Sif
66J
Mysterie,
V
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
No. 16
VRIJDAG 29 MEI 1925.
lie Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Bij dit blad behoort een bijvoegsel.
PINKSTEREN.
FEUILLETON.
Raadsverslag.
i
a pö
1
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
Wegens het Pink
sterfeest verschijnt a.s.
Dinsdag de Axelscke Courant
niet.
Pinksteren houdt voor bijna
alle menschen een paar vrije
dagen. Het Pinksterfeest is nu
eenmaal al zooveel eeuwen als
een vaste instelling gevierd, dat
het, geloovig of niet, door allen
gevierd wordt. Wanneer men er
niet aan wil verbinden de wij
ding, die geloovigen er aan hech
ten, dan noemt men het lentefeest,
als overblijfsel der heidensche
gebruiken. En zoo is het, dat
ieder Pinksteren houdt.
Toch gelooven we, al wordt
wel eens anders beweerd, dat er
weinigen zijn, die niet zouden
weten, wat met Pinksteren, als
kerkelijk feest, bedoeld wordt.
Pinkster, het feest van den vijf
tigsten dag na Paschen, het feest
van de uitstorting van den Hei
ligen Geest over de hoofden der
apostelen, zouden we kunnen
noemen het laatste wonder, dat
verband houdt met het leven van
Jezus op aarde. Een wonder, dat
voor ons niet minder beteekenis
heeft, dan de voorafgaande tee
kenen van 's Heeren genade voor
het menschdom.
Wij hebben nog pas gelezen
„De Meester is gestorven, is
opgestaan, is ten hemel ge
varen". En nu blijven zijn dici-
pelen hopeloos achter. Zij zijn
als lamgeslagen. Wat moesten
zij, enkele eenvoudige menschen,
beginnen tegen die booze wereld
van duizenden bij duizenden on-
geloovigen tegen die vorsten en
machthebbers, die er niets in
zien een mensch aan het kruis
hout te nagelen, als hij zijn ge
loof durft openbaren
De apostelen zitten verslagen.
Het levenswerk van hun Meester
ligt gebroken, het Evangelie der
Liefde wordt verstomd en schijnt
tevergeefs uitgesproken. Ja, het
geheele werk van Jezus schijnt
tevergeefs geweest. De Messias
heeft wel overwonnen, heeft wel
getoond zijn Goddelijke macht,
doch zij, de apostelen, wat ver
mogen zij
En zóó gaan zeven weken in
twijfel en moedeloosheid voorbij.
Maar als dm op den eersten
dag der achtste week de jongeren
bij elkander zijn en met elkander
die Heilige zaken bespreken,
waarvoor ook zij geleden hebben
en die zij zoo gaarne zouden
voortzetten uit liefde tot hun
Jezus, doch wellicht den moed
en de gave des woords er toe
missen, dan geschiedt daar dat
groote wonder: de Heilige Geest
wordt over hen uitgestort.
Als het nü moest gebeuren
zouden we misschien zeggen ze
werden gehypnotiseerd of zoo
iets, maar toch zouden we ook
nu nog moeten spreken van een
wonder, om de groote beteekenis
van het feit, en van hare gevol
gen. Zien we weer even op de
apostelen. Volgens de overleve
ring lezen wede vrees wijkt,
zij schudden hun lauwheid af,
de geest wordt vaardig over hen
en d r ij f t hun tot spreken, waar
ze eerst niet durfden. Aanvanke
lijk in kleine kringen in hunne
omgeving, doch weldra versprei
den zij zich, steken de zeeën
over en trekken op de muren
van het gebouw, waarvan hun
grooten Voorganger de funda
menten heeft gelegd. Ze zetten
voort het vreedzame werk der
wereldhervorming en zoo men
hen tot strijden tart, dan vechten
zij, ja vechten nog heden ten
dage tot de geheele wereld ver
overd is. Want al is het, dat
men hunne verschijning niet ziet,
hunne woorden hooren we nog
dagelijks, als gevolg van het
Pinksterwonder. En wie dat be
grijpt en gelooft, die kent niet
alleen de beteekenis van dat feest
'voor de wereld, maar voelt die
voor zichzelf veel meer en nog
veel inniger, ja, zoodanig mis
schien, dat ook voor hem dat
wonder een ommekeer brengt in
zijn beschouwing, dat ook hij
(2
Er scheen dus zoo iets als eeD
tooverwoord, een Sesam open u,
uoodig te zijn om het betooverde
kasteel binnen te dringen. De
groote huisdeur waar ik nu voor
stond, zag er dan ook erg geheim
zinnig uit. Het halt vergane, eene
ot andere allegorie voorstellende
beeldhouwwerk der supra-porta,
vertoonde zulk eeu doolhof van
verminkte, in elkaar verwarde,
gedraaide en gestrengelde men-
schelijke ledematen, als geen
krankzinnig geworden chirurgijn
zich in zyo wildste ijlhootdigheid
zou kunnen voorstellen.
Nergens een schel of een knop
Ik zie zelfs geen sleutelgat I Maar
die grenzende satyr-of leeuwen
kop, ot wat het ook zijn moge
is dat geen metalen klopper?
Een oud-vaderlandsche deurklop
per? Als in antwoord op myn
eigene gedachten had myn hand
het ding reeds gegrepen en had
ik er een ferme tik mee op de
deui gegeven. Het resultaat was
treurig, Het grenzende gezicht
scheen spottend te lachen om myn
verwondering, terwijl het om zijn
verroeste scharnieren knarste met
een geluid als van een honenden
gil, gevolgd door een zwakken stoot
tegen het metalen achtervlak.
Toch scheen het daarbinnen ge
hoord te zijn. Er ontstond een dot
gearuisch, als van het toeslaan
van verre deuren, die met een
naargeestige echo door het holle
huis weergalmden daarop volgde
een diepe stilte, alsof nu alle
leven buitengesloten was, alsof
het opriieuw ingetreden zwijgen
nimmermeer verstoord zou wor
den.
Na lang wachten verkondigde
een geschuifel eD geknars aan de
binnenzyde der deur, dat men
bezig was de zware grendels weg
te schuiven. Eindelyk draaide het
gevaarte langzaam opzyn hengsels
en een oude Maleiscbe vrouw,
wier gezicht zóó rimpelig, zóó
heksachtig onder de verward
neerhangende gryze haren uit
keek, dat men onwillekeurig aau
een bruine tooverkol moest den
ken, werd in een groot schemer
achtig voorhuis zichtbaar, »Tabó
nèatèh» (goeden dag moedertje)
zei ik binnentredende, »uw heer
is immers thuis
Myn eigene stem klonk mij
vreemd in de ooren bij het
erdoor „gehypnotiseerd" wordt,
als zoovele voorgangers.
Dezulke zal met Pinkster meer
genieten, dan hij, die slechts een
paar vrije dagen neemt uit ge
woonte.
Vergadering van 26 Mei 1925.
Aanwezig alle leden benevens
de voorzitter, de heer F. Blok,
burgemeester en de heer J. L. J.
Maris, secretaris.
De Voorz. opent de vergade
ring om 10 uur met het gebeds
formulier en stelt aan de orde de
agenda.
1 Notulen.
De Voorz. stelt voor de notu
len der vorige vergadering vast
te stellen, zooals ze in druk ver
schenen zijn.
Dhr. Oggel wil een fout her
steld hebben. Volgens de lezing
in het verslag zou hij gezegd
hebben, dat hij betreurde de
houding der beide afgevaardigden
van de P. Z. E. M wijl ze ook
lid van Ged. Staten zijn. Dit is
niet zoo. Spr. heeft gezegd dat
hij betreurde de houding van het
College van Ged. Staten, wijl de
beide heeren die hier uit hun
college aanwezig waren een zoo
goed mogelijke regeling getroffen
hadden.
Dhr. Kruijsse meent, dat het
goed staat in de notulen, maar
dhr. Oggel misschien anders be
doeld heeft. Het was een ge
heele verwarring en ook spr.
was het niet duidelijk. Hij wil
daarom hier nog mededeelen,
dat hij later de overtuiging heeft
gekregen, dat die beide heeren
al het mogelijke gedaan hebben,
om de zaak der electriciteit voor
onze gemeente ten beste te re
gelen.
Dhr. Oggel herhaalt, dat het
door hem gesprokene verkeerd
is weergegeven en zou dat gaarne
veranderd hebben.
2 Ingekomen stukken.
a. Goedkeuring door Ged.
Staten van verkoop grond aan de
Geref. Kerk.
plotseling en iDtens opkomende,
gevoel, dat een vroolijk woord ot
een lach eèn ongerijmdheid moest
zijn op deze plaats.
Met een blik waarin evenveel
waakzaamheid als achterdocht
te lezen was, vroeg het oudje op
Z8chten toon »Is u een bekende
van mijn meester?*
»Natuurlijk,c antwoordde ik,
en had er bijna bijgevoegd
ander» zou ik in dit akelige hol
niet gekomen zijn. Terwijl ik
Daar een kaartje zocht in mijn
reistasch, viel mijn oog op den
ruiker, dien ik nog altijd in de
hand hield.
iHier,« zei ik, »daar is nog een
introductie, geef hem die ook
Het oudje was juist met kaartj"
en bloemen door een groote deur
io den achtergrond verdwenen,
toen een bulderend: Werda 1 uit
de diepten van het huis weer
galmde. Hoe hol en akelig die
stem ook klonk, toch herkende
ik ze dadelyk als die van dfn
oudeD kameraad, en zonder er
aan te denken myn naam te noe
men, antwoordde ik
»Ik'ben het. Ik heb beloofd te
komen 1*
Een dof geluid, dat m er ern
schorre schreeuw dan eeu gespio-
ken woord scheen te zijn, kloik
b Idem wijziging gemeente-
begrooting 1924.
c. Bericht van wijziging in de
kermisdagen te Sas van Gent.
d. Goedkeuring verkoop grond
aan P. J. Verpoorte.
e. Jaarverslag ingevolge de
Woningwet.
Hieruit blijkt, dat gesticht zijn
in 1924, 33 gebouwen met wo
ning, 9 zonder woning1 per
ceel is herbouwd en 9 zijn ver
bouwd
Er kwamen beschikbaar 43
woningen, 1 werd onbewoonbaar
verklaard en 4 (noodwoningen)
werden gesloopt.
Dezestukken worden voor
kennisgeving aangenomen.
f. Verzoek van S. J. Wijna
om de grond aan de afgegraven
wal te huren.
Burg. en Weth. hebben deze
grond, ongeveer 100 roeden, be
houdens goedkeuring van den
Raad, bij openbare inschrijving
verhuurd aan W. Verstraten, 20
roeden a 20 ct en aan S- J.
Wijna 80 roeden a 15 ct per
roede, overeenkomstig hunne in
schrijving. E^waren slechts 2
biljetten.
Wordt z. h. s. goedgekeurd.
g. Rekening 1924 van de Ge
zondheidscommissie.
Deze sluit met f 2857,45 in
ontvang en f 122886 in uitgaaf,
alzoo met een batig slot van
f 1628,59.
Wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Ii. Begrooting 1926 van de
Gezondheidscommissie.
Deze wordt aangehouden tot
behandeling der gemeentebegroo-
ting
3. Vaststellen rooilijn Spui
In verband met een verzoek
van P. Moens om op het Spui
een woonhuis met stalling te
bouwen stellen B. en W. voorde
rooilijn daar te bepalen volgens
aangegeven teekening.
Wordt z. h. s aangenomen.
4 Verzoek van P. Dieleman.
Deze vraagt vergunning om
uit dezelfde diepte. Niet weteod
wat hiervau te denken en nog
altijd mets ziende verschijnen,
begon ik reeds te overleggen of
ik het weinig gastvrije huis Diet
eenvoudig den rug zou toekeeren,
toen ik in de nog halt geopende
deur, waardoor daareven het oudje
was verdwenen, een nieuwe ge
stalte ontwaarde. Uit de donkere
spleet staarde mij eeu holoogig,
spookachtig bleek gezicht aao, eeu
verschijning die mij bijna, als
voor een geest, bad doen terug
deinzen, toen ik plotseling den
armen Ameut herkende. Meteen
onbeschryfelijkeu blik van achter
docht en wantrouwen monsterde
hij niet alleen mijn gestalte, maar
ook de ruimte achter mij, alsof
hy daar nog een tweede persoon
verwachtte te zien. Eerst daarna
gaf hy blijk vbd mij herkend te
hebben door mij met een flets
lachje toe te kDikkeD.
»Kom binnen, kom binnen D
riep hij gejaagd en met schorre
stem, doch zooder zich verder
vooruit te wagen. »Wees wel
kom voegde hij er fluisterend
aan toe, toen ik aan zijn uit
uoodiging voldeed en wederom
gleed zijn wantrouwenden blik
over en laug» my heen.
»Een soaderlinge ontvangst,
voor zijn perceel wijk A 54 een
stoep te leggen, wat z. h s. wordt
toegestaan.
5 Verzoek aankoop grond.
a. van J. Overdulve in de Ju-
lianastraat.
b. van Wed. Dieleman-Egge-
been in de Oosterstraat.
Het verzoek onder a wordt z.
h. s toegestaan, ni. perceel 48 en
49 ged., totaal 245 M' a f 3.
Omtrent verzoek b wordt voor
gesteld om 6 Mi* a f 2.50 te ver-
koopen.
De Voorz. licht toe, dat deze
grond eigenlijk onrechtmatig en
wellicht onwetend was toege
ëigend en daarop is gebouwd.
Door een verzoek van Swets om
achter zijn perceel te mogen
bouwen is dit aan het licht ge
komen en is er belanghebbende
op gewezen. Het perceel is
eigenlijk publieke weg en gelegen
achter de gem. werk- en opslag
plaats in de Oosterstraat (de oude
kazerne). Er is gepubliceerd,
dat het aan den publieken dienst
is onttrokken en daarna kan het
verkocht worden. De meerdere
grond, die de Wed. Dieleman nog
vraagt wenscht de gemeente te
behouden.
Dhr. Kruijsse vraagt waarom
ook die grond niet verkocht wordt
Dat is toch in haar gemak.
Dhr. Oggel antwoordt, dat het
beter is, die grond vast te hou
den. Mocht de gemeente later
dat gebouw als opslagplaats of
anderszins willen uitbreiden, dan
blijft dat mogelijk door die grond
er achter.
Dhr. Kruijsse zou willen, dat
Swets, die ook zoo maar op ge
meentegrond gebouwd heeft, en
het zaakje aan 't rollen heeft ge
bracht, ook verplicht werd die
grond te koopen.
Dhr. van Dixhoorn zou het
geheele lapje maar aan die we
duwe verkoopen Het heeft wel
geen nut voor haar, maar dan
kan zij het aan Swets verkoopen,
die er wel belang bij heeft.
De Voorz. gelooft niet, dat het
op die manier goed zou loopen.
Er schijnt verschil tusschen
kameraad,* begon ik, maar hij
onderbrak mij dadelyk met de
augstige vragen »Waart gij het
die daareven hebt geroepen Hadt
ge niet nog iemand bij u,?«
Bij mij antwoordde ik ver
wonderd. »Ja, de oude meid die
mij inliet.»
«Niemand anders?»
»NeeD, behalve daareven in den
tuin, een dame
Er sprak op dit oogenblik zulk
een ontzetting uit zijn strakke
verglaasde blikken, dat ik midden
in mijn woorden steken bleef.
Eerst zijn angstig afwachtende
houding, die meer inlichting
scheen te vragen, deed mij den
zin voltooien met de opheldering
»Een buurvrouw van u, die my
den bloemruiker gat
De spanning verdween uit het
bleeke gelaat, er kwam weer be
weging in de gestalte, die met
den uitroep »0, die 1» een zucht
vau verlichting slaakte. Een
oogenblik laug was ik zelf ver
bijsterd geweest, maar thans, du
ziju ©Dtroering, die ik onwetend
veroorzaakt had, gewekeo was,
kon ik ciet nalaten op eenigszin*
geraakten toon de toelichting in
te lasschen*
(Wordt vervolgd.^
AXELSCHE
""ti
COURANT.