Mysterie,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - Vlaanderen.
De Fokpaarden-tentoonstelling.
No. 21.
VRIJDAG 19 JUNI 1 925.
41e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
i^iirsssïa
1 J
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UiTGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Nu eens heet het Fokdag, dan
weer tentoonstelling en thans
weer fokpaarden-tentoonstelling.
Naar onze bescheiden meening
was het woord paarden-tentoon-
stelling de beste benaming voor
de verzameling paarden van aller
lei leeftijd en beiderlei geslacht,
die door de fokkers van paarden
wordt bijeengebracht.
Een buitenstaander zou mis
schien nog liever het woord
„keuring" kiezen, omdat in ten
toonstelling altijd nog iets feeste
lijks zweeft en een tentoonstelling
meestal ook nog eenige attractie
geeft aan degenen, die nu niet
direct uitsluitend bij de hoofdzaak
betrokken zijn, of zoo zij dit wel
zijn, dan toch ook gaarne eenige
afleiding genieten. Dat zou nien
er echter aan kunnen verbinden
en het was zelfs gewenscht.
Zeker, een vakman kan zich
verlustigen, ja, zelfs tijd te kort
komen in het oordeelkundig be-
studeeren van zoo'n driehonderd
paarden, maar toch zal hij be
trekkelijk gauw hebben gezien in
een bepaalde klasse, wat puik en
wat minder goed is en alzoo niet
den tijd besteden, die de keur
meesters noodig hebben om naar
eer en geweten de paarden op
hun goede plaats te zetten in de
rij der bekroningen. De tijd, die
zoo'n rustig bezoeker dan rest,
gebruikt hij óf om naar huis te
gaan, óf hij komt later af, maar
den geheelen dag doorbrengen
op het keuringsterrein geen
sprake van. En toch zou dit
gewenscht zijn. Vandaar dat men
allerlei moest bijbrengen, om be
zoekers te trekken en te amu
seeren. We hoorden het zoo
typisch uitdrukken„De collectie
paarden doet niet onder, wat
kwaliteit betreft voor Brussel,
Den Haag of Dordt, maar Axel
heeft niet zijn Palais d'été, niet
zijn Scheveningen, waar de be
zoekers 's avonds na een dag van
inspanning zich verlustigen in
gepaste ontspanning".
Toch zou er o i. met mede
werking en goeden wil ook hier
heel wat te bereiken zijn en als
die paarden-tentoonstelling ge
maakt werd tot een feestdag
wat goed kan dan zou daar
zsker spoedig roep van uitgaan
en die dag voor den landbouwer,
voor den paardenhandel, voor den
neringdoende, ja voor de geheele
streek een dag zijn van zegen en
welvaart. Men kan nu eenmaal
niet alleen bij brood leven en
daarom, hoe schoon de paarden
ook zijn, die worden aangevoerd
en hoe groot ook de collectie
moge zijn als men den geheelen
dag op paarden en nog eens
paarden kijkt, moet men er genoeg
van krijgen. En het is een be
krompen begrip om te verlangen,
dat honderden menschen daartoe
liefhebberij krijgen. We hoorden,
dat Oost- en West-Zeeuwsch-
Vlaanderen 8000 merriën telt,
zoodat het geen kunst is om op
een bepaalde plaats in die streek
1000 goede paarden bijeen te
krijgen, maar om daarbij ook de
belangstelling van 1000 menschen
te trekken, daartoe behoort wel
kunst in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Kunst, niet in den vorm van
genie, maar in den vorm van
menschenkennis. Een ruime blik
en royale opvatting van het leven,
van propaganda en handels
tactiek, wars van dogmatiek, zijn
noodig om het in die banen te
leiden. Mocht het zijn, dat een
tiental menschen in Zeeuwsch-
Vlaanderen gevonden worden,
die dezen weg op willen en het
vertrouwen genieten van de hon
derden paardenfokkers in hun
omgeving, dan is te bereiken, dat
in deze streek een meerdaagsche
tentoonstelling wordt gehouden
die klinkt door het geheele land,
ja door geheel Europa.
We weten, dat deze idealen
meer zijn besproken en het deze
droombeelden waren, welke tot
de oprichting der vereeniging van
Zeeuwsche Fokkers van het zware
Trekpaard leidden. We herinneren
ons nog, hoe de heer Hombach
daartoe destijds ook zijn mede
werking toezegde, evenals andere
groote mannen. Maar men heeft
zich vergist in den steun der
(7
Maar welke onheilvolle macht
dreef mij er toa, de doode te be
zweren, nog eenmaal de oogen te
openen en mij aan te hooren, hoe
durfde ik (want God wi«t het be
ter) de hartitochtelijke verzekering
te uiten, dat ik haar altyd had
liet gehad en haar vurig teamee
ken my teeh te galooven Het ia
ala een vreeselijk blad uit het beek
mijna levens, een blad vol raad
aelachtige en onnatuurlijke bedrij
ven, die afachuw en eutzetting in
boezemen. Ik heb getracht het te
ontcijferen, maar te vergeets Ook
weet ik niet ol het droom of wer
kelijk waa, wat na deze zondige
bezwering van den doode voor mij
opreea. Waa ik wel bij zinnen
waa ik wel in 't volle licht mij
ner geeatvermogena toen ik haar
de lange wimpera langzaam zag
opslaan, toen hare oogen zieh op
mij richtten en hare bloedloozelip
pen zich tot spreken openden
En toch hoorde ik haar, zoo dui
delijk ala ik tbana mij zeiven hoor,
de gefluisterde verzuchting slaken
»Goed, ik zal zien I* De woorden
landbouwers, de fokkers zelve.
De vereeniging is geworden een
vereeniging van Axelsche fokkers
en heeft zich in plaats van uit
gebreid, steeds geconcentreerd
tot het nauwe en kleine, ondanks
den verzienden blik van eenige
stuurlieden, die helaas den horizon
steeds meer zagen vertroebelen
en benevelen, tot een dikke mist
viel de malaise.
Moge die mist spoedig op
trekken en men dan met vaste
hand het stuur weer aangrijpen,
aangemoedigd door de passagiers,
die eenmaal scheep's, niet moeten
blijven ankeren, maar met vasten
wil webschen door te varen om
land te bereiken het land, dat
dan bekend en bewoond zal zijn
als de zetel van het fraaie, kloeke
Zeeuwsch-Vlaamsche trekpaard.
Dat we tot deze beschouwing
afdwaalden is geen wonder, als
men de prachtdieren zag. Kolos
sale hengsten, fier dravend met
schuddende manen en brieschende
neusgaten, onbewust van hun
kracht voortgeleid door tengere
kereltjes in witte broeken of
andere livreiverder prachtige
merriën met schoone vormen en
lijnen, staart en manen getoilet-
teerd en bedaard stappend naast
hun geleider; en op een andere
baan weer de hoop der toekomst
in ruim honderd dartele veulens,
bruin, vos, zeemkleurig, enkele
zwart, springend of dartelend
rond hun moeders, die iets on
rustig staan, als zijn ze bezorgd
voor hun kind tusschen die men
schen en allerlei paarden van
vreemden huize.
Zoo'n prachtverzameling paar
den slechts bezocht door een
paar honderd menschen, dat geeft
een gevoel van spijt ook voor
den buitenstaander. Spijt, dat
daar een gelegenheid is voor tal
van menschen, die in den vreemde
naar goed fokvee uitkijken en
niet weten, dat hier hun koopwaar
is; spijt voor de fokkers die met
kosten en moeite goed handels
materiaal hebben verkregen en
nu ondervinden, dat het zoo
moeilijk is om geld voor hun
waar te krijgen. En als men dan
weet, dat met ernstig willen die
verkoopers en koopers toch bij
elkaar te brengen zijn, ja, dan
dwaalt men af en zoekt naar de
middelen, hopend, dat die zullen
worden aangegrepen, indien ze
verstrekt worden.
Allicht zou echter uit onze be
schouwing de conclusie worden
getrokken, dat er weinig leven
zat in de tentoonstelling. Het
omgekeerde is het geval. Er
heerschte een gezellige drukte
onder de aanwezigen door het
keuren, het opnemen der uitslagen
en het feliciteeren der bekroonde
eigenaars. Wel had men vooral
met de extra-tram meer bezoek
gewacht, doch uit de omgeving
was de belangstelling bevredigend
te noemen. Ook waren nog en
kele vreemdelingen aanwezig en
werden, naar we vernemen, nog
enkele paarden voor goed geld
verkocht.
Toen de juryleden hun moei
lijke taak hadden beëindigd
brak de tijd aan, om aan de ge
lukkige prijswinners de medailles
uit te reiken. Daartoe uitgenoo-
digd door den voorzitter der ver
eeniging, den heer Ph. J. van
Dixhoorn, begon de burgemeester,
de heer F. Blok met een korte
doch hartelijke toespraak de deel
nemers te feliciteeren, om ver
volgens bij het défilé der be
kroonde dieren aan de eigenaren
met een woord van hulde en
aanmoediging de werkelijk fraai
uitgevoerde medailles te over
handigen.
De uitslag der keuringen laten
we hieronder volgen. De prijzen
bestonden in verguld zilveren
medailles voor de eerste, zilveren
voor de tweede en bronzen
medailles voor de derde prijzen.
Voor de eervolle vermeldingen
zetten we kortheidshalve de
nummers uit den catalogus, die
voor belangstellenden gratis aan
ons bureau verkrijgbaar is.
De personen bij wier naam
geen plaats staat, wonen te Axel.
I. Merriën geboren in 1925.
Jury Em. van Acker, Westdorpe en
H. Kerckhaert, Stoppeldijk.
Ie prijs verg. zilv. med. van Lab.
„Asda" te Leeuwarden, aan W. Staal
Stoppeldijk met Ainée d'Epatant.
2s prijzen M. A. Puylaert, Zuiddorpe
met Favoriete (zilv. med. van de H.V.
„Hoop op Vooruitgang" te Zaamsiag)
en Joh. Scheele Boschkapelle met
Hertha.
3e prijzen J. van Hoeve- de Regt
Ter Neuzen met Sjeny d'Ingersol
P. B. van Hoeve met Lijna en Corn,
de Feijter Boschkapelle met Marie.
4e prijzen S- de Klerk, Hil. van Acker,
Gebr. Coene, Sas van Gent en G. Dees,
Zaamsiag.
Eerv. verm. nos. 23, 24, 29,28 en 25.
II. Merriën geboren in 1924.
Jury A. de Dobbelaere IJzendijke en
C. de Feijter Boschkapelle.
Ie prijs S. Pieters Philippine met
Issu Laboureur de Philippine.
2e P. F. de Nijs Ter Neuzen-Spui
met Elza en S. van Hoeve met Cortina
van Wilson.
3e N.V. Stal Van Dixhoorn met Ora
de Laboureur, Jan den Hamer met
Martha en P. Vael, Absdale met Caline.
4e Jan de Putter Sr. met Hermine
Oranje, Stal Van Dixhoorn met Oen-
toeng d'lssu en Olga d'Issu en M. A.
Puylaert vnd. met Erna de Zuiddorpe.
Eerv. verm. nos. 65,61,51,66,55,56.
III. Tweejarige merries.
Jury als voren.
a. Groote maat.
Ie prijs verg. zilv. med. geschonken
door dhr. B. L. Ysebaert, aan P. J.
Michielsen, Hulst met Dora de Schudde-
beurs.
2e prijzen Jac. de Feijter Cz. Bosch
kapelle met Annie en G. Dees, Zaam
siag met Mirza.
3e S. van Hoeve met Helena van
Wilson en A. de Feijter met Amanda
van Wilson.
Eerv. verm. nos. 106, 77, 90 en 89.
b. Kleine maat.
Ie prijs verg. zilv. med. geschonken
door dhr. C. Zegers, Ter Neuzen, aan
F. C. Dieleman, Waterlandkerkje met
Juliana.
2e prijzen Jac. de Putter met Clara
van Wilson en Jan de Putter Sr. met
Blondina Oranje.
3e prijzen E. B. van Acker, West
dorpe met Roza van Zwartenhoek en
P. F. de Nijs vnd. met Nera.
Eerv. verm. 74.
IVa. Driejarige merriën, kleine maat.
Jury P. A. Stallaert, Kloosterzande
en F. Dekker Fz., Ter Neuzen.
Ie prijs verg. zilv. med. geschonken
door dhr. C, Zegers vnd., aan Gebr.
Daelman, Westdorpe met Willy de
Carta.
2e prijzen F. Dekker Pz. (zilv. med.
geschonken door dhr- Zegers vnd.) met
haddeu eeu klank, alsof ze in dan
aandraug van ean zwaren dood
strijd werden uitg estooten, als van
ean menseh die het gaasche ge
heim zyns levens stervend open
baart.
Ik was bat sterfhuis oat'lusht
en zwiert dian nacht doelloos door
de straten. En teen begon de mar
teling. Het gedempte gefluister
vervalgde mij overal, hot bleat in
den opstekenden wind, in de on
stuimige lueht, in het onrustige
water en in de flikkerende lan
taarnlichten hangen, zelts weer
klonk hat als eene sombere echo
in het slaan der kerkklokken, die
my eene rillling daor de leden
joegen, want ik meende do dood-
sche kou van hun ijzeren auem
te voelen. LaDgen tijd kwelden
mij onrustige visioenen, zooals
slechts een moordenaar ze hebben
kan, die door de schim van zijn
slachtoffer vervolgd wordt. Eens
droomde ik dat Theresa nog leefde,
dat ik nooit gepoogd had haar te
verlaten en dat wij gelukkig wa
ren. Uit zulk een droom te ont
waken, was de ontzettendste van
alle augsten. Maar ook deze ake
lige periode nam een eind toen ik
weer op de expeditie ging.
»Ik zou wel eens willen weten.*
j De verhaler verzonk een oogen-
blik in somber gepeins, alsof hij
verre herinneringsbeelden trachtte
te onderscheiden, die sedert lang
in den nevel der tijden verdwe-
nee waren.
»Ik zou wel eens willen weten,*
voer hij bij wyze van alleeaspraak
voort, >of het mogelyk is onder
alle verborgene mogelijkheden, dat
Theresa uit de Almacht der liefde
een wilskracht putte, zoo groot
dat die voer een oogenblik selfs
den dood overwon.*
Ik sou wel eens willen weten
voor de duizendste maal, arme
dwaas die ik ben, want wat doet
het er nog toe of zij mijne
rust ook dan zeu hebben verstoord,
indien ik ongehuwd en haar ge
dachtenis trouw gebleven was.
»Trouw gebleven was*, fluisterde
hij nog eens met starenden blik.
Daarop, en als uit een droom
ontwakende: >Waar was ik tocb
weer
»Bij den tyd toen ge te velde
trek.*
»Ja juist.* Van af het oogen
blik dat ik mijn geliefd Indiö te
rugzag, verdwenen de visioenen
en gevoelde ik my een ander
mensen een opgewekter mensen.
De sombere dingen van het ver
leden het scheen oud nu en
jaren geleden verbleekten voor
de emetiëo van den oorlog J in
stede van uitputtiag an ver-
moeienis, scheen ik te velde nieu
we veerkracht en energie op te
doen. Zooveel energie zelfs, det
toen ik naar Java tarugkaerde,
ik dan doffen druk die nog op
mijne ziel lag, entende geheel te
kunnen afschudden, dat ik er
ernstig aan dacht eene levensge
zellin te zoeken.
In desen gemoedstoestand was
nat dat ik ten huize van mijn
tegen woordigen buurman deschoo-
ne kreolin Sarina Tolsma ontmoet
te. Dat deze bekoorlijke exotische
verschijning geen kind van het
eerzame Friesehe echtpaar kon
zy n, viel bij den eersten blik op,
maar nog interessanter werd ze
in mijn# oogen, toen ik hoorde
dat ze niet alleen eene pleegdoch
ter, maar zelfs eene wees was,
wier atkomst geheel in het duister
lag. Maar wie ze oek geweest
mag zijn, ze was eene zeldzaam
schoone verschijning, dat weet ik
zeker, al ben ik Diet in staat u
eene juiste beschryving van baar
uiterlijk te geven. Ze had iets
aetharisch in haar wezen en daar-
by iets veranderlijks, dat op steeas
wisselende scnaauwtffecieu geleek
aie eene flikkerende verlichting
des nachts op marmeren stand
beelden te voorschijn too vert. Het
was eeD gezicht wearin beurtelings
zalig geluk en half droevige be
rusting opvlamde, het wes meer
eeee sidderende ziel dan een ge
zicht en daarom is het zoo uiterst
moeielyk het duidelijk te omscbry-
ven. Alleen om het meest opval
lende daarvan te schilderen, zou
ik een heele reeks van dichter
lijke vergelijkingen noodig heb
ben.
Ik zou moeten spreken ven een
voornaam gesneden profiel, waarin
de strenge lynen der antique sieh
paarde# aan de weelderige vor
men der tropen, van een gelaat
in den zeldzaam voorkomenden,
doorzichtigen theerozenteint, en
van wangen waarop het gouden
waas van rijpe, inditche vruchten
lag.
Van onzen korten verlovingstijd
kan ik alleen berichten dat ik
mijn geluk niet recht vertrouw
de dat my een twyfel besloop of
ik wel voldoende ontvankelijk was
gebleven voor een zielsindruk zoo
rein en stralend, dat haar licht
alle duisternis uit zyn gemoed
kon bannen.
(Wordt vervolgd.)
AXELSCHE
v i
COURANT.