1 r Nieuws- en A d.v ertent ie blad voor Zeeuwsch - VI aan deren Beschaving. No. 51 VRIJDAG 2 OCTOBER 1925. 41e Jaarg. r J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Dierenbescherming. De Keuringsdienst van Waren in Zeeland. 1 1 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure. Toen wij als kinderen werden ingewijd in de vele geheimen der vaderlandsche geschiedenis, wer den wij steeds met ontzetting vervuld, als we het relaas van de vermoording van de gebroeders de Witt te hooren kregen. In onze ontvankelijke kinderzielen werden dan de stichtende beelden van het gebeurde op het .Groene Zoodje" gegrift. Met ontzetting luisterden wij, als de onderwijzer vertelde, hoe men een oor, een duim, een hand van de vermoorde staatslieden in triomf meevoerde en bij opbod verkocht. We grie zelden zachtjes en dachten .Nu ja, dat is zoo lang geleden, in onzen beschaafden tijd is zoo iets onmogelijk Als we later in onze Indianen boeken de wederwaardigheden van den onoverwinnelijken Old Shatterland verslonden, lazen wc van de verfijnde wreedheden dei- roodhuiden die hun slachtoffers skalp en ooren afsneden. We vonden het natuurlijk onmensche- lijk wreed en dachten weerNu ja, dat gebeurde heel vroeger, wel honderd jaar geleden. In onzen beschaafden tijd is zooiets onmogelijkEn bovendien, dat waren roodhuiden De groote oorlog kwam. Hoe is 't mogelijk, zeiden de kinderen der twintigste eeuw. Zoo'n oorlog, in onzen beschaafden tijd! Nu ja, dat kan niet lang duren. Hoog stens 6 weken, dan is het afgeloo- pen. Maar het duurde 4 jaar. Legio zijn de verhalen van oor logswreedheden. Maar in één opzicht stemden ze toch allen overeen. Namelijk, dat de slacht offers snel en radicaal uit de wereld geholpen werden. Een schot van een onzichtbaar kanon, op kilometers afstand, een knal en er was van een regiment rfiet veel meer over dan een hoopje vodden. Een onschuldig grauw wolkje, dat onmerkbaar over de vlakte kwam aanrollen en een heele loopgraaf was gevuld met roerlooze figuren. Gestikt, in een minimum. Neen, wat snelheid en grondigheid betreft waren we stukken vooruitgegaan. Geen wreedheden meer met afgesneden ooren en handen. Dat was uit den tijd. Maar kijk, we schijnen toch weer een stap achteruit te zijn gegaan, sedert den oorlog. Ten minste uit Afrika, waar op het oogenblik een .beschavingsoor log" gestreden wordt, komen zonderlinge berichten. De Fran- sche en Spaansche vreemdenle gioenen, bestaande uit Europea nen, aangevuld met Marokkaan- sche troepen, zijn daar bezig de Riffi te beschaven. Maar ondank is's werelds loon. Die eigenwijze zwarte kerels wiilen niet beschaafd worden. En ofschoon volgens de officieele legerberichten der Fran- sche en Spaansche troepen Abd- Ei-Krim al minstens tien keer verslagen moest zijn en er geen enkele Rifkabiel nog maar een vin moest durven verroeren, zijn die onbeschaafde Riffi zoo onbe schaamd, om toch nog in het leven te durven blijven en het de Fransche en Spaansche troepen zeer „unheimisch" te maken. Maar nu hebben Spaansche legionairen een radicaler beschavingsmiddel uitgevonden. Neen, men moet nu niet denken, dat we een middel- eeuwsch verhaal opdisschen, men moet nu niet zeggen: ,nu ja, maar dat is in onzen beschaafden tijd niet mogelijk", want het volgende citaat is genomen uit een legerbericht, en slechts enkele dagen oud„Na de bevrijding van Koedia Tahar en de successen bij Ben Karrich op het einde der vorige week, zijn de zegevierende troepen bij hun terugkeer in Tetoean officieel in de versierde stad ontvangen. De troepen van het Spaansche vreemdenlegioen, bestaande uit Europeanen brach ten naar Tetoean mede een groot aantal hoofden van Moorendie na het gevecht met metsen waren af ge sneden. De hoofden mochten echter niet binnen de stad worden gebracht maar moesten buiten de stad worden weggeworpen. Het bleek echter, dat deze afzichtelijke zegeteekenen (17 »Door een sleepende ziekte aan getast,* vervolgde Philip Sher wood, »voelde mijn vader zijn einde naderen en schreef mij, em bij hem te komen en hem niet alleen te laten sterven. Wat hy ook misdreven mocht hebbeD, hij was mijn vader. Ik haastte my, aan zijn verlangen te voldoen. Negen maanden later stierf hij. Wat er middelerwijl gebeurde, weet gij, Frances.* »Ach ja,* lispelde zij. >En toch ben ik bly, Philip, dat gij den laatsten wensch uws vaders ver vuld hebt, niettegenstaande de ellende, die er voor ons beiden het gevolg van geweest is.t »Toen ik u in langeren tyd dan gewoonlijk niet schreef,* vei- volgde Philip, >lag ik met de koorts te bed. Na mijn herstel las ik het valsche bericht van uw huwelijk. Agatha Devereux heeft veel te verantwoorden.* De notaris ontving den neef van zijn vroegeren begunstiger met een vriendeljjken glimlach en een hartelijken handdruk. In zijn bijzonder kantoor wachtte Basil Wyllie, die volstrekt geen vermoeden koesterde van 't geen hem boven het hoofd giDg. Philip Op mija woord van eerl* riep hy uit, toen zyn neef binnentrad. Verbazing, toorn, bittere teleur stelling klonken er in die woordeD, *Ja, Basil. Ik kom Dog juist bytijds om het fortui» van oom Robert in bezit te nemen. Op het laatste oogenblik kom ik u er van berooven. Maar we zullen er geen woorden over krygeD, beste joDgen.* »Wel moogt ge zeggen op het laatste oogenblik,* zei de ander, terwijl hij eerst op zijn horloge, toen naar het uurwerk op den schoorsteenmantel keek. »Is die klok gelijk »Precies,« antwoordde mr. Ber tram. »Mr. Sherwood is juist vijf minuten vóór het verstrijken vau den termyn gekomen, Mag ik u gelukwenschen, dokter?* »Omstandigheden, waaraan ik niets kon veranderen, hebben mij bel6t, mij vroeger by u aan te melden,* zei Philip. »De beken tenis van een stervende, die een misdaad had begaan, welke men my ten laste legde, heeft mij in hun niet ontnomen waren, want bij het défilé voor Primo de Rivera droegen zij op hun bajonetten verminkte deelen van de hoofden hunner doode vijanden." Dat waren de Europeanen, die uitgingen, om die zwarte kerels te beschaven. En dat afsnijden van die hoofden en het dragen op de bajonetten werd blijkbaar officieel toegestaan, want wordt er niet gezegd, dat zij niet binnen de stad mochten worden gebracht? Dus buiten de stad mocht het wel. We kunnen er dus trotsch op zijn, blanken en Europeanen te zijn. En dat die hardhoofdige Mooren maar niet net zoo beschaafd willen worden als wij, is onbegrijpelijk. Aldus schrijft dr. F. C. in de „Avp." Maandagavond werd alhier op de bovenzaal van „Het Gulden Vlies" een vergadering gehouden van genoodigden door de afdee- ling Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen van den Ned. Bond van Politie ambtenaren tot Bescherming van Dieren, waartoe men de mede werking had verkregen van den heer j. Ennink, alg. inspecteur van de Ned. Vereen, tot Bescher ming van Dieren te Voorburg. Aan de hand van eenige lantaarn plaatjes gaf de heer Ennink een kijkje op het leven der dieren, hoe ze onderling wel verdraag zaam zijn bij een goede opvoeding en hoe innig vaak de vriendschaps banden zijn tusschen mensch en dier. Natuurlijk kwam ook ter sprake de noodelooze kwelling der dieren, zooals die zich nog in verschillende vormen voordoet, al is het, dat daarin, dank zij de propaganda en de actie van boven genoemde vereeniging, reeds veel verbetering is gekomen. Toch treft men nog aan het ondoel matig aanspannen van trekhonden en paarden. De oogkleppen en pijnlijke toornen voor de paarden zijn nog lang niet verdwenen, het dwaze afkorten der paarden staarten is nog in de mode en staat gesteld, mij wear in het openbaar te vertoonen. Ik hoop, dat mijn terugkeer geen afbreuk zal doen aan onze vriendschap, Bssil Nog eer deze kon antwoorden, werd Ralph Burgessbinneneelateu. »Burges», wat doet gij hier vroeg Wyllie driftig. »Die heer daar,* hij wees op Pryce, »heeft mij uitgehoord, toen ik te veel gedronken had en zoo heb ik verteld, waar dokter Sher wood te vinden was. Hot spijl mij, mijnheer, dat ik niet beter uw geheim bewaard heb, waarvoor gij mij betaaldet.* »Ge stond ook met dezen heer in betrekking, geloof ik,zei mr. Bertram, Daar Basil Wyllie wijzende. »Ja,« antwoordde Burgess. »Hij gaf me geld om niet te vertellen, dat dokter Sherwood in Londen terug was,* Philip zag zijn Deel aaD. »Ge wist, dat ik dicht in de buurt was, Basil, en deed geen poging om mij te vinden »Ge wildet verborgen hlyveD, naar bet scheen,* antwoordde Basil. Waarom zou ik u aan een fortuin helpen, dat ge zoo weinig op waarde bleek te stellen »Het verwondert mij toch,* ook ziet men nog te veel, dat de waakhonden in een bekrompen ruimte worden gehouden en aan kettingen worden gelegd. Deze lezing herinnerde ons onwillekeurig aan den strijd, die te dezer plaatse voor de dieren bescherming is gevoerd door wijlen Ds. Hugenholrz, welke j reeds een kwarteeuw geleden met hart en ziel zich wijdde aan dit werk. En als we dan spreken van strijd, dan is d*t niet te sterk uitgedrukt, waar we hier hoorden van den heer Ennink dat zelfs een tiental jaren geleden nog gevraagd was of men niet wijs was, door aan dierenbescherming te doen. Velen zullen beter dan wij, zich nog herinneren hoe wijlen Ds. Hugenholtz zich den nijd van sommigen op den hals haalde door het menschlievena werk in zijn strijd voor de dieren. Thans is de beschaving ge lukkig zoover vooruitgegaan, dat men geen strijd meer moet voeren voor de idee, maar enkel tegen de mishandelingen op zichzelve. Natuurlijk komen deze nog wel voor, maar het zou te veel ruimte vragen om dit alles weer te geven. Dat ook de heer Ennink den dieren een warm hart toedraagt, bleek herhaaldelijk, toen hij met poëtischen aanleg telkens een of meer toepasselijke, eigenge maakte versjes voordroeg. Maar vooral toonde de geachte spreker door voorbeelden aan, hoe men door voor het dier op te komen, vaak den mensch moraliseert, want wie van een dier gaat houden, gaat het na, en ontdekt er de goede eigenschappen in. Hij waardeert deze, wordt zacht moediger gestemd en zal ook op het menschelijk leven een anderen kijk krijgen. Het doel der vergadering was natuurlijk om steun te werven voor den politiebond. Enkelen gaven zich op als donateur. Waar echter naar onze meening enkele aanwezigen ook lid zijn van de Alg. Vereen., was te voorzien, dat steun niet groot zou worden. Waarom zijn die beide vereenigingen niet één sprak Philip»doeh we zullen die zaak laten rusteD, Burgess,* hij gaf hem voor 't laatst een goudstuk »ik geloof, dat ge maar weer naar zee moet gaan. Van mij, noch van mr. Wyllie zult ge verder iets krijgen. De heele wereld mag nu weteD, wie ik ben en waar ik verblijf houd.* Ralph Burgess sloop weg en Basil Wyllie, die zich schaamde over een lasgheid, welke hy niet kon loochenen, verwijderde zich spoedig daarna. Hy begaf zich naar de woning van Agatha Devereux, aan wien hij alles ver telde, wat er was voorgevallen en de weduwe, die dus hare plannen verijdeld zag, uitte de bitterste woorden van haat en wraakzucht tegen hare mededingster, wier leven zij byna verwoest had. Een maand later las zij de huwelijks aankondiging van Frances en Phi lip in de bladen. De dokter had zyn praktijk in Eastend aan een bekwaam man overgegeven, doch hield daarom niet op de arme lieden met raad maar vooral met de daad bij te staaD, in wier lot hij altijd zooveel belang had ge steld. Frances achtte hem er des te hooger om, Andrew Pryce kwam aan het hoofd van het bureau vau informatie en de beide O.i. kon aan de groote ver eeniging gevoegelijk een afdee- ling politieleden worden toege voegd, wat dan de zaak meer ten goede zou komen. ui. Cacao en chocolade. Op de samenstelling van cacao viel weinig aan te merken. Een monster chocolade, waar van vermoed werd dat het met metallisch koper was opgesierd, bleek bij onderzoek onschadelijk, daar het versiersel uit bladgoud bestond. Gedroogde vruchten, groenten enz. 1 monster anijszaad dat met schimmel doorwoekerd was, was aanleiding tot vernietiging van den voorraad. 1 monster gedroogde pruimen bleek gewasschen te zijn en in gisting te verkeeren. In verband daarmede werd de voor raad vernietigd, evenals twee partijen gedroogde appelen, we gens schimmel. 2 monsters ge droogde pruimen en 1 monster gedroogde perziken bevatten veel mijt en wormen. Graan- en graanproducten. Van 32 monsters tarwebloem be vatte 1 monster, bestemd voor de broodbakkerij, roggebloem. 1 monster was zeer mijterig, 2 monsters waren duf en schim melig. De drie balen, waaruit deze monsters afkomstig waren, werden vernietigd. 1 monster tarwemeel bleek uit tarwezetmeel te bestaan. De fabrikant werd gewezen op de noodzakelijkheid om dit op de verpakking te vermelden. Kaas, boter, margarine en melange. Van de 76 onder zochte monsters kaas voldeden 5 niet aan het vereischte vet gehalte. 1 monster boter waarover klach ten waren ingekomen, dat deze ondeugdelijk van samenstelling zou zijn, bleek van goede samen stelling. Het betrof zoogenaamde boerenboter, waarvan de behan- jonge eehtgenooten legden een klein, maar voldoende jaargeld toe aan Eustace Bramley's oude moe der. Eon afschrift van de verkla ring, welke Sherwood van alle schuld zuiverde, werd naar de bevoegde overheid in Mexico ge zonden de dokter evenwel ge voelde weinig lust ooit weer een bezoek te brengen aan het land, waar bij zooveel had moeten doorstaan. Door zijn schuldeischers lastig gevallen, ging Basil Wyllie buitenslands, waartoe Philip hem de middelen verschatte. Agatha Devereux is nog steeds weduwe en tracht dcor het ijverig bezoeken van feesten en partijen haar ver driet en teleurstelling te vergeten. De jonggetrouwden brachten eenigeu tijd in Italië door. Hunne wederzijdsche genegenheid ver meerdert met den dag, en hun groot vermogen stelt hen in staat naar hartelust goed te doen aan bun minder bevoorrechte mede- menschen. Frances beschouwt haar echtgenoot als den besten en meest onzelfzuchtigen man die er bestaat en kan haar geluk niet in woorden brengeD over het feit, dat zij heeft - gezocht en gevonden. EINDE. 1

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1925 | | pagina 1