Toeval of Voorbeschikking Nieuws- en Advertentieblad m voor Zee u wsch - V" 1 aan deren. No. 5 DINSDAG 20 A PRIL 1926. 42e Juarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER--UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure. Onbewaakte overwegen. Dat bij het naderen van on bewaakte overwegen van spoor- of tramlijnen de eerste vereischte is: voorzichtigheid van het pu bliek, moge blijken uit het on derstaande antwoord van den Minster van Waterstaat op enkele vragen aan Z.Exc. gesteld door het Lid van de Tweede Kamer, den heer Boon, naar aanleiding van een ongeval dat plaats had met een autobiist bij den spoor weg bij Akkrum (Fr.). De Minister deelt daarin o.a. het volgende mede Verschillende corporaties heb ben destijds tegen de opheffing van de bewaking van den over weg in den straatweg Akkrum Heerenveen bezwaar gemaakt. Dergelijke bezwaren plegen ech ter van de zijde der plaatselijke belanghebbenden vrijwel alge meen te worden vernomen, zoo dat daaruit alleen niet kan wor den afgeleid, dat opheffing der bewaking niet had mogen ge schieden. Bij de vraag, of tot opheffing van de afsluiting en bewaking van een overweg overgegaan zal worden, wordt steeds zoowel van de zijde van de Nederland- sche Spoorwegen als vanwege het Rijkstoezicht nauwkeurig overwogen, of daartegen, met het oog op mogelijk gevaar voor het verkeer, bezwaren van beteekenis zouden kunnen rijzen dat is ook voor den overweg bij Akkrum geschied. Daarbij is gebleken, dat de toestand ter plaatse van dien aard was, dat afsluiting en bediening van den overweg niet langer noodig beoordeeld be hoefden te worden. Een automobilist, komende van de richting Akkrum, wordt na het omrijden van de bocht niet „plotseling" voor den spoorweg overgang geplaatst, want vóór de bocht is het waarschuwingssein geplaatst en de bestuurder van een auto, komende uit de richting Akkrum, is dus vóór de bocht reeds op den spoorwegovergang (3 »Hoe moedwillig viel de her togin hem in de rede. »Ge wilt me met een geheime kracht af schepen maar gedold slechts 1 De gelijkenis, die Sophie maakt, past toch niet geheel >Nu, we zullen dadelijk zien, wie de baron gelijk geett, zei de prinses. »De zaak is deze: we hebben hier een zeer goede opera, men geett alles door elkander, wat men slechts bedenken kan, oud en nieuw, maar ééa opera, de schoonste, de heerlijkste die ik ken, geett men niet. Ia den vreemde heb ik haar het eerst gehoord. Het eerste, wat ik deed toeD ik hier kwam, was te ver zoeken, ze hier te geven en nooit werd myn wensch vervuld. En niet omdat ze te moeiljjk is, men geeft zwaarder stukken, neeu de oorzaak is eigenljjk belachelijks »Eo hoe is de naam der opera,* vroeg de vreemde. »Othellol* «Othello Gewis, dat is een heerlijk kunststuk ook mij grijpt pelden een mmiek een els deie, voorbereid en kan dan zijn maat regelen nemen. Het is ook niet juist, dat het uitzicht „totaal" belemmerd wordt door de baanwachterswoning. Voordat men ter zijde van deze woning is gekomen, kan men een weinig omziende den spoor weg overzien, en tusschen de woning en den spoorweg is nog een afstand van 8 M., waar het uitzicht onbelemmerd is, ruim voldoende dus om den trein te zien aankomen, wanneer men de snelheid van de auto matigt tot 10 K.M. per uur, zooals is voor geschreven. Het onderzoek omtrent het on geval op 28 Februari 1926 heeft bovendien -zeer waarschijnlijk ge maakt, dat de oorzaak in iets anders dan onvoldoend uitzicht moet worden gezocht. Volgens ooggetuigen (wielrijders, die waren afgestapt, om den trein te laten passeeren), heeft de auto vóór den spoorwegovergang na genoeg stilgestaan en is daarop, terwijl de trein den overweg na derde, wederom aangezet. Hoe wel nooit zal worden opgehelderd, wat de beweegredenen van den autobestuurder zijn geweest, om het voorbijgaan van den trein niet af te wachten, is toch vrij wel zeker, dat deze aanvankelijk heeft willen stoppen, omdat hij een trein zag aankomen en daarna, meenende, dat hij vóór den trein nog wel kon paseeeren, is door gereden. Van het punt, waar de auto bijna stopte, was de trein te zien, en de oorzaak van dit ongeval kan zoogoed als zeker alleen gelegen zijn in onvoor zichtigheid van den bestuurder die doorreed, hoewel hij den trein heeft moeten zien, of in een gebrek aan de bewegings- of reminrichting van de auto. Ongelukken op onbewaakte overwegen kunnen door de noo- dige voorzichtigheid van het pu bliek ten allen tijde voorkomen worden. Het zelfvertrouwen van de machinisten kan door de bui ten hun schuld gebeurde onge vallen kwalijk geschokt worden. Een algemeen onderzoek wordt en ik gevoel my dagen lang feestelijk, ik mag wel zeggen hei lig gestemd, als ik Desdemona's zwanenzang op de harp heb hooreo zingen. Hoort ge dat? Hy komt ran Petersburg, Warschau, Ber lijn, wie weet ran waar ik heb hem nooit gezien en toch schat hy Othello zoo hoog. Eens moeten wy haar weerzien. Eu waarom zou zij niet meer gegeven worden Om een sprookje, dat niemand meer gelooft!» »Spot er niet mede,» riep de vorstin uit, >erzyn mij daadzaken bekend, die mij doen huiveren, als ik er maar aao denk. Maar we spreken voor onzen scheids rechter in raadselen. Stel u eens voor, of het niet verschrikkelijk zou zijo, als er telkens, als Othello gegeven was, brand kwam.» »Ook weer een vergelijking,» hernam Sophie, >maar het sprookje zelf is nog veel erger.» »Neen, er moet braad komen,» ging de moeder voort. »Othello werd eerst als drama naar Shake speare gegeven, reeds voor vijftig jaar. De sage zegt, men weet niet waardoor en waarom, dat zoo vaak Othello gegeven werd, zeke re gebeurtenis volgde. Alzoo ons branden, er kwam na de opvoering van Othello telken* brand. Men niet noodig geacht. Van geen enkelen overweg is de bewaking opgeheven, zonder dat zulk een onderzoek is ingesteld. Ten ge volge van dat onderzoek zijn op verschillende punten, waar dit wel noodig was, de woningen der vroegere wachters afgebroken, is houtgewas verwijderd, enz. Indrukken uit Drenthe van Dr. De Visser. Dr. J. Th. de Visser, de oud- minister, is naarEmmen geweest om er een spreekbeurt te ver vullen en er een vergadering bij te wonen om de droevige toe standen in Drenthe te bespreken en eventueele maatregelen ter verbetering te beramen. In de „Nederlander" deelt hij een en ander van zijn ervaringen mede „Mijn eerste indruk was deze, dat hier werkelijk een noodtoe stand bestaat. Wanneer men die millioenen, opgestapelde bergen turf ziet, die niet worden ver kochtwanneer men den zoo goed als geheelen stilstand in het veenbedrijf gadeslaat ;„wan- neer men niet alleen verveners en veenarbeiders, maar vooral ook den midden- en winkelstand hoort klagen over den algemee- nen maatschappelijken achteruit gang, dan lijdt het geen twijfel of wanneer hier niet wordt in gegrepen, men eerlang voor een wanhopigen toestand zal komen te staan. Een niet slechts stof felijke, maar ook zedelijke en geestelijke achteruitgang zal dan straks zijn te boeken, waarvoor geen middelen van redres zijn aan te wijzen. Vaststaat voor ieder onbevooroordeelde dat hier geholpen en zoo spoedig moge lijk geholpen moet worden. Wie meent dat ik overdrijf, moet zelf maar eens gaan zien en hooren. Hij zal spoedig van dien waan worden genezen". Wat moet er worden gedaan, om verbetering te krijgen vraagt dr. De Visser. Van emigratie verwacht hij niets. Steun van Regeeringswege van de veende rijen acht hij een te gevaarlijke nam er de proot mede, in langen tijd gaf men 0>hel!o niet. Er kwam een nieuwe geestvolle ver taling, ze word gegeven het ongelukkig toeval kwam terug. Ik weet het nog alsof het gisteren gebeurd is, dat Othello, iu opera veranderd, ten eersten male ge geven werd. Lang vooruit lachten we er om, dat we den ongeluk- kigen Moor van zijn offer beroofd hadden, omdat hij nu muzikaal geworden was Deidemona was gevallen, weinige dagen daarna eischte de Moor ook zijn twepde offer. Naderhand gebeurde het nog eens en daarom beeft men Othello nooit weer gegeven het is dwaas, maar waar. Wat zegt gij er van, baron Maar spreek oprecht, wat denkt gij van onzen strijd »Uwe doorluchtigheid beeft volkomen gelijk,» antwoordde Larun op half ernstigen, halt iro- nischen toon. »A!s gij het goed vindt, zal ik door een voorbeeld uit mijn eigen leven uw bewering staven. Ik had e6n ongehuwde tante, een onaaDgenamo geheim zinnige persoon wij kinderen noemden haar de vedertante, om dat zij gewoon was, groote zwarte veeren op haar hoed te dragen. Evenals by uw Othello, was ook b(j odi de «age, dat boo dikwijls proef, omdat hij vreest, dat men, eenmaal begonnen, er mee zal moeten blijven doorgaan. Kunst matige werkverschaffing van Staatswege brengt ook vele en velerlei bezwaren mede. „Het komt mij dan ook voor", gaat hij voort, „hoewel ik als leek mij voorzichtig wil uitspre ken dat een andere weg moet worden ingeslagen. Wie gezien heeft, welke schoone resultaten in sommige streken van Drenthe door ontginning en de omzetting van veengrond in akkerland is verkregen, moet wel tot de slot som komen dat in deze richting de oplossing van het moeilijke Drentsche vraagstuk moet wor den gezocht. De bloeitijd der veenderij schijnt voor goed voor bij deze kunstmatig in het leven te houden of te bevorderen, schijnt op blijvende teleurstelling te zullen uitloopen Maar voor de bewoners den bodem te cul- tiveeren en de menschen instaat te stellen kleine plaatsen te ver krijgen, waar zij zich blijvende inkomsten kunnen verzekeren, iijkt mij de richting, waarin moet worden gewerkt. Men sluit zich dan ook aan hij dat gene, wat aanvankelijk reeds tot uitnemende resultaten heeft geleid en men doet geen tijdelijk, geen stukwerk, maar roept iets in het aanzijn van blijvende waarde, en iets dat daardoor der menschen le vensgeluk verhoogt. De vraag rijst echter hoe dit te verkrijgen. Mijn antwoord luidt dat parti culier initiatief en Regeering hier kunnen samenwerken. Onze Ver- eeniging voor geestelijke en maat schappelijke zorg voor Drenthe en andere vereenigingen moeten een kapitaal bijeen brengen, waarmede zij credieten verleenen b.v. tot 10 pet. of 20 pet. om de menschen met die cultiveering te doen beginnen, terwijl dan het Rijk een bijslag van 90 pet. of 80 pet. verleent. Door dien prikkel aangemoe digd, zullen waarschijnlijk velen in Drente zich opgewekt gevoelen de hand aan den ploeg te slaan. de vedertante kwam, de een ot ander ziek zou worden. Daarover werd geiacben en geschertstomar de ziekte vertoonde zich steeds en wij waren het spook si zoo gewend, dat, zoo vaak de veder tante op bezoek kwam, reeds alle toebereidseleu gemaakt werdeu voor de ziekte, die komen moest, en zelfs de dokter gehaald werd. »Eao prachtige figuur, uw ve- dertaDte,» zei de prinses laehecd, »ik kaD mij haar voorstellen, zoo als zij het hoofd met een vederhoed uit den wagen steekt, hoe de kinderen loop?D, a!s kwam de pest, omdat er geen een lust had, om ziek te worden, en hoe eeu knecht te paard naar de stad moest rennen, om den dokter te halen, omdat de vedertante ver schenen was. Dan hadt ge waarlijk een levende witte vrouw in uw familie »Zwijg over die dingen,» viel de vorstin haar ernstig, bijna mis noegd in de rede»men moet niet zoo lichtzinnig spreken over die dingeu, die tntn niet loochenen kan en welker natuur nog Dooit verklaard is kunnen worden. Zoo is nu ook eenmaal mijn Othello,» voegde zy er vrienaelyker bij, >ge zult haar niet te zien krygen, baron, en ge moet de opvoeriug Bovendien heeft dit plan het voordeel, dat er geen verschillen van religieuzen of politieken aard kunr.en ontstaan, omdat ieder zich dan kan richten tot de vereeni- ging, waarvoor hij de meeste symphatie gevoelt. Tevens kan dan blijken, welke groepen van Nederlanders daadzakelijk het meest voor Drenthe gevoelen en het meest bereid zijn hier hulp te bieden. Ik zou wenschen dat de Vereeniging voor geestelijke en maatschappelijke zorg voor Drenthe z:cii inspande om hierin baanbrekend werk te doen en begon een kapitaal voor dit mooie doei bij elkaar te brengen. Goed voorgaan, doet goed volgen. Het eigen erf is en blijft altijd nog goud waard. In elk geval hoop ik op een beoordeeling van dit plan door deskundigen, vooral uit Drenthe zelf. Men hunkert daar naar een oplossing, en men wil werken. Ik voor mij heb zeer aangename indrukken van de bevolking mede gebracht en niet het minst gewaardeerd den arbeid onzer geestelijke voorgangers, predikan ten en evangelisten, die onder zeer moeilijke omstandigheden niet versagen en te midden der oeconomische moeilijkheden met groote toewijding hun werk voort zetten. Wij moeten hen, zij moe ten de bevolking helpenzij moeten dit Nederlandsche belang behartigen. Het is prachtig de lijdenden door storm of watersnood te heipen maar Drente, dat zoo veel leed en blijft lijden door de stormen van den tijd, mag niet worden vergeten. Wanneer dan ook de Vereeniging, die ik noem de, of andere Vereenigingen, he den of morgen een beroep gaan doen op de milddadigheid der bevolking om het door mij be doelde plan te verwezenlijken, vlei ik mij met de hoop, dat de beurzen zullen worden geopend en de provincie in het Noorden, op een behoorlijk stoffelijk en geestelijk peii, blijvend zal wor den gebracht". van uw lievelingsstuk maar er gens anders gaan zoeken.» »Eu toch zult ge haar zien,» fluisterde Sophie hem toe, »ik moet mijn Desdemona-lied nog eenmaal booren, zoo recht zien en hooren op het toor eel, al moest ik zelf daarvan het offer worden >Gij zelve vroeg de vreem deling getroffen >ik hoor toch, dat de spookachtige Moor slechts brandt, niet doodt?» »Ja, dat was maar de gelijkenis mijner moeder,» fluisterde zij nog veel zachter, xn&ar de sage luidt r og veel verschrikkelijker eu ge vaarlijker.» De kapelmeester klopte; de introductie van het tweede bedryf begon en de vreemdeling stond op, om de vorstelijke loge te ver- litt'D. De hertogin had hem wel willend ontslagen maar tever geefs zag hy naar den gezant uit, die stellig reecis lang in ziin loge was teruggekeerd. Besluiteloos ot hy rechts of links zou gaan, stond hy in de gang, toen een warma hand zich in de zyce legde; hij kerk op, het was graaf Zroniovsky. Wordt vervolgd j. Wie niet van het verledrn leert, wordt daarvoor gestraft door de toekomn, von Brkdqw* AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1926 | | pagina 1