Nieu ws- en Advertentieblad
voor Zeen ws c h - V1 a a n deren.
m
No. 89.
DINSDAG 16 FEBRUARI 1926.
41 e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENTlGN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Constitutioneel verval.
Naar aanleiding van het jongste
bericht in zake de Kabinetsfor
matie heeft mr. Dresselhuys, de
voorzitter van den Vrijheidsbond
de volgende uiteenzetting gege
ven over de ontwikkeling der
gebeurtenissen in verband met
de Kabinetscrisis en haar ver
loop
Mr. Dresselhuys verklaarde
juist op dit moment gaarne aan
de opvatting van de Vrijheids
bondsfracties over de gedane
pogingen uitslag te geven, omdat
het laatste communiqué het ver
moeden doet rijzen, dat een niet-
slagen van mr. Limburg geens
zins onwaarschijnlijk is, en dit
tot het trekken van consequen
ties zou kunnen leiden, die voor
ons constitutioneel stelsel en dus
voor ons Land allerbedenkelijkst
zouden zijn. Tot dusver, zoo
zeide mr. Dresselhuys, heeft de
Vrijheidsbond ondanks de groote
verzoeking, om ook de leden
zijner partij in het openbaar in
te lichten, zich opzettelijk van
kritiek op den gang van zaken
onthouden, omdat zijns inziens
tegenover de Kroon en hare
raadslieden het oirbaar scheen
dezen ongehinderd de belangrijke
taak van vorming eener nieuwe
Regeering te kunnen doen ver
vullen.
Temeer scheen daartoe aan
leiding toen dr. De Visser de
taak op zich nam een extra-par
lementair Kabinet te vormen, wat
ook naar onze meening de na
tuurlijke oplossing was, nadat
een Rood-Roomsche combinatie
al dadelijk onmogelijk was ge
bleken en van een herstel der
coalitie geen sprake kon zijn.
Nu echter op het vergeefsche
pogen van dr. De Visser een
beproeven van oplossing door mr.
Limburg ter hand genomen, even
min een einde aan de crisis
schijnt te brengen en reeds 94
dagen sedert het bekende Kamer
votum zijn verstreken, meende
de Vrijheidsbond, dat de gerecht
vaardigde verontwaardiging, wel
ke in den Lande heerscht, over
zoo langdurig stopzetten van Re
geering en wetgeving, vorderde,
dat de Vrijheidsbondsfractiën
overleg zouden plegen, wat in
deze mogelijkerwijs van de zijde
van het Parlement te doen viel
Gister, reeds vóór het bedoelde
communiqué bekend was, waren
dan ook de fracties uit Eerste en
Tweede Kamer tot dit doel bij
eengekomen. Een aanvankelijk
voornemen om te bevorderen,
dat de Tweede Kamer aanstonds
zou bijeenkomen, om het verloop
en de oplossing der crisis te
bespreken, eventueel de parle
mentaire werkzaamheden te doen
voortgaan, werd bij nadere over
weging niet geraden geacht. Een
verzoek van de Kamer tot de
Kroon zou vermoedelijk geen
practisch effect kunnen hebben
en een doorwerken met het de-
missionnaire Kabinet zou niet
slechts bezwaarlijk zijn geweest,
maar zelfs tot de opvatting kun
nen leiden, als meende de Kamer,
dat dit Kabinet naar het oordeel
der Kamer op zijn ontslagaan
vrage behoorde terug te komen.
De vraag bleek intusschen veel
meer urgent, waarom mr. Lim
burg onoverkomelijke moeilijk
heden bij zijn regeeringsformatie
zou kunnen vinden.
In de duisternis, waarin ons
volk gedurende de laatste helft
van het optreden van dr. De
Visser en de geheele periode
Limburg gelaten wordt, ligt ken
nelijk een aanwijzing, dat er, ver
borgen voor de publieke mee
ning, omstandigheden, personen
of machten zijn, die aan iedere
formatie zware hinderpalen in
den weg leggen. Waar zoo kun
dige mannen als dr. De Visser
en mr. Limburg niet een negen
tal bekwame mannen kunnen
vinden, in staat en bereid de
regeeringstaak te aanvaarden,
moeten er wel buiten hen lig
gende factoren zijn, die de ver
vulling van deze schijnbaar niet
te moeilijke taak verijdelen. Welke
zijr. die omstandigheden of mach
ten Volgens persberichten zou
de quaestie van het Belgisch
tractaat de groote moeilijkheid
zijn. Maar hoe is dit verklaar
baar?
Men heeft gezegd, dat het be
houd van jhr. van Karnebeek als
minister van Buitenl. Zaken
een der voorwaarden was, welke
zoowel dr. De Visser als mr.
Limburg zich stelden voor iedere
Kabinetsvorming.
Deze conclusie schijnt onaan
nemelijk. Hoe bekwam de heer
van Karnebeek zijn moge, er zijn
toch vele andere diplomatiek
geschoolde krachten, die deze
portefeuille met eer zouden kun
nen vervullen en niet door de
antecedenten gebonden zijn.
Welke redenen kan dan een
Kabinetsformateur hebben, om
persé den heer Van Karnebeek
als basis van ieder Kabinet vast
te stellen Dit te minder, nu
ieder weet, dat het ontworpen
tractaat in Nederland zoo uiter
mate onpopulair is en zoozeer
wordt geoordeeld tegen ons
Landsbelang en nationale eer in
te druischen, dat het zonder zeer
belangrijke wijzigingen als een
anti-nationaal accoord zou wor
den beschouwd.
Had de heer Van Karnebeek
belangrijke argumenten om te
bewijzen, dat die nationale op
vatting onjuist is, dan zou deze
zeker niet een jaar lang den
storm der openbare meening
tegen zijn werk hebben laten
opsteken en voortduren zonder
dat hij, en nu opnieuw mr. Lim
burg, de publieke meening en
die der vergeefs aangezochte
candidaat-ministers, in andere
banen had weten te leiden.
Maar dat alles blijft voor ons
in de dichtste nevelen verborgen.
Een feit is dat wij thans door
mr. Limburg op een nieuwe te
leurstelling worden voorbereid
zonder de mogelijkheid van
eenig oordeel des onderscheids.
En nu zouden wij met de
meeste kracht willen waarschu
wen, dat uit het nu gebeurde
onvermijdelijk zou zijn af te lei
den dat na mr. Limburg de eenig
mogelijke uitweg zou zijn: een
terugkeer van het demissionnaire
Kabinet. Reeds enkele dagen na
11 November hebben wij ge
waarschuwd tegen een bereiken
van dit eindresultaat. Ik wil niet
de beschuldiging uitspreken dat
een of meer politieke partijen
naar deze impasse hebben ge
streefd, al is herhaaldelijk ge
bleken dat velen der rechterzijde
een dergelijk geforceerd herstel
der coalitie niet ongaarne zouden
zien.
Wij onzerzijds, hoezeer reeds
vóór de crisis herhaaldelijk ver
klaard hebbende dat het Kabinet-
Kolijn van ons allerminst een
stelselmatige oppositie te wachten
had en ondanks onze waardeering
voor de kunde van vele zijner
leden, zouden dit resultaat toch
wel het allerbedenkelijkst achten.
Reeds na de Vlootwetcrisis
hebben wij de vertooning beleefd
van een Kabinet, zoogenaamd
gevangene der Kroon, zonder
practische parlementaire verant
woordelijkheid en zelfs zonder
duidelijke regeerlijn. Een recidive
daarvan, en nu nog wel in den
aanvang eener parlementaire pe
riode, zou een inbreuk zijn op
ons parlementair stelsel en een
ondermijning onzer constitutie,
die alleen sympathiek kan zijn
aan hen die den bestaanden re-
geeringsvorm gaarne ondergraven
zien. Ook de positie der Kroon
kan hieruit, hoezeer schijnbaar
een grootere macht haar wordt
verleend, uiteindelijk slechts
groote schade ondervinden. Ons
Staatsbestel door Thorbecke zoo
geniaal opgebouwd en waarvan
de hoeksteen is het beginsel der
Koninklijke onschendbaarheid en
der ministerieele verantwoordelijk
heid, zou in zijn diepste grond
vesten worden geschokt. De
Kroon zou temidden van den
partijstrijd worden geplaatst en
de controle der natie en haar
vertegenwoordigers volstrekt wor
den verijdeld.
Niemand die de toekomst van
ons land en onze grondwettige
vrijheden ernstig ter harte neemt,
kan een dergelijk constitutioneel
verval met gerustheid tegemoet
zien.
Daarom schijnt het voor dit
waarschuwend woord het rechte
moment, ondanks het feit dat de
vele al dan niet-ernstige, mis
lukte pogingen het publiek in een
toestand van moeheid hebben
gebracht, die velen wellicht doet
uitroepenliever de slechtste
oplossing dan nog langer onze
kerheid en regeeringloosheid
Op de vraag, wat zijns inziens
dan thans de oplossing zou moe
ten zijn, is het antwoord van mr.
Dresselhuys, dat die oplossing
uiteraard slechts te geven is, in
dien men kennis heeft gekregen
van de duistere obstakelen tegen
Kabinetsvorming, welke tot dus
ver voor ons verborgen zijn ge
houden. Maar dit, verklaarde hij,
staat voor mij vast, dat er een
oplossing moet zijn overeenkom
stig de eer en de waardigheid
van ons land, welke voorkomt,
dat wij concludeeren tot een po
sitie van parlementaire onmacht
en verzwakking, die ons zelfs
een kunstmatig herboren demis
sionair Kabinet als uitkomst zou
doen aanvaarden.
De oplossing door 'rr zooge
naamd nationaal Kabinet, reeds
vóór de crisis door ons bepleit,
niet in den zin van een amal
gama van alle partijen zonder
meer, maar van een stel mannen
die zich onthouden van partijpo
litiek met een programma van
uitsluitend die werkzaamheden,
welke in de neutrale zone lig
gend, op herstel en versterking,
van volkskracht zijn gericht, is
vandaag nog even natuurlijk mo
gelijk als vóór de pogingen van
de heeren de Visser en Limburg.
Die oplossing behoeft ook niet
zooveel tijd te kosten, wanneer
men zich van antecedenten van
het thans zittend ministerie, der-(
halve van Pauselijke en Belgische
quaesties» volkomen kan losma
ken. Een verlenging van twee
weken der crisis tot dit doel,
ware oneindig veel beter dan
een berusten door een gevoel
van afmatting in een komende
oplossing, welke onze natie en
hare vrije ontwikkeling duurzaam
zou schaden.
Aldus mr. Dresselhuys.
Geschenk aan de Koningin.
Door een comité van ongeveer
500 Amsterdammers zal als ge
schenk aan de Kon. Familie een
schilderij worden aangeboden van
Breitner, voorstellende het Damrak
Op den breeden vergulden rand
staat te lezen H M. de Koningin
en Z K.H. Prins der Nederlanden,
aangeboden door de burgerij van
Amsterdam, 1901 - 7 Febr. - 1926.
Het schilderij zal 17 Februari
a.s. in den Haag worden aange
boden. Het gaat vergezeld van
een gecalligrafeerd album, gebon
den in zwijnsleer. De voorzijde
van den band, die met zilver is
gemonteerd en met barnsteen ver
sierd, vertoont de wapens van
de Koningin, den Prins en de
Prinses.
Op de binnenbladen zijn aan
gebracht de monogrammen van
het zilveren echtpaar en het wapen
van Amsterdam met Keizerskroon.
Nationaal Huldebiyk.
De totale opbrengst van de
gehouden inzameling in de Pro
vincie Zeeland voor het Nationaal
Huldeblijk ter gelegenheid van het
zilveren huwelijksfeest van H.M.
de Koningin en Z.K.H. den Prins
der Nedeilander. bedraagt zuiver
f6969.85. Dit bedrag is aan het
hoofdcomité te Utrecht overge
maakt en zal met de bedragen
afkomstig uit de andere provinciën
en na aftrek van de kosten voor
het vervaardigen van een schil
derij van de Koninklijke Familie
door den heer P. v. d. Hem, aan
H M. de Koningin worden over
handigd, die dit bedrag zal be
stemmen voor leniging van de
gevolgen van den watersnood.
Vrydom ran zegelrecht.
Naar wordt medegedeeld, heeft
de Minister van Financiën dezer
dagen op verzoek van curatoren
in het faillissement beslist, dat
kwitantiën voor uitkeeringen in
zake faillissement zijn vrij van
zegelrecht, op grond van art. 17,
lid 2, Faill.wet, j o. art. 32g der
Zegelwet 1917.
(Wkbl. v. h. Recht).
Een conflict by de P. T. T.-
lelding.
Per dienstorder is aan het bu
reau van het Hoofd Bestuur van
Posterijen en Telegrafie bekend
gemaakt dat de Directeur-Gene
raal, de heer Ir. M. H. Damme,
voorloopig gedurende Februari
afwezig zal zijn.
Zijn werk zal worden waarge
nomen door de heeren mr. J. F.
van Royen, algemeen secretaris
der Posterijen en Telegrafie, G.
J. Hofker, inspecteur der Poste
rijen en Telegrafie in Algemee-
nen Dienst, en A. P. F. Duynstee,
inspecteur der Posterijen en Te
legrafie, welke beide laatste hee
ren tijdelijk belast zijn met de
waarneming van de functie van
hoofdinspecteur der Posterijen en
Telegrafie.
De aanleiding tot dezen nog al
opzienbarende maatregel moet
gezocht worden in een sedert
eenigen tijd heerschend mee-
ningsverschil van ernstigen aa'd
tusschen Ir. Damme en den Mi
nister van Waterstaat, waarbij
ook van een soort pro- en contra
voor den heer Damme tusschen
de leidende Hoofdambtenaren
gesproken kan worden.
De Avp. heeft naar aanleiding
van deze berichten, bij verschil
lende autoriteiten geinformeerd
naar de juistheid en de omvang
van 't conflict. Uit den aard der
zaak kon men niet op de ge
beurtenissen vooruitloopen, te
meer daar het zich laat aanzien
dat deze zaak ver strekkende
gevolgen zal hebben. Er doen
zich tal van moeilijkheden voor.
Het besluit van den minister
is, hoewel in postkringen niet
geheel onverwacht, toch nog
verrassend genoeg, daar de ino-
menteele positie van den minis
ter die deel uitmaakt van een
demissionnair kabinet niet van
dien aard kan genoemd worden
dat zoo ingrijpend optreden niet
zonder critiek zal blijven.
Bovendien is de kans niet uit
gesloten, dat de inzichten van
'n opvolgend minister atwijken
van die van zijn voorganger.
Hoe het ook zij, deze aange
legenheid zal spoedig genoeg
een zaak van publieke belang
stelling zijn en het mag verwacht
worden dat omtrent 't geschil,
't welk naar men verneemt te
weten, naast een principieel ook
een persoonlijk karakter draagt,
spoedig publicaties zullen ge
schieden.
De S. D. A P. en dc
geloofsvryheid.
De heer Albarda heeft op een
toelichting door mr. Heemskerk
van de bewering dat de S. D. A. P.
al heel weinig geeft om geloofs
vrijheid, geantwoord meteen lang
artikel in Het Volk. Uit de feiten
van de politiek der S. D. A. P.
en uit aanhalingen van principi-
eele uitspraken van partijgenooten,
blijkt, naar de heer Albarda be
toogt afdoend, dat eerbied voor
de conscientie-vrijheid van ande
ren een beginsel is der sociaal
democratie. En voorts dat de toe
passing van dit beginsel geenszins
slechts een politieke taktiek is.
Het staat juist andersom. Niets
zou de ontwikkeling der sociaal
democratische arbeidersbeweging
meer belemmeren en de partij
meer schaden, dan indien zij iets
van de verdraagzaamheid ging
afdoen en iets van de vrijheid
liet inperken, die zij principieel
voor alle richtingen noodigacht.
De Indische Prinsen.
Zaterdag hebben de vorstelijke
personen, die uit Indië naar Ne
derland waren gekomen om als
afgevaardigden de Koningin te
komen gelukwenschen, ook een
bezoek gebracht aan H. M. de
Koningin-Moeder.
Het bezoek droeg een officiëel
karakter, met uniformen, hofhou
ding en wat dies meer zij.
Mevrouw Booth in Den Haag.
Mevrouw Booth, de echtge-
noote van den generaal van het
Leger des Heils Bramwell Booth
is Zaterdag in ons land aange
komen.
Op het Stationsplein stond het
muziekkorps van de afd. Den
Haag opgesteld, benevens vele
officieren uit verschillende plaat
sen van Nederland en verdere
Heilsoldaten. Ook het publiek
toonde veel belangstelling. Toen
mevr. Booth en kolonel Yama-
muro, die van Londen af met
haar meereisde, het Stationsplein
betrad, ging een langdurig gejuich
op. Commandant Howard sprafc
AXELSCHE
COURANT.
j