Nieuws- en Advertentieblad voor Zee u wsc li - VI aan deren TEN HALVE GEKEERD. No. 64 DINSDAG J7 NOVEMBER 11)25. 4Ie Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Provinciale Staten van Zeeland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag il ure. Kameroverzicht. De parlementaire molen zou de vorige week juist onder vollen stoom worden gezet, toen de ministercrisis daaraan geheel onverwacht een einde maakte. Want behalve de Tweede Kamer zou ook de Senaat de vorige week hare werkzaamheden weder ern stig hervatten en in eerstgenoemd college was men zelfs reeds tot avondvergaderingen overgegaan. De beraadslagingen begonnen kalm. Bij de algemeene beschou wingen over de Staatsbegrooting, welke Dinsdagmiddag werden voortgezet, kwamen nu ook de coalitiemannen aan het woord. Van oppositie was dien middag zelfs ternauwernood sprake, want de beide sprekers van links, die het woord voerden, t. w. de heeren van Gijn en van Rappard behan delden slechts eenige speciale punten en voerden geen alge meene critiek op het regeerings- beleid. Jhr. van Rappard ver tolkte opnieuw den wensch van de landbouwers, dat een afzon derlijk Departement van Land bouw moest worden hersteld, desnoods vereenigd met Handel en Nijverheid, doch niet met Binnenlandsche Zaken, waardoor de Landbouw, naar het oordeel der belanghebbenden altijd eenigs- zins in de verdrukking moet komen. En de heer van Gijn besprak den financiëelen toestand van ons land en stond bij zijn beschouwingen niet zoo ver van den heer Colijn af, dat men van principiëele critiek zou kunnen spreken. Alleen met de leiding van het Staatsmijnbedrijf kon deze afgevaardigde zich geenszins vereenigen. Spreker verheugde er zich over, dat het Departement van Financiën een bijzonder be voorrechte positie heeft gekregen en over alle maatregelen, welke geld kosten, de eindbeslissing heeft. Want de andere ministers zijn nu eenmaal, volgens den genoemden afgevaardigde, geroe pen om zooveel mogelijk geld Engelsche Vertaling. (7 »Maar moeder ge zult de arme Nancy geheel ran haar «tuk brengen, al* ge er nog meer per sonen bij haalt.c »Voor uw oom Karei behoeft ie niet bang te weien, ge weet hoe voorkomend en vriendelijk hij is; en daarbij heb ik gedacht, dat uw oom misschien geneigd sou zyn het meisje een poos by zich in de pastorie te nemen, om met z'n dochters vriendschap pelyk te verkeereD. Ze kan zich daar al de goede manieren eigen maken die een welopgevoed meisje behoort te hebbeD ze kan zich in gezelschap leeren bewegen en zich op eenige ontwikkeling toe leggen. Daarenboven zou een tydelijke scheiding voor u beiden zeer gewenscht zijn ge hadt dan tijd om Da te denken en alles nog eens rypelyk te overwegen. Eu vraag me nu niets meer, vóór ik uw oom geraadpleegd hebwees verzekerd, dat we alleen uw geluk gullen beoogen. uit te geven en het is goed, dat daaraan een einde is gemaakt door het oppertoezicht van Fi nanciën. Het is nu dus niet de minister, aan wien de behartiging van bepaalde belangen is opge dragen, die beoordeelt, hoeveel geld zekere maatregelen waard zijn, maar de minister van de schatkist, die daardoor vrijwel alleenheerscher is geworden en boven al zijn collega's staat. De andere afgevaardigde, die in hoofdzaak de landsfinanciën besprak, de heer Rutgers van Rozenburg, deed een zeer somber geluid hooren. Hij voorziet reeds weder groote tekorten voor de schatkist en drong daarom op verdere bezuinigingen aan. Wij kunnen ons met dit laatste na tuurlijk geheel vereenigen, doch zouden als voorwaarde willen stellen, dat door die bezuinigin gen geen groote algemeene volks of landsbelangen mogen worden geschaad. Want de toestand van de schatkist is toch zeker niet meer van dien aard, dat hiervoor al het andere zou moeten wijken. De eenige groote politieke rede, die men Dinsdag te hooren kreeg, was die van den oud-minister mr. Heemskerk. Maar hij maakte niet meer den frisschen indruk van vroeger. De verklaring van mr. Heemskerk, dat omtrent het te volgen beleid volkomen over eenstemming was verkregen, kwam in een zeer zonderling licht bij de stemming die den volgen den dag werd gehouden en de huidige crisis uitlokte. Of be hoorde het belangrijke punt van het gezantschap bij den Paus tot de onderwerpen, die men bij het overleg had vergeten Het schijnt inderdaad zoo Des avonds begon de beraad slaging over de begrooting van Buitenlandsche Zaken. Aanvan kelijk deed niets vermoeden, welke ernstige gevolgen deze besprekingen zouden hebben. De heer Dresselhuys hield een groote rede, waarin hij klaagde over de weinige mededeelzaamheid van minister van Karnebeek en aan drong op nadere mededeelingen HOOFDSTUK III. Toen de eerwaarde heer Karei Hennirghatn den brief van zyn zuster ontving, reisde hij dadelijk van Bristol naar Stratford om aan haar weuseh gevolg te geven. Hy was een zachtaardig gemoe delijk man en geleek uiterlijk veel op z'n znsterhij was even tenger, had dezelfde vriendelijke oogen en dezelfde eenvoudige manieren. Ook hy was van mee ning, dat, indien z'n neef Richard aan een fatsoenlijk meisje zijn woord had gegeven, hij dat reker moest houden. >Ik veronderstel, Cecilie,» zei de geestelijke in den loop vsd het gesprek tot z'n zuster, »dat het meisje echter niet die ontwikke ling en beschaving zal hebben, die we voor Richard's vrouw wenschelijk zoudeD achten. »Dat is juist een punt, waarover ik u wilde spreken,» hernsm de weduwe. »Toen ze dien middag hier was wist ze geen woord te zeggen. Ze weet zich volstrekt Diet in gezelschap te bewegen en daarom wilde ik u vragen, haar eenigen tijd bij u te nemen, opdat ze van uw meisjes het een en aDder kan leeren.» >Wel, dat vindt ik een uitste over de wijze waarop het verdrag met België was ontstaan en over het protocol van Genève en Locarno. Over het verdrag met België liet hij zich zeer voor zichtig uit, al had ook hij blijk baar, gelijk de meeste Nederlan ders, den indruk gekregen, dat wij het zijn, die betalen moeten. Daarentegen schijnt de heer Vlie gen een enthousiast voorstander van dat verdrag te zijn. De klacht van mr. Dresselhuys over het gebrek aan mededeelzaamheid van den minister werd later van verschillende andere zijden her haald. Maar minister van Karne beek trok zich hiervan ook thans weder weinig aan, doch ver klaarde slechts, dat hij omtrent de wordingsgeschiedenis van het verdrag met België volledige mededeeling zal doen en alle stukken zal overleggen. Veel zal men hieraan echter wellicht niet hebben, aangezien er meer is geconfereerd dan gecorrespon deerd. Bij art. 3 kwam de heer Kersten met het amendement om het gezantschap bij den Paus op te heffen, wat, zooals men weet, een ministeriëele crisis tengevolgehad. Het ministerie vraagt ontslag. De Koningin heeft Zaterdag den voorzitter van den Minister raad ontvangen, die, ofschoon er in constitutioneel-parlementairen zin eigenlijk tusschen Kabinet en Kamer geen conflict bestaat, niet temin naar aanleiding van de ontslag-aanvrage der vier tot de R.-K. Staatspartij behoorende ministers en de daarmede samen hangende politieke moeilijkheden de portefeuilles der overige leden van het kabinet ter beschikking van de Koningin heeft gesteld- De Koningin heeft een en ander in overweging genomen en zoo wel inmiddels eerstgenoemden bewindslieden alsook den anderen ministers verzocht zich met de behandeling en afdoening zoo mogelijk der loopende zaken te willen blijven beiasten. Volgens den parlementairen redacteur van De Courant wordt kend denkbeeld. Ze kan dsn sommige lesseu met Gertrude en Laura nemen, zoover als ze die kan volgen en als ze een verstandig meisje is zal ze haar oogen wel rerder open houden en zich eenige gemakkelijkheid in den omgang eigen makeD.» »0 Kaïel, ge weet niet hoe dankbaar ik u ben voor uw in williging. Waarschijnlijk zal ze uw meisjes wel niet by haar studies kunnen volgen en voor muzieklessen is het te laat, maar ze kan beter leeren schry ven, een goede stijl aannemen, iawDtennis en andere spelen leeren en voor namelijk hoop ik, goede manieren, vrijmoedigheid enz., en welk beter voorbeeld kan ze daarvoor bobben dan Gertrude en Laura Het zal natuurlijk moeilijk zijn haar dat voorstel te doen zonder haar ge voel te kwetsen men kan haar moeilijk zeggen, dat ze niet wel opgevoed is, of geen manieren heeft, zooals in goede kringen behoorthet is beter haar te zeg gen, dat een scheiding, b.v. van een jaar, voor heD beiden ver standig zou zijn, omdat ze dan kunnen nagaan, ot hun genegen heid werkelijk zoo diep is. Ik hoop, dat se zal begrijpen dat bet voor haar bestwil is en als ze toch de mogelijkheid grootgeacht.dat de heer Colijn opnieuw met de kabinetsformatie zal worden be last, nadat H. M. de Koningin de adviezen van de voorzitters van Eerste en Tweede Kamer, van den vice-president van den Raad van State en van de partij leiders over den staatkundigen toestand zal hebben ingewonnen. In verband met den parlemen tairen toestand heeft H. M. de Koningin gisteren ten paleize Het Loo de voorzitters der Eerste en Tweede Kamer der Staten-Gene- raal en den vice-president van den Raad van State ter conferentie ontvangen. Generale Staf Naar de N. R. Crt. verneemt, is benoemd tot chef van den generalen staf de generaal-majoor P. J. H. v. d. Palm, commandant van de Ie divisie en is benoemd tot commandant van de le divisie de generaal-majoor W. E. van Dam van Isselt, thans sous-chef van den generalen staf. De Nederlandsche bank gaat goudgeld uitgeven. Het „Nieuw Algemeen Efiec- tenbl". verneemt, dat de Neder- landsche Bank besloten heeft, weder goudgeld in circulatie te brengen en dat binnenkort pa piergeld tot beperkte bedragen tegen goudgeld omwisselbaar zal zijn. Dr. D. F. Scheurleer. Bij de gehouden receptie ten huize van den heer dr. D. F. Scheurleer te 's Gravenhage, ter gelegenheid van de herdenking van diens zeventigsten verjaardag, deelde de burgemeester mr.J.A. N. Patijn mede, dat de jubilaris benoemd was tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Calamiteuze polders. Ged. Staten hebben een schrij ven gericht aan de Prov. Staten, waarin zij o.m. het onderstaande te kennen geven: Zooals Prov. Staten bekend is, wordt in art. 93 van het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland de regeling vastgesteld voor de schatting van de pachtwaarde der gronden, gelegen in een calami- teuzen polder of een calamiteus waterschap. Deze schatting geschiedt door drie deskundigen, onderscheiden lijk benoemd door den Dijkraad, door Ged. Staten en door de Arrondissernents-Rechtbankdeze brengen een verslag uit, bevat tende de uitkomsten der schatting waarna door Ged. Staten de grootte van den polder of het waterschap (art. 92) wordt vast gesteld, met vermelding van het bedrag, waarop de onzuivere op brengst der gronden, volgens het voornoemde verslag, is geschat. Afwijking van dit verslag is niet toegelaten Ged. Staten zijn ge heel gebonden aan dit verslag. De daarin vastgestelde pacht waarde geldt volgens art. 94 van het reglement gedurende tien jaren tot grondslag van den aanslag in het door den polder op te brengen dijkgeschot. Nu is het in den laatsten tijd voorgekomen, dat aan Ged. Staten schattingen werden voorgelegd, waarmede zij zich bezwaarlijk konden vereenigen, omdat zij ze te laag oordeelden. Omgekeerd achtte het bestuur van den cala- miteuzen Nieuw-Neuzenpolder in 1923 de schatting der pacht waarde van de in dien polder gelegen gronden te hooghet verzocht Ged. Staten deze te verminderen met 15 pCt. Bij hun besluit van 16 Maart 1923 werd dit verzoek afgewezen, op grond, dat het Reglement geen beroep toelaat tegen de gedane schatting en Ged. Staten niet bevoegd zijn tot het bevelen eener herschat ting of tot het wijzigen van de uitkomsten der schatting. Op dezen grond waren ook de lage schattingen voor Ged. Staten onaantastbaar. Het bestuur van den Nieuw-Neuzenpolder heeft nu eenige wijzigingen in de artt. 93 en 94 van het Reglement voor eenmaal Richard's vrouw moet wordeD, heb ik ook liever, dat zo geen wrok tegen ons koestert.» »Ze zou al zeer ondankbaar moeten zyn, als ze dit deed, want ze most wel begrijpen, dat het voor u een bittere teleurstelling is,« antwoordde myuheer Hen- niugham. Richard zou z'n meisje het voorstel overbreDgen en diens- volgens ging hy den volgenden dag naar Stratford. Hij vroeg Nancy eeD poosje met hem te gaan wandelen en spoedig bevond het tweetal zich buiten tusschen de besneeuwde velden. Het was een prachtige, heldere dag, de zod scheen vrool(jk en hun voetstappen klonken krakend op de bevroren sneeuw. Ze gingen langs de rivier, de kerk voorbij en bleveD staan op de kleine brug, die de beide oevers verbindt. - Toen Richard z'n verhaal ge daan had, zei Nancy zuchtend »Ik vind het even verschrikkelijk, als dat ge naar Indië waart ge gaan.» »Wel Nanciebel, hoe kan je dat zeggen, ik kan je immers af en toe te Bristol komen opzoeken en brieven of boodschappen zullen heel wat gauwer naar Woodend gaan dan naar Shanghai. Daaren boven is rn'n oom Karei de beste man van de wereld, terwyl die oom in Indië een slecht gehu meurde pepervreter is. Hij is er altijd nog boos om, dat ik niet in z'n zaken heb willen komen, want hij zelf zou graag naar Engeland terug keeren, daar hy fortuin genoeg heeft eD nu denkt hy dat m'n moeder en ik een paar onverstandige dwazeu zijn. Neen kind, als ik naar Shanghai ging, alleen om tijdelijk van een liet meisje gescheiden te zijn, zou ik daar eeD elleDdigen tijd door brengen, terwijl ge nu juist in een vriendelijke omgeving zult komen en iedereen voorkomend tegen u zal zyn. Daarby kan ik alken dag schrijven en daar eens per week een langen briet van maken.» »Ik zie er het plezierige nog Diet van in,« zei Nancy, terwyl ze droefgeestige over de effen ijsvlakte staarde, »Ik geloof, dat men ons nu alleen tydelijk wil scheiden in de hoop, dat het later voor goed zal zyn.» Wordt vervolgd), 'tls beter daar, zegt Isrels Wijze, Waar liefde wouit bij sob're spijze, Dan waar de haat, bij overvloed, Hst tweedrachtsvuurontvlamipeu dosl, AXELSCHE l COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1925 | | pagina 1