'^1
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh-Vlaanderen
Een reis naar Indië
No. 34.
DINSDAG 4 AUGUSTUS 1925.
4le Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
m pa
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIEN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Hugo de Groot herdacht.
In tegenwoordigheid van een
groot aantal belangstellenden is
in de groote rechtszaal van het
Vredespaleis te Den Haag de
33e zitting van het Instituut voor
Internationaal Recht geopend.
De president, dr. B. C. J. Loder,
oud-president van het Permanent
Hof van Internationale Justitie
hield bij deze gelegenheid in de
Fransche taal de openingsrede,
waaraan wij het volgende ont-
leenen
De drie en dertigste zitting van
het Instituut voor Internationaal
Recht wordt onder verheven
auspiciën gehouden.
Drie eeuwen zijn verloopen
sedert de eerste publicatie van
het voornaamste werk van den
grooten burger van Delft: „Het
Recht van den Oorlog en van
den Vrede" van Grotius.
In verscheidene landen, centra
der beschaving van onzen tijd,
in Europa en in Amerika, is dit
driehonderdjarig gedenkfeest met
dezelfde toewijding, dezelfde
geestdrift, dezelfde warmte ge
vierd.
Wat is meer natuurlijk, dan
dat voor ons Instituut in den
loop van de tweede helft der
negentiende eeuw, gesticht door
die beroemde mannen, wier ver
lies wij steeds betreuren, voor
ons Instituut, het zoo goed zijn
taak kent om zijn verleden te
handhaven en te eeren, dit histo
rische feit niet onopgemerkt
voorbijgaat.
Het is aan dit gedenkwaardig
feit te danken, dat de Regeering
van Nederland, ons Instituut heelt
uitgenoodigd, dezen gedenkdag
in zijn schoot te vieren.
Om de wording van dit meester
werk van Grotius op haar juiste
waarde te schatten, dient men
zich den tijd, waarin de schrijver
leefde en de omstandigheden,
waaronder hij het geschreven
heeft, voor den geest te roepen.
Het is de grootste periode voor
het einde der zestiende eeuw.
De tijd van groote mannen, van
tydens den wereldeerlos;.
(Door een oud-zeeofficier).
(7
{Slot.)
Toeh meen ik, ky kalmer na
denken, dat de Duiticher raar zijn
optredeD Diet ten volla verant
woordelijk kon worden gesteld.
Het voortdurend gevaar moest de
zenewen dezer mensehen op den
duur wel van «treek brengen en
se ten deele onteerekenbaar ma
ken voor hun woorden en dadeD.
Gelukkig bereikten we zonder
ongelukken weer ons schip, dat
ons onder lei oppikte, nadat men
vooral olie in fie zee had gestort,
waardoor deze merkwaardig kal
mer wordt. De ondezeeër was na
tuurlijk reeds laDg vóór wij aau
boord terug waren, weer weggedo
ken. Later bleek het schip aan de
kim een Engelsche torpedojager
te zijn geweest.
Wij stoomden thans ongestoord
verder door het Engelsche Kanaal
en passeerden op korteo afstand
Dungeness, waar wij door een En
gelsche torpedoboot werden aan
gehouden en bevel kregen in kiel-
groote gedachten, van groote
oorlogen, maar ook van groote
misdaden.
In alle beschaafde landen is
het 't merkwaardige tijdperk van
de mannen van genie, begaafd
met een ongeloofelijke vrucht
baarheid, zooals alleen, bijna twee
eeuwen later, de periode van
de Fransche Revolutie zal zien
geboren worden.
Bazo, Keppler en Galilei
Tasso, Shakespeare, Moliere en
Corneille Rembrandt, Rubens en
Van Dijck ziedaar enkele namen
van tijdgenooten van Grotius.
En wanneer gij het bèeld wilt
voltooienMacchiavelli en de
Borgia's.
Van deze groote mannen is
Grotius een der gelijken. De
gelijke door het recht van zijn
geniedoor de helderheid van
zijn onderzoekenden geest; door
zijn strenge logica, door zijn be
voegdheid in alle vraagstukken
van de practische politiek van
zijn tijddoor zijn uitgebreide
en diepe kennis van alles wat-
betrekking heeft op de oudheid,
op de geschiedenis, op de theo
logie, op het recht ten slotte in
al zijn richtingen.
Maar de Groot overtreft ver-
scheidenen van hen die ik ge
noemd heb door de rechtschapen
heid van zijn karakter, door zijn
trouw aan het gegeven woord,
de standvastigheid van zijn toe
wijding en de hechtheid van zijn
christelijk geloof.
Zijn christelijk geloofHij zal
het onschuldig slachtoffer worden
van de godsdienstige onverdraag
zaamheid dier tijden.
Een decreet der Staten van
Holland van 1618, de steden de
bevoegdheid toekennende de
openbare orde door de militaire
macht te waarborgen tegen de
volksoproeren, was het sein voor
Maurits om zich meester te maken
van de steden, de Armmianen
uit het bewind te verwijderen en
het proces te bevelen tegen
Oldenbarneveld, Grotius en Hoo-
gerbeets. Eerstgenoemde werd
onthoofd en Grotius, onschuldig
evenals zijn Meester, veroordeeld
waterlinie to volgen. Veilig br
reikten wij zoodoende de roede-
van Doel, woer wy voor onkor
gingen. Hier worde» onze cog
nossementen opgevraagd, dio te
Londen motsten worden onder
zocht, ter beoordooling of wij «oms
contrabande aan boord haddoD.
Na drie dagon wachten werdon
we door tweo torpedobooten naar
London opgebracht. De rubber,
die wy in haddtm moest op be
vel der Eügelithe autoriteiten
worden gelost daar ze, volgens
dezo heeren, ander* in Duitsehland
terecht zou komen. Dat gaf hoel
wat werk want de desbotreffendo
kisten lagen nu niet juist voor de
hand. Het duurde dan ook 6 volle
dageu vóór alles was afgeloopen
en we ons gereed konden maken
voor deD laatsten gevaarlyken
tochtLondenHoek van Hol
land. Veiligheidshalve vertrokken
we bij het aanbreken van den dag,
scherp uitkijkend en met de sloe
pen klaar om te vieren. We pas
seerden 7 dryvende mijneD vóór
we veilig het vaderlandsch gebied
bereikten en de pieren van den
Nieuwen Waterweg binnenliepen.
Eenige minuten over drie passeer
den we Hoek van Holland, een
feit, dat ons aanleiding gaf, onzen
commandant een welkom binnen*
tot levenslange gevangenisstraf,
met verbeurdverklaring van al zijn
goederen. Na anderhalf jaar, met
de hulp var. zijn onverschrokken
vrouw, uit het fort Loevestein
waarin hij gekerkerd was, ge
vlucht, wist hij zich naar Parijs
te begeven. Hij werd er ontvan
gen door Lodewijk XIII die, door
hem een jaargeld toe te kennen,
den Hollandschen geleerde, die
toen pas 40 jaar oud was, doch
reeds sinds lang beroemd was,
van volkomen gebrek redde.
Spr. schetste vervolgens een
verderen levensloop van de Groot
en gaf een beschouwing over zijn
werken.
De vijfde Volkenbondsverga
dering is eindelijk aan het werk
gegaan. Zij heeft de beginselen
door het Recht reeds vastgesteld
uitgewerkt, 'en geordend in dat
geheel van maatregelen dat het
Protocol heet. Daarin is met
zooveel woorden neergeschreven,
dat de Staat, die een oorlog on
derneemt met overtreding van de
verplichtingen door het pact op
gelegd een aanvallende Staat is,
een Staat die een internationaal
misdrijf pleegt en die, door de
samenwerking der andere Staten
moet worden gewaarschuwd en
tot zijn plicht teruggebracht, zelfs
zoo noodig daartoe gedwongen
door de militaire macht.
Dat is inderdaad zuiver Grotius.
Het Protocol is zijn late, doch
finale overwinning.
Zal dit Protocol ooit geteekend,
bekrachtigd worden zal het ooit
in werking treden in zijn tegen-
woordigen vorm Het ichijnt, dat
de geestdrift reeds begint te be
koelen.
Laat ons niet ontmoedigd zijn.
Groote denkbeelden moeten vaak,
voordat zij worden aanvaard en
aan het practische leven aange
past, worden gewijzigd, omge
werkt, ontwikkeld worden. Maar
vernield en vernietigd dat
nooit
Dezelfde Volkenbondsvergade
ring heeft reeds een nieuwen stap
in de goede richting gedaan door
den Raad te verzoeken een Com
missie van Deskundigen te be-
toe ta wenschen, wat door hem
beantwoord werd met eeD harte
lijk dankwoord en een dronk op
officieren en bemanning voor de
hulp op dezen toaht, die zoo rijk
was aan gevaarlyko momenten.
Odzo rais bad 82 dagen geduurd
Hiermede ban ik aan het eind
gekomen ran myn beschryving
ran dan meest naerkwaardigen
tocht, dio ik in mijn zeemansloop-
baan heb medegemaakt, eea tocht
waaraan de herinnoriDg mij in
lengte ran dagen zal bijblyven.
Mijn eenvoudig rerbaal moge den
lezer eenigarmate eeo denkbeeld
hebben bijgebracht van de geva
ren en moeilijkheden, waaraan zij,
die toen het vaderland van levens
middelen en grondstoffen uit over-
zeesche gewesteD moesten voorzien
hebben blootgestaan.
F. H.
noemen om de mogelijkheid te
onderzoeken van een geleidelijk
voortgaande ontwikkeling van de
codificatie van het internationaal
recht in al zijn takken. Gij weet
dit trouwens, want velen onzer
zijn geroepen om daartoe mede
te werken. Dit is alweder een
stap vooruit op den weg, dien
Grotius ons gewezen heeft.
Aan de zoldering van een der
zalen in dit Vredespaleis schittert
in gulden letteren een Latijnsche
spreuk„Si vis pacem, cole
justitiam", „Indien gij den vrede
wilt, neem de gerechtigheid in
acht
Inderdaad, nimmer is Grotius
moede geworden zijn lezers van
die les te doordringen.
Het schijnt, dat eerst in de
twintigste eeuw de man van de
zeventiende eeuw eindelijk leer
lingen heeft gevonden, geneigd
om dezen stelregel toe te passen
op het verkeer tusschen de Staten.
Indien Grotius kon opstaan uit
zijn graf en weder in on» midden
verschijnen, dan zou hij dit ont
roerd en voldaan constateeren.
Maar ik vrees, dat hij orfs ook
dit woord zou zeggen uit het
Evangelie: „De oogst is wel
groot, maar de arbeiders zijn
weinige."
Het is aan ons, mijn waarde
collega's, hun aantal te vergrooten.
De oogst is groot inderdaad
en hij zal geluk brengen, maar
alleen op voorwaarde, dat de
arbeiders willen werken.
De Volkenbond heeft een be
roep gedaan op uw wetenschap,
op uw ervaring en op uw toe
wijding. Hij heeft uw medewerking
verzocht.
De vaste wil deze te verleenen
zal de beste titel zijn voor ons
recht den gedenkdag van het
werk van Grotius te vieren.
Na de openingsrede van Dr.
Loder heeft de Minister van
Buitenlandsche Zaken, Jhr. Mr.
Dr. H. A. van Karnebeek een
welkomstrede uitgesproken, even
eens in de Fransche taal, waaraan
het volgende is ontleend
ALLERLEI.
Regels Toor den Weg.
»Wilt gij wie langzaam rijdt
[voorbjj.
Doet dit dan aan zijn li n-
[k e r z ij.t
Maar haal by het voorbij ryden
van een voorrijdende niet ie gauw
weder naar rechts en rijdt ook
nooit te dicht langs iemand, dien
g\j voorby rijdt,
Een miniatuar-vloot.
Esn aardige tijdpasseeriüg is
het navolgende kunstje, waarme
de vaeantie-jeugd zich met slecht
wssr, ot als ze te veel heen en
weer loopen, al* moeder het druk
heeft, gezellig kan bezig houden.
Uit stukjes kryt, zooals we die
op school gebruiken, sniidt men
met een mes een tien of twintig
tal kleine scheepjes, waarop we
aan de zijden met inkt aangeven
de plaatsen der kanonnen. Dan
boort ge aan den bovenkant eeni
ge gaatjes, waarin luciferstokjes
of «troohalmen worden gestoken,
die de masteD en schoorsteenen
voorstellen. Wanneer nu een flink
aantal kruisers is klaargemaakt,
plaatst men ze in een groote vlakke
vleeschschotel of zoo iets, en giet
er voorzichtig een flesch azijn in
uit. Direct begint de »zee« te
schuimen de kruisers en torpe
dojagers zetten zich in beweging
en glijden langzaam voorwaarts,
als voerden ze werkelijk de beve
len van den admiraal uit.
Verklaring: Kryt is koolzure
kalk, het zuur van de azyn drijft
de koolzuur er uit, en doordat
deze in kleine blaasjes ontwykt,
worden de scheepjes op en neer
bewogen, als werden ze door ma
chine» gedreven.
Ik heb de eer mij jegens u te
kwijten var, een plicht, die mij
zeer aangenaam isU te be
groeten uit naam der Nederland-
sche Regeering en U een hartelijk
welkom te 's Gravenhage toe te
roepen
De betrekkingen tusschen Ne
derland en het Instituut voor
Internationaal Recht zijn oud en
nauw. Zij dagteekenen van zijn
stichting, waarin wijlen de Minis
ter van Staat, Prof. Asser, wiens
herinnering ik in uw tegenwoor
digheid nauwelijks behoef op te
roepen, zulk een belangrijk en
vruchtbaar aandeel heeft gehad.
Zij werden bevestigd in 1875,
toen het Instituut te 's-Gravenhage
zijn derde zitting kwam houden
en in diezelfde stad vierde in
1898, het jaar van de kroning
onzer geëerbiedigde Vorstin, het
Instituut zijn zilveren jubileum.
Ik heb dan ook, wanneer ik u
begroet het gevoel mij te richten
tot een ouden vriend, wiens be
zoek door ons, op dit oogenblik
bijzonder wordt op prijs gesteld
en gewaardeerd en wien wij dank
weten, dat hij door zijn aanwezig
heid de ontroerde en dankbare
hulde is komen bezegelen, welke
het geboorteland van Grotius
brengt aan diens nagedachtenis
en diens eeuwig werk.
Dames en HeerenDe ge
schiedenis van het Instituut vormt
een merkwaardig en belangwek
kend deel van de hedendaagsche
geschiedenis. Zij weerspiegelt bij
haar oorsprong de humanitaire
geestesstroomingen, welke zich
in de vorige eeuw na de ge
beurtenissen van 1848 open
baarden meeningen, die zochten
naar een verzoening van het be
ginsel van de nationaliteit en van
de vaderlandsliefde, de kracht
der volken, met het groeiend
gevoel der internationale saam-
hoorigheid en die de toenadering
der volken eischten en de weg
neming der hinderpalen, welke
de regeeringsvormen van dien
tijd door de staten te isoleeren,
hadden geschapen voor de vrije
uitwisseling der zedelijke en
stoffelijke waarden. Het Instituut
Trouwen, of niet f
Res aardig bedacht versje, dat
ouden, grijzen, vrijgezellen vooral,
zeer welkom zal wezen, troffen
we in een moppentrommel aan.
Men kan het zoo lezen, dat de
stugste vrouwenhater direct besluit
om een tochtje in het ranke hu
welijksbootje te wagenech
ter kan het ook zóó gelezen wor
den (indien men telkens een re
gel eversleat) dat de trouwlusligste
jongeling ter wereld begint te
twijfelen
Een wijze ontwijkt met recht
De sombere eenzaamheid,
De banden ran den echt
Verkiest men met beleid
Men krijgt veeltyds berouw,
In ODgehuwde dageD
In 'tjuk der huwelijkstrouw
Ontvlieden wy veel plagen,
Hoe streelt ons met haar zoet
De tuin, die harten bindt,
De vrijheid van 't gemoed
Vervliegt als rook en wind,
E^n vrouw is vroeg of laat
De bron die vreugd kan gaven,
Een zieiontrustend kwaad
Schuilt in een eenzaam leven,
AXELSCHE
1 A "S
COURANT