Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h- VI a a n deren No. 87. DINSDAG 9 FEBRUARI 1926. 4le Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raads verslag. .^9 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Het Tractaat NederlandBelgië 1925. Punt acht. Van groot be lang is ongetwijfeld het in 9 van art. IV vervatte nieuwe ré gime aangaande het loodswezen. Deze regeling draagt ook al weder dermate kenmerken van eenzijdigheid, dat zij niet onbe sproken kan blijven. Was tot heden bepaald, dat de loodsgelden naar Antwerpen i n verhouding niet hooger mochten zijn, dan die naar Rot terdam, zoo zal dit volgens 9 gansch anders worden. Ofschoon de afstand van uit volle zee naar Rotterdam drie maal zoo groot is, als die van zee naar Antwer pen, zullen toch de loodsgelden naar laatstgenoemde haven niet meer mogen bedragen dan naar Rotterdam, zij zullen daarenboven lager kunnen zijn, indien daar toe de Commissie of het Scheids gerecht besluit Voorts wordt de Wielingen, onze voornaamste Scheldemond, ter uitsluitende beloodsing aan het Belgische loodswezen opge dragen voor alle binnenvallende schepen, bestemd voor Antwer pen, terwijl de Nederlandsche loodsen, de vaartuigen zijn toe gewezen, die door Oostgat en de Deurloo binnenkomen. De sche pen uit Antwerpen vertrekkend kunnen zich zoowel van Neder landsche of Belgische loodsen bedienen, doch zooals begrijpe lijk is en volgens hetgeen statis tieken uitwijzen, wordt het over groote deel dezer schepen door Belgen beloodst. Punten 9—12. De Kana len! Toen in de vorige eeuw het plan werd opgevat de water wegen Kreekerak en Sloe af te dammen met het oog op den spoorwegaanleg, die Zeeland met Noord-Brabant zoude verbinden, was het geen wonder, dat de schrik den Belgen om het hart sloeg, daar hierdoor immers de Rijn en Schelde verbindende tus- schenwateren voor het scheep vaartverkeer waren afgesneden. In den geest van het verdrag van 1839 ging Nederland toen echter over tot een uiterst loyale ten uitvoerlegging van de des betreffende artikelen van het Scheidingsverdrag, het aanleggen der kanalen Vlissingen Veere en HansweertWemeldingen, ten behoeve van België, waardoor Antwerpen uitstekende waterwe gen werden geopend. Hiermede niet tevreden bedin gen onze Zuiderburen in art. VI van het nieuwe verdrag, dat Ne derland toe zal hebben te stem men in het graven van de kana len Antwerpen—Moerdijk en Ant- werpen-Ruhrort, terwijl de landen ieder op zijn gebied de werken, noodig voor den aanleg dezer waterwegen zullen uitvoe ren en zich zullen verstaan om trent ieders aandeel in de kosten van aanleg, onderhoud, bedie ning en eventueele verbetering Dat tot standkoming van deze twee kanalen een onberekenbaar economisch gevaar is voor ons vaderland, zal een ieder duidelijk zijn, waar hij bedenkt, dat hiei- door een enorm deel van het Rijnverkeer voor onze havens, voornamelijk Rotterdam, verloren zal gaan. Op frappante wijze vinden wij in deze kanalenquaes- tie de weerspiegeling van den ontzaglijken concurrentiestrijd, die zich sedert lang tusschen Antwerpen en Rotterdam af speelt De bewering, dat laatstge noemde haven gunstiger zoude liggen dan Antwerpen, moeten wij met beslistheid bestrijden, daarmede tevens met klem te kennen gevend, dat aanvaarding van den kanalenbouw gelijk zou staan met het fnuiken van Rot terdam op economisch gebied. Antwerpen, dat diep landwaarts is gelegen, heeft door een uitge breid spoorwegennet slechts zeer korte verbindingen met vele bloei ende industrie centra, waardoor het zich mag verheugen in een omvangrijk en winstgevend stuk- goederenverkeer. Ook het achterland van deze Belgische zeehavan is van veel grooter beteekenis, daar het zoo wel het nijvere België, als ook deelen van Noord-Frankrijk, Luxemburg, Zuid-Duitschland en Zwitserland omvat. Daarbij komt nog, dat heden de voor Antwer pen bestemde schepen vanaf Dordrecht een vrijen sleepdienst genieten, terwijl art. VI 7 van het nieuwe verdrag daarenboven bepaalt, dat de scheepvaart op het Antwerpen—Moerdijkkanaal steeds vrij zal zijn van alle tol len of heffingen van welken aard of vorm ook. Waar onze eerste zeehaven zich dus toch al met moeite hand haaft tegen haar felle concur rente in het Zuiden, daar zou het eene misdaad zijn Rotterdam het natuurlijk voordeel te ontne men, n.l. eene uitstekende Rijn verbinding met het achterland. Terwijl wij onze zeehaven door aanvaarding van art. VI in haar levenskrachten zouden treffen door een groot deel van de mas sale transporten in handen van Antwerpen te spelen, komt daarbij nog het onereuze financieele offer voor ons land aan dit zelf moord-systeem verbonden. Wij toch zullen ook alweder millioe- nen moeten neerleggen om de financieele verplichtingen na te komen, die aanleg, onderhoud, bediening en verbetering van ge noemde kanalen zullen vergen, waar wij bedenken, dat de grootte zoodanig moet zijn, dat drie Rijnschepen van de grootste ton- nenmaat elkaar ruimschoots kun nen passeeren. Daar de breedte der grootste Rijnschepen volgens autoriteiten 16 Meter zal bedra gen en er 6 Meter speling tus schen de passeerende vaartuigen moet zijn, kan men zich een ge ring beeld vormen van het ont zagwekkend dwarsprofiel dezer waterwegen, die wat grootte be treffen de enormste kanalen ter wereld verre achter zich zullen laten. Als of dit nog niet genoeg ware, vinden wij in 12daaren boven de bepaling, dat Neder land zich verplicht de kanalen door Walcheren en Zuid-Beve land (ter welker vervanging Ant werpen met Moerdijk wordt ver bonden ook nog in hun tegen- woordigen staat van bevaarbaar heid te houden. Zelfs zal Nederland op België's verzoek deze waterwegen moeten verruimen en in de kosten moeten bijdragen In dit verband verwijzen wij terloops nog naar het kanaal Gent—Terneuzen, waarvoor in art. IV 13 wordt bepaald, dat het steeds zal moeten beantwoor den aan de toenemende scheep vaartbehoeften terwijl Nederland Vö van de kosten der verbeterings- werken op zich moet nemen. Zul len de beide besproken kanalen het Rijnverkeer in zeer sterke mate naar Antwerpen aftappen, niet minder zal dit het geval zijn met de aan te leggen kanalen, die het verkeer van onze pro vincie Limburg met Oost-België dienen, nl. de verbindingen Luik- Maastricht, Neeroeteren—Maas tricht en de verbeterde Zuid- Willemsvaart van Maastricht naar Bocholt. Zat bij onze regeering bij den aanleg van het Julianakanaal des tijds de overweging voor om Limburg door die te graven scheepvaartverbinding meer in de richting der Noord-Nederland- sche havens te oriënteeren, ten einde deze provincie hechter aan het vaderland te verbinden, zoo zullen bovengenoemde waterwe gen deze schoone plannen geheel den bodem inslaan, waar Lim burg van de te graven water wegen zeer stellig gebruik zal gaan maken, daar de afstand Limburg—Antwerpen eene aan merkelijke bekorting beteekent tegenover verbindingen van Lim burg naar onze zeehavens. Punt dertien. Tenslotte rest ons nog een enkel woord te zeggen over de huidige positie van Terneuzen, vroeger onze derde zeehaven. Zoo ergens dan kunnen wij hier ten duidelijkste demonstreeren, hoe weinig België er zich aan laat gelegen liggen zich welwillend jegens ons te toonen. Waar het zelf met ontelbare voordeelen wordt overstelpt, wei gert het pertinent aan Terneuzen de geringe concessie te verleenen deze havenplaats in den toestand te herstellen, waarin zij zich vanaf de jaren zeventig tot aan het uitbreken van den wereld oorlog bevond. Tot 1914 werd deze stad n.l. door de uitzonderingstarieven der Belgische spoorwegen in staat gesteld met vrucht werk zaam te zijn als overlaadhaven van goederen uit of naar België en Frankrijk. Daarna was het echter uit met deze bevoorrech ting en ofschoon in 1918 een bijzonder actieve commissie in het leven werd geroepen, die de economische belangen ter plaatste ten zeerste behartigde, o.a. door herhaaldelijk de regeering op de hoogte te brengen van Terneu- zen's nooden, toch mocht dit alles geen practischen neerslag vinden in het Tractaat van 1925. Wij hebben nu gezien hoe in het verdrag alle reciprociteit ont breekt en geen enkele tegenpres tatie van België te verwachten is, terwijl dit land zelve als door een muur van voordeelige bepa lingen versterkt wordt. Al mag overgang van souverei- niteit ontkend worden, toch zal men zich niet kunnen ontveinzen, dat onze drie Zuidelijke provin ciën onder België's economische souvereinileit zullen komen, al thans geheel in de invloedssfeer van dit land zullen geraken. Van ganscher harte hopen wij dan ook dat dit Tractaat door onze Kamer niet worde geratificeerd, in het belang van ons dierbaar vaderland, het land van Grotius Leiden. W. Hugenholtz. Zitting van 2 Februari 1926. Voorzitter dhr. F. Biok, burge meester, secretaris dhr. J. L. J. Maris. Verder zijn aanwezig de heeren J. M. Oggel en M. W. Koster, wethouders, en A. E. C. Kruysse, J. Weijns, J. M. Beert, A. Th. 't Gilde, E. van de Casteel, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter. Afwezig dhr. Ph. J. van Dixhoorn. II. 3. Wijziging rerordening secretarie. B. en W. stellen voor tot wij ziging a van de verordening, rege lende de uren, waarop de secre tarie in de gemeente Axel geopend en voor het publiek toegankelijk zal zijn b van de verordening, bepa lende de uren, waarop het bureau van den Burgerlijken Stand in deze gemeente dagelijks voor het publiek geopend zal zijn. Teneinde in de middaguren op de secretarie rustiger te kunnen doorwerken, wordt door B. en W. voorgesteld, de uren, waarop deze voor het publiek geopend is, te beperken (doch deze niet geheel, zooals op vele andere gemeenten tot de morgenuren te bepalen), weshalve zij voorstellen de uren voor het publiek thans testellen op dagelijks van 9—12 uur en van 1—2 uur; des Zaterdags van 9 1 uur. Voor het bureau van den Bur gerlijken Stand is het gewenscht dat eenzelfde regeling wordt getroffen. Dhr. 't Gilde kon zich met dit voorstel niet best vereenigen. Indien werkelijk het secretarie- personeel overbelast was, dan was het wat anders, doch als spr. nagaat, dat het allen geroutineerde krachten zijn, kunnen die paar uren er wel bij. De ambtenaren zijn er toch voor het publiek en niet het publiek voor de ambte naren Wanneer nu alleen 's mor gens gelegenheid bestaat om zaken ten stadhuize af te doen, dan wordt het publiek weer de dupe. De Voorz. wil niet zeggen, dat het personeel overladen is, al is er ook z. i. geen personeel te veel, maar toch acht hij het noo dig, dat voor het noteeren en beantwoorden van brieven, enz. het personeel een paar uur onge stoord en rustig kan zitten en is het lastig voortdurend daarbij gestoord te worden door allerlei vragen van het publiek. Dhr. Dieleman vraagt, als het dan zoo druk is, of het publiek in de morgenuren niet teveel op gehoopt zal worden De Voorz. denkt niet, dat het publiek last zal hebben van de gewijzigde verordening, want dan zou hij het ook niet hebben willen vragen. In stemming gebracht wordt het voorstel met 9 tegen 1 stem (van dhr. 't Gilde) aangenomen. 4. Verzoek lokual openbare school. Van den heer P. P. C. van Rijen, le luitenant, leider der militaire vooroefeningen, is een verzoek ingekomen om gebruik making van het gymnastieklokaal van de openbare school met vuur en licht en van het schietterrein voor het geven van militair onderricht, B. en W. stellen voor om het gevraagde lokaal voor dit doel beschikbaar te stellen onder de reeds vroeger daarbij gestelde voorwaarden en tegen vergoeding van f 50 per jaar. Dhr. 't Gilde vraagt, of dit onderricht ook tijdens de school uren van de lagere school plaats heeft, wat door den Voorz. ont kennend wordt beantwoordhet onderricht heeft plaats in de avonduren. Het voorstel wordt z. h. s. aan genomen, waarbij dhr. 't Gilde wenscht beschouwd te worden als te hebben tegen gestemd. 5. Verzoek aankoop grond. Van J. C. Hamelink is een verzoek ingekomen om een per ceel grond te koopen in het ver lengde van de Wilhelminastraat. Z. h. s. wordt dit verzoek inge willigd tegen f3,— per Ms. Het is perceel no. 72 van het bouw plan en 207 M3. groot. 6 Aanvraag crediet voor be strating, enz. Ingekomen zijn de volgende adressen Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Axel. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekender, allen bewoners van de Lange Noordstraat, dat zij met voldoening hebben ge zien, dat verscheidene straten in onze gemeente door een grondige verbete ring zich thans aan de eischen van het zich steeds uitbreidende verkeer aan passen dat nu evenwel de Lange Noord straat, die de hoofdstraat van Axel is, door hare ongelijke stoepen en andere beletselen een poover figuur slaat, wat niet in het belang van neringdoen den kan worden geacht dat het wel voorkomt, dat breed met vlas of stroo beladen wagens elkaar haast niet kunnen passeeren. Redenen, waarom zij zich tot uw college wenden met het verzoek, de Lange Noordstraat ook zoodanig te willen verbeteren, dat zij aan de eischen van het moderne verkeer beantwoordt. Geteekend door J. A. Dregmans en 42 anderen. De gemeente-opzichter stelt zich voor, dat de verbetering be staat in het uitbreken van de bestaande straat en stoepen en de uitkomende keien verwerken in het nieuwe werk, zoodat de straat een rijweg krijgt van 6,50 M., met aan weerszijden trottoirs van bazaltinetegels, opgesloten met betonbanden Voor de tekortkomende keien nieuwe aanschaffen van 13 X 20 X 13 c.M. De raming bedraagt voor 1000 M. nieuwe keien f 7000, 850 M' bazaltinetegels f 1870, 540 M3 trottoirband f540, zand f 260 en arbeidsloon en vervoer f1100. Totaal f 10770. Aan den Raad der gemeente Axel. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, allen bewoners van de Nieuwstraat in uwe "eineente, dat de door hen bewoonde straat, wat de aanleg betreft, een der mooiste straten is der gemeente Axel dat dit echter ten aanzien van de ligging der straatsteenen niet kan wor den gezegd, daar integendeel de be strating buitengewoon slecht is dat ook de rioleering dringend ver betering behoeft, aangezien die bij sommige bewoners onder de huizen doorloopt en deze hiervan overlast ondervinden, zoodat reeds een gedeelte opnieuw gerioleerd moest worden, terwijl nadien in het oude gedeelte ook verstopping plaats had, hetgeen op een onvoldoende functiom er ng van de rioleering wijst dat zij, ingeval tot nieuwe bestrating mocht worden overgegaan, gaarne be reid zijn voorzoover eigenaars van de door hen bewoonde panden afstand te doen van het eigendoms recht op de strook grond, gelegen voor hunne woning, zulks ten behoeve van de gemeente; AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1926 | | pagina 1