£pp J
Nieuws- e u Advertentieblad
voor Zeen wsc h - VI aan deren.
No. 14
VRIJDAG 22 MEI 1925.
41e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
ZELFVERTROUWEN.
FEUILLETON.
Het verborgen testament
Binnenland.
1
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
tot 5 regels 60 Centvoor
eiken rege
Groote letters worden naar
ADVERTENTIËN van 1
meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advcrtentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
De hedendaagsche opvoeding
is gericht op het wekken van
zelfstandigheid en zelfvertrouwen
in den jongen mensch. Wie de
oogen open houdt voor de hou
ding en het gedrag van kinderen
en jonge menschen zoo in het
openbaar als in den eigen huise-
lijken kring, zal erkennen, dat de
resultaten dezer opvoeding in den
regel verrassend zijn. Vergelijken
de hoogbejaarden onder ons hun
jeugd met die der huidige gene
ratie, dun komen zij onwillekeu
rig tot de vraag: „Hadden wij
'tin onze jeugd beter of minder
goed, dan de jeugd van heden
En wat van meer gewicht is
„Waren de resultaten der toen
malige opvoeding ook gewensch-
ter dan die van de tegenwoordi
ge V" Daarom toch gaat het in
de allereerste plaats.
Oppervlakkig beschouwd, zeg
gen wij op de laatste vraag
„Neen!* Waarheid is, dat de
opvoeders, die onze eerste schre
den richtten op het levenspad,
ons niet zelden te lang vasthiel
den, ons_niet durfden loslaten,
voor en aleer zij ons tot vrijheid
van bewegen rijp achtten, en dit
rijp-zijn werd bepaald door de
hoeveelheid van zelfsheidsbesef,
zelfvertrouwen, die zij ons had
den ingeprent Wij waren dus
volkomen afhankelijk, wat durven
en kunnen betreft, van onze op
voeders. Niet wij zelf, niet ons
innerlijk voelen van ons eigen
bewustzijn, maar hun oordeel, zij
in hun opvatting, bepaalden ons
vermogen tot zelf handelen. Al
te vreesachtige, al te teedere en
kortzichtige opvoeders vormden
daardoor dikwijls onbeholpen
wezens, onberekend voor den
strijd des levens, zwakkelingen,
2)
Wa* ik eeD man van geld, al
thans van een zekeren welstand,
of vvas ik een arme, daklooze
zwerver op den grooten levens
weg? Mijn oom Reuben had met
zijn laatste woorden verzekerd,
dat zyn broeder zijn testament
in diens bezit had. Oom Joseph
had dit ontkend, en, hoe weinig
ik mijn overlevenden oom ook
vertrouwde, toch geloofde ik wel,
dat zyn verwondering, toen oom
Reuben voor het eerst over het
testament had gesproken, niet ge
veinsd was geweest. Ik wist, dut
mijn oom Joseph en zijn zoon
Arthur, myn neef, er groot belang
bij hadden, het testament te ver
donkeremanen, dat te mijnen voor-
daele kon zyn ik had nl. gehoord,
dat Arthur een pretendent was
naar Jeanne Baum's hand, en oom
Joseph had baar vader voor zijn
zoon gewonnen. Herhaaldelijk
zeide ik bij mijzelf, dat alles er
van afhing, dat het testament
moest gevonden worden. Als er
geen was, dan was 't met my
gedaan.
Vóór notaris Wynne op den
sterfdag het huis verliet, verze
gelde hy alle kasten en laden.
Op den dsg van de begrafenis
werden «y geopend en doorzocht,
maar er werd geen testament
gevonden. Dit was ictusichen niet
meer dan een formaliteit. De dok
ter en ik hadden dnideljjk ge-
die niet zelden mislukten, alleen j
omdat het hun ontbrak aan durf
en initiatief. Dit was een niet
ongewone fout in de opvoeding
van voorheen. Want het kind
moet geleid worden, ongetwijield,
maar zoo, dat 't al minder en
minder den leiband voelt, en deze
geen kluister wordt, die het voor
waarts gaan belet, zoo al niet
verhindert. Te groote vrees, dat
de jonge mensch, losgelaten, zal
tuimelen, kan oorzaak worden
tot angst voor tuimelen bij het
bewaakte voorwerp, dat dit zelf
zich krampachtig blijft vastklem
men aan handen, die het toch
eenmaal loslaten moeten. Zonder
buil, schram of blauwe plek komt
geen enkele beginner de hinder
nissen te boven, en die kwetsu
ren deren niet, integendeel.
Zoo ongeveer denkt men in
onze tegenwoordige opvoedings
stelsels en het moet erkend, dat
het zelfvertrouwen, de durf, het
nemen van initiatief bij onze jeugd
over 't algemeen grooter is, dan
in den ouden tijd toen er meer
gekastijd dan aangemoedigd, meer
geremd dan gevierd, meer ge
breideld dan losgelaten werd.
Dat doet de tijdgeest, waarvan
ook de sport een vrucht is, die
het zelfvertrouwen voedt. Va-
cantiereizen en kampeeren, zonder
een alles regelende en alles lei
dende en op alles toeziende voog
dij eveneens. Voorheen dacht
men aan dit alles niet. Toen
schrijver dezes op dertien-jari
gen leeftijd, de dorpsschool ont
wassen, dagelijks van zijn woon
plaats naar een school in „de
stad" gestuurd werd, te voet, drie
uren heen en terug, riep heel de
omgeving, plus de familie in die
stad, wee en ach over de hard
vochtigheid der ouders van den
sterken Veluwschen heidespruit.
Ouders, die „zoo'n kind" er
hoord, wat oom Reubrm tot zijn
broeder gezegd had en oom
Joseph scheen erg kwaad te zijn
op zijn overleden broeder, dat hij
dat gezegd had. Hij verklaarde,
dat er niets van aao was, zijn
broer Reuben was zeker wat licht
in 't hoofd geweest, toen bij dat
gezegd had dat wa» alles, wat
hij er van zeggen kou. Hij stond
er op, dat het haele kantoor door
zocht zou worden. Met angstige
nieuwsgierigheid verbeidde ik den
uitslag en toch was ik niet ver
wonderd, toen ik vernam, dat er
niets gevonden was. Oom Joseph,
dacht ik, moest ót een onschul
dig man zijn, het slachtoffer van
den kwaden scherts van oom
Reubeu, óf bij moest een acteur
van den eersten raüg zijn.
Bij afwisseling scheen iiij nu
eens verontwaardigd, dan weer
somber en terneergeslagen te we
zen.
Zaterdagavond na de begrafenis,
toen de laatste uasporingen naar
het testament (bestaand of denk
beeldig) vruchteloos waren ge
bleven, begaf ik my alleen naar
het villapark, waar Jeanne's vader
woonde.
Ik dacht, dat ik Jeanne wel
eenig teeken van mijn aanwezig
heid zou kunnen geveD, zonder
mij te laten aandienen. En ik
werd hierin niet teleurgesteld.
Door het zomersche schemerlicht
gleed een sierlijke gestalte naar
de plaats, waar ik in de schaduw
van een grooten eik stond het
volgende oogeublik had ik myn
schat iD myn armen myn schat,
„maar aan waagden", alleen op
zoo'n landelijken weg, door heide
en bosch en langs een eenzamen
straatweg, waar allerlei „kwaad
volk" kon loopen, .in weer of
geen weer en dat bijna twee ja
ren aaneen, 't was kortweg een
„schandaal". Er werd heel wat
over gebabbeld en gesproken,en
meestal tamelijk onvriendelijk.
Want iets dergelijks behoorde
destijds inderdaad tot de buitenis
sigheden Men oordeelde, dat „den
armen jongen" te avond of mor
gen stellig een ongeluk zou over
komen, zoo aileen, zoo ver en
zoo blootgesteld aan allerlei
denkbeeldige en werkelijke geva
ren De arme jongen in kwestie
heeft alleen op later leeftijd de
bezitters van een rijwiel benijd
dat was in zijn schooljaren nog
niet uitgevonden maar andere
reden, om zich beklagenswaardig
te voelen, heeft hij van dit zes
uren daags marcheeren door hei
de en bosch niet gekend, inte
gendeel, hij schrijft het zelfver
trouwen dat hij reeds vroegtijdig
in vrij hooge, ja zelf bedenkelijke
mate bezat, voor geen gering deel
toe aan zijn eenzame tochten van
G. naar H vice-versa.
Want deze medaille heeft ook
haar keerzijde
Zelfvertrouwen, hoe noodzake
lijk en wenschelijk in den mensch,
kan tot erger leiden dan tot het
kwaad, dat door gebrek aan durf
zelfstandigheid en zelfvertrouwen
veroorzaakt wordt. Het kan „de
waan van den hoogmoed zijn".
Er is zelfvertrouwen, dat bedriegt,
omdat het „zelf" onbetrouwbaar
is. Er is zelfvertrouwen, dat ge
grond is op zelfoverschatting. Er
is durf die het onbetamelijke waagt
cn roemt Er is heel veel initia
tief, dat prikkelt tot ongeoorloofde
handelingen. Er is vrijmoedig
heid en deze is jammer genoeg,
dien ik slechts gevonden had om
hem weder te verliezen. Want
h"t doel van mijn samenkomst
met Jeanne was, om haar heur
vrijheid terug te geven. Ik kon
haar toekomst niet aan de mijne
verbinden.
Zelfs de smart, die ik leed, kori
de vieugde niet geheel onderdruk
ken, welke ik gevoelde, toen ik
mijn lieveling hoorde verklaren,
dat zij niet van mij wilde afzien
zij zou mij trouw blijven en op mij
wachten, 't kostte wat 't kostte.
Maar ik wist, dat het niet kó
niet mocht. Ik rukte mij van haar
los ca beloofd te hebben, dat ik
nog eenmaal terug zou komen,
Maandagavond, voor het laatst.
III.
De Zoudagmoigen, de laats e
dag van mijn verblijf in het oude
huis, brak somber en naargeestig
aan. Ik dankte den hemel voor
eiken druppel regen, die er toen
gevallen was. Want daar het zo
regenachtig was en daarom geen
weer om te waudelen, ging ik
naar de kerk. Natuurlijk ging ik
in de bank van mijn oom zitten
en daar ik geen bijbal by mj
had, gebruikte ik den zijne, een
groot boek, mat zwart lederen
band. Ik wilde juist het boek we< r
sluiten, toen myn oog viel op
eenige woorden, die op het tit< -
blad waren geschreven. »Aan mijn
neef Johan Penweich. Mijn testa
ment is te vinden
Den volgenden dag vóór twant
uur waren de dokter, de notaris
en ik by ootu Joseph op kantoor.
eer. der grootste en ineest voor
komende uitwassen der aange
kweekte zelfstandigheid in de he
dendaagsche opvoeding die
brutaliteit, onbescheidenheid en
onwellevendheid wordt." Zoodra
de jonge mensch meent „dat hem
alles mooi staat", staat hem alles
leeiijk. En niet den jongen mensch
alleen Ouderen, wier zelfver
trouwen en zelfstandigheidsbesef,
niet is gegrond op het besef van
onafhankelijkheid van en op ver
antwoordelijkheid aan een Hoo-
geren Leider en Rechter dan de
wisselvallige reputatie der men
schen, maar die verblind door het
z.g. geluk, in den ijdelen waan
verkeeren, nagenoeg onfeilbaar te
zijn, en dat hun „alles past", zijn,
hoe hoog ook gestegen misschien
op de maatschappelijke ladder en
hoe gevierd en gevleid wellicht
door aanhangers, die naar den
schijn oordeelen, toch wandelaars
op drijfzand, die elk oogenblik
kunnen wegzinken en verdwijnen
zonder dat de menschheid hun
verdwijnen betreurt, en zonder
dat de vruchten van hun arbeid
eenige waarde hebben voor God
„in den dag des oogstes*.
Dit is het gevaar van verkeerd
geleid zelfvertrouwen, dat niet is
een kostelijke schat, de vrucht
van het geloof in God, het gevoel
Zijner roeping en het erkennen
Zijner gave, maar het resultaat
van hoogmoed en zelfoverschat
ting. Het vertrouwen op een „zelf"
dat geen steun heeft in, geen re
kening houdt met God, aan zich
zelf meent genoeg te hebben, is
zelfmisleiding. Geloofsmoed is
de eenige durf, die rekenen kan
op welslagen. Elke andere is ver
metelheid. Geloofsvertrouwen is
het eenige vertrouwen, dat nooit
beschaamt. Elk ander leidt tot
teleurstelling. Zich de roeping
bewust zijn, die aan het leven
Aan de rechterhand van mijn oom
stond een groote brandkast.
»A1 wat ik zeggen kan, is, dat
ik in 't geheel niets van een tes
tament af weet,* zei oont Joseph,
toen wij er naar vroegen. »Ik weet
wel, dat hij zeide, dat bet testa
ment hier op kantoor washij
zei ook, dat ik het laatst iri mijn
handen had gehad. Het is nie.
waar. Zoo waar als ik leef, het
is niet waar. Ik zou er op mijn
sterfbed op durven zweren. Ik
weet, heereD, dat het niet aange
naam is, om het van een broer
te zeggen, die eerst eenige dagen
dood is, maar
iStil, mijnheer,* fluisterde dr
notaris, »daar is de smid
»Hij was niet bij zijn verstand,
de arme man, dat is alles, wat ik
er van zeggen kan,* mompelde
mijn oom.
De notaris wenade zich tot den
smid.
»Met uw verlot, mijnheer,* zei
hg, »ik wilde wel, dat u dót tr
af nam,* en hij wees op den knop
van de deur der brandkast.
EeD paar minuten waren vol
doende. De groote yzeren knop
lag op tafel voor ons
De notaris nam hem op en stak
er de punt van een schaar in.
>Er zit iets in, dat is wel zeker,*
zei hij op zenuwachtigen toon.
Wy wareD allen doodstil. In
twee of drie minuten had de no
taris er een stuk papier uitge
haald, zoo klein mogelijk dicht
gevouwen,
>Ik vermaak,* aldus ias de
notaris voor, »aan myn neef Johan
duurzame waarde en waarachtige
beteekenis geeft, met den leef
regel dien God eens tot Abraham
sprak: „Wandel voor Mijn aange
zicht en w^es oprecht!* is het
betrouwbare baken op de levens
zee. dat het scheepje behoedt voor
stranden op de klippen van zelf
overschatting, hoogmoed en zelf
misleiding. Z. d. B.
l)e Verkiezingen.
De eerste officiëele verrichtin
gen hebben dus een aanvang ge
nomen. Men zal nu, voorzoover
nog niet begonnen, de propaganda
aanpakken en het lieve leven be
gint weer meteen variatie op
Van Houtens cacao, de beste en
't goedkoopste in 't gebruik. Niet
minder dan 22 verschillende par-
tijgroepen en groepjes alleen
voor Zeeland komen met een
aantal candidaten uit, zoodat er
keuze genoeg is. Het is eigenlijk
onbegrijpelijk, dat men nog zoo
veel verdeeldheid zaait, terwijl
men toch weten kan, dat de kans
op verkiezing zoo klein is. Maar,
zoo redeneert men, hoeveel par
tijen zijn niet met een of twee
man begonnen en later toch in
vloedrijk geworden. En ook daar
is wat voor te zeggen, want er
kend moet het, dat in een groot
lichaam vaak slechts enkelen de
kaart geven en overmacht een
oorzaak wordt van overmoed, die
ontevredenheid wekt en tot ver
deeldheid leidt. En zoo staan
we weer voor tal van problemen,
die de twijfelaars hebben te be-
studeeren. De meest moderne
techniek als film en radio worden
geëxploiteerd om zooveel moge
lijk aanhangers te winnen, al is
het dat de kiezers tot heden ge
lukkig nog tamelijk kalm blijven.
Teowpich,dri vierden van al mijn
bezittingen het vierde deel ver
maak ik mijn neef Arthur Hen
derson, als een blijk van mijn
goede gezindheid en ik benoem
den heer Wijnne tot executeur
van dezen, mijn laatsten wil
»Het stuk schijnt behoorlijk ge
registreerd' te zijn,* zei de notaris.
>0, wacht eens, daar is Dog iets
anders op gekrabbeld
»Broer Joseph, je zult wel ver
wonderd zijn, als je ziet, dat mijn
testament toch op het kaDtoor is
en dat je het laatst in handen hebt
gehad. Op zekeren dag, toen jy
uit was, kwam ik toevallig op
kantoor. De brandkast werd ge
repareerd en de knop lag op tafel.
Toen viel het mij op, dat dat
een geschikte plaats zou zijn voor
mijn testament, welks inhoud ik
tijdeDs mijn leven strikt geheim
wilde houdeD. Ik schreet het en
liet het eoutrasigneeren door twee
vrienden, die toevallig op kantoor
kzamen en geen idee hadden,
wat het voor een document was.
Daarop verborg ik bet in den
knop en ik ben ook. al op een
goede gedachte gekomen om bet
geheim te onthullen, als de tyd
daar zal zyn.
R. H.«
Dienzelfden avond ontmoette ik
Jeanne in het parkai zouden
wij nog eeuwen te leven hebben,
nooit zal de herinnering aan dat
uur bij ons verflauwen.
EINDE.
AXELSCHE
lilfl Till 3 1
ürüj ttn i
COURANT.