Nieuws- e ii Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen, Een reis naar Indië No. 29. VRIJDAG 17 JULT 1925. 41e Jaarg. J. C. VINK - Axel. In den Schemer. FEUILLETON. Buitenland. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Dit is het einde van den dag, het langzaam, geruisctfloos ver sterven van het licht en het leven. Strak spant de kleurige lucht, grijsblauw in den hooge, tintiger dan tot waar in het verre Westen de vlammendroode zonnebrand dooft, boven de onbewogen aarde. De boomen staan roerloos, scherp- geteekend tegen den strakken achtergrond van dezen wolken- loozen hemel. In het ijle licht spitst een scherp dorpstorentje omhoog. En ginds verre verwazen wat huizen en boomen in de aansluipende schemering Langs den weg spelen nog wat kinderen hun stemmen klinken onwezenlijk in de roerlooze avondstilte. Plot seling boldert een wagen. Het luid rumoer versterft langzaam, als brak het ergens ginds in duizend kleine stukjes uiteen. Een torenklok slaat zijn zware slagen. Vage geluiden gaan om als onherkenbare gedaanten een hooge vrouwenstem, het toeslaan van een deur, het schelle fluiten van een jongen langs den weg. Het bloedrood in het Westen is vervaagd tot een licht-vurige gloeiïng, die ver-uit den hemel met haar zwak licht overglanst. De vormen van boomen en huizen worden onwezenlijker als werden de grenzen uitgewischt in het ijle licht. De menschen gaan ge- ruischloos als in een andere wereld. Alle gerucht versterft. En over de velden, ver weg nog komt de geheimzinnige nacht, die alles gaat toedekken met haar oncfoorzichtbare sluiers, waar onder alle leven naar vorm en wezen te veranderen schijnt. Het is, of we haar fluistering al hooren. Haar adem huivert door de hooge boomen. Haar raadselachtige vingers raken ons hoofd. En onmerkbaar schijnen we weg-te glijden uit deze wereld van ito' en werkelijkheid in een andere van droom en mijmering. Er is een vreemde, wondere bekoring in dit schemeruur, die maar weinigen niet ondergaan. Maar waarom Is het juist daarom, omdat we ons als weg voelen uit de wereld onzer dage- lijksche, nuchtere werkelijkheid, wanneer met die vervaging van vormen en geluiden alle realiteit hare betrekkelijkheid openbaart en we ons, vrij van het nuchtere leven, kunnen laten gaan op de onnaspeurlijke wegen onzer mij mering en fantasie De mensch heeft behoefte aan den droom, aan iets, dat hem uitheft boven de werkelijkheid zijner zintuigen. En het is de fout geweest van dezen tijd, dat hij dit niet heeft erkend en begrepen. De nuchtere werkelijkheid is niet de werkelijkheid van onze ziel en ons gemoed. En omdat we haar die zintuigelijke werke- ijkheid ook als haar eenige werkelijkheid hebben willen op dringen, voelde ze zich verkom merd en verlaten. Nu langzamer hand beginnen we weer haar rechten te erkennen. En in den droom, dien zij droomt verre boven de dagelijksche werkelijk heid uit, herkennen we een andere werkelijkheid, even wezenlijk als die onzer zinnen. Maar de lange miskenning heeft haar schuchter gemaakt en verlegen. Zij durft nog altijd haar rechten niet op- eischen. En bescheiden schuilt ze weg, waar de nuchtere alle- daagschheid haar niet uitdagen can. Daar buiten in het prak tische leven van zaken en rumoer en verstandelijkheid voelt ze zich niet op haar gemak. Maar ze zoekt haar weg in de beschuttende gangen van godsdienst en kunst en verteedering, waar zij haar schoonste droomen droomt. Aan deze droomen heeft de menschheid behoefte. Want de mensch heeft den droom niet enkel noodig ter bevrediging zijner directe zielsbehoeften. Het leven, het nuchtere, alledaagsche, zakelijke leven, hoezeer het ook den droom miskent en veelal bespot, heeft hem niettemin noo dig, wil het niet aan bloedarmoede ten onder gaan. Want ondanks zijn bruut vertoon van kracht, haalt het uit dien droom zijn levenssappen. Die droom is het, waaruit de groote gedachten ge boren worden, die het leven, ook het nuchtere leven van allen dag, leiden, zonder dat dit het merkt, waaruit de uitvindingen ontsprin gen van wetenschap en de mees terwerken van kunst, waaraan ten slotte alle menschelijke bescha ving en vooruitgang haar ontstaan dankt. Dat is niet de droom van ieder onzer, wanneer in het schemeruur alle vormen vervagen en in de onzekerheid van het onwezenlijke onze mijmeringen dwalen over de velden van ons leven en ver daar buiten, waar alleen de fantasie nog den weg weet. Maar het is dezelfde geestesgesteldheid, waar uit ook deze droom ontstaathet is het zich uitheffen boven de werkelijkheid en haar enge vor men, het is het zoeken van andere wegen buiten hare grenzen, het is de vlucht der fantasiej die ondanks hare grilligheid, toch de eenige leidsman van de mensch heid kan zijn op den weg der beschaving, omdat zij alleen zich ten volle kan losmaken van de belemmerende banden der zin tuigelijke en verstandelijke waar neming De nuchtere mensch is zoo licht geneigd alle gedroom als nutteloos en tijdverkwisting te beschouwen. Het is daarom goed, dat hij deze waarheid steeds in de gedachte houdt, dat uit dien droom alleen het leven stijgt en zonder hem alle leven lang zaam sterft. En wij in ons eigen leven moeten beseffen, dat we hem ook noodig hebben, zoo goed als de menschheid, wil ook ons leven niet verkommeren bij gebrek aan levenssappen. Want uit ons innerlijk leven toch komt ook ten slotte de werkelijke levenskracht Neen, het is niet altijd zooals het schijnt. Wanneer in de rust van het schemeruur het leven der werkelijkheid ons te ontzinken schijnt en we schijnen weg te glijden in het leven van den droom, dan kan toch wellicht het werkelijke leven voor ons vorm en gestalte krijgen en kunnen we misschien beter dan wanneer onze oogen waarnemen, het ware leven en zijn beteekenis onder scheiden. Mr. K. t(jdens den wereldorlog. (Door een oud-zeeofflcier). (2 Nog geen twee uur hadden wy gestoomd «t we kregen opongevaar 500 M. afstand ?oor oei een myti in zichtar werd hard stuurboord- roer gegeven an wy stoomden op korten afstand het zoo gavaarlyko manster voorby. Ik geloot niet, dat het daor een der passagiers ward opgemerkt, hoewel toch ver- scheidenen hunner ook op den uitkyk stonden. Er waren dan ook wel scherp geoefende oogen noodig om de mijnen, welke slechts voor een klein gedeelte boven het water uitsteken, op de »zeetjes« te zien. We hadden elf mijnen gepas seerd, toen we 's nam. omstreeks 5 uur voor den mond van de Theems kwamen en een Engelschen loods aan boord kregen die ous veilig naar onze ligplaats in het Royal Albert- dok bracht. Nadat eemee Engel- sche officieren het schip hadden doorzocht om ta constateeren of er soms spionnen of Duitschers aan boord waren, kregen wij, d.w.s. de kapitein, de officieraD n de machinisten, een bewijs om aaD wal te mogen gaan. Den pas sagiers en alle andaren werd ver baden een voet aan wal ta latten, (wat m.i. «eer onbillijk was) an aan groote bobby» was dag en nacht by den valreep om deze order te handhaven. We bleven 8 dagen te Lenden liggen on na men nagal veel Engelscha lading in. Aan gezellige avondjes ont brak het niet, zoo in de stad als aan boord, waar de passagiers deu tijd trachtten te dooden door feest jes op touw te zetten. Eindelyk was hot oogenblik aan gebroken, dat wy Londen verlie ten. Zonder wederwaardigheden bereikten wy weer de Noordzee, waar wy van een Engelschen tor pedojager order kregeD om naar de reede van Deal op te stoomeu en daar voor anker te gaan, wat ons al zeer bevreemdde, daar dit op de laatste uitreizen nooit ge beurd was. Enfio, in dien tijd was het maar raadzaam zoo vlug mogelyk de commando's van oor logsschepen op te volgeD. Zoo kwa men wij ten anker op de reede van Deal, en nauwelijks lagen wij daar, toen een met een 3,7 kanoc- tje gewapende trawler langszij kwam en een marine-reserve-offi- China treft toebereidselen. Aan den Engelschen minister van Oorlog werd gevraagd, of hij eenige inlichtingen had be komen, dat de Chineesche mili- tairisten Duitsche chemici hadden laten komen, met het doel, ver giftige gassen te vervaardigen, en dat zij eveneens Russische des kundigen gebruikten, om hen bij te staan in hunne militaire plannen. De Minister antwoordde, dat hij wist, dat dit inderdaad zoo was. Chamberlain verklaarde in ant woord op eene vraag, dat de Britsche regeering bezig was, met de andere betrokken regeeringen te raadplegen omtrent het ant woord, hetwelk gezonden zou worden aan de Chineesche re geering. In den loop van deze beraadslagingen waren voorstellen aangaande de te volgen politiek ontvangen van de regeering der Vereenigde Staten en andere re geeringen, en deze werden thans overwogen. Een onvoorzichtige stalknecht. Te Hambrug heeft een groote brand gewoed in de Bahrenfelder- renstal. Het gelukte, 36 van de 50 waardevolle paarden te redden, de anderen kwamen in het vuur om. De oorzaak van den brand is te wijten aan de onvoorzichtig heid van een stalknecht, die even eens in de vlammen is omge komen. De paarden, die gered werden, braken los en vluchtten het bosch in. Verscheidene paar den zijn nog niet teruggevonden. Merkwaardig doapront. Een doopvont, dat gebruikt is voor het doopen van vele leden der koninklijke familie van Enge land en een flesch met water uit de Jordaan, zullen volgende week worden verkocht voor liefdadig heidsdoeleinden. Zij waren eens het eigendom van deken Stanley, die een groot vriend was van koningin Victoria. Het Jordaan water werd door den deken mee gebracht uit het Heilige Land in een verzegelde flesch, na een bezoek aan dit land met koning Edward, toenmaals prins van Wales in 1860. Naar verluidt, zou ook de huidige koning gedoopt zijn uit deze doopvont. Lage streek. In de locomotievenloods te La Blancarde, bij Marseille, zijn daden van sabotage gepleegd, welke hoogst ernstige gevolgen zouden kunnen hebben gehad. Men heeft daartoe juist die locomotieven uitgezocht, wier machinisten be kend staan als volstrekt afkeerig van revolutionnaire denkbeelden. Prettig vooruitzicht. Te Bukarest wordt officieel het bericht bevestigd, dat aldaar in deze maand eene belangrijke militaire conferentie der kleine Entente zal worden gehouden, waarbij volgens de bladen onder andere maatregelen tegen Hon garije, alsook het plan van een gemeenschappelijken generalen staf in geval van een nieuwen oorlog zal worden besproken. cier, de commandant ons heel laconiek xeide »CaptaiD, we want your post Er was nie's aan te doanwij moesten onze zaapost, (600 sakken), welke al leen voor onse koloniën bestemd was, afgaven. Op soo'n oagenblik gevoelde aaan somber de machts loosheid ran ons klein landje want ik geloof niet, dat indien we een sterke vloet en een dito leger ge had hadden, ojs daze vernedering zou sijn aangedaan. Nadat de post gelost was, kwam er weer een torpedoboot opdagen en kregen we bevel deze in kiel- waterliuie ta volgen om veilig de door de Engelschen aangelegde nieuwe mijnenvelden te kunueu passeeren. Men kan zich begrij pen, wat al moeite en last deze tormaliteiten veroorzaakten. Eindelijk dan lieten wij do Noordzee achter ons en kwamen voorbij Dungenees in bet Engel scne Kanaal (de passagiers hadden inmiddels gelegenheid gehad do bekende krytrotsen te bewonde ren, waar een stevige Westeiyke bries stond, zoodat ons schip al spoedig begon te snuiven en ver schillende passagiers eeD bleel e neus kregen. Ook de tocht door het Kanaal verliep echter overi gens zonder ongelukken en zelf* De kabinetscrisis. De Koningin heeft aan den heer H. Colijn, minister van financiën, opdracht gegeven tot samenstel ling van een nieuw kabinet. De heer Colijn heeft verzocht, deze opdracht in beraad te mogen houden. Nederland en België. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt, dat de rapporteur voor de begrooting van buitenlandsche zaken, de heer Standaerd (kath. dem. en flamin gant) in zijn verslag betreurt dat België er niet voldoende naar streeft ook met Nederland zulke gelukkige betrekkingen te onder houden, als met Frankrijk en Engeland, die door haar karakter en met den moreelen steun van regeering en vertegenwoordigers in het buitenland het land kost- hare diensten kunnen bewijzen. hadden wij het buiten kansje bij da; St. Cathariaspoint (eiland Wigt) te paneeren, wat ook eeu schitterenden aanblik biedt. Eenmaal uit het EQgeliche Ka naal, werd da koers ZZW. an kwamen wij in de beruchte Golf van Biscaye, waar de wind sterk in kracht toenam en ZW. ward. De zeer hooge zee en dei ning deden ous sehip tlink stam pen en slingeren en er kwamen behoerlijke brokken water over. 't Duurde dan ook niet lang ot de meeste passagiers werden cir- cumpolair onder de horizon» d.w.z. lagen in de kooi. Na twee dagen slecht weer waren wy dwars van Kaap Finis- terre, waarvan we den vuurtoren slechts flauw konden waarne men, daar wij wel 40 mijl uit de kust waren. Nu werd het weer wat betel en ging ons schip wat gemakke lijker op het water liggen. Na een dag varen zagen wy ons bakboord de monding van de Taag, waaraan Portugal's hoofd stad, Lissabon, gelegen is, welke prachtige stad wy echter ditmaal jammer geDoeg, niet zonden aan doen. Een paar dagen later bevonden we ooi in de Straat v«d Gibraltar, Het was dag, xaodat van de fraaie kustgazichten en den im- poneereuden aanblik van Enge- iand's onneembaar bolwerk ten volle kon worden geprofiteerd. Hier werden we nog even door een En gelach torpedojager aan gehouden doch mochten doorva ren en zoo werd koers gezet naar de Straat van Booifacio met zijn grove rotskusten. Een dag later lagen we in het haerlyke Napels, waar nog enkele Hollaodsche passagiers aan boord werden genomen, die er trots alle moeilijkheden in geslaagd waren de reis over land te maken. Over Napels zal ik om myn beschrijving niet te laDg te ma ken maar niet uitweiden. Ik volsta met te zeggen, dat ik er veel gezien en veel genoten heb. Twee dagen bleven wij daar liggeD. Toen vertrokken we met de gedachte, dat we van den oorlog hans wel de meesten last gehau zouden hebben, wat echter niet bewaarheid zou worden. Na een dag varen langs de prach tige kust van Italië, passeerden wij de Straat Messina, waar de stad Messina van uit de verte gezien een overweldigenden iDdruk maakt. Wordt vtrvolgd.) AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1925 | | pagina 1