voor de buiten
wijken wel te praten zijn.
Dhr. Dieleman juicht het stre
ven van dhr. van Dixhoorn toe,
maar zou liever tot daden over
gaan en er voor zijn, dat een
deskundig rapport werd opge
maakt omtrent de resultaten van
zelf-exploitatie.
De Voorz. We staan toch voor
het feit, dat Ged. St. dat niet toe
staan.
Dhr. Dieleman Als we bewij
zen kunnen, dat het voor de ge
meente een groot voordeel geeft,
kunnen Ged. St. dat z.i. niet hand
haven.
De Voorz. Dan moet de Raad
veranderen, want besloten is daar
tegen niet in beroep te gaan bij
de Kroon.
Dhr. KruysseNeen, een be
sluit is nooit genomen. Wel is
in de conferentie daarover gespro
ken en toen heeft dhr. Van der
Weijde als lid van Ged. St. ge
zegd, dat ieder lid vrij bleef in
openbare vergadering te stemmen,
zooals hij wilde, maar als zoo zei
dhr. Van der Weijde de Raad voor
nemens is om in beroep te gaan
kunnen wij wel naar huis gaan.
En daarop heeft de Raad geant
woord, dat men het niet voorne
mens was, waarop de besprekin
gen werden voortgez
Dhr. Dieleman zou daarom voor
onderzoek zijn door neutrale men-
schen met goede betrouwbare
cijfers.
Dhr. Oggel kent zoo iemand,
die geheel buiten den Raad staat
en die de rapporten en cijfers,
die we hebben, heeft nagegaan
en deze is tot geheel nadeelige
uitkomsten gekomen. Het is ech
ter een heel moeilijke zaak, want
verschillende deskundigen spre
ken elkaar tegen en zooals
zooeven is gezegd, in het
begin werd het rapport van wijlen
dhr. Van der Hegge Zijnen afge
keurd door dhr. 't Gilde en nu
haalt hij er de gegevens uit ter
verdediging van zijn voorstel.
Dhr. Weijns kan het idee van
dhr. Dieleman steunen Voor
zich is hij overtuigd, dat zelf-
exploitatie groote kosten met
zich zou brengen en hij zou niet
gaarne het geld weggooien, maar
toch kan een onderzoek zijn nut
hebben.
Dhr. Dieleman wil het onder
zocht hebben, om overtuigd te
zijn, want ais het naaeelig is voor
de gemeente is hij er ook tegen.
Dhr. 't Gilde sluit zich daarbij
aan. Elk goed deskundig on
derzoek zal hij met beide handen
aangrijpen. Verder komt spr. op
tegen hetgeen dhr. Van Dixhoorn
zeide en naar aanleiding van de
notulen toont hij aan, dat de
woorden van dhr. Van Dixhoorn
in de verg. van 17 Nov. in strijd
zijn met het door hem gesprokene
tijdens de conferentie.
Dhr. Oggel merkt op, dat het
ophalen van al die notuleo niets
ter zake doet. Het belang der ge
meente wordt er niet doorgediend.
Men zit elkaar warm te maken en
het haalt niets uit.
Dhr. Van Dixhoorn zal er de
gioote trom niet over roeren en
laat zich ook niets in de schoe
nen schuiven. Hij is alleen ver
andert van inzicht ten deze op
grond van zijn onderzoek. Met
dhr. Dieleman is hij het eens, dat
een grondig en onpartijdig on
derzoek diende te worden inge
steld, ten einde te kunnen aan-
toonen, dat de Raad gedaan heeft
wat mogelijk is om het voordeel
der gemeente te betrachten. Spr.
voor zich heeft geen onderzoek
noodig, want ofschoon eerst van
een andere meening zijnd, is hij
thans overtuigd, dat zelf exploi
tatie nadeeliger is.
De Voorz. schorst de openbare
vergadering ter wille van dhr.
Weijns, die in besloten zitting
eene meededeeling wenscht te
doen aangaande de vraag van de
P.Z.E.M.
Na heropening deelt de Voorz.
mede, dat dit punt in een vol
gende vergadering behandeld zal
worden.
Omvraag.
Dhr. Oggél herinnert nog even
aan het verwijt dat door dhr.
't Gilde aan B. en W is gemaakt
dat iemand van dat college zou
hebben verteld dat Ged. St. het
garantieaanbod hadden verwor
pen, terwijl het nog niet vast
stond. Spr. deelde mede de con
ferentie met Ged. St. niet te heb
ben bijgewoond, en dus ook niet
de zegsman te zijn geweest.
Dhr. Koster verklaarde niet in
Axel te zijn geweest en begrijpt
ook niet, hoe men er aan kwam.
De Voorz. herhaalt, dat hij het
eerst 's Maandags aan de redactie
van de Axelsche Courant heeft
medegedeeld, om er publiciteit
aan te geven. Toen dhr. 't Gilde
er 's Zaterdags naar vroeg, stond
het nog niet officiëel vast.
Dhr. Koster stelt er prijs op,
dat dhr. 't Gilde zijn zegsman
dan maar noemt.
Dhr. 't Gilde zegt niet te weten,
wie het gezegd heeft, maar wel
tot wien het gezegd is en deelt
mede, dat de Redacteur van de
Terneuzensche Courant hem ge
zegd heeft, dat hij het reeds Za
terdag van een lid van het Da
gelijks Bestuur vernomen had en
's Maandagsavonds stond het ook
reeds in de Terneuzensche Cou
rant. Hij wilde er maar op wijzen,
dat het eigenaardig is, dat 's Za
terdags aan anderen verteld werd,
wat hem als raadslid nog niet
meedegecfijld kon worden.
De Voorz. vindt dat er geen
reden was om B en W. ten op
zichte hiervan verdacht te maken,