Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee u wsch-Vlaand eren
Een reis naar Indië
^o. 31.
VRIJDAG 24 JULI 1925.
41e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raads verslag.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zitting van 21 Juli 1925.
Aanwezig de heeren J. M. Oggel,
M. W. Koster, wethouders, A. E.
C. Kruysse, J. Weijns, J. M. Baert,
A. Th. 't Gilde, E. van de Casteel,
F. Dieleman, J. de Feijter en P.
de Feijter.
Afwezig de heer Ph. J. van
Dixhoorn.
Voorzitter de heer F. Blok,
burgemeester, wnd. secretaris de
heer J. Cornelisse.
Te 10 ure opent de Voorz. de
vergadering met gebed en stelt
aan de orde de agenda
1. Notnlen.
De notulen der vorige vergade
ring worden onveranderd goed
gekeurd.
3. Ingekomen stukken.
Bericht van goedkeuring door
Ged. Staten van het Raadsbesluit
in zake
a aankoop woningen in de
Oude Wijk;
b. verkoop grond aan J. Over-
dulve
e. aangaan geldleening f 7000
d. wijziging begrootingen 1924
van de gemeente en van het
gasbedrijf.
e. Proces-verbaal van kasop
name.
Hieruit blijkt, dat aanwezig zijn
in contanten f 2106,18
voorschotten 24523,99
saldo postrekening 10029,88
rek.-courant
gasbedrijf 12449,—
rek.-crt. kan
toor van firma Van
Waesberghe-Janssens 1000,
idem Van Heel Co. 1500,
Totaal f 51609,05
Te verminderen met uitgaven voor
a. „Volkshuisvesting" f 10,600
b. pensioenen 9,22
c. vervolgingen 98,60
Totaal f 10707,82
Alzoo een kassaldo van
f40,901,23, overeenkomende met
de boeken en bescheiden.
f. Rapport van de Nationale
commissie tegen het Alcoholisme.
g. Kennisgeving van dhr. Van
Dixhooin, dat hij verhinderd is de
vergadering bij te wonen.
De stukken a—g worden voor
kennisgeving aangenomen.
h. Schrijven van J. P. van
Bendegem, luidende aldus:-
Edelachtbare Heeren.
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen, ondergeteekende Joh. P- van
Bendegem, fitter in lossen dienst op
de gemeentelijke gasfabriek,
dat hij bij het solliciteeren naar de
betrekking van fitter in vasten dienst
tot z'n verwondering niet alleen niet
op de voordracht is geplaatst, maar
tevens voor geen benoeming in aan
merking is gekomen, niettegenstaande
hem in October j.l. door den heer
Directeur eigenmondig is beloofd, dat
hij, wanneer hij genegen was direct
in lossen dienst op de Gem. Gasfabriek
te komen, hij later alle medewerking
zou verleenen hem als fitter in vasten
dienst te doen benoemen, hetgeen door
ondergeteekende bedongen werd, daar
hij op de cokesfabriek een vaste be
trekking had
dat naar het schijnt sedert zeer korten
tijd de meening van den heer Directeur
moet zijn veranderd niettegenstaande
den ijver en werklust door ondergetee
kende voortdurend bij zijn arbeid be
toond en waarover deze zelf niet dan
met lof kan spreken, zoodat hij niet
weet aan welke omstandigheden dit
te moeten toeschrijven en door onder
geteekende nimmer zooals door den
heer Directeur als een argument wordt
voorgegeven praatjes zijn rondge
strooid, waaromtrent hij schriftelijk een
verklaring van een betrokkene kan
overleggen
dat door de meerderheid van de
gascommissie (de heeren Baert en P,
de Feijter) is medegedeeld, dat deze
voordracht tegen hun zin is ingediend,
welke heeren machtiging hebben ver
leend, dit aan den Raad mede te deelen,
maar door den edelachtbaren heer Bur
gemeester in zijn kwaliteit van voor
zitter der commissie verder is gezegd,
dat hij over dezen gang van zaken zeer
teleurgesteld was;
dat tot overmaat van ramp op heden
16 Juli door den heer Directeur aan
ondergeteekende werd meegedeeld, dat
hij hem tegen 1 Aug. a.s. moest ont
slaan, waardoor hij aan broodeloosheid
zou worden prijsgegeven en op straat
zou komen;
dat dit niet in overeenstemming is
met hetgeen door hem in dienst der
gemeente is gepresteerd, daar hij zich
bewust is z'n werk naar wensch en met
eerlijkheid te hebben vervuld.
Redenen, waarom hij Uw College
beleefd en eerbiedig verzoekt:
Ie zijn ontslagaanzegging tegen 1
Aug. a.s. door den heer Directeur terug
te willen nemen.
2e alsnog ernstig in overweging te
nemen de vaste aanstelling van onder
geteekende op gronden en redenen in
dit schrijven genoemd.
Hetwelk doende, enz.
De Voorz. zegt, dat dit adres
is ingekomen nadat de convoca
tiebiljetten waren rondgezonden.
Hij wil echter die zaak maar af
wikkelen en acht niet noodig, dat
dit stuk eerst naar het college
van B. en W. gaat om advies
voor een volgende vergadering.
Spr. ziet dan in het stuk een
beschuldiging aan de h.h. Eaert
en De Feijter en vraagt of deze
heeren zich daarmede kunnen
vereenigen en zij zich nader
wenschen te verklaren. Spr. voor
zich gelooft echter niet dat het
stuk waarheid bevat, maar vindt
het het best, dat dit hier dan
maar in openbare zitting wordt
uitgemaakt.
Dhr. Baert zegt, dat Van Bende
gem bij hem is geweest en zijn
belangen heeft medegedeeld, dat
ik zou gezegd hebben, dat de
voordracht tegen mijn zin was
opgemaakt, is niet waar. Wel
zijn de personen, die voorge
dragen zijn, besproken en heb ik
gezegd, dat als het anders liep,
ik er even goed mijn stem aan
zou kunnen geven. Toen heeft
Van Bendegem gevraagd, of hij
dit in den Raad mocht brengen,
waarop ik antwoordde, dat ik
daar niets tegen kon doen en ook,
dat mij dat niets kon schelen.
Maar, dat ik gezegd zou hebben,
dat de voordracht tegen mijn zin
was opgemaakt, is een onwaar
heid.
Dhr. P. de Feijter heeft met
verbazing het stuk gelezen en kan
zich de houding van Van Bende
gem niet indenken. Deze is ver
van netjes. Wat Van B.. daar
schrijft is onwaar. Te meer nog,
dat niet Johannes van Bendegem,
maar Kees van Bendegem, zijn
vader, bij mij geweest is en deze
zelfs zeide dat de Burgemeester
gezegd had, dat hij zich tot hem
moest wenden, om te weten wat
er tusschen zat.
Spr. heeft daarop geantwoord,
dat hem noch van den Raad, noch
van B. en W., de gascommissie
of den Directeur klachten bekend
waren omtrent zijn zoon.
Hierop vroeg Van B. „waarom
zijn zoon dan niet aan B. en W.
was aanbevolen", waarop spr.
antwoordde, dat hij het niet nuttig
oordeelde, dat den Directeur een
fitter werd opgedrongen, waar
mede hij niet samenwerken kon.
De Voorz. zegt, dat C. van
Bendegem bij hem is gekomen
en heeft gevraagd om welke reden
zijn zoon niet benoemd is. Spr.
heeft hem daarop geantwoord, dat
hij, indien hij daaromtrent meer
weten wil, hij dan officieel in
lichtingen moet vragen bij de
gascommissie, maar zoo zegt
de Vocrz. ik heb niet gezegd,
je moet naar het een of ander
lid van de commissie gaan. Ook
heeft spr. gezegd, dat hij er tegen
is om de reden te noemen en dit
ook niet in het belang zou zijn
van den betrokkene.
Van Bendegem zei ook, dat hij
ook bij dhr. Oggel geweest was
en deze hem naar den burge
meester verwezen had en ge
machtigd was om te zeggen, dat
dhr. Oggel er tegen was om zijn
zoon zonder brood op straat te
zetten. Ook hierin schijnt die
jersoon zich met leugens te
hebben opgehouden want spr
gelooft niet, dat als dhr. Ogge
hem (spr.) iets te zeggen had,
hij dan Van Bendegem noodig
zou hebben als boodschapjongen
Dhr. Oggel zegt Van Bendegem
te hebben verwezen naar den
burgemeester, omdat die tevens
voorzitter is van de gascommissie
en hij toch in ieder geval daar
moest ziin om iets te bereiken.
Spr. heeft Van Bendegem geen
boodschap medegegeven, maar
wel gezegd, dat hij het verschrik
kelijk zou vinden, dat de man
zoo maar op straat zou gezet
worden, en hij niet kon aannemen,
dat men iemand uit zijn betrek
king zou halen onder belofte in
vasten dienst te kunnen komen,
terwijl hij nu ontslagen zou wor
den en zonder brood zou komen.
tfjdens den wereldoorlog.
(Door een oud-zeeofficier).
(4
Perim dient dan ook enkel voor
kolendation. Na 300 ton steen
kolen te hebben ingenomen werd
ioo spoedig mogeljjk het anker
weer gelicht en aanvaardden wy
den langen tocht naar Colombo.
Via de Straat van Babelmandet
kwamen we in de Golt van Aden,
waar we bladstil weer troffen en
na de verschrikkelijke warmte in
de Roode Zee, weer wat bij kon
den komen.
Na twee dagen bereikten wij bij
nacht Kaap Gurardafui en wijl al
daar geen vuurtoren is (er is er
wel eens een geweest, doeh die is
door de inboorlingen verwoest),
hadden wij het druk met het ma
ken van sterren bestekken tenein
de telkens zuiver onze standplaats
te bepalen. Er staat daar namelijk
een zeer sterke stroom en het is
niet vreemd, dat men hierdoor in
3 uur tyds een 10 myl wordt
weg gezet. De navigatie wordt er
voorts dikwijls bemoeilijkt door
milt, die ontstaat door den Kouden
Stroom, die uitdeZuidelyke IJszee
langs de Afrikaansche Oostkust tot
hier trekt.
Veillig bereikten wij ten slotte
den Indischen Oceaan, waar we
goed weer troffen in verband me*
de daar in November en De
cember heerschende Oostmoesson
d.w.z. droge tyd en weinig wind.
Hier kon men zich verlustigen in
het schouwspel van een groot aan
tal Noordkapers en vliegende vis-
schen. De passagiers kortten voorts
gedurende het lange traject den
tijd met het arganiseeren van bals
en uitvoeringen.
Zoo bereikten wy Colombo (eiland
Ceylon), waar lading gelast en pas
sagiers gedebarkeerd werden. Vijf
dagen later bevonden we ons te
Padang of juister in de voorhaven
van Padang, Emmahaven, onze
eerste Indische aanlegplaats. Ook
hier werd weer lading gelost en
werden passagiers gedebarkeerd
en bovendien namen we hier nog
wat steenkolen in. Dan stoomden
we door naar Thandjong Priok
(de haven van Batavia), welke
plaats we na 21/g dag bereikten.
Hier gingen alle overgeblevenen
passagiers aan wal en raakten we
een groot gedeelte van onze res
tant-lading kwijt. Dan begon onze
gebruikelijke Indische kunstreis.
Achteieenvolgens bezochten we
Tegal, Pekalongan, Cneribon, Se-
marang, Soerabaja, Probolingo Pas
saroean en Baojoewangi (de laatste
plaats, gelegen in de uiterste Oost
hoek van Java en o.a. bekend om
zyn heerlijke manga's). Langs de
zelfde route ging het daarna weer
terug naar Tandjong Priok, waar
we ten slotte met een flinke hoe
veelheid nieuwe lading arriveer
den.
Hier wachtte ons weinig ver
kwikkelijk nieuws. Er was name
lijk bericht binnengekomen, dat
het Suez-kanaal wegens oorlogs
toestand voor de scheepvaart ge
sloten was.
Oonoodig te zeggen, dat zulks
aan boord de noodige beroering
verwekte. Er zat thans niets an
ders op, dan de terugreis om Kaap
de Goede Hoop te maken. Onze
eerste haven zou zoodoende Dur
ban (Port Natal) in Zuid-Afrika
worden. Dat was een groot be
zwaar want voor het traject Pa
dangDurban, waarover wij bij
gunstig weer wel 4; 23 dagen
zouden stoomen, zouden we on-
mogelyk voldoende steenkolen in
onze bunkers kunnen bergen. Er
werd 8cheepsraads over de kwestie
gehouden en we besloten om in
Godinaam de achterkuil vau het
Spr. zal dit dan ook zooveel
mogelijk verhinderen en al staat
de Directeur op z'n kop, dan zal
het nog niet gaan om iemand op
zoo manier broodeloos te zetten.
Spr. was persoonlijk tegen deze
benoeming, maar omdat de gas
commissie maar één persoon op
de voordracht had gezet om een
proef te nemen, of de Directeur
nu met deze menschen zou kun
nen opschieten, heeft spr. er zijn
stem aangegeven. Gaat het nu
weer niet, dan zullen er natuurlijk
andere maatregelen moeten ge
nomen worden dan moet hij
er op den duur zelf maar van door.
De Voorz. deelt mede, dat de
gascommissie een aanbeveling
heeft ingediend, maar niet de
Directeur. Dat echter Van Bende
gem ontslagen wordt, staat als
een paal boven water. Hij is
tijdelijk aangesteld en de Directeur
ontslaat of aanvaardt het tijdelijk
personeel. Dit gaat buiten het
gemeentebestuur om.
Dhr. OggelDat zou toch
vreeselijk zijn, nu hij zulke goede
getuigenissen krijgt. De man is
van de cokesfabriek te Sluiskil
gehaald onder belofte dat hij vast
aangesteld zou worden en nu
wil men hem aan den dijk zetten,
dat is toch geen doen. Dat doet
geen particulier werkgever, dus
mag de gemeente dat zeker niet.
Nog pas hebben we het geval
met Deij gehad en nu weer met
van Bendegem. Dat gaat niet.
We zouden van B. minstens
zijn salaris moeten geven, tot hij
een nieuwe betrekking heeft.
Enkele maanden geleden nog
werd hij ten volle aanbevolen.
Spr. heeft zijn stem aan een ander
gegeven om de eer aan de gas
commissie te houden, anders had
ik het niet gedaan.
Dhr. van de Casteel vindt het
toch eigenaardig, dat er altijd
ruzie is op de gasfabriek. Deze
man heeft nooit reden tot klachten
gegeven en toch deugt hij niet.
Eerst was het met van Cruijnin-
gen, later met Deij en nu weer
met van Bendegem. Wat heeft
deze man nu eigenlijk gedaan.
Eerst was het zoo'n goede werk-
schip (anders een heerlijke wan
delplaats voor de 2e klas passa
giers) maar tot de railing vol te
gooien met steenkolen. We zouden
dan 1000 ton kunnen bergen,
wat voor de reis tot Durban wel
toereikend zou zijn.
Onze thuisreis zou intussehen,
in plaats van 33 dagen, thans
wel ruim 60 aagen duren, voor
de passagiers zeker een heel lange
tyd om op zee te zijn. We had
den echter geen keus.
Wij embarkeerden vele passa
giers en namen een flinke ladiDg
rubber, enz. in en vertrokken toen
naar Padang (Emmahaven) om
steenkolen te bunkeren en nog
eenige passagiers op te nemer;.
Zonder bijzondere voorvallen werd
Padang bereikt en een dag
later vertrokken we toen met de
bunkers propvol en de geheele
achterkuil volgestort met steen
kolen, wat een armoedig gezicht
was en ontzettend lastig óók voor
de bemanning, daar het achter
dek nu van af het middenschip
slechts over de steenkolen bereikt
kon worden.
Aanvankelijk hield het weer
zich goed en ging alles voorspoedig
doch toen we %zoowat 10 dagen
op weg waren en al heel wat
myltjes op het Zuidelijk halfrond
hadden afgelegd, vertoonde de
barograaf (eeD soori barometer)
eeD plotselinge stijging, onmid
dellijk gevolgd door een diepe
daling. Dat voorspelde weinig
goeds en wij vreesden voor een
cycloon (de gebruikelijke bena
ming voor de in die streken voor-
bomende orkanen). Onze vrees
bleek maar al te gewettigd. Eer
een halve dag verloopen was,
hadden we al een N.O.-storm.
Alles aan boord werd zeevast
gesjord en voor alle patrijspoorten
en ramen werden blinde poorten
(d. z. ijzeren poorten, die dienen
om te voorkomen, dat de over
bet schip rollende zware zeeën
de glazen inslaan) aangebracht.
De wind tdeef steeds krimpen en
nam voortdurend in kracht toe
en na eeD paar uur hadden we
eeD hevige orkaan in N.W. rich
ting. Onophoudelijk kwamen zwa
re stortzeeën over het geheele
schip. PlotseliDg werden 4 sloepen
aan stuurboordzijde in stukken
geslagen en de railing aan stuur
boordzijde op het le klas prome
nadedek sloeg plat tegen het dek
aan.
Wordt vervolgd.)
AXELSCHE
COURANT